Book Chapter: Verse
1 Gen 18:8 | hebben; ik zal haar nu tot u uitbrengen, en doet haar, zoals het
2 Lev 23:23 | vloeker tot buiten het leger uitbrengen, en hem met stenen stenigen
3 Lev 25:10 | zult gij vanwege het nieuwe uitbrengen. ~
4 Deu 17:5 | gedaan hebben, tot uw poorten uitbrengen, dien man zeg ik, of die
5 Deu 21:19 | grijpen, en zij zullen hem uitbrengen tot de oudsten zijner stad,
6 Deu 22:14 | een kwaden naam over haar uitbrengen, en zeggen: Deze vrouw heb
7 Deu 22:15 | oudsten der stad aan de poort uitbrengen, den maagdom dezer jonge
8 Deu 22:21 | zullen zij deze jonge dochter uitbrengen tot de deur van haars vaders
9 Deu 22:24 | 24 Zo zult gij ze beiden uitbrengen tot de poort derzelver stad,
10 Deu 24:11 | het pand naar buiten tot u uitbrengen. ~
11 Deu 28:38 | veel zaads op den akker uitbrengen, maar gij zult weinig inzamelen;
12 Ric 18:24 | zijn bijwijf, die zal ik nu uitbrengen, dat gij die schendt, en
13 1Kon 10:28| 28 En het uitbrengen der paarden was hetgeen
14 2Kon 25:4 | des hemels gemaakt was, uitbrengen zouden; en hij verbrandde
15 2Kro 1:16| 16 En het uitbrengen der paarden was hetgeen
16 Eze 12:4 | gereedschap bij dag voor hun ogen uitbrengen, als het gereedschap dergenen,
17 Eze 12:6 | in donker zult gij het uitbrengen; uw aangezicht zult gij
18 Eze 46:20 | bakken, opdat zij het niet uitbrengen in het buitenste voorhof,
19 Hos 9:13 | zal zijn kinderen moeten uitbrengen tot den doodslager. ~
20 Matt 12:20| totdat Hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning. ~
21 Hand 21:30| voorschip de ankers zouden uitbrengen, ~
|