Book Chapter: Verse
1 Gen 45:11 | wijnstok, en het veulen zijner ezelin aan den edelste wijnstok;
2 Exo 13:13 | al wat de baarmoeder der ezelin opent, zult gij lossen met
3 Num 22:21 | morgens op, en zadelde zijn ezelin, en hij trok heen met de
4 Num 22:22 | tegenpartij; hij nu reed op zijn ezelin, en twee zijner jongeren
5 Num 22:23 | 23 De ezelin nu zag den Engel des HEEREN
6 Num 22:23 | Zijn hand; daarom week de ezelin uit den weg, en ging in
7 Num 22:23 | veld. Toen sloeg Bileam de ezelin, om dezelve naar den weg
8 Num 22:25 | 25 Toen de ezelin den Engel des HEEREN zag,
9 Num 22:27 | 27 Als de ezelin den Engel des HEEREN zag,
10 Num 22:27 | ontstak, en hij sloeg de ezelin met een stok. ~
11 Num 22:28 | HEERE nu opende den mond der ezelin, die tot Bileam zeide: Wat
12 Num 22:29 | Toen zeide Bileam tot de ezelin: Omdat gij mij bespot hebt;
13 Num 22:30 | 30 De ezelin nu zeide tot Bileam: Ben
14 Num 22:30 | tot Bileam: Ben ik niet uw ezelin, op welke gij gereden hebt
15 Num 22:32 | hem: Waarom hebt gij uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie,
16 Num 22:33 | 33 Maar de ezelin heeft Mij gezien, en zij
17 2Kon 4:24| 24 Toen zadelde zij de ezelin, en zeide tot haar jongen:
18 Matt 21:2 | en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, en een
19 Matt 21:5 | zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een
20 Matt 21:5 | een jong ener jukdragende ezelin. ~
21 Matt 21:7 | 7 Brachten de ezelin en het veulen, en legden
22 Joha 12:15| zittende op het veulen ener ezelin. ~
|