Book Chapter: Verse
1 Ric 8:5 | mannen, op een steen; doch Jotham, de jongste zoon van Jerubbaal
2 Ric 8:7 | 7 Als zij dit Jotham aanzeiden, zo ging hij heen,
3 Ric 8:21 | 21 Toen vlood Jotham, en vluchtte, en ging naar
4 Ric 8:57 | hun hoofd; en de vloek van Jotham, den zoon van Jerubbaal,
5 2Kon 16:5 | een afgezonderd huis; doch Jotham, de zoon des konings, was
6 2Kon 16:7 | stad Davids; en zijn zoon Jotham werd koning in zijn plaats. ~
7 2Kon 16:30| het twintigste jaar van Jotham, den zoon van Uzzia. ~
8 2Kon 16:32| koning van Israel, werd Jotham koning, de zoon van Uzzia,
9 2Kon 16:36| der geschiedenissen van Jotham, en al wat hij gedaan heeft,
10 2Kon 16:38| 38 En Jotham ontsliep met zijn vaderen,
11 2Kon 17:1 | Achaz koning, de zoon van Jotham, den koning van Juda. ~
12 2Kon 18:1 | Achaz koning, de zoon van Jotham, den koning van Juda. ~
13 1Kro 2:47| Jochdai nu waren Regem, en Jotham, en Gesan, en Pelet, en
14 1Kro 3:12| was Azaria; zijn zoon was Jotham; ~
15 1Kro 5:17| geteld, in de dagen van Jotham, den koning van Juda, en
16 2Kro 26:21| huis des HEEREN afgesneden; Jotham nu, zijn zoon, was over
17 2Kro 26:23| is melaats; en zijn zoon Jotham werd koning in zijn plaats. ~ ~ ~
18 2Kro 27:6 | 6Alzo versterkte zich Jotham; want hij richtte zijn wegen
19 2Kro 27:7 | der geschiedenissen van Jotham, en al zijn krijgen, en
20 2Kro 27:9 | 9En Jotham ontsliep met zijn vaderen,
21 Jes 1:1 | in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia, de koningen
22 Jes 7:1 | van Achaz, den zoon van Jotham, den zoon van Uzzia, den
23 Hos 1:1 | in de dagen van Uzzia, Jotham, Achaz, Hizkia, koningen
24 Mic 1:1 | Morastiet, in de dagen van Jotham, Achaz en Jehizkia, koningen
|