Book Chapter: Verse
1 Gen 10:7 | de zonen van Raema zijn: Scheba en Dedan. ~
2 Gen 10:28 | En Obal, en Abimael, en Scheba, ~
3 1Kon 10:1 | En toen de koningin van Scheba het gerucht van Salomo hoorde,
4 1Kon 10:4 | 4 Als nu de koningin van Scheba zag al de wijsheid van Salomo,
5 1Kon 10:10| specerij, die de koningin van Scheba den koning Salomo gaf, is
6 1Kon 10:13| Salomo gaf de koningin van Scheba al haar behagen, wat zij
7 1Kro 1:9 | kinderen van Raema waren Scheba en Dedan. ~
8 1Kro 1:22| En Ebal, en Abimael, en Scheba, ~
9 1Kro 1:32| kinderen van Joksan waren Scheba en Dedan. ~
10 2Kro 10:1 | En toen de koningin van Scheba het gerucht van Salomo hoorde,
11 2Kro 10:3 | 3 Als nu de koningin van Scheba zag de wijsheid van Salomo,
12 2Kro 10:9 | specerij, die de koningin van Scheba den koning Salomo gaf, geen
13 2Kro 10:12| Salomo gaf de koningin van Scheba al haar behagen, wat zij
14 Job 6:19 | zien ze, de wandelaars van Scheba wachten op haar. ~
15 Psa 72:10 | aanbrengen; de koningen van Scheba en Seba zullen vereringen
16 Psa 72:15 | hem geven van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk
17 Jes 61:6 | Midian en Hefa; zij allen uit Scheba zullen komen; goud en wierook
18 Jer 6:20 | de wierook voor Mij uit Scheba komen, en de beste kalmus
19 Eze 27:22 | 22 De kooplieden van Scheba en Raema waren uw kooplieden;
20 Eze 27:23 | Eden, de kooplieden van Scheba, Assur en Kilmad, handelden
21 Eze 38:13 | 13 Scheba, en Dedan, en de kooplieden
22 Joe 3:8 | verkopen zullen aan die van Scheba, aan een vergelegen volk;
|