Book Chapter: Verse

 1 Gen  28:54 |                        54 Toen slachtte Jakob een slachting op dat
 2 Lev   8:15 |                      15 En men slachtte hem; en Mozes nam het bloed,
 3 Lev   8:19 |                      19 En men slachtte hem; en Mozes sprengde het
 4 Lev   8:23 |                      23 En men slachtte hem; en Mozes nam van zijn
 5 Lev   9:8  |       Aaron tot het altaar, en slachtte het kalf des zondoffers,
 6 Lev   9:12 |                      12 Daarna slachtte hij het brandoffer; en de
 7 Lev   9:15 |      die voor het volk was, en slachtte hem, en bereidde hem ten
 8 Lev   9:18 |                      18 Daarna slachtte hij den os, en den ram ten
 9 Num  22:40 |                        40 Toen slachtte Balak runderen en schapen;
10 1Sa  14:34 |      zijn hand, des nachts, en slachtte ze aldaar. ~
11 1Sa  28:24 |         en zij haastte zich en slachtte het; en zij nam meel, en
12 1Kon   1:9 |                    9 En Adonia slachtte schapen en runderen, en
13 1Kon  18:40|      af naar de beek Kison, en slachtte hen aldaar. ~
14 1Kon  19:21|       nam een juk runderen, en slachtte het, en met het gereedschap
15 2Kon  25:20|                      20 En hij slachtte al de priesteren der hoogten,
16 2Kro  19:2 |   Achab naar Samaria; en Achab slachtte schapen en runderen voor
17 2Kro  35:11|                      11 Daarna slachtte men het pascha, en de priesters
18 2Kro  36:11|                      11 Daarna slachtte men het pascha, en de priesters
19 Jer  39:6  |         En de koning van Babel slachtte de zonen van Zedekia te
20 Jer  39:6  |      Ribla voor zijn ogen; ook slachtte de koning van Babel alle
21 Jer  52:10 |         En de koning van Babel slachtte de zonen van Zedekia voor
22 Jer  52:10 | Zedekia voor zijn ogen; en hij slachtte ook al de vorsten van Juda
23 Eze  40:41 |       acht tafelen, waarop men slachtte. ~
24 Eze  40:42 |      brandoffer en slachtoffer slachtte. ~