Book Chapter: Verse
1 Gen 5:29 | zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de
2 Gen 34:35 | maakten zich op, om hem te troosten; maar hij weigerde zich
3 Gen 34:35 | hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Want ik zal,
4 2Sa 10:2 | dienst zijner knechten te troosten over zijn vader. En de knechten
5 1Kro 7:22| broeders kwamen om hem te troosten. ~
6 1Kro 20:2 | zond David boden, om hem te troosten over zijn vader. Toen de
7 1Kro 20:2 | Hanun kwamen, om hem te troosten, ~
8 Psa 119:76 | goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan
9 Jes 1:24 | Israels: O wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders.
10 Jes 22:4 | dringt niet aan, om mij te troosten over de verstoring der dochteren
11 Jes 51:3 | Want de HEERE zal Sion troosten, Hij zal troosten al haar
12 Jes 51:3 | zal Sion troosten, Hij zal troosten al haar woeste plaatsen,
13 Jes 51:19 | zwaard, door wien zal Ik u troosten? ~
14 Jes 58:6 | Ik Mij over deze dingen troosten laten? ~
15 Jes 62:2 | Gods; om alle treurigen te troosten; ~
16 Jes 67:13 | moeder troost, alzo zal Ik u troosten; ja, gij zult te Jeruzalem
17 Jer 16:7 | over den rouw, om iemand te troosten over een dode; noch hun
18 Jer 31:13 | vrolijkheid veranderen, en zal hen troosten, en zal hen verblijden
19 Jer 31:15 | zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen,
20 Eze 5:13 | hen doen rusten, en Mij troosten; en zij zullen weten, dat
21 Eze 16:54 | gedaan hebt, als gij haar troosten zult. ~
22 Eze 32:31 | henlieden zien, en zich troosten over zijn ganse menigte;
23 Zac 1:17 | want de HEERE zal Sion nog troosten, en Hij zal Jeruzalem
24 Zac 10:2 | spreken ijdele dromen, zij troosten met ijdelheid; daarom zijn
|