Book Chapter: Verse
1 Joha 3:36| leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet
2 Hand 8:2 | 2 Maar de Joden, die ongehoorzaam waren, verwekten en verbitterden
3 Hand 11:5 | 5 Maar de Joden, die ongehoorzaam waren, dit benijdende, namen
4 Hand 13:9 | sommigen verhard werden, en ongehoorzaam waren, kwaadsprekende van
5 Hand 20:19| dat Hemels gezicht niet ongehoorzaam geweest; ~
6 Rom 1:30 | kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam;
7 Rom 2:8 | zijn, en die der waarheid ongehoorzaam, doch der ongerechtigheid
8 Rom 10:21 | handen uitgestrekt tot een ongehoorzaam en tegensprekend volk. ~ ~ ~
9 Rom 11:30 | gijlieden eertijds Gode ongehoorzaam geweest zijt, maar nu barmhartigheid
10 Rom 11:31 | 31 Alzo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geweest, opdat ook zij door
11 2Tim 3:2 | lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig. ~
12 2Tim 5:6 | zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam zijn. ~
13 2Tim 5:16| alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt. ~ ~ ~ ~
14 Tit 1:6 | zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam zijn. ~
15 Tit 1:16 | alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt. ~ ~
16 Tit 3:3 | wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden
17 Heb 3:18 | anders dan dengenen, die ongehoorzaam geweest waren? ~
18 1Pet 2:8 | zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde, waartoe zij ook
19 1Pet 3:1 | ook, zo enigen den Woorde ongehoorzaam zijn, zij door den wandel
20 1Pet 3:20| 20 Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid
21 1Pet 4:17| die het Evangelie van God ongehoorzaam zijn? ~
|