Book Chapter: Verse
1 Gen 34:8 | gij dan ganselijk over ons regeren: zult gij dan ganselijk
2 Exo 15:18 | eeuwigheid en geduriglijk regeren! ~
3 1Sa 8:9 | des konings, die over hen regeren zal. ~
4 1Sa 8:11 | konings wijze zijn, die over u regeren zal: hij zal uw zonen nemen,
5 1Sa 11:12 | zeide: Zou Saul over ons regeren? Geeft hier die mannen,
6 1Sa 12:12 | een koning zal over ons regeren; zo toch de HEERE, uw God,
7 1Sa 12:14 | als de koning, die over u regeren zal, achter den HEERE, uw
8 1Kon 11:37| Ik u nemen, en gij zult regeren over al wat uw ziel zal
9 1Kon 21:7 | het koninkrijk over Israel regeren? Sta op, eet brood, en uw
10 2Kon 8:16| den koning van Juda, te regeren. ~
11 2Kon 8:25| den koning van Juda, te regeren. ~
12 2Kon 25:33| opdat hij te Jeruzalem niet regeren zou; en hij legde het land
13 2Kro 37:20| zonen tot knechten, tot het regeren des koninkrijks van Perzie; ~
14 Psa 146:10 | HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van
15 Spre 8:15| 15 Door Mij regeren de koningen, en de vorsten
16 Jes 24:23 | de HEERE der heirscharen regeren zal op den berg Sion en
17 Jes 32:1 | Ziet, een koning zal regeren in gerechtigheid, en de
18 Jer 22:15 | 15 Zoudt gij regeren, omdat gij u mengt met den
19 Jer 23:5 | verwekken; Die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn, en
20 Eze 20:33 | uitgegoten grimmigheid over u zal regeren! ~
21 1Tim 3:5 | eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente
22 1Tim 3:12| en hun eigen huizen wel regeren. ~
23 1Tim 5:14| kinderen telen, het huis regeren, geen oorzaak van lastering
24 1Tim 5:17| de ouderlingen, die wel regeren, dubbele eer waardig geacht
|