Book Chapter: Verse
1 Gen 19:18 | toegesloten, ter oorzake van Sara, Abrahams huisvrouw. ~ ~
2 Gen 20:11 | woord was zeer kwaad in Abrahams ogen, ter oorzake van zijn
3 Gen 23:52 | 52 En het geschiedde, als Abrahams knecht hun woorden hoorde,
4 Gen 23:59 | voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn mannen. ~
5 Gen 23:78 | 11 En het geschiedde na Abrahams dood, dat God Izak, zijn
6 Gen 24:18 | en die de Filistijnen na Abrahams dood toegestopt hadden;
7 Gen 24:24 | zaad vermenigvuldigen, om Abrahams, Mijns knechts, wil. ~
8 Gen 29:9 | Jakob: O, God mijns vaders Abrahams, en God mijns vaders Izaks,
9 1Kro 1:32| kinderen nu van Ketura, Abrahams bijwijf: die baarde Zimram,
10 Matt 22:32| 32 Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de
11 Mark 12:26| zeggende: Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de
12 Luk 13:16 | En deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, ziet,
13 Luk 20:37 | den Heere noemt den God Abrahams, en den God Izaks, en den
14 Joha 8:33| antwoordden Hem: Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand
15 Joha 8:37| 37 Ik weet, dat gij Abrahams zaad zijt; maar gij zoekt
16 Joha 8:39| zeide tot hen: Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt
17 Hand 3:13| 13 De God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de
18 Hand 7:26| kinderen van het geslacht Abrahams, en die onder u God vrezen,
19 Rom 4:16 | maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van
20 Rom 9:7 | 7 Noch omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen
21 Rom 11:1 | Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin. ~
22 Gal 3:7 | die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn. ~
23 Gal 3:29 | Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis
24 Heb 2:16 | maar Hij neemt het zaad Abrahams aan. ~
|