Book Chapter: Verse
1 Exo 34:47 | aangezicht uit de bezitting zal verdrijven, en uw landpalen verwijden,
2 Num 22:6 | slaan, of het uit het land verdrijven; want ik weet, dat, wien
3 Num 32:52 | aangezicht uit de bezitting verdrijven, en al hun beeltenissen
4 Num 32:55 | aangezicht uit de bezitting zult verdrijven, zo zal het geschieden,
5 Deu 4:38 | aangezicht uit de bezitting te verdrijven; om u in te brengen, dat
6 Deu 6:19 | vijanden voor uw aangezicht te verdrijven, gelijk als de HEERE gesproken
7 Deu 7:17 | uit de bezitting kunnen verdrijven? ~
8 Deu 9:3 | zult ze uit de bezitting verdrijven, en zult hen haastelijk
9 Deu 11:23 | aangezicht uit de bezitting verdrijven, en gij zult erfelijk bezitten
10 Joz 13:6 | de Sidoniers; Ik zal hen verdrijven van het aangezicht der kinderen
11 Joz 15:63 | inwoners van Jeruzalem, niet verdrijven; alzo woonden de Jebusieten
12 Joz 17:12 | inwoners van die steden niet verdrijven; want de Kanaanieten wilden
13 Joz 17:18 | gij zult de Kanaanieten verdrijven, al hebben zij ijzeren wagens,
14 Joz 24:5 | voor ulieder aangezicht verdrijven; en gij zult hun land erfelijk
15 Joz 24:13 | van voor uw aangezicht te verdrijven; maar zij zullen ulieden
16 Ric 1:19 | de inwoners des dals te verdrijven, omdat zij ijzeren wagenen
17 Ric 2:21 | iemand uit de bezitting te verdrijven, van de heidenen, die Jozua
18 Ric 8:29 | ik zoude Abimelech wel verdrijven. En tot Abimelech zeide
19 2Kro 21:11| te erven gegeven hebt, te verdrijven. ~
20 Psa 68:3 | 3 Gij zult hen verdrijven, gelijk rook verdreven wordt;
21 Jes 29:21 | en die den rechtvaardige verdrijven in het woeste. ~
22 Eze 4:13 | heidenen, waarhenen Ik hen verdrijven zal. ~
23 Zep 2:4 | Asdod zal men in den middag verdrijven, en Ekron zal uitgeworteld
|