Book Chapter: Verse
1 Gen 39:33 | en de jongere naar zijn jonkheid; dies verwonderden zich
2 Lev 22:13 | vaders huis, als in haar jonkheid, zal wedergekeerd zijn,
3 Num 30:3 | huis haars vaders in haar jonkheid zal verbonden hebben; ~
4 Num 30:16 | dochter, zijnde in haar jonkheid, ten huize haars vaders. ~ ~
5 1Kon 18:12| vrees den HEERE van mijn jonkheid af. ~
6 Job 13:26 | erven de misdaden mijner jonkheid. ~
7 Job 29:4 | ik was in de dagen mijner jonkheid, toen Gods verborgenheid
8 Job 31:18 | 18 (Want van mijn jonkheid af is hij bij mij opgetogen,
9 Job 33:25 | zal tot de dagen zijner jonkheid wederkeren. ~
10 Job 36:14 | 14 Hun ziel zal in de jonkheid sterven, en hun leven onder
11 Psa 25:7 | Gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen;
12 Spre 2:17| Die den leidsman harer jonkheid verlaat, en het verbond
13 Pred 11:10| vlees, want de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid. ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~
14 Jes 54:4 | gij zult de schaamte uwer jonkheid vergeten, en den smaad
15 Eze 16:22 | gedacht aan de dagen uwer jonkheid, als gij naakt en bloot
16 Eze 16:43 | gedacht hebt aan de dagen uwer jonkheid, en Mij tot beroering geweest
17 Eze 16:60 | met u, in de dagen uwer jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig
18 Matt 19:20| ik onderhouden van mijn jonkheid af; wat ontbreekt mij nog? ~
19 Mark 10:20| ik onderhouden van mijn jonkheid af. ~
20 Luk 18:21 | ik onderhouden van mijn jonkheid aan. ~
21 Hand 20:4 | 4 Mijn leven dan van der jonkheid aan, hetwelk van den beginne
22 1Tim 4:12| 12 Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld
23 2Tim 2:22| vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid,
|