Book Chapter: Verse
1 Lev 13:5 | de plaag in het vel niet uitgespreid is, zo zal de priester hem
2 Lev 13:6 | de plaag in het vel niet uitgespreid is, zo zal de priester hem
3 Lev 13:7 | verzwering in het vel ganselijk uitgespreid is, nadat hij aan den priester
4 Lev 13:8 | de verzwering in het vel uitgespreid is, zo zal de priester hem
5 Lev 13:22| zij daarna gans in het vel uitgespreid zal zijn, zo zal de priester
6 Lev 13:23| zal staande blijven, niet uitgespreid zijnde, het is de roof van
7 Lev 13:27| bezien; indien zij gans uitgespreid is in het vel, zo zal de
8 Lev 13:28| blijven, noch in het vel uitgespreid, maar ingetrokken zal zijn,
9 Lev 13:32| ziet, de schurftheid niet uitgespreid, en daarop geen geelachtig
10 Lev 13:34| schurftheid in het vel niet uitgespreid is, en haar aanzien niet
11 Lev 13:35| schurftheid in het vel gans uitgespreid is, na zijn reiniging; ~
12 Lev 13:36| de schurftheid in het vel uitgespreid is, de priester zal naar
13 Lev 13:51| plaag bezien; zo de plaag uitgespreid is aan het kleed, of aan
14 Lev 13:53| aan enig vellentuig niet uitgespreid is; ~
15 Lev 13:55| heeft, en de plaag niet uitgespreid is, het is onrein, gij zult
16 Lev 14:39| aan de wanden van dat huis uitgespreid is; ~
17 Lev 14:44| die plaag aan dat huis uitgespreid is, het is een knagende
18 Lev 14:48| plaag aan dat huis niet uitgespreid is, nadat het huis zal bestreken
19 Psa 140:6 | koorden; zij hebben een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken
20 Jes 16:8 | woestijn; hun scheuten zijn uitgespreid, zij zijn gegaan over zee. ~
21 Eze 1:22| boven af over hun hoofden uitgespreid. ~
22 Joe 2:2 | duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot
23 Zac 1:17| Mijn steden zullen nog uitgespreid worden vanwege het goede;
|