Book Chapter: Verse
1 Neh 1:1 | twintigste jaar, als ik te Susan in het paleis was; ~
2 Est 1:2 | koninkrijks zat, die op den burg Susan was; ~
3 Est 1:5 | gevonden werd op den burg Susan, van den grootste tot den
4 Est 2:3 | aangezicht, tot den burg Susan, tot het huis der vrouwen,
5 Est 2:5 | een Joods man op den burg Susan, wiens naam was Mordechai,
6 Est 3:1 | samenvergaderd werden op den burg Susan, onder de hand van Hegai,
7 Est 16:15| werd uitgegeven in den burg Susan. En de koning en Haman zaten
8 Est 16:15| en dronken, doch de stad Susan was verward. ~ ~ ~
9 Est 17:15| werd uitgegeven in den burg Susan. En de koning en Haman zaten
10 Est 17:15| en dronken, doch de stad Susan was verward. ~ ~ ~ ~ ~
11 Est 49:7 | werd gegeven op den burg Susan. ~
12 Est 49:8 | linnen en purper; en de stad Susan juichte en was vrolijk. ~
13 Est 50:6 | 6 En in den burg Susan hebben de Joden gedood en
14 Est 50:11| der gedoden op den burg Susan. ~
15 Est 51 | Te Susan op den burg hebben de Joden
16 Est 52 | morgen den Joden, die te Susan zijn, toe, te doen naar
17 Est 52:1 | werd een gebod gegeven te Susan, en men hing de tien zonen
18 Est 52:2 | 15 En de Joden, die te Susan waren, vergaderden ook op
19 Est 52:2 | Adar, en zij doodden te Susan driehonderd mannen; maar
20 Est 52:5 | 18 En de Joden, die te Susan waren, vergaderden op den
21 Dan 8:2 | zag, dat ik in den burg Susan was, welke in het landschap
|