Book Chapter: Verse
1 1Kon 11:43| van zijn vader David; en Rehabeam, zijn zoon, werd koning
2 1Kon 12:1 | 1 En Rehabeam toog naar Sichem, want het
3 1Kon 12:3 | Israel kwamen en spraken tot Rehabeam, zeggende: ~
4 1Kon 12:6 | 6 En de koning Rehabeam hield raad met de oudsten,
5 1Kon 12:12| Jerobeam en het ganse volk tot Rehabeam op den derden dag, gelijk
6 1Kon 12:17| woonden, over die regeerde Rehabeam ook. ~
7 1Kon 12:18| 18 Toen zond de koning Rehabeam Adoram, die over de schatting
8 1Kon 12:18| hij stierf; maar de koning Rehabeam vervloekte zich om op een
9 1Kon 12:21| 21 Toen nu Rehabeam te Jeruzalem gekomen was,
10 1Kon 12:21| het koninkrijk weder aan Rehabeam, den zoon van Salomo, bracht. ~
11 1Kon 12:23| 23 Zeg tot Rehabeam, den zoon van Salomo, den
12 1Kon 12:27| volks tot hun heer, tot Rehabeam, den koning van Juda, wederkeren;
13 1Kon 12:27| zullen mij doden, en tot Rehabeam, den koning van Juda, wederkeren. ~
14 1Kon 14:21| 21 Rehabeam nu, de zoon van Salomo,
15 1Kon 14:21| een en veertig jaren was Rehabeam oud, als hij koning werd,
16 1Kon 14:25| vijfde jaar van den koning Rehabeam, dat Sisak, de koning van
17 1Kon 14:27| 27 En de koning Rehabeam maakte, in plaats van die,
18 1Kon 14:29| der geschiedenissen van Rehabeam, en al wat hij gedaan heeft,
19 1Kon 14:30| 30 En er was krijg tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al hun
20 1Kon 14:31| 31 En Rehabeam ontsliep met zijn vaderen,
21 1Kon 15:6 | was krijg geweest tussen Rehabeam en tussen Jerobeam, al de
22 1Kro 3:10| 10 Salomo's zoon nu was Rehabeam; zijn zoon was Abia; zijn
23 2Kro 10:31| vaders Davids; en zijn zoon Rehabeam werd koning in zijn plaats. ~ ~ ~
24 2Kro 11:1 | 1 En Rehabeam toog naar Sichem; want het
25 2Kro 11:3 | Israel, en zij spraken tot Rehabeam, zeggende: ~
26 2Kro 11:6 | 6 En de koning Rehabeam hield raad met de oudsten,
27 2Kro 11:12| Jerobeam en al het volk tot Rehabeam, op den derden dag, gelijk
28 2Kro 11:13| hardelijk; want de koning Rehabeam verliet den raad der oudsten. ~
29 2Kro 11:17| woonden, over die regeerde Rehabeam ook. ~
30 2Kro 11:18| 18 Toen zond de koning Rehabeam Hadoram, die over de schatting
31 2Kro 11:18| hij stierf; maar de koning Rehabeam verkloekte zich, om op een
32 2Kro 12:1 | 1 Toen nu Rehabeam te Jeruzalem gekomen was,
33 2Kro 12:1 | het koninkrijk weder aan Rehabeam bracht. ~
34 2Kro 12:3 | 3 Zeg tot Rehabeam, den zoon van Salomo, den
35 2Kro 12:5 | 5 Rehabeam nu woonde te Jeruzalem;
36 2Kro 12:17| van Juda, en bekrachtigden Rehabeam, den zoon van Salomo, drie
37 2Kro 12:18| 18 En Rehabeam nam zich, benevens Mahalath,
38 2Kro 12:21| 21 En Rehabeam had Maacha, Absaloms dochter,
39 2Kro 12:22| 22 En Rehabeam stelde Abia, den zoon van
40 2Kro 13:1 | 1 Het geschiedde nu, als Rehabeam het koninkrijk bevestigd
41 2Kro 13:2 | vijfde jaar van den koning Rehabeam, dat Sisak, de koning van
42 2Kro 13:5 | Semaja, de profeet, tot Rehabeam en de oversten van Juda,
43 2Kro 13:10| 10 En de koning Rehabeam maakte, in plaats van die,
44 2Kro 13:13| versterkte zich de koning Rehabeam in Jeruzalem, en regeerde;
45 2Kro 13:13| Jeruzalem, en regeerde; want Rehabeam was een en veertig jaren
46 2Kro 13:15| De geschiedenissen nu van Rehabeam, de eerste en de laatste,
47 2Kro 13:15| daartoe de krijgen van Rehabeam en Jerobeam in al hun dagen? ~
48 2Kro 13:16| 16 En Rehabeam ontsliep met zijn vaderen,
49 2Kro 14:7 | zich sterk gemaakt tegen Rehabeam, den zoon van Salomo, als
50 2Kro 14:7 | den zoon van Salomo, als Rehabeam jong was en teder van hart,
|