Book Chapter: Verse
1 Gen 27:75 | Jakob de lammeren, en hij wendde het gezicht der kudde op
2 Gen 38:24 | 24 Toen wendde hij zich om, van hen af,
3 Exo 3:4 | zag, dat hij zich daarheen wendde, om te bezien, zo riep God
4 Exo 32:15 | 15 En Mozes wendde zich om, en klom van den
5 Exo 33:15 | 15 En Mozes wendde zich om, en klom van den
6 Num 16:42 | Mozes en Aaron, en zich wendde naar de tent der samenkomst,
7 1Sa 14:27 | zijn hand tot zijn mond wendde, zo werden zijn ogen verlicht. ~
8 1Sa 14:47 | en overal, waar hij zich wendde, oefende hij straf. ~
9 1Sa 17:30 | 30 En hij wendde zich af van dien naar een
10 1Sa 18:11 | wand spitten; maar David wendde zich tweemaal van zijn aangezicht
11 1Sa 22:18 | aan op de priesters. Toen wendde zich Doeg, de Edomiet, en
12 1Kon 8:14| 14 Daarna wendde de koning zijn aangezicht
13 2Kon 5:12| wassen en rein worden? Zo wendde hij zich, en toog weg met
14 2Kon 14:23| ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om Zijns verbonds
15 1Kro 22:20| 20 Toen zich Ornan wendde, zo zag hij den engel; en
16 2Kro 7:3 | 3 Daarna wendde de koning zijn aangezicht
17 2Kro 19:31| HEERE hielp hem, en God wendde hen van hem af. ~
18 Job 41:10 | 10 En de HEERE wendde de gevangenis van Job, toen
19 Psa 78:38 | verdierf hen niet; maar wendde dikwijls Zijn toorn af,
20 Pred 2:11| 11 Toen wendde ik mij tot al mijn werken,
21 Pred 2:12| 12 Daarna wendde ik mij, om te zien wijsheid,
22 Pred 4:7 | 7 Ik wendde mij wederom, en ik zag een
23 Jer 41:14 | gevankelijk had weggevoerd, wendde zich om; en zij keerden
|