Book Chapter: Verse
1 Num 30:3 | vaders in haar jonkheid zal verbonden hebben; ~
2 Num 30:4 | waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal horen, en haar
3 Num 30:4 | waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal bestaan. ~
4 Num 30:5 | waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zullen niet bestaan;
5 Num 30:6 | waarmede zij haar ziel verbonden heeft; ~
6 Num 30:7 | waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zullen bestaan. ~
7 Num 30:8 | waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zo zal het de HEERE
8 Num 30:9 | waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal over haar bestaan. ~
9 Num 30:10 | door verbintenis haar ziel verbonden heeft; ~
10 Num 30:11 | waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal bestaan. ~
11 Ric 19:11 | verzameld tot deze stad, verbonden als een enig man. ~
12 1Sa 18:1 | dat de ziel van Jonathan verbonden werd aan de ziel van David;
13 1Sa 22:8 | Dat gij u allen tegen mij verbonden hebt, en niemand voor mijn
14 1Sa 22:13 | gijlieden samen u tegen mij verbonden, gij en de zoon van Isai,
15 2Sa 15:31 | zich met Absalom hebben verbonden. Dies zeide David: O, HEERE!
16 Jes 1:6 | die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is
17 Eze 30:21 | verbroken; en ziet, hij zal niet verbonden worden, met pleisters op
18 Hand 17:21| zichzelven met een vervloeking verbonden hebben noch te eten noch
19 Rom 7:2 | is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien
20 Rom 9:4 | en de heerlijkheid, en de verbonden, en de wetgeving, en de
21 1Kor 7:27| 27 Zijt gij aan een vrouw verbonden, zoek geen ontbinding; zijt
22 1Kor 7:39| Een vrouw is door de wet verbonden, zo langen tijd haar man
23 Gal 4:24 | want deze zijn de twee verbonden; het ene van den berg Sinai,
24 Efez 2:12| en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende,
|