Book Chapter: Verse
1 Gen 17:6 | 6 En Abraham haastte zich naar de tent tot Sara,
2 Gen 17:7 | het aan den knecht, die haastte, om dat toe te maken. ~
3 Gen 23:18 | Drink, mijn heer! en zij haastte zich en liet haar kruik
4 Gen 23:20 | 20 En zij haastte zich, en goot haar kruik
5 Gen 23:46 | 46 Zo haastte zij zich en liet haar kruik
6 Gen 39:30 | 30 En Jozef haastte zich; want zijn ingewand
7 Exo 10:16 | 16 Toen haastte Farao, om Mozes en Aaron
8 Exo 34:31 | 8 Mozes nu haastte zich en neigde het hoofd
9 Joz 4:10 | geboden had. En het volk haastte, en het trok over. ~
10 Joz 10:13 | het midden des hemels, en haastte niet onder te gaan omtrent
11 Ric 12:10 | 10 Zo haastte de vrouw, en liep, en gaf
12 Ric 19:37 | 37 En de achterlage haastte, en brak voorwaarts naar
13 1Sa 4:14 | stem dezer beroerte? Toen haastte zich die man, en hij kwam
14 1Sa 17:48 | David tegemoet naderde, zo haastte David, en liep naar de slagorde
15 1Sa 23:26 | geschiedde nu, dat zich David haastte, om te ontgaan van het aangezicht
16 1Sa 25:18 | 18 Toen haastte zich Abigail, en nam tweehonderd
17 1Sa 25:23 | nu Abigail David zag, zo haastte zij zich, en kwam van den
18 1Sa 25:42 | 42 Abigail nu haastte, en maakte zich op, en zij
19 1Sa 28:24 | kalf in het huis; en zij haastte zich en slachtte het; en
20 2Sa 4:4 | het geschiedde, als zij haastte, om te vluchten, dat hij
21 2Sa 19:16 | Jemini, die van Bahurim was, haastte zich, en kwam af met de
22 1Kon 20:41| 41 Toen haastte hij zich, en deed de as
23 Est 4:1 | zijn aangezicht; daarom haastte hij met haar versierselen
24 Luk 19:6 | 6 En hij haastte zich en kwam af, en ontving
|