Book Chapter: Verse
1 Gen 46:17 | gij tot Jozef zeggen: Ei, vergeef toch de overtreding uwer
2 Gen 46:17 | kwaad aangedaan; maar nu vergeef toch de overtreding der
3 Exo 34:32 | een hardnekkig volk; doch vergeef onze ongerechtigheid en
4 Num 14:19 | 19 Vergeef toch de ongerechtigheid
5 1Sa 15:25 | 25 Nu dan, vergeef mij toch mijn zonde, en
6 1Sa 25:28 | 28 Vergeef toch aan uw dienstmaagd
7 1Kon 8:30| den hemel, ja, hoor, en vergeef. ~
8 1Kon 8:34| Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw volk Israel,
9 1Kon 8:36| Gij dan in den hemel, en vergeef de zonde van Uw knechten
10 1Kon 8:39| vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk
11 1Kon 8:50| 50 En vergeef aan Uw volk, dat zij tegen
12 2Kro 7:21| den hemel, ja, hoor, en vergeef. ~
13 2Kro 7:25| Gij dan uit den hemel, en vergeef de zonden van Uw volk Israel,
14 2Kro 7:27| Gij dan in den hemel, en vergeef de zonden Uwer knechten
15 2Kro 7:30| vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en geef een iegelijk naar
16 2Kro 7:39| en voer hun recht uit, en vergeef Uw volk, wat zij tegen U
17 Psa 25:11 | Uws Naams wil, HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want
18 Dan 9:19 | O Heere, hoor! o Heere, vergeef! o Heere, merk op en doe
19 Amos 7:2 | dat ik zeide: Heere HEERE! vergeef toch; wie zou er van Jakob
20 Matt 6:12| 12 En vergeef ons onze schulden, gelijk
21 Luk 11:4 | 4 En vergeef ons onze zonden; want ook
22 Luk 17:3 | indien het hem leed is, zo vergeef het hem. ~
23 Luk 23:34 | 34 En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun; want zij weten
24 2Kor 2:10| gij nu iets vergeeft, dien vergeef ik ook; want zo ik ook iets
|