Book Chapter: Verse

3001 1Kor  15:20|                nu, Christus is opgewekt uit de doden, en is de Eersteling
3002 1Kor  15:47|                    47 De eerste mens is uit de aarde, aards; de tweede
3003 1Kor  15:47|                 tweede Mens is de Heere uit den hemel. ~
3004 2Kor   1:10|                              10 Die ons uit zo groten dood verlost heeft,
3005 2Kor   2:4 |                   4 Want ik heb ulieden uit vele verdrukking en benauwdheid
3006 2Kor   2:17|            Woord Gods te koop, maar als uit oprechtheid, maar als uit
3007 2Kor   2:17|               uit oprechtheid, maar als uit God, in de tegenwoordigheid
3008 2Kor   3:5 |                zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid
3009 2Kor   3:5 |                maar onze bekwaamheid is uit God; ~
3010 2Kor   4:6 |             gezegd heeft, dat het licht uit de duisternis zou schijnen,
3011 2Kor   4:7 |             kracht zij van God, en niet uit ons; ~
3012 2Kor   5:2 |                 met onze woonstede, die uit den hemel is, overkleed
3013 2Kor   5:8 |               en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen,
3014 2Kor   5:8 |              behagen om uit het lichaam uit te wonen, en bij den Heere
3015 2Kor   5:18|               18 En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven
3016 2Kor   6:17|                          17 Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt
3017 2Kor   8:11|                alzo zij het voleindigen uit hetgeen gij hebt. ~
3018 2Kor   8:14|                           14 Maar opdat uit gelijkheid, in dezen tegenwoordigen
3019 2Kor   9:7 |               zijn hart voorneemt; niet uit droefheid, of uit nooddwang;
3020 2Kor   9:7 |                  niet uit droefheid, of uit nooddwang; want God heeft
3021 2Kor  10:7 |               is, die denke dit wederom uit zichzelven, dat gelijkerwijs
3022 2Kor  10:14|         strekken onszelven niet te wijd uit, als die tot u niet zouden
3023 2Kor  12:6 |                  dat ik ben, of dat hij uit mij hoort. ~
3024 Gal   1:1  |               en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft), ~
3025 Gal   1:4  |               opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze
3026 Gal   1:8  |              ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie
3027 Gal   2:12 |               af, vrezende degenen, die uit de besnijdenis waren. ~
3028 Gal   2:15 |                 Joden, en niet zondaars uit de heidenen; ~
3029 Gal   2:16 |              niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar
3030 Gal   2:16 |           zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus,
3031 Gal   2:16 |            geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom
3032 Gal   2:16 |              werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees
3033 Gal   3:2  |                 gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit
3034 Gal   3:2  |               uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs? ~
3035 Gal   3:5  |             onder u werkt, doet Hij dat uit de werken der wet, of uit
3036 Gal   3:5  |               uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs? ~
3037 Gal   3:7  |               gij dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams
3038 Gal   3:8  |             ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen,
3039 Gal   3:9  |                           9 Zo dan, die uit het geloof zijn, worden
3040 Gal   3:10 |                  10 Want zovelen als er uit de werken der wet zijn,
3041 Gal   3:11 |               want de rechtvaardige zal uit het geloof leven. ~
3042 Gal   3:12 |                  12 Doch de wet is niet uit het geloof; maar de mens,
3043 Gal   3:18 |               18 Want indien de erfenis uit de wet is, zo is zij niet
3044 Gal   3:18 |                 is, zo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God
3045 Gal   3:21 |            waarlijk de rechtvaardigheid uit de wet zijn. ~
3046 Gal   3:22 |              besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus
3047 Gal   3:24 |                 tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd
3048 Gal   4:4  |              Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder
3049 Gal   4:22 |             Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd, en een uit
3050 Gal   4:22 |              uit de dienstmaagd, en een uit de vrije. ~
3051 Gal   4:23 |                       23 Maar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar
3052 Gal   4:23 |                 geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis; ~
3053 Gal   4:27 |     onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij, die geen barensnood
3054 Gal   4:30 |            Schrift? Werp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon
3055 Gal   5:5  |              verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der
3056 Gal   5:8  |                  8 Dit gevoelen is niet uit Hem, Die u roept. ~
3057 Gal   6:8  |             zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien;
3058 Gal   6:8  |                 in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven
3059 Efez   1:20|                in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt;
3060 Efez   2:5 |           levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden) ~
3061 Efez   2:8 |                                  8 Want uit genade zijt gij zalig geworden
3062 Efez   2:8 |                 het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; ~
3063 Efez   2:9 |                                  9 Niet uit de werken, opdat niemand
3064 Efez   3:15|                                      15 Uit Welken al het geslacht in
3065 Efez   4:16|                                      16 Uit Welken het gehele lichaam
3066 Efez   4:29|                   29 Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige
3067 Efez   5:14|                 die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal
3068 Fili   1:16|                verkondigen wel Christus uit twisting, niet zuiver, menende
3069 Fili   1:17|                           17 Doch dezen uit liefde, dewijl zij weten,
3070 Fili   1:29|                            29 Want u is uit genade gegeven in de zaak
3071 Fili   3:5 |             Besneden ten achtsten dage, uit het geslacht van Israel,
3072 Fili   3:5 |               van Benjamin, een Hebreer uit de Hebreen, naar de wet
3073 Fili   3:9 |              mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door
3074 Fili   3:9 |                de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof; ~
3075 Kol   1:13 |                 Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis,
3076 Kol   1:18 |              Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen
3077 Kol   2:12 |               der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. ~
3078 Kol   2:14 |            tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve
3079 Kol   2:19 |              het Hoofd niet behoudende, uit hetwelk het gehele lichaam,
3080 Kol   3:8  |                 lastering, vuil spreken uit uw mond. ~
3081 Kol   4:9  |              geliefden broeder, dewelke uit de uwen is; zij zullen u
3082 Kol   4:11 |             Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze
3083 Kol   4:12 |                 12 U groet Epafras, die uit de uwen is, een dienstknecht
3084 Kol   4:16 |                 ook gij dien leest, die uit Laodicea geschreven is. ~
3085 1The   1:10|                         10 En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten,
3086 1The   1:10|               verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft,
3087 1The   2:3 |               vermaning is niet geweest uit verleiding, noch uit onreinigheid,
3088 1The   2:3 |            geweest uit verleiding, noch uit onreinigheid, noch met bedrog; ~
3089 1The   2:6 |                     6 Noch zoekende eer uit mensen, noch van u, noch
3090 1The   5:19|                 19 Blust den Geest niet uit. ~
3091 2The   2:7 |                 wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan
3092 1Tim   1:5 |              einde des gebods is liefde uit een rein hart, en uit een
3093 1Tim   1:5 |            liefde uit een rein hart, en uit een goed geweten, en uit
3094 1Tim   1:5 |                uit een goed geweten, en uit een ongeveinsd geloof. ~
3095 1Tim   6:4 |                vragen en woordenstrijd; uit welke komt nijd, twist,
3096 2Tim   2:8 |         gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, Welke
3097 2Tim   2:8 |             doden is opgewekt, Welke is uit den zade Davids, naar mijn
3098 2Tim   2:22|                 die den Heere aanroepen uit een rein hart. ~
3099 2Tim   2:26|                wederom ontwaken mochten uit den strik des duivels, onder
3100 2Tim   3:11|              heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost. ~
3101 2Tim   4:17|                 zouden horen. En ik ben uit de muil des leeuws verlost. ~
3102 2Tim   5:10|                zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn; ~
3103 2Tim   5:12|                                  12 Een uit hen, zijnde hun eigen profeet,
3104 Tit   1:10 |                zinnen, inzonderheid die uit de besnijdenis zijn; ~
3105 Tit   1:12 |                                  12 Een uit hen, zijnde hun eigen profeet,
3106 Tit   3:5  |                 ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid,
3107 Heb   2:11 |            geheiligd worden, zijn allen uit een; om welke oorzaak Hij
3108 Heb   3:13 |                wordt, opdat niet iemand uit u verhard worde door de
3109 Heb   3:16 |        verbitterd, doch niet allen, die uit Egypte door Mozes uitgegaan
3110 Heb   5:1  |                 Want alle hogepriester, uit de mensen genomen, wordt
3111 Heb   5:7  |          smekingen tot Dengene, Die Hem uit den dood kon verlossen,
3112 Heb   5:7  |            hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze. ~
3113 Heb   5:8  |           gehoorzaamheid geleerd heeft, uit hetgeen Hij heeft geleden. ~
3114 Heb   7:4  |        patriarch, tienden gegeven heeft uit den buit. ~
3115 Heb   7:5  |                                5 En die uit de kinderen van Levi het
3116 Heb   7:5  |               hun broederen, hoewel die uit de lenden van Abraham voortgekomen
3117 Heb   7:6  |              die zijn geslachtsrekening uit hen niet heeft, die heeft
3118 Heb   7:14 |                openbaar, dat onze Heere uit Juda gesproten is; op welken
3119 Heb   8:9  |                 bij de hand nam, om hen uit Egypteland te leiden; want
3120 Heb  10:38 |               Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo
3121 Heb  11:3  |                ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. ~
3122 Heb  11:8  |                  gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats,
3123 Heb  11:18 |                God machtig was, hem ook uit de doden te verwekken; ~
3124 Heb  11:34 |                 zwaards zijn ontvloden, uit zwakheid krachten hebben
3125 Heb  11:35 |               vrouwen hebben hare doden uit de opstanding weder gekregen;
3126 Heb  13:20 |                des eeuwigen testaments, uit de doden heeft wedergebracht,
3127 Jako   2:18|              werken. Toon mij uw geloof uit uw werken, en ik zal u uit
3128 Jako   2:18|              uit uw werken, en ik zal u uit mijn werken mijn geloof
3129 Jako   2:21|                 onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd,
3130 Jako   2:22|              geloof volmaakt is geweest uit de werken? ~
3131 Jako   2:24|                gij dan nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd
3132 Jako   2:24|               wordt, en niet alleenlijk uit het geloof? ~
3133 Jako   2:25|            Rachab, de hoer, is zij niet uit de werken gerechtvaardigd
3134 Jako   3:10|                                      10 Uit denzelfden mond komt voort
3135 Jako   3:11|                 11 Welt ook een fontein uit een zelfde ader het zoet
3136 Jako   3:13|         verstandig onder u? die bewijze uit zijn goeden wandel zijn
3137 Jako   4:1 |              zij niet hiervan, namelijk uit uw wellusten, die in uw
3138 1Pet   1:3 |           opstanding van Jezus Christus uit de doden. ~
3139 1Pet   1:18|            zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die
3140 1Pet   1:21|                Welke Hem opgewekt heeft uit de doden, en Hem heerlijkheid
3141 1Pet   1:22|                 elkander vuriglijk lief uit een rein hart; ~
3142 1Pet   1:23|                 wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk
3143 1Pet   1:23|             niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door
3144 1Pet   2:9 |                 deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft
3145 1Pet   2:12|               als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken, die zij
3146 1Pet   3:14|               gij zalig; en vreest niet uit vreze van hen, en wordt
3147 1Pet   4:11|             iemand dient, die diene als uit kracht, die God verleent;
3148 1Pet   5:2 |         hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk;
3149 2Pet   2:9 |             weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen,
3150 2Pet   3:5 |               geweest zijn, en de aarde uit het water en in het water
3151 1Joh   2:16|          grootsheid des levens, is niet uit den Vader, maar is uit de
3152 1Joh   2:16|             niet uit den Vader, maar is uit de wereld. ~
3153 1Joh   2:19|                             19 Zij zijn uit ons uitgegaan, maar zij
3154 1Joh   2:19|               uitgegaan, maar zij waren uit ons niet; want indien zij
3155 1Joh   2:19|               ons niet; want indien zij uit ons geweest waren, zo zouden
3156 1Joh   2:19|              worden, dat zij niet allen uit ons zijn. ~
3157 1Joh   2:21|              weet, en omdat geen leugen uit de waarheid is. ~
3158 1Joh   2:29|               de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is. ~  ~  ~ 
3159 1Joh   3:8 |                 8 Die de zonde doet, is uit den duivel; want de duivel
3160 1Joh   3:9 |                     9 Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet
3161 1Joh   3:9 |              niet zondigen, want hij is uit God geboren. ~
3162 1Joh   3:10| rechtvaardigheid niet doet, die is niet uit God, en die zijn broeder
3163 1Joh   3:12|                12 Niet gelijk Kain, die uit den boze was, en zijn broeder
3164 1Joh   3:14|                 dat wij overgegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl
3165 1Joh   3:19|             hieraan kennen wij, dat wij uit de waarheid zijn, en wij
3166 1Joh   3:24|                 in ons blijft, namelijk uit den Geest, Dien Hij ons
3167 1Joh   4:1 |             beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse
3168 1Joh   4:2 |                vlees gekomen is, die is uit God; ~
3169 1Joh   4:3 |                vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de
3170 1Joh   4:4 |                  4 Kinderkens, gij zijt uit God, en hebt hen overwonnen;
3171 1Joh   4:5 |                              5 Zij zijn uit de wereld, daarom spreken
3172 1Joh   4:5 |              wereld, daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld
3173 1Joh   4:6 |                              6 Wij zijn uit God. Die God kent, hoort
3174 1Joh   4:6 |                God kent, hoort ons; die uit God niet is, hoort ons niet.
3175 1Joh   4:7 |           liefhebben, want de liefde is uit God; en een iegelijk, die
3176 1Joh   4:7 |             iegelijk, die liefheeft, is uit God geboren, en kent God; ~
3177 1Joh   5:1 |            Jezus is de Christus, die is uit God geboren; en een iegelijk,
3178 1Joh   5:1 |             heeft ook lief dengene, die uit Hem geboren is. ~
3179 1Joh   5:4 |                           4 Want al wat uit God geboren is, overwint
3180 1Joh   5:18|            weten, dat een iegelijk, die uit God geboren is, niet zondigt;
3181 1Joh   5:18|                  niet zondigt; maar die uit God geboren is, bewaart
3182 1Joh   5:19|                   19 Wij weten, dat wij uit God zijn, en dat de gehele
3183 3Joh   1:10|                willen doen, en werpt ze uit de Gemeente. ~
3184 3Joh   1:11|                goede. Die goed doet, is uit God; maar die kwaad doet,
3185 Jud   1:5  |                  dat de Heere, het volk uit Egypteland verlost hebbende,
3186 Jud   1:23 |                door vreze, en grijpt ze uit het vuur; en haat ook den
3187 Open   1:5 |            Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste
3188 Open   1:16|                 in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend
3189 Open   3:5 |             zijn naam geenszins uitdoen uit het boek des levens, en
3190 Open   3:9 |                 9 Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans,
3191 Open   3:10|                 zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die
3192 Open   3:12|                 nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt,
3193 Open   3:16|                koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. ~
3194 Open   3:18|            koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk
3195 Open   4:5 |                 En van den troon gingen uit bliksemen, en donderslagen,
3196 Open   5:5 |                niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de
3197 Open   5:7 |               en heeft het boek genomen uit de rechter hand Desgenen,
3198 Open   5:9 |              Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal,
3199 Open   6:1 |           geopend had, en ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als
3200 Open   6:2 |              kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij
3201 Open   6:4 |                 En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien,
3202 Open   6:14|                en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen. ~
3203 Open   7:4 |                 duizend waren verzegeld uit alle geslachten der kinderen
3204 Open   7:5 |                                       5 Uit het geslacht van Juda waren
3205 Open   7:5 |               twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Ruben waren
3206 Open   7:5 |               twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Gad waren
3207 Open   7:6 |                                       6 Uit het geslacht van Aser waren
3208 Open   7:6 |               twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Nafthali
3209 Open   7:6 |               twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Manasse
3210 Open   7:7 |                                       7 Uit het geslacht van Simeon
3211 Open   7:7 |               twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Levi waren
3212 Open   7:7 |               twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Issaschar
3213 Open   7:8 |                                       8 Uit het geslacht van Zebulon
3214 Open   7:8 |               twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Jozef waren
3215 Open   7:8 |               twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Benjamin
3216 Open   7:9 |                 die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten,
3217 Open   7:13|                               13 En een uit de ouderlingen antwoordde,
3218 Open   7:14|                mij: Dezen zijn het, die uit de grote verdrukking komen;
3219 Open   8:10|                als een fakkel, gevallen uit den hemel, en is gevallen
3220 Open   9:1 |               ik zag een ster, gevallen uit den hemel op de aarde, en
3221 Open   9:2 |                  en er is rook opgegaan uit den put, als rook eens groten
3222 Open   9:3 |                                    3 En uit den rook kwamen sprinkhanen
3223 Open   9:13|        gebazuind, en ik hoorde een stem uit de vier hoornen des gouden
3224 Open   9:17|                 hoofden van leeuwen, en uit hun monden ging vuur, en
3225 Open   9:18|                 en door het sulfer, dat uit hun monden uitging. ~
3226 Open  10:4 |           hebben; en ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide:
3227 Open  10:8 |                stem, die ik gehoord had uit den hemel, sprak wederom
3228 Open  10:10|               10 En ik nam dat boeksken uit de hand des engels, en ik
3229 Open  11:2 |                   2 En laat het voorhof uit, dat van buiten den tempel
3230 Open  11:5 |               beschadigen, een vuur zal uit hun mond uitgaan, en zal
3231 Open  11:7 |              hebben, zal het beest, dat uit den afgrond opkomt, hun
3232 Open  11:9 |                          9 En de mensen uit de volken, en geslachten,
3233 Open  11:11|                 is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij
3234 Open  11:12|              zij hoorden een grote stem uit den hemel, die tot hen zeide:
3235 Open  12:15|                    15 En de slang wierp uit haar mond achter de vrouw
3236 Open  12:16|               de rivier, welke de draak uit zijn mond had geworpen. ~
3237 Open  13:1 |                             1 En ik zag uit de zee een beest opkomen,
3238 Open  13:11|               En ik zag een ander beest uit de aarde opkomen, en het
3239 Open  13:13|             tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op
3240 Open  14:2 |                 2 En ik hoorde een stem uit den hemel, als een stem
3241 Open  14:4 |            heengaat; dezen zijn gekocht uit de mensen, tot eerstelingen
3242 Open  14:8 |               die grote stad, omdat zij uit den wijn des toorns harer
3243 Open  14:10|                  10 Die zal ook drinken uit den wijn des toorn Gods,
3244 Open  14:13|                13 En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide:
3245 Open  14:15|                En een andere engel kwam uit den tempel, roepende met
3246 Open  14:17|                En een andere engel kwam uit den tempel, die in den hemel
3247 Open  14:18|                En een andere engel kwam uit van het altaar, die macht
3248 Open  14:20|                getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen,
3249 Open  15:6 |             zeven plagen hadden, kwamen uit den tempel, bekleed met
3250 Open  15:8 |            tempel werd vervuld met rook uit de heerlijkheid Gods, en
3251 Open  15:8 |                de heerlijkheid Gods, en uit Zijn kracht; en niemand
3252 Open  16:1 |                ik hoorde een grote stem uit den tempel, zeggende tot
3253 Open  16:1 |               fiolen van den toorn Gods uit op de aarde. ~
3254 Open  16:2 |               henen, en goot zijn fiool uit op de aarde; en er werd
3255 Open  16:3 |            tweede engel goot zijn fiool uit in de zee, en zij werd bloed
3256 Open  16:4 |             derde engel goot zijn fiool uit in de rivieren en in de
3257 Open  16:8 |            vierde engel goot zijn fiool uit op de zon; en haar is macht
3258 Open  16:10|            vijfde engel goot zijn fiool uit op den troon van het beest;
3259 Open  16:12|             zesde engel goot zijn fiool uit op de grote rivier, den
3260 Open  16:13|                            13 En ik zag uit den mond des draaks, en
3261 Open  16:13|                 den mond des draaks, en uit den mond van het beest,
3262 Open  16:13|              den mond van het beest, en uit den mond des valsen profeets,
3263 Open  16:17|           zevende engel goot zijn fiool uit in de lucht; en er kwam
3264 Open  16:17|               en er kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van
3265 Open  16:21|           talent pond zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen;
3266 Open  17:1 |                                1 En een uit de zeven engelen, die de
3267 Open  17:8 |                niet; en het zal opkomen uit den afgrond, en ten verderve
3268 Open  17:11|                de achtste koning, en is uit de zeven en gaat ten verderve. ~
3269 Open  18:1 |               een anderen engel afkomen uit den hemel, hebbende grote
3270 Open  18:3 |                                3 Dewijl uit den wijn des toorns harer
3271 Open  18:3 |                aarde rijk zijn geworden uit de kracht harer weelde. ~
3272 Open  18:4 |               ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat
3273 Open  18:4 |               den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat
3274 Open  18:10|                    10 Van verre staande uit vreze van haar pijniging,
3275 Open  18:15|                  zullen van verre staan uit vreze van haar pijniging,
3276 Open  19:5 |                      5 En een stem kwam uit den troon, zeggende: Looft
3277 Open  19:15|                                   15 En uit Zijn mond ging een scherp
3278 Open  19:21|               op het paard zat, hetwelk uit Zijn mond ging; en al de
3279 Open  20:1 |                ik zag een engel afkomen uit den hemel, hebbende den
3280 Open  20:7 |          geeindigd zijn, zal de satanas uit zijn gevangenis ontbonden
3281 Open  20:9 |                 kwam vuur neder van God uit den hemel, en heeft hen
3282 Open  20:12|                 doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven
3283 Open  21:2 |         Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als
3284 Open  21:3 |                ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet,
3285 Open  21:6 |               Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water
3286 Open  21:10|                 Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God. ~
3287 Open  21:21|                een iedere poort was elk uit een paarl; en de straat
3288 Open  22:1 |               als kristal, voortkomende uit den troon Gods, en des Lams. ~
3289 Open  22:19|                God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en
3290 Open  22:19|                 het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit
3291 Open  22:19|                 uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven