Book Chapter: Verse
1 Gen 1:11| gras, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte, dragende vrucht
2 Gen 1:22| zegende ze, zeggende: Zijt vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en
3 Gen 1:28| God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en
4 Gen 8:17| voorttelen op de aarde, en vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen
5 Gen 9:1 | Hij zeide tot hen: Zijt vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult
6 Gen 9:7 | 7 Maar gijlieden, weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt; teelt
7 Gen 16:6 | 6 En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken
8 Gen 16:20| hem gezegend, en zal hem vruchtbaar maken, en hem gans zeer
9 Gen 26:3 | almachtig zegene u, en make u vruchtbaar, en vermenigvuldige u, dat
10 Gen 32:11| God de Almachtige! wees vruchtbaar, en vermenigvuldig! Een
11 Gen 43:27| bezitters daarin, en zij werden vruchtbaar en vermeerderden zeer. ~
12 Gen 44:4 | mij gezegd: Zie, Ik zal u vruchtbaar maken, en u vermenigvuldigen,
13 Exo 1:7 | werden de kinderen Israels vruchtbaar en wiesen overvloedig, en
14 Lev 25:9 | Mij tot u wenden, en zal u vruchtbaar maken, en u vermenigvuldigen;
15 Psa 107:34| 34 Het vruchtbaar land tot zouten grond, om
16 Jes 29:17| weinig, dat de Libanon in een vruchtbaar veld zal veranderd worden,
17 Jes 32:15| zal de woestijn tot een vruchtbaar veld worden, en het vruchtbare
18 Jer 2:7 | En Ik bracht u in een vruchtbaar land, om de vrucht van hetzelve
19 Jer 3:16| wanneer gij vermenigvuldigd en vruchtbaar zult geworden zijn in het
20 Jer 23:3 | hun kooien, en zij zullen vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen. ~
21 Eze 19:10| geplant bij wateren; hij was vruchtbaar en vol ranken vanwege vele
22 Eze 36:11| vermenigvuldigd worden en vruchtbaar zijn; en Ik zal u doen bewonen,
23 Mic 7:14| woud, in het midden van een vruchtbaar land; laat ze weiden in
|