Book Chapter: Verse
1 Gen 10:21 | broeder van Jafeth, den grootste. ~
2 Gen 18:11 | den kleinste tot aan den grootste, zodat zij moede werden,
3 Gen 27:16 | twee dochters: de naam der grootste was Lea; en de naam der
4 Gen 40:12 | doorzocht, beginnende met den grootste, en voleindigende met den
5 1Sa 17:13 | 13 En de drie grootste zonen van Isai gingen heen;
6 1Sa 17:28 | 28 Als Eliab, zijn grootste broeder, hem tot die mannen
7 1Sa 18:17 | Saul tot David: Zie, mijn grootste dochter Merab zal ik u tot
8 1Sa 30:2 | van den kleinste tot den grootste, maar hadden ze weggevoerd
9 1Sa 30:19 | den kleinste tot aan den grootste, en tot aan de zonen en
10 1Kro 12:14| was over honderd, en de grootste over duizend. ~
11 Est 1:3 | van Perzie en Medie, de grootste heren en de oversten der
12 Est 1:5 | den burg Susan, van den grootste tot den kleinste, zeven
13 Est 1:20 | mannen eer geven, van de grootste tot de kleinste toe. ~
14 Est 30:9 | vorsten des konings, van de grootste heren, en men zal het dien
15 Jer 6:13 | hun kleinste aan tot hun grootste toe pleegt een ieder van
16 Jer 8:10 | den kleinste aan tot den grootste toe pleegt een ieder van
17 Jer 31:34 | kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want
18 Jer 42:1 | van den kleinste tot den grootste toe; ~
19 Jer 42:8 | den kleinste af tot den grootste toe; ~
20 Jer 44:12 | van den kleinste tot den grootste toe; door het zwaard en
21 Eze 23:4 | namen nu waren: Ohola, de grootste, en Oholiba, haar zuster;
22 Eze 43:14 | kleinste afzetsel tot aan het grootste afzetsel, vier ellen, en
23 Jona 3:5 | zich met zakken, van hun grootste af tot hun kleinste toe. ~
24 2Pet 1:4 | 4 Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken
|