Book Chapter: Verse
1 Gen 35:18 | zeide: Uw zegelring en uw snoer en uw staf, die in uw hand
2 Exo 28:28 | binden, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijken
3 Exo 28:37 | aanhechten met een hemelsblauw snoer, alzo dat zij aan den hoed
4 Exo 39:21 | efod, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijke
5 Exo 39:31 | 31 En zij hechtten een snoer van hemelsblauw daaraan,
6 Deu 32:9 | Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner erve. ~
7 Joz 2:18 | land komen, zo zult gij dit snoer van scharlakendraad aan
8 Joz 17:14 | erfdeel maar een lot en een snoer gegeven, daar ik toch een
9 Joz 19:9 | van Simeon is onder het snoer der kinderen van Juda; want
10 2Sa 8:2 | Moabieten, en mat hen met een snoer, doende hen ter aarde nederliggen;
11 2Sa 8:2 | te doden, en met een vol snoer om in het leven te laten.
12 1Kro 16:18| het land Kanaan geven, een snoer van ulieder erfdeel; ~
13 Psa 78:55 | en deed hen vallen in het snoer hunner erfenis, en deed
14 Psa 105:11 | geven het land Kanaan, het snoer van ulieder erfdeel. ~
15 Pred 4:12| bestaan; en een drievoudig snoer wordt niet haast gebroken. ~
16 Hoo 4:3 | zijn als een scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk;
17 Eze 40:3 | zijn hand was een linnen snoer, en een meetriet; en hij
18 Eze 48:1 | westerhoek hebben), zal Dan een snoer hebben. ~
19 Eze 48:23 | westerhoek toe, Benjamin een snoer. ~
20 Amos 7:17| en uw land zal door het snoer uitgedeeld worden;
21 Mic 2:5 | niemand hebben, die het snoer werpe in het lot, in de
|