Book Chapter: Verse
1 Gen 19:14 | runderen, ook dienstknechten en dienstmaagden, en gaf dezelve aan Abraham;
2 Gen 19:17 | zijn huisvrouw, en zijn dienstmaagden, zodat zij baarden. ~
3 Gen 27:78 | hij had vele kudden, en dienstmaagden, en dienstknechten, en kemelen,
4 Gen 28:33 | in de tent van de beide dienstmaagden, en hij vond niets; en als
5 Gen 29:22 | twee vrouwen, en zijn twee dienstmaagden, en zijn elf kinderen, en
6 Gen 30:1 | Rachel, en onder de twee dienstmaagden. ~
7 Gen 30:2 | 2 En hij stelde de dienstmaagden en haar kinderen vooraan;
8 Gen 30:6 | 6 Toen traden de dienstmaagden toe, zij en haar kinderen,
9 Deu 12:12 | uw dienstknechten, en uw dienstmaagden, en de Leviet, die in uw
10 Deu 28:68 | tot dienstknechten en tot dienstmaagden; maar er zal geen koper
11 Rut 2:13 | niet ben, gelijk een uwer dienstmaagden. ~
12 1Sa 8:16 | hij zal uw knechten, en uw dienstmaagden, en uw beste jongelingen,
13 2Sa 6:20 | heden voor de ogen van de dienstmaagden zijner dienstknechten heeft
14 2Sa 6:22 | in mijn ogen, en met de dienstmaagden, waarvan gij gezegd hebt,
15 2Kon 5:26| runderen, en knechten, en dienstmaagden? ~
16 Est 36:1 | nog tot knechten en tot dienstmaagden waren verkocht geweest,
17 Job 19:15 | Mijn huisgenoten en mijn dienstmaagden achten mij voor een vreemde;
18 Spre 9:3 | 3 Zij heeft Haar dienstmaagden uitgezonden; Zij nodigt
19 Spre 31:15| haar huis spijze, en haar dienstmaagden het bescheiden deel. ~
20 Joe 2:29 | dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn
21 Mark 14:66| zaal was, kwam een van de dienstmaagden des hogepriesters; ~
22 Luk 12:45 | beginnen de knechten en de dienstmaagden te slaan, en te eten en
23 Hand 2:18| dienstknechten, en op Mijn dienstmaagden, zal Ik in die dagen van
|