Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
uchal 1
uel 1
ufaz 2
uit 3291
uitbanning 1
uitbarsten 1
uitbehouden 2
Frequency    [«  »]
3518 zo
3472 was
3390 zeide
3291 uit
3143 zult
3088 om
3081 zullen

Bijbel

IntraText - Concordances

uit

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3291

     Book Chapter: Verse
2001 Jer 8:3 | overblijfsel der overgeblevenen uit dit boze geslacht, in al 2002 Jer 8:19 | dochteren mijns volks is uit zeer verren lande: Is dan 2003 Jer 9:19 | stem van weeklage gehoord uit Sion: Hoe zijn wij verstoord! 2004 Jer 9:21 | gekomen, om de kinderkens uit te roeien van de wijken, 2005 Jer 10:3 | want het is hout, dat men uit het woud gehouwen heeft, 2006 Jer 10:13 | doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren. ~ 2007 Jer 10:17 | Raap uw kramerij weg uit het land, gij inwoneres 2008 Jer 10:22 | geruchts, en een groot beven uit het land van het noorden; 2009 Jer 10:25 | Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U 2010 Jer 11:4 | heb, ten dage als Ik hen uit Egypteland, uit den ijzeroven, 2011 Jer 11:4 | als Ik hen uit Egypteland, uit den ijzeroven, uitvoerde, 2012 Jer 11:6 | mij: Roep al deze woorden uit in de steden van Juda, en 2013 Jer 11:7 | betuigd, ten dage als Ik hen uit Egypteland opvoerde, tot 2014 Jer 11:11 | kwaad over hen brengen, uit hetwelk zij niet zullen 2015 Jer 11:19 | verderven, en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, 2016 Jer 12:3 | dat het met U is. Ruk ze uit als schapen ter slachting, 2017 Jer 12:14 | gegeven heb; ziet, Ik zal hen uit hun land uitrukken, maar      2018 Jer 12:14 | het huis van Juda zal Ik uit hunlieder midden uitrukken. ~ 2019 Jer 15:20 | om u te behouden en om u uit te      rukken, spreekt 2020 Jer 15:21 | Ja, Ik zal u rukken uit de hand der bozen, en Ik 2021 Jer 15:21 | bozen, en Ik zal u verlossen uit de handpalm der tirannen. ~  ~ 2022 Jer 16:7 | noch hun te drinken geven uit den troostbeker, over iemands 2023 Jer 16:13 | Daarom zal Ik ulieden uit dit land werpen, in een 2024 Jer 16:14 | Die de kinderen Israels uit Egypteland heeft      opgevoerd! ~ 2025 Jer 16:15 | Israels heeft opgevoerd uit het land van het noorden, 2026 Jer 16:15 | land van het noorden, en uit al de landen waarhenen Hij 2027 Jer 16:16 | op allen      heuvel, ja, uit de kloven der steenrotsen. ~ 2028 Jer 17:11 | vergadert, maar broedt ze niet uit, alzo is hij, die rijkdom 2029 Jer 17:16 | begeerd, Gij weet het; wat uit mijn lippen is gegaan, is 2030 Jer 17:22 | gijlieden geen last uitvoeren uit uw huizen op den sabbatdag, 2031 Jer 17:26 | En zij zullen komen uit de steden van Juda, en uit 2032 Jer 17:26 | uit de steden van Juda, en uit de plaatsen rondom Jeruzalem, 2033 Jer 17:26 | plaatsen rondom Jeruzalem, en uit het land van Benjamin, en 2034 Jer 17:26 | het land van Benjamin, en uit de laagte, en van het gebergte, 2035 Jer 18:22 | Laat er een geschrei uit hun huizen gehoord worden, 2036 Jer 18:23 | en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; 2037 Jer 19:2 | 2      En ga uit naar het dal des zoons van 2038 Jer 19:2 | Zonnepoort is, en roep aldaar uit de woorden, die Ik tot u 2039 Jer 20:3 | daags, dat Pashur Jeremia uit de gevangenis voortbracht; 2040 Jer 20:8 | sinds ik spreke, roep ik uit, ik roep geweld en verstoring; 2041 Jer 20:13 | de ziel des nooddruftigen uit de hand der boosdoeners 2042 Jer 20:18 | Waarom ben ik toch uit de baarmoeder voortgekomen, 2043 Jer 21:12 | en verlost den beroofde uit den hand des verdrukkers; 2044 Jer 22:3 | gerechtigheid, en redt den beroofde uit de hand des verdrukkers; 2045 Jer 22:11 | vader Josia regeerde, die uit deze plaats is uitgegaan: 2046 Jer 22:14 | hij houwt zich vensteren uit, en het is bedekt met ceder, 2047 Jer 23:3 | schapen Zelf vergaderen uit al de landen, waarhenen 2048 Jer 23:7 | Die de kinderen Israels uit Egypteland heeft opgevoerd. ~ 2049 Jer 23:8 | Die het aangebracht heeft uit het land van het noorden, 2050 Jer 23:8 | land van het noorden, en uit al de landen,      waarheen 2051 Jer 23:16 | gezicht huns harten, niet uit des HEEREN mond. ~ 2052 Jer 24:5 | weggevoerden van Juda, die Ik uit deze plaats naar het land 2053 Jer 24:10 | zij verteerd zullen zijn uit het land, dat Ik hun en 2054 Jer 25:30 | zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem 2055 Jer 25:30 | en Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; 2056 Jer 25:32 | Ziet, een kwaad gaat er uit van volk tot volk. en een 2057 Jer 26:10 | woorden hoorden, gingen zij op uit het huis des konings naar 2058 Jer 26:23 | 23      Die voerden Uria uit Egypte, en brachten hem 2059 Jer 27:10 | profeteren u valsheid, om u verre uit uw land te brengen, en dat 2060 Jer 27:16 | HEEREN huis zullen nu haast uit Babel wedergebracht worden; 2061 Jer 28:3 | Nebukadnezar, de koning van Babel, uit deze plaats heeft weggenomen, 2062 Jer 29:14 | wenden, en u vergaderen uit al de volken, en uit al 2063 Jer 29:14 | vergaderen uit al de volken, en uit al de plaatsen, waarhenen 2064 Jer 30:10 | Israel! want zie, Ik zal u uit verre landen verlossen, 2065 Jer 30:10 | landen verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; 2066 Jer 30:21 | En zijn Heerlijke zal uit hem zijn, en zijn Heerser 2067 Jer 30:21 | hem zijn, en zijn Heerser uit het midden van hem voortkomen; 2068 Jer 31:8 | Ziet, Ik zal ze aanbrengen uit het land van het noorden, 2069 Jer 31:11 | en Hij heeft hem verlost uit de hand desgenen, die sterker 2070 Jer 31:16 | de HEERE; want zij zullen uit des vijands land wederkomen. ~ 2071 Jer 31:28 | over hen gewaakt heb, om uit te rukken, en af te breken, 2072 Jer 31:32 | hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, 2073 Jer 31:32 | aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond 2074 Jer 32:21 | En hebt Uw volk Israel uit Egypteland uitgevoerd, door 2075 Jer 32:37 | Ziet, Ik zal hen vergaderen uit al de landen, waarhenen 2076 Jer 34:8 | was, om vrijheid voor hen uit te      roepen. ~ 2077 Jer 34:13 | vaderen, ten dage, als Ik hen uit Egypteland, uit het diensthuis 2078 Jer 34:13 | als Ik hen uit Egypteland, uit het diensthuis uitvoerde, 2079 Jer 34:17 | niet gehoord, om vrijheid uit te roepen, een iegelijk 2080 Jer 34:17 | naaste; ziet, zo roep Ik uit      tegen ulieden, spreekt 2081 Jer 36:4 | Nerija; en Baruch schreef uit den mond van Jeremia alle 2082 Jer 36:6 | in de rol, in dewelke gij uit mijn mond geschreven hebt, 2083 Jer 36:6 | oren van gans Juda, die uit hun steden komen. ~ 2084 Jer 36:9 | mitsgaders allen volke, die uit de steden van Juda te Jeruzalem 2085 Jer 36:11 | al de woorden des HEEREN uit dat boek gehoord had; 2086 Jer 36:13 | gehoord had, als Baruch uit dat boek las voor de oren 2087 Jer 36:17 | hebt gij al deze woorden uit zijn mond geschreven? ~ 2088 Jer 36:18 | En Baruch zeide tot hen: Uit zijn mond las hij tot mij 2089 Jer 36:21 | halen; en hij haalde ze uit de kamer van Elisama, den 2090 Jer 36:27 | die Baruch geschreven had uit den mond van Jeremia, verbrand 2091 Jer 36:32 | Nerija; die schreef daarop, uit den mond van Jeremia, al 2092 Jer 37:5 | En Farao's heir was uit Egypte uitgetogen; en de 2093 Jer 37:12 | 12      Dat Jeremia uit Jeruzalem uitging, om te 2094 Jer 37:21 | des daags een bol broods uit de Bakkerstraat, totdat 2095 Jer 38:8 | Zo ging Ebed-melech uit het huis des konings uit, 2096 Jer 38:8 | uit het huis des konings uit, en hij sprak tot den koning, 2097 Jer 38:10 | haal den profeet Jeremia op uit den kuil, eer dat hij sterft. ~ 2098 Jer 38:13 | zelen, en haalden hem op uit de kuil; en Jeremia bleef 2099 Jer 38:21 | Maar indien gij weigert uit te gaan, zo is dit het woord, 2100 Jer 39:4 | zij, en togen bij nacht uit de stad, door den weg van 2101 Jer 39:4 | twee muren; en hij toog uit door den weg des vlakken 2102 Jer 39:5 | sprak oordelen tegen hem uit. ~ 2103 Jer 39:14 | dan henen en namen Jeremia uit het voorhof der bewaring, 2104 Jer 40:12 | keerden al de Joden weder uit al de plaatsen, waarhenen 2105 Jer 41:6 | zoon van Nethanja, ging uit van Mizpa hun tegemoet, 2106 Jer 44:7 | kind en den      zuigeling uit het midden van Juda uitroeit, 2107 Jer 44:11 | ten kwade, en om gans Juda uit te roeien. ~ 2108 Jer 44:17 | ganselijk doen al hetgeen uit onzen mond is uitgegaan, 2109 Jer 44:28 | zwaard ontkomen, zullen uit Egypteland wederkeren in 2110 Jer 45:1 | Nerija, als hij die woorden uit den mond van Jeremia in 2111 Jer 45:4 | dat Ik geplant heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse land. ~ 2112 Jer 46:27 | zie, Ik zal u verlossen uit verre landen, en uw zaad 2113 Jer 46:27 | verre landen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; 2114 Jer 48:15 | Moab is verstoord, en uit zijn steden opgegaan, en 2115 Jer 48:18 | 18      Daal neder uit uw heerlijkheid, en woon 2116 Jer 48:33 | blijdschap en verheuging uit het vruchtbare veld, namelijk 2117 Jer 48:33 | vruchtbare veld, namelijk uit Moabs land, weggenomen is; 2118 Jer 48:33 | heb den wijn doen ophouden uit de kuipen; men zal geen 2119 Jer 48:44 | den kuil vallen, en die uit den kuil opkomt, zal in 2120 Jer 49:36 | En Ik zal de vier winden uit de vier hoeken des hemels 2121 Jer 50:8 | 8      Vliedt weg uit het midden van Babel, en 2122 Jer 50:8 | midden van Babel, en gaat uit der Chaldeen land; en weest 2123 Jer 50:9 | verzameling van grote volken uit het land van het noorden 2124 Jer 50:16 | 16      Roeit uit van Babel den zaaier, en 2125 Jer 50:28 | gevluchten en ontkomenen uit het land van Babel, om in 2126 Jer 50:41 | Ziet, daar komt een volk uit het noorden; en een grote 2127 Jer 51:6 | 6      Vliedt uit het midden van Babel, en 2128 Jer 51:16 | doet den wind voortkomen uit Zijn schatkameren. ~ 2129 Jer 51:26 | 26      En zij zullen uit u geen steen nemen tot een 2130 Jer 51:44 | Bel te Babel, en Ik zal uit zijn muil uithalen, wat 2131 Jer 51:45 | 45      Gaat uit, Mijn volk, uit het midden 2132 Jer 51:45 | Gaat uit, Mijn volk, uit het midden van haar, en 2133 Jer 51:54 | is een stem des gekrijts uit Babel, en een grote breuk 2134 Jer 51:54 | Babel, en een grote breuk uit het land der Chaldeen. ~ 2135 Jer 51:55 | en zal de grootse stem uit haar doen vergaan; want 2136 Jer 52:7 | krijgslieden vloden, en trokken uit des nachts, uit de stad, 2137 Jer 52:7 | trokken uit des nachts, uit de stad, door den weg der 2138 Jer 52:25 | 25      En uit de stad nam hij een hoveling, 2139 Jer 52:25 | gesteld was, en zeven mannen uit degenen, die des konings 2140 Jer 52:27 | van Hamath. Alzo werd Juda uit zijn land gevankelijk weggevoerd. ~ 2141 Jer 52:29 | achthonderd twee en dertig zielen uit Jeruzalem; ~ 2142 Jer 52:31 | van Juda, verhief, en hem uit het gevangenhuis uitbracht. ~ 2143 Klaa 1:17| Sion breidt haar handen uit, daar is geen trooster voor 2144 Klaa 1:41| nachtwaken, stort uw hart uit voor het aangezicht des 2145 Klaa 1:51| toegemuurd, dat ik er niet uit gaan kan; Hij heeft mijn 2146 Klaa 1:82| 38      Mem. Gaat niet uit den mond des Allerhoogsten 2147 Klaa 1:99| heb Uw Naam aangeroepen uit den ondersten kuil. ~ 2148 Klaa 2:8 | er is niemand, die ons uit hun hand rukke. ~ 2149 Eze 1:4 | was rondom die wolk; en uit het midden daarvan was      2150 Eze 1:4 | als de verf van Hasmal, uit het midden des vuurs. ~ 2151 Eze 1:5 | 5      En uit het midden daarvan kwam 2152 Eze 1:9 | zij gingen elkeen recht uit voor zijn aangezicht henen. ~ 2153 Eze 1:13 | vuur      had een glans, en uit het vuur kwam een bliksem 2154 Eze 2:10 | die voor mijn aangezicht uit; en zij was beschreven voor 2155 Eze 3:12 | heerlijkheid des HEEREN uit Zijn plaats! ~ 2156 Eze 3:17 | Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen 2157 Eze 3:22 | zeide tot mij: Maak u op, ga uit in de vallei, en Ik zal 2158 Eze 3:23 | ik maakte mij op, en ging uit in de vallei, en ziet, de 2159 Eze 8:3 | de gelijkenis ener hand uit, en nam mij bij het haar 2160 Eze 8:11 | En zeventig mannen uit de oudsten van het huis 2161 Eze 9:7 | verslagenen; gaat henen uit. En zij gingen henen uit, 2162 Eze 9:7 | uit. En zij gingen henen uit, en zij sloegen in de stad. ~ 2163 Eze 9:8 | verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem? ~ 2164 Eze 10:7 | stak een cherub zijn hand uit van tussen de cherubs tot 2165 Eze 10:7 | was; die nam het, en ging uit. ~ 2166 Eze 10:22 | zij gingen ieder recht uit      voor zijn aangezicht 2167 Eze 11:7 | pot; maar ulieden zal Ik uit het midden      derzelve 2168 Eze 11:9 | Ook zal Ik ulieden uit het midden derzelve doen 2169 Eze 11:17 | Ik zal ulieden vergaderen uit de volken, en Ik zal u verzamelen 2170 Eze 11:17 | en Ik zal u verzamelen uit de landen, waarin gij verstrooid 2171 Eze 11:19 | en Ik zal het stenen hart uit hun vlees wegnemen, en zal 2172 Eze 12:5 | daardoor uw gereedschap uit. ~ 2173 Eze 12:7 | bracht mijn gereedschap uit bij dag, als het gereedschap 2174 Eze 12:7 | met de hand; ik bracht het uit in donker, en ik droeg het 2175 Eze 12:12 | graven, om hem daardoor uit te      brengen; hij zal 2176 Eze 13:2 | en zeg tot degenen, die uit hun hart profeteren: Hoort 2177 Eze 13:17 | volks, dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer 2178 Eze 13:20 | bloemhoven, en Ik zal ze uit uw armen wegscheuren; en 2179 Eze 13:21 | hoofddeksels scheuren, en Mijn volk uit uw hand redden, zodat zij 2180 Eze 13:23 | gebruiken; maar Ik zal Mijn volk uit uw hand redden, en gij zult 2181 Eze 14:1 | Daarna kwamen tot mij mannen uit de oudsten van Israel, en 2182 Eze 14:4 | Heere HEERE: Een ieder man uit het huis Israels, die de 2183 Eze 14:7 | 7      Want ieder man uit het huis Israels, en uit 2184 Eze 14:7 | uit het huis Israels, en uit den vreemdeling, die in 2185 Eze 14:8 | spreekwoorden, en zal hem uitroeien uit het midden Mijns volks; 2186 Eze 14:9 | en zal hem      verdelgen uit het midden van Mijn volk 2187 Eze 14:19 | daarvan mensen en beesten uit te roeien; ~ 2188 Eze 14:21 | daaruit mensen en beesten uit te roeien! ~ 2189 Eze 16:3 | handelingen en uw geboorten zijn uit het land der Kanaanieten; 2190 Eze 16:8 | breidde Ik Mijn vleugel over u uit, en dekte uw naaktheid; 2191 Eze 16:14 | Daartoe ging van u een naam uit onder de heidenen om uw 2192 Eze 16:27 | strekte Ik Mijn hand over u uit, en verminderde uw bescheiden 2193 Eze 16:61 | tot dochteren, maar niet uit uw      verbond. ~ 2194 Eze 17:6 | 6      En het sproot uit, en werd tot een welig uitlopende 2195 Eze 17:7 | wierp zijn takken tot hem uit,      opdat hij hem bevochtigen 2196 Eze 17:17 | zal,      om vele zielen uit te roeien. ~ 2197 Eze 19:8 | volken tegen hem rondom uit de landschappen, en zij 2198 Eze 19:8 | spreidden hun net over hem uit; in hun groeve werd hij 2199 Eze 19:14 | Daartoe is een vuur uitgegaan uit een roede zijner ranken, 2200 Eze 20:1 | derzelver maand, dat er mannen uit de oudsten van Israel kwamen, 2201 Eze 20:6 | hand tot hen op, dat Ik hen uit Egypteland uitvoeren zou, 2202 Eze 20:9 | gemaakt heb, om hen uit Egypteland uit te voeren. ~ 2203 Eze 20:9 | heb, om hen uit Egypteland uit te voeren. ~ 2204 Eze 20:10 | 10      En Ik voerde hen uit Egypteland, en bracht hen 2205 Eze 20:34 | 34      Want Ik zal u uit de volken voeren, en u vergaderen 2206 Eze 20:34 | voeren, en u vergaderen uit de landen, waarin gij verstrooid 2207 Eze 20:38 | die tegen Mij overtreden, uit ulieden uitzuiveren; Ik 2208 Eze 20:38 | uitzuiveren; Ik zal hen uit het land hunner vreemdelingschappen 2209 Eze 20:41 | uitvoeren, en u vergaderen zal uit de landen, in dewelke gij 2210 Eze 21:3 | u, en Ik zal Mijn zwaard uit zijn schede trekken; en 2211 Eze 21:4 | daarom zal Mijn zwaard uit zijn schede uitgaan tegen 2212 Eze 21:5 | Ik, de HEERE, Mijn zwaard uit zijn schede getrokken heb; 2213 Eze 21:19 | konings van Babel komt; uit een land zullen zij beide 2214 Eze 22:15 | landen, en uw ontreinigheid uit u verteren. 2215 Eze 22:30 | Ik zocht nu een man uit hen, die den muur mocht 2216 Eze 23:8 | hoererijen niet, gebracht uit Egypte; want zij hadden 2217 Eze 23:27 | mitsgaders uw hoererij, gebracht uit Egypteland; en gij zult 2218 Eze 23:29 | Die zullen met u handelen uit haat, en al uw arbeid wegnemen, 2219 Eze 23:42 | zo zonden zij tot mannen uit de menigte der mensen, en 2220 Eze 23:42 | wijnzuipers aangebracht uit de woestijn; die deden      2221 Eze 23:48 | zal Ik de schandelijkheid uit het land doen ophouden; 2222 Eze 25:7 | ten buit geven, en zal u uit de volken uitroeien, en 2223 Eze 25:7 | de volken uitroeien, en u uit de landen verdoen; Ik zal 2224 Eze 25:13 | en Ik zal mens en beest uit haar uitroeien; en zal haar 2225 Eze 25:16 | Ziet, Ik strek Mijn hand uit tegen de Filistijnen, en 2226 Eze 26:17 | tot u zeggen: Hoe zijt gij uit de zeeen vergaan, gij welbewoonde, 2227 Eze 27:5 | Zij hebben al uw denningen uit dennebomen van Senir gebouwd; 2228 Eze 27:6 | Zij hebben uw riemen uit eiken van Basan gemaakt; 2229 Eze 27:6 | uw welbetreden elpenbeen, uit de eilanden der Chittieten. ~ 2230 Eze 27:7 | Fijn linnen met stiksel uit Egypte was uw uitbreidsel, 2231 Eze 27:7 | hemelsblauw en purper, uit de eilanden van Elisa, was 2232 Eze 27:14 | 14      Uit het huis van Togarma leverden 2233 Eze 27:29 | schippers van de zee, zullen uit hun schepen nederklimmen; 2234 Eze 27:33 | 33      Als uw marktwaren uit de zeeen voortkwamen, hebt 2235 Eze 27:34 | Ten tijde, dat gij uit de zeeen verbroken zijt 2236 Eze 28:16 | overdekkende cherub! verdoen uit het midden der vurige stenen! ~ 2237 Eze 28:18 | daarom heb Ik een vuur uit het midden van u doen      2238 Eze 28:25 | Israels zal vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke 2239 Eze 29:4 | doen kleven; en Ik zal u uit het midden uwer rivieren 2240 Eze 29:8 | over u brengen, en Ik zal uit u mens en beest uitroeien. 2241 Eze 29:13 | de Egyptenaars vergaderen uit de volken, waarhenen zij 2242 Eze 30:13 | nietige afgoden doen ophouden uit Nof; en er zal geen vorst 2243 Eze 30:13 | zal geen vorst meer zijn uit Egypteland; en Ik zal een 2244 Eze 30:22 | verbrokenen; en Ik zal het zwaard uit      zijn hand doen vallen. ~ 2245 Eze 31:4 | zond zijn waterleidingen uit tot alle bomen des velds. ~ 2246 Eze 31:11 | behandelen; Ik dreef hem uit om zijn goddeloosheid. ~ 2247 Eze 31:12 | der heidenen, roeiden hem uit en verlieten hem; zijn takken 2248 Eze 31:12 | volken der aarde gingen af uit zijn schaduw, en verlieten 2249 Eze 32:21 | zijn helpers, toespreken, uit het midden der hel; zij 2250 Eze 32:30 | vanwege hun schrik, die uit hun macht      voortkwam, 2251 Eze 33:2 | het volk des lands een man uit hun einden nemen, en dien 2252 Eze 33:6 | komt, en neemt een ziel uit hen weg;      die is wel 2253 Eze 33:7 | Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen 2254 Eze 34:10 | en Ik zal Mijn schapen uit hun mond rukken, zodat zij 2255 Eze 34:12 | opzoeken; en Ik zal ze redden uit al de plaatsen,      waarhenen 2256 Eze 34:13 | volken, en zal ze vergaderen uit de landen, en brengen ze 2257 Eze 34:25 | en zal het boos gedierte uit het land doen ophouden; 2258 Eze 34:27 | verbroken, en hen gerukt uit de hand dergenen, die zich 2259 Eze 35:7 | verwoesting stellen; en Ik zal uit hetzelve uitroeien dien, 2260 Eze 35:11 | naar uw nijdigheid, die gij uit uw haat tegen hen hebt te 2261 Eze 36:18 | Mijn grimmigheid over hen uit, om des bloeds wil, dat 2262 Eze 36:20 | volk des HEEREN, en zijn uit      Zijn land uitgegaan. ~ 2263 Eze 36:24 | 24      Want Ik zal u uit de heidenen halen, en zal 2264 Eze 36:24 | heidenen halen, en zal u uit al de landen vergaderen; 2265 Eze 36:26 | en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal 2266 Eze 37:1 | en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij 2267 Eze 37:12 | graven openen, en zal ulieden uit uw graven doen opkomen, 2268 Eze 37:13 | hebben geopend, en als Ik u uit uw graven zal hebben doen 2269 Eze 37:21 | de kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, 2270 Eze 37:23 | en Ik zal ze verlossen uit al hun woonplaatsen, in 2271 Eze 38:8 | zwaard, dat vergaderd is uit vele volken, op de bergen      2272 Eze 38:8 | zijn; als hetzelve land uit de volken zal uitgevoerd 2273 Eze 38:12 | en tegen een volk, dat uit de heidenen verzameld is, 2274 Eze 38:15 | Gij zult dan komen uit uw plaats, uit de zijden 2275 Eze 38:15 | dan komen uit uw plaats, uit de zijden van het noorden, 2276 Eze 39:2 | u slaan, en u optrekken uit de zijden van het noorden, 2277 Eze 39:3 | Maar Ik zal uw boog uit uw linkerhand slaan, en 2278 Eze 39:3 | slaan, en Ik zal uw pijlen uit uw rechterhand doen vallen. ~ 2279 Eze 39:10 | Zodat zij geen hout uit het veld zullen dragen, 2280 Eze 39:10 | veld zullen dragen, noch uit de wouden houwen, maar van 2281 Eze 39:27 | zal hebben wedergebracht uit de volken, en hen vergaderd 2282 Eze 39:27 | hen vergaderd zal hebben uit de landen hunner vijanden, 2283 Eze 40:46 | kinderen van Zadok, die uit de kinderen      van Levi 2284 Eze 42:1 | Daarna bracht hij mij uit tot het buitenste voorhof; 2285 Eze 42:9 | iemand tot dezelve ingaat, uit het buitenste voorhof. ~ 2286 Eze 42:14 | zullen zijn, zo zullen zij uit het heiligdom niet weder 2287 Eze 42:15 | geeindigd had, zo bracht hij mij uit, den weg naar de poort, 2288 Eze 43:6 | Een, Die met mij sprak, uit het huis; en de man was 2289 Eze 43:19 | Levietische priesteren, dewelke uit het zaad van Zadok zijn, 2290 Eze 45:14 | tiende deel van een bath uit een kor, hetwelk is een 2291 Eze 45:15 | 15      Voorts een lam uit de kudde, uit de tweehonderd, 2292 Eze 45:15 | Voorts een lam uit de kudde, uit de tweehonderd, uit het 2293 Eze 45:15 | kudde, uit de tweehonderd, uit het waterrijke land van 2294 Eze 46:18 | Mijn volk, een iegelijk uit zijn      erfenis, verstrooid 2295 Eze 47:1 | ziet, er vloten wateren uit, van onder den dorpel des 2296 Eze 47:1 | daalden af van onderen, uit de rechterzijde des huizes, 2297 Eze 47:2 | 2      En hij bracht mij uit door den weg van de noorderpoort, 2298 Eze 47:2 | de wateren      sprongen uit de rechterzijde. ~ 2299 Eze 47:8 | mij: Deze wateren vlieten uit naar het voorste Galilea, 2300 Eze 47:12 | want zijn wateren vlieten uit het heiligdom; en zijn vrucht 2301 Eze 48:11 | priesteren, die geheiligd zijn uit de kinderen van Zadok, die 2302 Eze 48:19 | dienen, zullen haar dienen uit alle stammen Israels. ~ 2303 Dan 1:3 | hij voorbrengen zou enigen uit de kinderen Israels, te 2304 Dan 1:3 | kinderen Israels, te weten, uit het koninklijk zaad, en 2305 Dan 1:3 | het koninklijk zaad, en uit de prinsen; ~ 2306 Dan 1:6 | Onder dezelve nu waren uit de kinderen van Juda: Daniel, 2307 Dan 1:19 | sprak met hen; doch er werd uit hen allen niemand gevonden, 2308 Dan 2:13 | 13      Die wet dan ging uit, en de wijzen werden gedood; 2309 Dan 2:45 | Daarom hebt gij gezien, dat uit den berg een steen zonder 2310 Dan 3:15 | wie is de God, Die ulieden uit mijn handen verlossen zou? ~ 2311 Dan 3:17 | machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden 2312 Dan 3:17 | brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen. ~ 2313 Dan 3:26 | allerhoogsten Gods!      gaat uit en komt hier! Toen gingen 2314 Dan 3:26 | Sadrach, Mesach en Abed-nego uit het midden des vuurs. ~ 2315 Dan 4:31 | konings mond, viel er een stem uit den hemel: U, o koning Nebukadnezar! 2316 Dan 4:33 | Nebukadnezar, want hij werd uit de mensen verstoten, en 2317 Dan 5:2 | zijn vader Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem 2318 Dan 5:2 | vrouwen en zijn bijwijven uit dezelve dronken. ~ 2319 Dan 5:3 | de gouden vaten, die men uit den tempel van het huis 2320 Dan 5:13 | Zijt gij die Daniel, een uit de gevankelijk weggevoerden 2321 Dan 5:13 | koning, mijn      vader, uit Juda gebracht heeft? ~ 2322 Dan 5:23 | bijwijven hebben wijn      uit dezelve gedronken, en de 2323 Dan 6:14 | gevankelijk weggevoerden uit Juda heeft, o koning! op 2324 Dan 6:24 | en zeide, dat men Daniel uit den kuil trekken zou. Toen 2325 Dan 6:24 | trekken zou. Toen Daniel uit den kuil opgetrokken was, 2326 Dan 6:28 | aarde; Die heeft Daniel uit het geweld der leeuwen verlost. ~ 2327 Dan 7:3 | klommen vier grote dieren op uit de zee, het ene van het 2328 Dan 7:8 | tussen dezelve, en drie uit de vorige hoornen werden 2329 Dan 7:10 | vloeide, en ging van voor Hem uit, duizendmaal duizenden dienden 2330 Dan 7:17 | zijn vier koningen, die uit de aarde opstaan zullen. ~ 2331 Dan 7:24 | Belangende nu de tien hoornen: uit dat koninkrijk zullen tien 2332 Dan 8:4 | er was niemand,      die uit zijn hand verloste; maar 2333 Dan 8:7 | was niemand, die den ram uit zijn hand verloste. ~ 2334 Dan 8:9 | 9      En uit een van die kwam voort een 2335 Dan 8:22 | vier koninkrijken zullen uit dat volk ontstaan, doch 2336 Dan 9:1 | den zoon van Ahasveros, uit het zaad der Meden, die 2337 Dan 9:15 | Heere, onze God! Die Uw volk uit Egypteland gevoerd hebt, 2338 Dan 11:7 | 7      Doch uit de spruit van haar wortelen 2339 Dan 11:31 | En er zullen armen uit hem ontstaan, en zij zullen 2340 Hos 1:11 | een enig hoofd stellen, en uit het land optrekken; want 2341 Hos 2:9 | boelen; en niemand zal haar uit Mijn hand verlossen. 2342 Hos 2:14 | dage, toen zij optoog      uit Egypteland. ~ 2343 Hos 8:4 | koningen gemaakt, maar niet uit Mij; zij hebben vorsten 2344 Hos 8:6 | 6      Want dat is ook uit Israel; een werkmeester 2345 Hos 9:15 | hun handelingen; Ik zal ze uit Mijn huis uitdrijven, Ik 2346 Hos 11:1 | liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte uitgeroepen. ~ 2347 Hos 11:11 | aankomen als een vogeltje uit Egypte, en als een duif 2348 Hos 11:11 | Egypte, en als een duif uit het land van Assur; en Ik 2349 Hos 12:14 | de HEERE voerde Israel op uit Egypte door een profeet, 2350 Hos 13:3 | den dorsvloer, en als rook uit den schoorsteen wordt weggestormd. ~ 2351 Hos 13:15 | wind des HEEREN, opkomende uit de woestijn; en zijn springader 2352 Hos 14:9 | denneboom; uw vrucht is uit Mij gevonden. ~ 2353 Joe 1:14 | vasten, roept een verbodsdag uit, verzamelt de oudsten, en 2354 Joe 2:15 | vasten, roept een verbodsdag uit. ~ 2355 Joe 2:16 | zuigen; de bruidegom ga uit zijn binnenkamer, en de 2356 Joe 2:16 | binnenkamer, en de bruid uit haar      slaapkamer. ~ 2357 Joe 3:7 | Ziet, Ik zal ze opwekken uit de plaats, waarhenen gij 2358 Joe 3:9 | 9      Roept dit uit onder de heidenen, heiligt 2359 Joe 3:16 | 16      En de HEERE zal uit Sion brullen, en uit Jeruzalem 2360 Joe 3:16 | zal uit Sion brullen, en uit Jeruzalem Zijn stem geven, 2361 Joe 3:18 | er zal een      fontein uit het huis des HEEREN uitgaan, 2362 Amos 1:2 | zeide: De HEERE zal brullen uit Sion, en Zijn stem verheffen 2363 Amos 1:2 | en Zijn stem verheffen uit Jeruzalem; en de woningen 2364 Amos 1:5 | die den scepter houdt, uit Beth-Eden; en het volk van 2365 Amos 1:8 | zal den inwoner uitroeien uit Asdod, en dien, die den 2366 Amos 1:8 | die den scepter houdt, uit Askelon; en Ik zal Mijn 2367 Amos 2:3 | En Ik zal den rechter uit het midden van haar uitroeien; 2368 Amos 2:10| Ook heb Ik ulieden uit Egypteland opgevoerd; en 2369 Amos 2:11| En Ik heb sommigen uit uw zonen tot profeten verwekt, 2370 Amos 2:11| tot profeten verwekt, en uit uw jongelingen tot Nazireen; 2371 Amos 3:1 | het ganse geslacht, dat Ik uit Egypteland heb opgevoerd, 2372 Amos 3:2 | 2      Uit alle geslachten des aardbodems 2373 Amos 3:4 | heeft? Zal een jonge leeuw uit zijn hol zijn stem verheffen, 2374 Amos 3:12| of een stukje van een oor uit des leeuwen muil redt, alzo 2375 Amos 4:5 | roept vrijwillige offers uit, doet het horen; want alzo 2376 Amos 4:11| waart als een vuurbrand, dat uit den brand gered is; nochtans 2377 Amos 5:8 | zee roept, en giet ze      uit op den aardbodem, HEERE 2378 Amos 6:4 | de kudde, en de kalveren uit het midden van den meststal. ~ 2379 Amos 6:6 | 6      Die wijn uit schalen drinken, en zich 2380 Amos 6:10| verbrandt, om de beenderen uit het huis uit te brengen, 2381 Amos 6:10| de beenderen uit het huis uit te brengen, en zal zeggen 2382 Amos 7:4 | ziet, de Heere HEERE riep uit, dat Hij wilde twisten met 2383 Amos 7:11| en Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden 2384 Amos 7:17| en Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden 2385 Amos 9:6 | der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem; HEERE 2386 Amos 9:7 | Ik Israel niet opgevoerd uit Egypteland, en de Filistijnen 2387 Amos 9:7 | Egypteland, en de Filistijnen uit Kafthor, en de Syriers uit      2388 Amos 9:7 | uit Kafthor, en de Syriers uit      Kir? ~ 2389 Amos 9:15| niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hunlieden 2390 Oba 1:8 | HEERE, dat Ik de wijzen uit Edom, en het verstand uit 2391 Oba 1:8 | uit Edom, en het verstand uit Ezau's gebergte zal doen 2392 Oba 1:9 | versaagd zijn; opdat een ieder uit Ezau's gebergte door den 2393 Oba 1:14 | wegscheiding, om zijn ontkomenen uit te roeien; noch zijn overgeblevenen 2394 Jona 2:1 | tot den HEERE, zijn God, uit het ingewand van den vis. ~ 2395 Jona 2:2 | En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den 2396 Jona 2:2 | en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide 2397 Jona 2:6 | maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o 2398 Jona 2:10| vis; en hij spuwde Jona uit op het droge. ~  ~ 2399 Jona 3:5 | en zij riepen een vasten uit, en bekleedden zich met 2400 Jona 3:7 | en men sprak te Nineve, uit bevel des konings en zijner 2401 Jona 4:5 | Jona nu ging ter stad uit, en zette zich tegen het 2402 Mic 1:2 | tegen ulieden, de Heere uit den tempel Zijner heiligheid. ~ 2403 Mic 1:3 | Want ziet, de HEERE gaat uit van Zijn plaats, en Hij 2404 Mic 1:11 | inwoneres van Zaanan gaat niet uit; rouwklage is te Beth-haezel; 2405 Mic 2:4 | ontwendt Hij mij; Hij deelt uit, afwendende onze akkers. ~ 2406 Mic 2:9 | volks verdrijft gij, elkeen uit het huis van haar vermakingen; 2407 Mic 3:5 | bijten, en roepen vrede uit; maar die niets geeft in 2408 Mic 4:2 | Zijn paden wandelen; want uit Sion zal de wet uitgaan, 2409 Mic 4:2 | uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. ~ 2410 Mic 4:10 | vrouw; want nu zult gij wel uit de stad henen uitgaan, en 2411 Mic 4:10 | zal u de HEERE verlossen uit de hand uwer vijanden. ~ 2412 Mic 5:1 | onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die 2413 Mic 5:4 | herders, en acht vorsten uit de      mensen. ~ 2414 Mic 5:9 | HEERE, dat Ik uw paarden uit het midden van u zal uitroeien, 2415 Mic 5:11 | En Ik zal de toverijen uit uw hand uitroeien, en gij 2416 Mic 5:12 | en uw opgerichte beelden uit het midden van u uitroeien, 2417 Mic 5:13 | Voorts zal Ik uw bossen uit het midden van u uitroeien, 2418 Mic 6:4 | 4      Immers heb Ik u uit Egypteland opgevoerd, en 2419 Mic 6:4 | Egypteland opgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; 2420 Mic 7:2 | goedertierene is vergaan uit het land, en er is niemand 2421 Mic 7:15 | als in de dagen, toen gij uit Egypteland uittoogt. ~ 2422 Mic 7:17 | zullen zij zich beroeren uit hun sloten; zij zullen met 2423 Nah 1:14 | meer gezaaid zal worden; uit het huis uws gods zal Ik 2424 Zep 1:2 | ganselijk alles wegrapen uit dit land, spreekt de HEERE. ~ 2425 Zep 1:3 | goddelozen; ja, Ik zal de mensen uit dit land      uitroeien, 2426 Zep 1:4 | van Jeruzalem; en Ik zal uit deze plaats uitroeien het 2427 Zep 2:11 | uitteren; en een iegelijk uit zijn plaats zal Hem aanbidden, 2428 Zep 3:8 | hittigheid Mijns toorns uit te storten, want dit ganse 2429 Zep 3:11 | hebt; want alsdan zal Ik uit het midden van u wegnemen, 2430 Zep 3:18 | Ik verzamelen, zij zijn uit u; de schimping is een last 2431 Zac 1:14 | sprak, zeide tot mij: Roep uit, zeggende: Alzo zegt de 2432 Zac 2:3 | Die met mij sprak, ging uit; en een andere Engel ging 2433 Zac 2:3 | en een andere Engel ging uit, hem tegemoet. ~ 2434 Zac 2:6 | Hui, hui, vliedt toch uit het Noorderland, spreekt 2435 Zac 2:13 | HEEREN! want Hij is ontwaakt uit Zijn heilige woning. ~  ~ 2436 Zac 3:2 | deze niet een vuurbrand uit het vuur gerukt? ~ 2437 Zac 5:5 | Die met mij sprak, ging uit, en zeide tot mij: Hef nu 2438 Zac 6:1 | vier wangens gingen er uit van tussen twee bergen, 2439 Zac 6:6 | paarden zijn, die paarden gaan uit naar het Noorderland; en 2440 Zac 6:6 | Noorderland; en de witte gaan uit, dezelve achterna; en de 2441 Zac 6:6 | en de hagelvlekkige gaan uit naar het Zuiderland. ~ 2442 Zac 6:7 | die sterke paarden gingen uit, en zochten voort te gaan, 2443 Zac 6:10 | zoon van Zefanja, dewelke uit Babel      gekomen zijn; ~ 2444 Zac 6:12 | naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en 2445 Zac 8:7 | zal Mijn volk verlossen uit het land des opgangs, en 2446 Zac 8:7 | het land des opgangs, en uit het land des nedergangs 2447 Zac 8:9 | deze woorden gehoord hebt uit den mond der profeten, die 2448 Zac 8:23 | geschieden, dat tien mannen, uit allerlei tongen der heidenen, 2449 Zac 9:4 | Ziet, de HEERE zal haar uit het bezit stoten, en Hij 2450 Zac 9:7 | En Ik zal zijn bloed uit zijn mond wegdoen, en zijn 2451 Zac 9:10 | En Ik zal de wagens uit Efraim uitroeien, en de 2452 Zac 9:10 | uitroeien, en de paarden uit Jeruzalem; ook zal de strijdboog 2453 Zac 9:11 | verbonds, heb Ik uw gebondenen uit den kuil, daar geen water 2454 Zac 9:14 | voorttreden met stormen uit      het zuiden. ~ 2455 Zac 10:10 | Want Ik zal ze wederbrengen uit Egypteland, en Ik zal ze 2456 Zac 10:10 | en Ik zal ze vergaderen uit Assyrie; en Ik zal ze in 2457 Zac 11:6 | morzel slaan, en Ik zal ze uit hun hand niet verlossen. ~ 2458 Zac 13:2 | heirscharen, dat Ik uitroeien zal uit het land de namen der afgoden, 2459 Zac 13:2 | den onreinen geest zal Ik uit het land wegdoen. ~ 2460 Zac 14:2 | het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid 2461 Zac 14:8 | dat er levende wateren uit Jeruzalem vlieten zullen, 2462 Mal 2:7 | wetenschap bewaren, en men zal uit zijn mond de wet zoeken; 2463 Mal 2:12 | die zulks doet, uitroeien uit de hutten van Jakob, dien, 2464 Matt 1:16| Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, 2465 Matt 1:18| werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest. ~ 2466 Matt 1:20| haar ontvangen is, dat is uit den Heiligen Geest; ~ 2467 Matt 2:6 | de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, 2468 Matt 2:15| door den profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon 2469 Matt 2:32| ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen 2470 Matt 2:39| is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen 2471 Matt 2:40| 17 En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze 2472 Matt 4:24| Zijn gerucht ging van daar uit in geheel Syrie; en zij 2473 Matt 5:29| rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u; want 2474 Matt 5:32| verlaten zal, anders dan uit oorzaak van hoererij, die 2475 Matt 5:37| wat boven deze is, dat is uit den boze. ~ 2476 Matt 7:4 | toe, dat ik den splinter uit uw oog uitdoe; en zie, er 2477 Matt 7:5 | geveinsde! werp eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij 2478 Matt 7:5 | bezien, om den splinter uit uws broeders oog uit te 2479 Matt 7:5 | splinter uit uws broeders oog uit te doen. ~ 2480 Matt 8:16| Hij wierp de boze geesten uit met den woorde, en Hij genas 2481 Matt 8:21| 21 En een ander uit Zijn discipelen zeide tot 2482 Matt 8:28| bezeten, ontmoet, komende uit de graven, die zeer wreed 2483 Matt 8:34| ziet, de gehele stad ging uit, Jezus tegemoet; en als 2484 Matt 8:34| zagen, baden zij, dat Hij uit hun landpalen wilde vertrekken. ~  ~  ~  2485 Matt 9:26| 26 En dit gerucht ging uit door dat gehele land. ~ 2486 Matt 9:34| zeiden: Hij werpt de duivelen uit door den overste der duivelen. ~ 2487 Matt 10:1 | onreine geesten, om dezelve uit te werpen, en om alle ziekte 2488 Matt 10:8 | doden op; werpt de duivelen uit. Gij hebt het om niet ontvangen, 2489 Matt 10:14| woorden horen, uitgaande uit dat huis of uit dezelve 2490 Matt 10:14| uitgaande uit dat huis of uit dezelve stad, schudt het 2491 Matt 12:13| dien mens: Strek uw hand uit; en hij strekte ze uit, 2492 Matt 12:13| hand uit; en hij strekte ze uit, en zij werd hersteld, gezond 2493 Matt 12:24| Deze werpt de duivelen niet uit, dan door Beelzebul, den 2494 Matt 12:27| wien werpen ze dan uw zonen uit? Daarom zullen die uw rechters 2495 Matt 12:33| zijn vrucht kwaad; want uit de vrucht wordt de boom 2496 Matt 12:34| daar gij boos zijt? want uit den overvloed des harten 2497 Matt 12:35| brengt goede dingen voort uit den goede schat des harten, 2498 Matt 12:35| brengt boze dingen voort uit den boze schat. ~ 2499 Matt 12:37| 37 Want uit uw woorden zult gij gerechtvaardigd 2500 Matt 12:37| gerechtvaardigd worden, en uit uw woorden zult gij veroordeeld


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3291

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License