Book Chapter: Verse
1 Joz 17:12 | verdrijven; want de Kanaanieten wilden in hetzelve land wonen. ~
2 Ric 1:27 | plaatsen; en de Kanaanieten wilden wonen in hetzelve land. ~
3 Ric 1:35 | 35 Ook wilden de Amorieten wonen op het
4 Ric 18:25 | 25 Maar de mannen wilden naar hem niet horen. Toen
5 Ric 19:13 | de kinderen van Benjamin wilden niet horen naar de stem
6 1Sa 15:9 | al wat best was, en zij wilden ze niet verbannen; maar
7 1Sa 22:17 | de knechten des konings wilden hun hand niet uitsteken,
8 2Kon 4:39| te lezen, en hij vond een wilden wijnstok, en las daarvan,
9 1Kro 20:19| dienden hem; en de Syriers wilden de kinderen Ammons niet
10 Job 38:8 | wie heeft de banden des wilden ezels gelost? ~
11 Jes 42:24 | gezondigd hebben? Want zij wilden niet wandelen in Zijn
12 Eze 20:8 | wederspannig tegen Mij, en wilden naar Mij niet horen; niemand
13 Matt 22:3 | bruiloft te roepen; en zij wilden niet komen. ~
14 Matt 27:15| los te laten, welke zij wilden. ~
15 Mark 10:35| zeggende: Meester! wij wilden wel, dat Gij ons deedt,
16 Luk 19:4 | vooruitlopende, klom hij op een wilden vijgeboom, opdat hij Hem
17 Joha 6:11| van de visjes, zoveel zij wilden. ~
18 Joha 7:44| 44 En sommigen van hen wilden Hem grijpen; maar niemand
19 Joha 12:21| hem, zeggende: Heer, wij wilden Jezus wel zien. ~
20 Joha 16:19| dan bekende, dat zij Hem wilden vragen, en zeide tot hen:
21 Hand 20:5 | gekend hebben (indien zij het wilden getuigen), dat ik, naar
22 Hand 22:18| mij onderzocht hebbende, wilden mij loslaten, omdat geen
23 2Kor 8:4 | vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave en de gemeenschap
|