Book Chapter: Verse
1 Matt 8:9 | anderen, hebbende onder mij krijgsknechten; en ik zeg tot dezen: Ga!
2 Matt 27:27| 27 Toen namen de krijgsknechten des stadhouders Jezus met
3 Matt 28:12| hebbende, gaven zij den krijgsknechten veel gelds, ~
4 Mark 15:16| 16 En de krijgsknechten leidden Hem binnen in de
5 Luk 7:8 | anderen gesteld, hebbende krijgsknechten onder mij, en ik zeg tot
6 Luk 23:36 | 36 En ook de krijgsknechten, tot Hem komende, bespotten
7 Joha 18:3 | genomen hebbende de bende krijgsknechten en enige dienaars van de
8 Joha 19:2 | 2 En de krijgsknechten, een kroon van doornen gevlochten
9 Joha 19:23| 23 De krijgsknechten dan, als zij Jezus gekruist
10 Joha 19:24| geworpen. Dit hebben dan de krijgsknechten gedaan. ~
11 Joha 19:32| 32 De krijgsknechten dan kwamen, en braken wel
12 Joha 19:34| 34 Maar een der krijgsknechten doorstak Zijn zijde met
13 Hand 6:34| vier wachten, elk van vier krijgsknechten, om hem te bewaren, willende
14 Hand 6:36| dienzelfden nacht tussen twee krijgsknechten, gebonden met twee ketenen;
15 Hand 6:48| kleine beroerte onder de krijgsknechten, wat toch aan Petrus mocht
16 Hand 15:32| 32 Welke terstond krijgsknechten en hoofdmannen over honderd
17 Hand 15:32| Zij nu, den oversten en de krijgsknechten ziende, hielden op van Paulus
18 Hand 15:35| gebeurde het, dat hij van de krijgsknechten gedragen werd vanwege het
19 Hand 17:23| zeide hij: Maakt tweehonderd krijgsknechten gereed, opdat zij naar Cesarea
20 Hand 17:31| 31 De krijgsknechten dan, gelijk hun bevolen
21 Hand 21:31| tot den hoofdman en tot de krijgsknechten: Indien dezen in het schip
22 Hand 21:32| 32 Toen hieuwen de krijgsknechten de touwen af van de boot,
|