Book Chapter: Verse
1 1Sa 9:1 | Benjamin, wiens naam was Kis, een zoon van Abiel, den
2 1Sa 9:3 | 3 De ezelinnen nu van Kis, den vader van Saul, waren
3 1Sa 9:3 | waren verloren; daarom zeide Kis tot zijn zoon Saul: Neem
4 1Sa 10:11 | is dit, dat den zoon van Kis geschied is? Is Saul ook
5 1Sa 10:21 | geraakt; en Saul, de zoon van Kis, werd geraakt. En zij zochten
6 1Sa 14:51 | 51 En Kis was Sauls vader, en Ner,
7 2Sa 21:14 | het graf van zijn vader Kis, en deden alles, wat de
8 1Kro 8:30| was Abdon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en Nadab, ~
9 1Kro 8:33| 33 Ner nu gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul
10 1Kro 8:33| 33 Ner nu gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon
11 1Kro 9:36| eerstgeboren zoon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en Ner, en Nadab. ~
12 1Kro 9:39| 39 En Ner gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul
13 1Kro 9:39| 39 En Ner gewon Kis, en Kis gewon Saul, en Saul gewon
14 1Kro 12:1 | aangezicht van Saul, den zoon van Kis; zij waren ook onder de
15 1Kro 24:21| Maheli waren Eleazar en Kis. ~
16 1Kro 24:22| dochters; en de kinderen van Kis, haar broeders, namen ze. ~
17 1Kro 25:29| 29 Aangaande Kis: de kinderen van Kis waren
18 1Kro 25:29| Aangaande Kis: de kinderen van Kis waren Jerahmeel. ~
19 1Kro 27:28| had, en Saul, de zoon van Kis, en Abner, de zoon van Ner,
20 2Kro 29:12| de kinderen van Merari, Kis, de zoon van Abdi, en Azarja,
21 Est 2:5 | van Simei, den zoon van Kis, een man van Jemini; ~
22 Hand 7:21| gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit den stam van
|