Book Chapter: Verse
1 Gen 3:22 | den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid. ~
2 Gen 25:4 | en breng ze mij, dat ik ete; opdat mijn ziel u zegene,
3 Gen 25:7 | smakelijke spijzen toe, dat ik ete; en ik zal u zegenen voor
4 Gen 25:25 | het wildbraad mijns zoons ete, opdat mijn ziel u zegene.
5 Gen 25:31 | vader: Mijn vader sta op en ete van het wildbraad zijns
6 Exo 2:20 | roept hem, dat hij brood ete. ~
7 Deu 2:28 | spijze voor geld, dat ik ete, en geef mij water voor
8 Deu 14:21 | gij het geven, dat hij het ete, of verkoopt het den vreemde;
9 2Sa 9:10 | heren brood hebbe, dat hij ete; en Mefiboseth, de zoon
10 2Sa 13:5 | aanzie, en van haar hand ete. ~
11 2Sa 13:6 | toemake, en ik van haar hand ete. ~
12 2Sa 13:10 | kamer, dat ik van uw hand ete; zo nam Thamar de koekjes,
13 1Kon 13:18| in uw huis, dat hij brood ete en water drinke. Doch hij
14 Job 20:21 | niets overig zijn, dat hij ete; daarom zal hij niet wachten
15 Psa 141:4 | ongerechtigheid werken; en dat ik niet ete van hun lekkernijen. ~
16 Pred 2:24| goed voor den mens, dat hij ete en drinke, en dat hij zijn
17 Pred 3:13| Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede
18 Jes 66:22 | planten, dat het een ander ete, want de dagen Mijns volks
19 Mark 11:14| zeide tot denzelven: Niemand ete enige vrucht meer van u
20 Joha 6:50| nederdaalt, opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. ~
21 1Kor 11:28| beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke
22 1Kor 11:34| hongert, dat hij te huis ete, opdat gij niet tot een
23 2The 3:10| wil werken, hij ook niet ete. ~
|