Book Chapter: Verse
1 Exo 5:6 | onder het volk, en deszelfs ambtlieden, zeggende: ~
2 Exo 5:10 | des volks uit, en deszelfs ambtlieden, en spraken tot het volk,
3 Exo 5:14 | 14 En de ambtlieden der kinderen Israels, die
4 Exo 5:15 | 15 Derhalve gingen de ambtlieden der kinderen Israels, en
5 Exo 5:19 | 19 Toen zagen de ambtlieden der kinderen Israels, dat
6 Num 11:16 | oudsten des volks en deszelfs ambtlieden zijn; en gij zult hen brengen
7 Deu 1:15 | oversten van tienen, en ambtlieden voor uw stammen. ~
8 Deu 16:18 | 18 Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al
9 Deu 20:5 | 5 Dan zullen de ambtlieden tot het volk spreken, zeggende:
10 Deu 20:8 | 8 Daarna zullen de ambtlieden voortvaren te spreken tot
11 Deu 20:9 | zal geschieden, als die ambtlieden geeindigd zullen hebben
12 Deu 29:10 | stammen, uw oudsten, en uw ambtlieden, alle man van Israel; ~
13 Deu 31:28 | oudsten uwer stammen, en uw ambtlieden; dat ik voor hun oren deze
14 Joz 1:10 | 10 Toen gebood Jozua den ambtlieden des volks, zeggende: ~
15 Joz 3:2 | En het geschiedde, dat de ambtlieden, op het einde van drie dagen,
16 Joz 8:33 | Israel met zijn oudsten, en ambtlieden, en zijn rechters, stonden
17 Joz 24:2 | en hun richters, en hun ambtlieden, en hij zeide tot hen: Ik
18 Joz 25:1 | deszelfs richters, en deszelfs ambtlieden; en zij stelden zich voor
19 1Kro 24:4 | drijven; en zes duizend ambtlieden en rechters; ~
20 1Kro 27:29| buitenwerk in Israel, tot ambtlieden en tot rechters. ~
21 1Kro 28:1 | en der honderden, met hun ambtlieden, den koning dienende in
22 2Kro 20:11| des konings; ook zijn de ambtlieden, de Levieten, voor uw aangezicht;
23 2Kro 34:13| Levieten waren schrijvers, en ambtlieden, en poortiers. ~
24 Dan 3:2 | de raadsheren, de ambtlieden, en al de heerschappers
25 Dan 3:3 | schatmeesters, de raadsheren, de ambtlieden, en al de heerschappers
|