Book Chapter: Verse
1 Gen 4:21 | de vader van allen, die harpen en orgelen handelen. ~
2 1Sa 10:5 | trommelen, en pijpen, en harpen, en zij zullen profeteren. ~
3 2Sa 6:5 | van dennenhout, als met harpen, en met luiten, en met trommelen,
4 1Kon 10:12| des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de zangers.
5 1Kro 13:8 | zo met liederen, als met harpen, en met luiten, en met trommelen,
6 1Kro 15:16| muziekinstrumenten, met luiten, en harpen, en cimbalen, dat zij zich
7 1Kro 15:21| en Jeiel, en Azazja, met harpen op de Scheminith, om den
8 1Kro 15:28| geluid met luiten en met harpen. ~
9 1Kro 16:5 | instrumenten der luiten en met harpen; en Asaf liet zich horen
10 1Kro 26:1 | en van Jeduthun, die met harpen, met luiten en met cimbalen
11 1Kro 26:3 | van hun vader Jeduthun, op harpen profeterende met den HEERE
12 1Kro 26:6 | op cimbalen, luiten, en harpen, tot den dienst van het
13 2Kro 5:12| cimbalen, en met luiten, en harpen, stonden tegen het oosten
14 2Kro 6:12| cimbalen, en met luiten, en harpen, stonden tegen het oosten
15 2Kro 10:11| des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de zangers;
16 2Kro 21:28| Jeruzalem, met luiten, en met harpen, en met trompetten, tot
17 2Kro 29:25| cimbalen, met luiten en harpen, naar het gebod van David,
18 Neh 12:27 | cimbalen, luiten, en met harpen. ~
19 Psa 137:2 | 2Wij hebben onze harpen gehangen aan de wilgen,
20 Jes 5:12 | 12 En harpen en luiten, trommelen en
21 Jes 30:32 | zal men met trommelen en harpen zijn; want met bewegende
22 Eze 26:13 | ophouden, en het geklank uwer harpen zal niet meer gehoord worden. ~
|