1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3088
Book Chapter: Verse
1501 Job 2:1 | de kinderen Gods kwamen, om zich voor den HEERE te stellen,
1502 Job 2:1 | het midden van hen kwam, om zich voor den HEERE te stellen. ~
1503 Job 2:2 | den HEERE, en zeide: Van om te trekken op de aarde,
1504 Job 2:3 | tegen hem opgehitst hebt, om hem te verslinden zonder
1505 Job 2:8 | nam zich een potscherf, om zich daarmede te schrabben,
1506 Job 2:11 | geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem
1507 Job 2:11 | kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten. ~
1508 Job 5:2 | dwaze brengt de toornigheid om, en de ijver doodt den slechte. ~
1509 Job 5:11 | 11 Om de vernederden te stellen
1510 Job 6:26 | 26 Zult gij, om te bestraffen, woorden bedenken,
1511 Job 7:7 | oog zal niet wederkomen, om het goede te zien. ~
1512 Job 7:12 | zee, of walvis, dat Gij om mij wachten zet? ~
1513 Job 8:5 | zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt; ~
1514 Job 8:6 | gewisselijk zal Hij nu opwaken, om uwentwil, en Hij zal de
1515 Job 9:3 | 3 Zo Hij lust heeft, om met hem te twisten, niet
1516 Job 9:15 | antwoorden; mijn Rechter zal ik om genade bidden. ~
1517 Job 12:6 | hebben verzekerdheden, om hetgene God met Zijn hand
1518 Job 12:15 | uit, en zij keren de aarde om. ~
1519 Job 12:19 | en de machtigen keert Hij om. ~
1520 Job 14:16 | treden; Gij bewaart mij niet om mijner zonden wil. ~
1521 Job 15:23 | Hij zwerft heen en weder om brood, waar het zijn mag;
1522 Job 15:27 | heeft, en rimpelen gemaakt om de weekdarmen; ~
1523 Job 18:4 | verscheurt door zijn toorn! Zal om uwentwil de aarde verlaten
1524 Job 19:17 | huisvrouw vreemd; en ik smeek om der kinderen mijns buiks
1525 Job 20:23 | 23 Er zij wat om zijn buik te vullen; God
1526 Job 22:4 | 4 Is het om uw vreze, dat Hij u bestraft,
1527 Job 28:9 | de bergen van den wortel om. ~
1528 Job 30:1 | ik versmaad zou hebben, om bij de honden mijner kudde
1529 Job 33:23 | Uitlegger, een uit duizend, om den mens zijn rechten plicht
1530 Job 34:25 | keert Hij hen des nachts om, en zij worden verbrijzeld. ~
1531 Job 34:36 | worden tot het einde toe, om zijner antwoorden wil onder
1532 Job 37:26 | 26 Om te regenen op het land,
1533 Job 37:27 | 27 Om het woeste en het verwoeste
1534 Job 37:27 | verwoeste te verzadigen, en om het uitspruitsel der grasscheutjes
1535 Job 40:16 | verheffen schromen de sterken; om zijner doorbrekingen wille
1536 Job 40:24 | vergelijken, die gemaakt is om zonder schrik te wezen. ~
1537 Psa 5:9 | mij in Uw gerechtigheid, om mijner verspieders wil;
1538 Psa 5:11 | raadslagen; drijf hen henen om de veelheid hunner overtredingen,
1539 Psa 6:5 | red mijn ziel; verlos mij, om Uwer goedertierenheid wil. ~
1540 Psa 7:7 | HEERE, in Uw toorn, verhef U om de verbolgenheden mijner
1541 Psa 8:3 | Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenpartijen wil,
1542 Psa 8:3 | Uwer tegenpartijen wil, om den vijand en wraakgierige
1543 Psa 10:9 | zijn hol; hij legt lagen, om den ellendige te roven;
1544 Psa 10:18 | 18 Om den wees en verdrukte recht
1545 Psa 11:2 | schikken hun pijlen op de pees, om in het donkere te schieten
1546 Psa 12:6 | verwoesting der ellendigen, om het kermen der nooddruftigen,
1547 Psa 14:2 | nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig
1548 Psa 19:6 | is vrolijk als een held, om het pad te lopen. ~
1549 Psa 23:3 | spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil. ~
1550 Psa 25:7 | naar Uw goedertierenheid, om Uwer goedheid wil, o HEERE! ~
1551 Psa 25:11 | 11 Lamed. Om Uws Naams wil, HEERE! zo
1552 Psa 25:14 | vrezen; en Zijn verbond, om hun die bekend te maken. ~
1553 Psa 26:4 | bedekte lieden ga ik niet om. ~
1554 Psa 26:7 | 7 Om te doen horen de stem des
1555 Psa 26:7 | horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen. ~
1556 Psa 27:2 | tegen mij, tot mij naderden, om mijn vlees te eten, stieten
1557 Psa 27:4 | in het huis des HEEREN, om de liefelijkheid des HEEREN
1558 Psa 27:11 | leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil. ~
1559 Psa 31:3 | tot een zeer vast Huis, om mij te behouden. ~
1560 Psa 31:4 | leid mij dan, en voer mij, om Uws Naams wil. ~
1561 Psa 33:19 | 19 Om hun ziel van den dood te
1562 Psa 33:19 | van den dood te redden, en om hen bij het leven te houden
1563 Psa 34:19 | 19 Om hun ziel van den dood te
1564 Psa 34:19 | van den dood te redden, en om hen bij het leven te houden
1565 Psa 35:13 | leven, die dagen liefheeft, om het goede te zien? ~
1566 Psa 35:17 | degenen, die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde
1567 Psa 36:19 | verblijden over mij, die mij om valse oorzaken vijanden
1568 Psa 38:8 | ontsteek u niet, immers niet, om kwaad te doen. ~
1569 Psa 38:14 | en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige
1570 Psa 38:14 | nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht
1571 Psa 38:34 | en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten;
1572 Psa 39:1 | 1 Een psalm van David, om te doen gedenken. ~
1573 Psa 39:11 | 11 Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft
1574 Psa 39:11 | 11 Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten;
1575 Psa 39:20 | worden machtig; en die mij om valse oorzaken haten, worden
1576 Psa 40:12 | Gij iemand met straffingen om de ongerechtigheid, zo doet
1577 Psa 41:9 | Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en
1578 Psa 41:15 | worden, die mijn ziel zoeken, om die te vernielen; laat hen
1579 Psa 42:7 | zo iemand van hen komt, om mij te zien, hij spreekt
1580 Psa 44:13 | 13 Gij verkoopt Uw volk om geen waardij; en Gij verhoogt
1581 Psa 44:17 | 17 Om de stem des honers en des
1582 Psa 44:23 | 23 Maar om Uwentwil worden wij den
1583 Psa 44:27 | ter hulp, en verlos ons om Uwer goedertierenheid wil. ~ ~ ~
1584 Psa 48:12 | van Juda zich verheugen, om Uwer oordelen wil. ~
1585 Psa 50:4 | boven, en tot de aarde, om Zijn volk te richten. ~
1586 Psa 50:8 | 8 Om uw offeranden zal Ik u niet
1587 Psa 53:3 | nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig
1588 Psa 55:4 | 4 Om den roep des vijands, vanwege
1589 Psa 56:8 | 8 Zouden zij om hun ongerechtigheid vrijgaan?
1590 Psa 56:14 | mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te
1591 Psa 58:6 | ervaren is met bezweringen om te gaan. ~
1592 Psa 59:1 | zijn huis bewaren zouden, om hem te doden. ~
1593 Psa 59:6 | heirscharen, God Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken;
1594 Psa 59:13 | 13 Om de zonde huns monds, om
1595 Psa 59:13 | Om de zonde huns monds, om het woord hunner lippen;
1596 Psa 59:13 | worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen,
1597 Psa 59:13 | hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, die zij vertellen. ~
1598 Psa 59:16 | Laat hen zelfs omzwerven om spijs; en laat hen vernachten,
1599 Psa 60:6 | vrezen, een banier gegeven, om die op te werpen, vanwege
1600 Psa 62:5 | Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te
1601 Psa 64:5 | 5 Om in verborgen plaatsen den
1602 Psa 66:3 | vreselijk zijt Gij in Uw werken! Om de grootheid Uwer sterkte
1603 Psa 66:11 | Gij hadt een engen band om onze lenden gelegd; ~
1604 Psa 68:19 | Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen;
1605 Psa 68:19 | ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o HEERE
1606 Psa 68:30 | 30 Om Uws tempels wil te Jeruzalem,
1607 Psa 69:5 | zoeken te vernielen, die mij om valse oorzaken vijand zijn,
1608 Psa 69:8 | 8 Want om Uwentwil draag ik versmaadheid;
1609 Psa 69:19 | bevrijd ze; verlos mij om mijner vijanden wil. ~
1610 Psa 70:1 | voor den opperzangmeester, om te doen gedenken. ~
1611 Psa 70:2 | 2Haast U, o God, om mij te verlossen, o HEERE,
1612 Psa 71:3 | Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, om geduriglijk
1613 Psa 71:3 | Rotssteen, om daarin te wonen, om geduriglijk daarin te gaan;
1614 Psa 71:3 | Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen, want Gij
1615 Psa 73:16 | Nochtans heb ik gedacht om dit te mogen verstaan; maar
1616 Psa 73:28 | betrouwen op den Heere HEERE, om al Uw werken te vertellen ~
1617 Psa 76:10 | God opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen der aarde
1618 Psa 78:9 | gewapende boogschutters, keerden om ten dage des strijds.) ~
1619 Psa 78:24 | En regende op hen het Man om te eten, en gaf hun hemels
1620 Psa 78:71 | schapen deed Hij hem komen, om te weiden Jakob, Zijn volk,
1621 Psa 79:9 | verzoening over onze zonden, om Uws Naams wil. ~
1622 Psa 80:16 | rechterhand geplant heeft, en dat om den zoon, dien Gij U gesterkt
1623 Psa 80:17 | is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws aangezichts. ~
1624 Psa 92:16 | 16 Om te verkondigen, dat de HEERE
1625 Psa 94:13 | 13 Om hem rust te geven van de
1626 Psa 96:13 | Hij komt, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij
1627 Psa 98:9 | des HEEREN, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij
1628 Psa 101:8 | goddelozen des lands verdelgen, om uit de stad des HEEREN alle
1629 Psa 102:14 | over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want
1630 Psa 102:21 | 21 Om het zuchten der gevangenen
1631 Psa 102:21 | der gevangenen te horen, om los te maken de kinderen
1632 Psa 102:23 | worden, ook de koninkrijken, om den HEERE te dienen. ~
1633 Psa 103:18 | aan Zijn bevelen denken, om die te doen. ~
1634 Psa 104:21 | jonge leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijs
1635 Psa 104:21 | briesende om een roof, en om hun spijs van God te zoeken. ~
1636 Psa 104:26 | dien Gij geformeerd hebt, om daarin te spelen. ~
1637 Psa 105:14 | ook bestrafte Hij koningen om hunnentwil, zeggende: ~
1638 Psa 105:22 | 22 Om zijn vorsten te binden naar
1639 Psa 105:25 | 25 Hij keerde hun hart om, dat zij Zijn volk haatten,
1640 Psa 105:39 | tot een deksel, en vuur om den nacht te verlichten. ~
1641 Psa 106:8 | 8 Doch Hij verloste hen om Zijns Naams wil, opdat Hij
1642 Psa 106:23 | aangezicht gestaan had, om Zijn grimmigheid af te keren,
1643 Psa 106:32 | en het ging Mozes kwalijk om hunnentwil. ~
1644 Psa 107:7 | hen op een rechten weg, om te gaan tot een stad ter
1645 Psa 107:17 | 17 De zotten worden om den weg hunner overtreding,
1646 Psa 107:17 | weg hunner overtreding, en om hun ongerechtigheden geplaagd; ~
1647 Psa 107:34 | vruchtbaar land tot zouten grond, om de boosheid dergenen, die
1648 Psa 109:16 | den verslagene van hart, om hem te doden. ~
1649 Psa 109:21 | Heere! maak het met mij om Uws Naams wil; dewijl Uw
1650 Psa 109:31 | nooddruftige ter rechterhand staan, om hem te verlossen van degenen,
1651 Psa 115:1 | maar Uw Naam geef eer, om Uwer goedertierenheid, om
1652 Psa 115:1 | om Uwer goedertierenheid, om Uwer waarheid wil. ~
1653 Psa 119:5 | mijn wegen gericht werden, om Uw inzettingen te bewaren! ~
1654 Psa 119:62 | Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten
1655 Psa 119:76 | Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw
1656 Psa 119:95 | goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik
1657 Psa 119:112| Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk
1658 Psa 119:148| komen de nacht waken voor, om Uw rede te betrachten. ~
1659 Psa 122:4 | tot de getuigenis Israels, om den Naam des HEEREN te danken. ~
1660 Psa 122:6 | 6Bidt om den vrede van Jeruzalem;
1661 Psa 132:10 | aangezicht Uws Gezalfden niet af, om Davids, Uws knechts wil. ~
1662 Psa 138:2 | en ik zal Uw Naam loven, om Uw goedertierenheid en om
1663 Psa 138:2 | om Uw goedertierenheid en om Uw waarheid; want Gij hebt
1664 Psa 139:11 | dan is de nacht een licht om mij. ~
1665 Psa 140:3 | denken, allen dag samenkomen om te oorlogen. ~
1666 Psa 141:4 | niet tot een kwade zaak, om enigen handel in goddeloosheid
1667 Psa 142:8 | ziel uit de gevangenis, om Uw Naam te loven; de rechtvaardigen
1668 Psa 143:11 | HEERE! maak mij levend, om Uws Naams wil; voer mijn
1669 Psa 143:11 | ziel uit de benauwdheid, om Uw gerechtigheid. ~
1670 Psa 143:12 | roei mijn vijanden uit, om Uw goedertierenheid, en
1671 Psa 143:12 | goedertierenheid, en breng hen om, allen, die mijn ziel beangstigen;
1672 Psa 145:12 | 12 Lamed. Om de mensenkinderen bekend
1673 Psa 146:9 | goddelozen weg keert Hij om. ~
1674 Psa 149:5 | van vreugde opspringen, om die eer; dat zij juichen
1675 Spre 1:2 | 2 Om wijsheid en tucht te weten;
1676 Spre 1:2 | wijsheid en tucht te weten; om te verstaan redenen des
1677 Spre 1:3 | 3 Om aan te nemen onderwijs van
1678 Spre 1:4 | 4 Om den slechten kloekzinnigheid
1679 Spre 1:6 | 6 Om te verstaan een spreuk en
1680 Spre 1:16| boze; en zij haasten zich om bloed te storten. ~
1681 Spre 2:2 | 2 Om uw oren naar wijsheid te
1682 Spre 2:12| 12 Om u te redden van den kwaden
1683 Spre 2:13| der oprechtheid verlaten, om te gaan in de wegen der
1684 Spre 2:16| 16 Om u te redden van de vreemde
1685 Spre 4:1 | des vaders, en merkt op, om verstand te weten. ~
1686 Spre 6:12| met verkeerdheid des monds om; ~
1687 Spre 6:18| voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen; ~
1688 Spre 6:24| 24 Om u te bewaren voor de kwade
1689 Spre 6:30| verachting aan, als hij steelt om zijn ziel te vullen, dewijl
1690 Spre 7:15| ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk
1691 Spre 9:15| 15 Om te roepen degenen, die op
1692 Spre 12:6 | woorden der goddelozen zijn om op bloed te loeren; maar
1693 Spre 13:14| een springader des levens, om af te wijken van de strikken
1694 Spre 14:27| een springader des levens, om af te wijken van de strikken
1695 Spre 15:28| rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond
1696 Spre 16:4 | HEERE heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil; ja, ook
1697 Spre 16:30| Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken;
1698 Spre 17:16| zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl
1699 Spre 17:23| geschenk uit den schoot nemen, om de paden des rechts te buigen. ~
1700 Spre 17:26| prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht is. ~
1701 Spre 18:5 | goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het
1702 Spre 19:8 | de verstandigheid waar, om het goede te vinden. ~
1703 Spre 19:18| maar verhef uw ziel niet, om hem te doden. ~
1704 Spre 20:4 | 4 Om den winter zal de luiaard
1705 Spre 21:6 | 6 Te arbeiden om schatten met een valse tong,
1706 Spre 22:16| Die den arme verdrukt, om het zijne te vermeerderen,
1707 Spre 22:21| 21 Om u bekend te maken de zekerheid
1708 Spre 22:24| grammoedige, en ga niet om met een zeer grimmig man; ~
1709 Spre 22:27| 27 Zo gij niet hadt om te betalen, waarom zou men
1710 Spre 23:1 | gij aangezeten zult zijn om met een heerser te eten,
1711 Spre 23:4 | 4 Vermoei u niet om rijk te worden; sta af van
1712 Spre 23:30| bij degenen, die komen om gemengde drank na te zoeken. ~
1713 Spre 24:1 | en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn. ~
1714 Spre 24:8 | 8 Die denkt om kwaad te doen, dien zal
1715 Spre 25:8 | Vaar niet haastelijk voort om te twisten, opdat gij misschien
1716 Spre 26:14| 14 Een deur keert om op haar herre, alzo de luiaard
1717 Spre 26:15| boezem, hij is te moede, om die weder tot zijn mond
1718 Spre 26:21| 21 De dove kool is om de vurige kool, en het hout
1719 Spre 26:21| vurige kool, en het hout om het vuur; alzo is een kijfachtig
1720 Spre 26:21| alzo is een kijfachtig man, om twist te ontsteken. ~
1721 Spre 27:23| 23 Zijt naarstig, om het aangezicht uwer schapen
1722 Spre 28:2 | 2 Om de overtreding des lands
1723 Spre 28:2 | deszelfs vorsten vele; maar om verstandige en wetende mensen
1724 Spre 28:17| 17 Een mens, gedrukt om het bloed ener ziel, zal
1725 Spre 28:20| zegeningen; maar die haastig is, om rijk te worden, zal niet
1726 Spre 28:21| niet goed; want een man zal om een stuk broods overtreden. ~
1727 Spre 30:14| welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde
1728 Spre 30:21| 21 Om drie dingen ontroert zich
1729 Spre 30:21| ontroert zich de aarde, ja, om vier, die zij niet dragen
1730 Spre 30:22| 22 Om een knecht, als hij regeert;
1731 Spre 30:23| 23 Om een hatelijke vrouw, als
1732 Spre 31:3 | vermogen niet, noch uw wegen, om koningen te verdelgen. ~
1733 Spre 31:16| 16 Zain. Zij denkt om een akker, en krijgt hem;
1734 Pred 1:6 | het zuiden, en zij gaat om naar het noorden; de wind
1735 Pred 1:13| En ik begaf mijn hart om met wijsheid te onderzoeken,
1736 Pred 1:13| der mensen gegeven, om zich daarin te bekommeren. ~
1737 Pred 1:17| En ik begaf mijn hart om wijsheid en wetenschap te
1738 Pred 2:3 | in mijn hart nagespeurd, om mijn vlees op te houden
1739 Pred 2:3 | mijn hart in wijsheid) en om de dwaasheid vast te houden,
1740 Pred 2:6 | mij vijvers van wateren, om daarmede te bewateren het
1741 Pred 2:12| Daarna wendde ik mij, om te zien wijsheid, ook onzinnigheden
1742 Pred 2:20| Daarom keerde ik mij om, om mijn hart te doen wanhopen
1743 Pred 2:20| Daarom keerde ik mij om, om mijn hart te doen wanhopen
1744 Pred 2:26| zondaar geeft Hij bezigheid om te verzamelen en te vergaderen,
1745 Pred 3:2 | 2 Er is een tijd om geboren te worden, en een
1746 Pred 3:2 | geboren te worden, en een tijd om te sterven; een tijd om
1747 Pred 3:2 | om te sterven; een tijd om te planten, en een tijd
1748 Pred 3:2 | te planten, en een tijd om het geplante uit te roeien; ~
1749 Pred 3:3 | 3 Een tijd om om te doden, en een tijd
1750 Pred 3:3 | 3 Een tijd om om te doden, en een tijd om
1751 Pred 3:3 | om te doden, en een tijd om te genezen; een tijd om
1752 Pred 3:3 | om te genezen; een tijd om af te breken, en een tijd
1753 Pred 3:3 | af te breken, en een tijd om te bouwen; ~
1754 Pred 3:4 | 4 Een tijd om te wenen, en een tijd om
1755 Pred 3:4 | om te wenen, en een tijd om te lachen; een tijd om te
1756 Pred 3:4 | tijd om te lachen; een tijd om te kermen, en een tijd om
1757 Pred 3:4 | om te kermen, en een tijd om op te springen; ~
1758 Pred 3:5 | 5 Een tijd om stenen weg te werpen, en
1759 Pred 3:5 | weg te werpen, en een tijd om stenen te vergaderen; een
1760 Pred 3:5 | te vergaderen; een tijd om te omhelzen, en een tijd
1761 Pred 3:5 | te omhelzen, en een tijd om verre te zijn van omhelzen; ~
1762 Pred 3:6 | 6 Een tijd om te zoeken, en een tijd om
1763 Pred 3:6 | om te zoeken, en een tijd om verloren te laten gaan;
1764 Pred 3:6 | te laten gaan; een tijd om te bewaren, en een tijd
1765 Pred 3:6 | te bewaren, en een tijd om weg te werpen; ~
1766 Pred 3:7 | 7 Een tijd om te scheuren, en een tijd
1767 Pred 3:7 | te scheuren, en een tijd om toe te naaien; een tijd
1768 Pred 3:7 | toe te naaien; een tijd om te zwijgen, en een tijd
1769 Pred 3:7 | te zwijgen, en een tijd om te spreken; ~
1770 Pred 3:8 | 8 Een tijd om lief te hebben, en een tijd
1771 Pred 3:8 | lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog,
1772 Pred 3:10| der mensen gegeven heeft, om zichzelven daarmede te bekommeren. ~
1773 Pred 4:10| want er is geen tweede om hem op te helpen. ~
1774 Pred 4:14| komt uit het gevangenhuis, om koning te zijn; daar ook
1775 Pred 4:17| ingaat, en zijt liever nabij om te horen, dan om der zotten
1776 Pred 4:17| liever nabij om te horen, dan om der zotten slachtoffer te
1777 Pred 5:5 | God grotelijks toornen, om uwer stemme wille,
1778 Pred 5:18| Hij geeft hem de macht, om daarvan te eten, en om zijn
1779 Pred 5:18| om daarvan te eten, en om zijn deel te nemen, en om
1780 Pred 5:18| om zijn deel te nemen, en om zich te verheugen van
1781 Pred 6:2 | hem de macht niet, om daarvan te eten, maar dat
1782 Pred 7:9 | niet haastig in uw geest om te toornen; want de toorn
1783 Pred 7:25| 25 Ik keerde mij om, en mijn hart, om te weten,
1784 Pred 7:25| keerde mij om, en mijn hart, om te weten, en om na te sporen,
1785 Pred 7:25| mijn hart, om te weten, en om na te sporen, en te zoeken
1786 Pred 7:25| wijsheid en een sluitrede; en om te weten de goddeloosheid
1787 Pred 7:27| het ene bij het andere, om de sluitrede te vinden; ~
1788 Pred 8:8 | heerschappij heeft over den geest, om den geest in te houden;
1789 Pred 8:11| kinderen der mensen in hen vol om kwaad te doen. ~
1790 Pred 8:16| Als ik mijn hart begaf, om wijsheid te weten, en om
1791 Pred 8:16| om wijsheid te weten, en om aan te zien de bezigheid,
1792 Pred 8:17| onder de zon geschiedt, om hetwelk een mens arbeidt
1793 Pred 8:17| hetwelk een mens arbeidt om te zoeken, maar hij zal
1794 Pred 9:10| Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw
1795 Pred 10:10| is een uitnemende zaak, om iets recht te maken. ~
1796 Pred 10:19| Men maakt maaltijden om te lachen, en de wijn verheugt
1797 Pred 11:9 | maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen
1798 Hoo 2:17 | schaduwen vlieden; keer om, mijn Liefste! wordt Gij
1799 Hoo 5:4 | mijn ingewand werd ontroerd om Zijnentwil. ~
1800 Hoo 5:5 | 5 Ik stond op, om mijn Liefste open te doen;
1801 Hoo 6:2 | tot de specerijbedden, om te weiden in de hoven, en
1802 Hoo 6:2 | te weiden in de hoven, en om de lelien te verzamelen. ~
1803 Hoo 6:11 | tot den notenhof afgegaan om de groene vruchten der vallei
1804 Hoo 6:11 | vruchten der vallei te zien; om te zien, of de wijnstok
1805 Jes 1:29 | zullen beschaamd worden om der eiken wil, die gijlieden
1806 Jes 1:29 | zult schaamrood worden, om der hoven wil, die gij verkoren
1807 Jes 2:10 | den schrik des HEEREN, en om de heerlijkheid Zijner majesteit. ~
1808 Jes 2:19 | Hij Zich opmaken zal, om de aarde te verschrikken. ~
1809 Jes 2:20 | zij zich gemaakt hadden, om zich daarvoor neder te buigen,
1810 Jes 2:21 | Hij Zich opmaken zal, om de aarde geweldiglijk te
1811 Jes 3:8 | handelingen tegen den HEERE zijn, om de ogen Zijner heerlijkheid
1812 Jes 3:13 | De HEERE stelt Zich om te pleiten, en Hij staat,
1813 Jes 3:13 | te pleiten, en Hij staat, om de volken te richten. ~
1814 Jes 5:22 | dengenen, die helden zijn om wijn te drinken, en die
1815 Jes 5:22 | en die kloeke mannen zijn om sterken drank te mengen! ~
1816 Jes 5:23 | goddeloze rechtvaardigen om een geschenk, en de gerechtigheid
1817 Jes 5:25 | het midden der straten. Om dit alles keert zich Zijn
1818 Jes 6:13 | zal wederkeren, en zijn om af te weiden; maar gelijk
1819 Jes 7:25 | men met houwelen pleegt om te hakken, daar zal men
1820 Jes 9:6 | David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat
1821 Jes 9:11 | opeten met vollen mond. Om dit alles keert Zijn toorn
1822 Jes 9:16 | mond spreekt dwaasheid. Om dit alles keert Zijn toorn
1823 Jes 9:20 | te zamen tegen Juda zijn. Om dit alles keert Zijn toorn
1824 Jes 10:2 | 2 Om de armen van het recht af
1825 Jes 10:2 | het recht af te wenden, en om het recht der ellendigen
1826 Jes 10:3 | Tot wien zult gij vlieden om hulp, en waar zult gij uw
1827 Jes 10:4 | vallen onder de gedoden? Om dit alles keert Zijn toorn
1828 Jes 10:27 | juk zal verdorven worden, om des Gezalfden wil. ~
1829 Jes 11:11 | Zijn hand aanleggen zal om weder te verwerven het overblijfsel
1830 Jes 13:5 | instrumenten Zijner gramschap, om dat ganse land te verderven. ~
1831 Jes 13:9 | verbolgenheid en hittigen toorn, om het land te stellen tot
1832 Jes 13:22 | hun tijd toch is nabij om te komen, en hun dagen
1833 Jes 14:9 | van onderen was beroerd om uwentwil, om u tegemoet
1834 Jes 14:9 | was beroerd om uwentwil, om u tegemoet te gaan, als
1835 Jes 14:9 | als gij kwaamt; zij wekt om uwentwil de doden op, al
1836 Jes 14:21 | voor zijn kinderen gereed, om hunner vaderen ongerechtigheid
1837 Jes 15:2 | en Dibon, en naar Bamoth, om te wenen; over Nebo en over
1838 Jes 16:12 | hij in zijn heiligdom gaan om te aanbidden, maar hij zal
1839 Jes 17:9 | welke zij verlaten hebben, om der kinderen Israels wil,
1840 Jes 19:14 | gelijk een dronkaard zich om en om wentelt in zijn
1841 Jes 19:14 | een dronkaard zich om en om wentelt in zijn uitspuwsel. ~
1842 Jes 20:6 | werwaarts wij henenvloden om hulp, om gered te worden
1843 Jes 20:6 | wij henenvloden om hulp, om gered te worden van het
1844 Jes 22:4 | wenen; dringt niet aan, om mij te troosten over de
1845 Jes 22:10 | gij zult huizen afbreken, om de muren te bevestigen. ~
1846 Jes 23:7 | zullen haar verre wegdragen, om in vreemdelingschap te verkeren. ~
1847 Jes 23:9 | hovaardij van alle sieraad, om al de heerlijksten der aarde
1848 Jes 23:11 | bevel gegeven tegen Kanaan, om haar sterkten te verdelgen. ~
1849 Jes 24:1 | keert deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn
1850 Jes 24:11 | klagelijk geroep op de straten, om des wijns wil; alle blijdschap
1851 Jes 25:11 | een zwemmer die uitbreidt om te zwemmen, en Hij zal hun
1852 Jes 26:21 | uit Zijn plaats uitgaan, om de ongerechtigheid van de
1853 Jes 28:21 | gelijk in het dal van Gibeon, om Zijn werk te doen, Zijn
1854 Jes 28:21 | werk zal vreemd zijn; en om Zijn daad te doen,
1855 Jes 28:24 | ploeger den gehelen dag om te zaaien? Opent en egt
1856 Jes 29:3 | zal een leger in het rond om u slaan, en Ik zal u belegeren
1857 Jes 29:17 | 17 Is het niet nog om een klein weinig, dat de
1858 Jes 29:21 | een mens schuldig maken om een woord, en leggen dien
1859 Jes 30:1 | afvallen, spreekt de HEERE, om een raadslag te maken, maar
1860 Jes 30:1 | maken, maar niet uit Mij, en om zich met een bedekking te
1861 Jes 30:1 | maar niet uit Mijn Geest, om zonde tot zonde te
1862 Jes 30:2 | 2 Die gaan, om af te trekken in Egypte,
1863 Jes 30:2 | en vragen Mijn mond niet; om zich te sterken met de macht
1864 Jes 30:2 | met de macht van Farao, en om hun toevlucht te nemen onder
1865 Jes 30:14 | zal gevonden worden, om vuur uit den haard te nemen,
1866 Jes 30:14 | uit den haard te nemen, of om water te scheppen uit een
1867 Jes 30:28 | aan den hals toe raakt; om de heidenen te schudden
1868 Jes 30:29 | die met pijpen wandelt, om te komen tot den berg
1869 Jes 31:1 | dengenen, die in Egypte om hulp aftrekken, en steunen
1870 Jes 31:4 | heirscharen nederdalen, om te strijden voor den berg
1871 Jes 32:4 | stamelenden zal vaardig zijn, om bescheidenlijk te spreken. ~
1872 Jes 32:6 | hart doet ongerechtigheid, om huichelarij te plegen, en
1873 Jes 32:6 | huichelarij te plegen, en om dwaling te spreken tegen
1874 Jes 32:6 | spreken tegen den HEERE, om de ziel des hongerigen ledig
1875 Jes 32:7 | schandelijke verdichtselen, om de ellendigen te bederven
1876 Jes 32:11 | ontbloot u, en gordt zakken om uw lendenen. ~
1877 Jes 34:1 | Nadert, gij heidenen, om te horen, en gij volken,
1878 Jes 34:8 | een jaar der vergeldingen, om Sions twistzaak. ~
1879 Jes 36:9 | gij vertrouwt op Egypte, om de wagenen en om de ruiteren. ~
1880 Jes 36:9 | Egypte, om de wagenen en om de ruiteren. ~
1881 Jes 36:10 | opgetogen tegen dit land, om dat te verderven. De HEERE
1882 Jes 36:12 | heer en tot u gezonden, om deze woorden te spreken?
1883 Jes 37:3 | en er is geen kracht om te baren. ~
1884 Jes 37:4 | Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God te honen,
1885 Jes 37:9 | zeggen: Hij is uitgetogen, om tegen u te strijden; toen
1886 Jes 37:17 | Sanherib, die gezonden heeft om den levenden God te honen. ~
1887 Jes 37:21 | zoon van Amoz, tot Hizkia, om te zeggen: Alzo zegt de
1888 Jes 37:26 | komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te
1889 Jes 37:29 | 29 Om uw woeden tegen Mij, en
1890 Jes 37:35 | zal deze stad beschermen, om die te verlossen, om Mijnentwil,
1891 Jes 37:35 | beschermen, om die te verlossen, om Mijnentwil, en om Davids,
1892 Jes 37:35 | verlossen, om Mijnentwil, en om Davids, Mijns knechts wil. ~
1893 Jes 38:2 | keerde Hizkia zijn aangezicht om naar den wand, en hij bad
1894 Jes 38:20 | De HEERE was gereed om mij te verlossen; daarom
1895 Jes 40:16 | Libanon is niet genoegzaam om te branden, en zijn gedierte
1896 Jes 40:20 | een wijzen werkmeester, om een beeld te bereiden, dat
1897 Jes 40:22 | ze uit als een tent, om te bewonen; ~
1898 Jes 42:7 | 7 Om te openen de blinde ogen,
1899 Jes 42:7 | te openen de blinde ogen, om de gebondenen uit te voeren
1900 Jes 42:18 | schouwt aan, gij blinden! om te zien. ~
1901 Jes 42:21 | HEERE had lust aan hem, om Zijner gerechtigheid wil;
1902 Jes 43:14 | Verlosser, de Heilige Israels: Om ulieder wil heb Ik naar
1903 Jes 43:20 | rivieren in de wildernis, om Mijn volk, Mijn uitverkorenen
1904 Jes 43:25 | uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en Ik gedenk
1905 Jes 44:15 | Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt
1906 Jes 45:1 | wiens rechterhand Ik vat, om de volken voor zijn aangezicht
1907 Jes 45:1 | der koningen ontbinden, om voor zijn aangezicht
1908 Jes 45:4 | 4 Om Jakobs, Mijns knechts wil,
1909 Jes 47:14 | het zal geen kool zijn om bij te warmen, geen vuur
1910 Jes 47:14 | bij te warmen, geen vuur om daarvoor neder te zitten. ~
1911 Jes 48:9 | 9 Om Mijns Naams wil zal Ik Mijn
1912 Jes 48:9 | toorn langer uitstellen, en om Mijns roems wil zal Ik,
1913 Jes 48:11 | 11 Om Mijnentwil, om Mijnentwil
1914 Jes 48:11 | 11 Om Mijnentwil, om Mijnentwil zal Ik het doen,
1915 Jes 49:6 | Mij een Knecht zoudt zijn, om op te richten de stammen
1916 Jes 49:6 | de stammen van Jakob, en om weder te brengen de bewaarden
1917 Jes 49:6 | een Licht der heidenen, om Mijn heil te zijn tot aan
1918 Jes 49:7 | zullen zich voor U buigen; om des HEEREN wil, Die getrouw
1919 Jes 49:7 | HEEREN wil, Die getrouw is, om den Heilige Israels, Die
1920 Jes 49:8 | verbond des volks, om het aardrijk op te richten,
1921 Jes 49:8 | aardrijk op te richten, om de verwoeste erfenissen
1922 Jes 49:9 | 9 Om te zeggen tot de gebondenen:
1923 Jes 50:1 | Ik u verkocht heb? Ziet, om uw ongerechtigheden
1924 Jes 50:1 | ongerechtigheden zijt gij verkocht, en om uw overtredingen is uw moeder
1925 Jes 50:2 | is er in Mij geen kracht om uit te redden? Ziet,
1926 Jes 51:13 | wanneer hij zich bereidt om te verderven? Waar is dan
1927 Jes 51:16 | de schaduw Mijner hand; om den hemel te planten, en
1928 Jes 51:16 | den hemel te planten, en om de aarde te gronden, en
1929 Jes 51:16 | de aarde te gronden, en om te zeggen tot Sion: Gij
1930 Jes 52:3 | de HEERE; Gijlieden zijt om niet verkocht, gij zult
1931 Jes 52:4 | Mijn volk af in Egypte, om als vreemdeling aldaar te
1932 Jes 52:4 | en Assur heeft hetzelve om niet onderdrukt. ~
1933 Jes 52:5 | HEERE, dewijl Mijn volk om niet weggenomen is, en degenen
1934 Jes 53:5 | 5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond,
1935 Jes 53:5 | onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is
1936 Jes 53:8 | uit het land der levenden; om de overtreding Mijns volks
1937 Jes 53:11 | 11 Om den arbeid Zijner ziel zal
1938 Jes 54:15 | vergaderen zal, die zal om uwentwil vallen. ~
1939 Jes 54:16 | den verderver geschapen, om te vernielen. ~
1940 Jes 55:5 | kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil,
1941 Jes 55:5 | HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israels wil,
1942 Jes 56:5 | kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil,
1943 Jes 56:5 | HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israels wil,
1944 Jes 57:1 | want Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid
1945 Jes 57:1 | komen, en Mijn gerechtigheid om geopenbaard te worden. ~
1946 Jes 57:6 | zich tot den HEERE voegen, om Hem te dienen, en om den
1947 Jes 57:6 | voegen, om Hem te dienen, en om den Naam des HEEREN lief
1948 Jes 57:6 | des HEEREN lief te hebben, om Hem tot knechten te zijn;
1949 Jes 57:9 | gedierten des velds, komt om te eten, ja, al gij gedierten
1950 Jes 58:1 | De rechtvaardige komt om, en er is niemand, die het
1951 Jes 58:7 | klimt gij derwaarts op, om slachtoffer te offeren. ~
1952 Jes 58:11 | niet gelegd; is het niet, om dat Ik zwijg, en dat
1953 Jes 59:4 | gekijf vast gijlieden, en om goddelooslijk met de vuist
1954 Jes 59:4 | vast niet gelijk heden, om uw stem te doen horen in
1955 Jes 59:12 | de paden weder opmaakt, om te bewonen. ~
1956 Jes 60:7 | het kwade, en zij haasten om onschuldig bloed te vergieten;
1957 Jes 61:9 | schepen van Tarsis vooreerst, om uw kinderen van verre te
1958 Jes 61:13 | en de busboom te gelijk, om te versieren de plaats Mijns
1959 Jes 62:1 | Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te
1960 Jes 62:1 | Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen
1961 Jes 62:1 | de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid
1962 Jes 62:2 | 2 Om uit te roepen het jaar van
1963 Jes 62:2 | dag der wraak onzes Gods; om alle treurigen te troosten; ~
1964 Jes 62:3 | 3 Om den treurigen Sions te beschikken
1965 Jes 63:1 | 1 Om Sions wil zal ik niet zwijgen,
1966 Jes 63:1 | zal ik niet zwijgen, en om Jeruzalems wil zal ik niet
1967 Jes 64:17 | niet vrezen? Keer weder om Uwer knechten wil, de stammen
1968 Jes 65:2 | wateren doet opbobbelen, om Uw Naam aan Uw wederpartijders
1969 Jes 66:8 | zegen in; alzo zal Ik het om Mijner knechten wil doen,
1970 Jes 67:5 | die u verre afzonderen, om Mijns Naams wil, zeggen:
1971 Jes 67:15 | wagenen als een wervelwind; om met grimmigheid Zijn toorn
1972 Jes 67:23 | anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor Mijn
1973 Jer 1:8 | aangezicht, want Ik ben met u, om u te redden, spreekt de
1974 Jer 1:10 | en over de koninkrijken, om uit te rukken, en af te
1975 Jer 1:10 | verderven, en te verstoren; ook om te bouwen en te planten. ~
1976 Jer 1:12 | wakker zijn over Mijn woord, om dat te doen. ~
1977 Jer 1:19 | met u, spreekt de HEERE, om u uit te helpen. ~ ~
1978 Jer 2:7 | in een vruchtbaar land, om de vrucht van hetzelve en
1979 Jer 2:13 | waters, hebben zij verlaten, om zichzelven bakken uit te
1980 Jer 2:18 | met den weg van Egypte, om de wateren van Sihor te
1981 Jer 2:18 | doen met den weg van Assur, om de wateren der rivier te
1982 Jer 2:20 | allen groenen boom loopt gij om, hoererende. ~
1983 Jer 3:17 | tot haar vergaderd worden, om des HEEREN Naams wil, te
1984 Jer 4:1 | wegdoen, zo zwerft niet om. ~
1985 Jer 4:7 | uitgegaan uit zijn plaats, om uw land te stellen in verwoestingen;
1986 Jer 4:11 | dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch om
1987 Jer 4:11 | om te wannen, noch om te zuiveren. ~
1988 Jer 4:22 | verstandig; wijs zijn zij om kwaad te doen, maar goed
1989 Jer 5:1 | 1 Gaat om door de wijken van Jeruzalem,
1990 Jer 7:2 | door deze poorten ingaat, om den HEERE aan te bidden. ~
1991 Jer 7:10 | zeggen: Wij zijn verlost, om al deze gruwelen te doen? ~
1992 Jer 7:18 | vrouwen kneden het deeg, om gebeelde koeken te maken
1993 Jer 7:18 | drankofferen te offeren, om Mij verdriet aan te doen. ~
1994 Jer 7:30 | naar Mijn Naam genoemd is, om dat te verontreinigen. ~
1995 Jer 7:31 | des zoons van Hinnom is, om hun zonen en hun dochteren
1996 Jer 8:6 | gedaan? Een ieder keert zich om in zijn loop, gelijk
1997 Jer 9:9 | 9 Zou Ik hen om deze dingen niet bezoeken?
1998 Jer 9:21 | in onze paleizen gekomen, om de kinderkens uit te roeien
1999 Jer 11:10 | andere goden nagewandeld, om die te dienen; het
2000 Jer 11:13 | voor die schaamte, altaren om den Baal te roken. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3088 |