Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
olijven 5
olmboom 1
olympas 1
om 3088
omar 3
ombond 1
ombracht 2
Frequency    [«  »]
3390 zeide
3291 uit
3143 zult
3088 om
3081 zullen
3060 hen
2888 god

Bijbel

IntraText - Concordances

om

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3088

     Book Chapter: Verse
2501 Matt 10:29| Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht? 2502 Matt 10:34| niet, dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; 2503 Matt 10:34| aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het 2504 Matt 10:35| 35 Want Ik ben gekomen, om den mens tweedrachtig te 2505 Matt 10:39| ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve 2506 Matt 11:1 | Hij van daar voortging, om te leren en te prediken 2507 Matt 11:15| 15 Wie oren heeft om te horen, die hore. ~ 2508 Matt 12:42| van de einden der aarde, om te horen, de wijsheid van 2509 Matt 13:3 | Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. ~ 2510 Matt 13:9 | 9 Wie oren heeft om te horen, die hore. ~ 2511 Matt 13:21| verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt 2512 Matt 13:30| en bindt het in busselen, om hetzelve te verbranden; 2513 Matt 13:43| huns Vaders. Die oren heeft om te horen, die hore. ~ 2514 Matt 14:3 | en in den kerker gezet, om Herodias' wil, de huisvrouw 2515 Matt 14:9 | koning werd bedroefd; doch om de eden, en degenen, die 2516 Matt 14:23| Hij op den berg alleen, om te bidden. En als het nu 2517 Matt 14:29| en wandelde op het water, om tot Jezus te komen. ~ 2518 Matt 16:25| zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal hetzelve 2519 Matt 17:20| En Jezus zeide tot hen: Om uws ongeloofs wil; want 2520 Matt 18:11| Zoon des mensen is gekomen om zalig te maken, dat verloren 2521 Matt 18:25| 25 En als hij niet had, om te betalen, beval zijn heer, 2522 Matt 19:3 | zijn vrouw te verlaten, om allerlei oorzaak? ~ 2523 Matt 19:9 | vrouw verlaat, anders dan om hoererij, en een andere 2524 Matt 19:12| zichzelven gesneden hebben, om het Koninkrijk der hemelen. 2525 Matt 19:29| of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil, die zal 2526 Matt 20:1 | den morgenstond uitging, om arbeiders te huren in zijn 2527 Matt 20:19| den heidenen overleveren, om Hem te bespotten en te geselen, 2528 Matt 20:28| des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar 2529 Matt 20:28| gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel 2530 Matt 21:12| in den tempel, en keerde om de tafelen der wisselaars, 2531 Matt 21:32| daarna geen berouw gehad, om hem te geloven. ~ 2532 Matt 21:34| dienstknechten tot de landlieden, om zijn vruchten te ontvangen. ~ 2533 Matt 22:3 | zijn dienstknechten uit, om de genoden ter bruiloft 2534 Matt 22:11| de koning ingegaan was, om de aanzittende gasten te 2535 Matt 23:4 | die zwaar zijn en kwalijk om te dragen, en leggen ze 2536 Matt 23:5 | al hun werken doen zij, om van de mensen gezien te 2537 Matt 23:15| gij omreist zee en land, om een Jodengenoot te maken, 2538 Matt 24:1 | discipelen kwamen bij Hem, om Hem de gebouwen des tempels 2539 Matt 24:9 | worden van alle volken, om Mijns Naams wil. ~ 2540 Matt 24:17| het dak is, kome niet af, om iets uit zijn huis weg te 2541 Matt 24:18| kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen. ~ 2542 Matt 24:22| zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen 2543 Matt 24:45| dienstboden gesteld heeft, om hunlieder hun voedsel te 2544 Matt 25:10| 10 Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; 2545 Matt 26:2 | zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden. ~ 2546 Matt 26:55| met zwaarden en stokken, om Mij te vangen; dagelijks 2547 Matt 26:58| zat hij bij de dienaren, om het einde te zien. ~ 2548 Matt 27:19| veel geleden in den droom om Zijnentwil. ~ 2549 Matt 27:26| hebbende, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden. ~ 2550 Matt 27:28| Hem een purperen mantel om; ~ 2551 Matt 27:31| aan, en leidden Hem heen om te kruisigen. ~ 2552 Matt 27:49| ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen. ~ 2553 Matt 27:55| gevolgd waren van Galilea, om Hem te dienen. ~ 2554 Matt 28:1 | Magdalena, en de andere Maria, om het graf te bezien. ~ 2555 Matt 28:8 | blijdschap, liepen zij heen, om hetzelve Zijn discipelen 2556 Matt 28:9 | 9 En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, 2557 Mark 1:6 | en met een lederen gordel om zijn lenden, en at sprinkhanen 2558 Mark 1:24| Nazarener, zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken 2559 Mark 2:10| des mensen macht heeft, om de zonden op de aarde te 2560 Mark 2:17| zijn. Ik ben niet gekomen, om te roepen rechtvaardigen, 2561 Mark 2:27| hen: De sabbat is gemaakt om den mens, niet de mens om 2562 Mark 2:27| om den mens, niet de mens om den sabbat. ~ 2563 Mark 3:9 | omtrent Hem blijven zou, om der schare wil, opdat zij 2564 Mark 3:14| Hij dezelve zou uitzenden om te prediken; ~ 2565 Mark 3:15| 15 En om macht te hebben, de ziekten 2566 Mark 3:21| hoorden, gingen zij uit, om Hem vast te houden; want 2567 Mark 3:34| rondom overzien hebbende, die om Hem zaten, zeide Hij: Ziet, 2568 Mark 4:3 | ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. ~ 2569 Mark 4:9 | tot hen: Wie oren heeft om te horen, die hore. ~ 2570 Mark 4:17| verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo worden 2571 Mark 4:22| en er is niets geschied, om verborgen te zijn, maar 2572 Mark 4:23| 23 Zo iemand oren heeft om te horen, die hore. ~ 2573 Mark 5:4 | en niemand was machtig om hem te temmen. ~ 2574 Mark 5:14| land. En zij gingen uit, om te zien, wat het was, dat 2575 Mark 5:30| uitgegaan was, keerde Zich om in de schare, en zeide: 2576 Mark 5:32| 32 En Hij zag rondom om haar te zien, die dat gedaan 2577 Mark 6:26| geworden zijnde, nochtans om de eden, en degenen, die 2578 Mark 6:31| zelfs geen gelegen tijd om te eten. ~ 2579 Mark 6:46| had, ging Hij op den berg om te bidden. ~ 2580 Mark 6:48| zij zich zeer pijnigden, om het schip voort te krijgen; 2581 Mark 6:55| die kwalijk gesteld waren, om te dragen, ter plaatse, 2582 Mark 7:16| 16 Zo iemand oren heeft om te horen, die hore. ~ 2583 Mark 7:29| 29 En Hij zeide tot haar: Om dezes woords wil ga heen, 2584 Mark 8:35| zijn leven zal verliezen, om Mijnentwil, en om des Evangelies 2585 Mark 8:35| verliezen, om Mijnentwil, en om des Evangelies wil, die 2586 Mark 9:22| en in het water geworpen, om hem te verderven; maar zo 2587 Mark 9:42| beter, dat een molensteen om zijn hals gedaan ware, en 2588 Mark 10:29| of kinderen, of akkers, om Mijnentwil en des Evangelies 2589 Mark 10:45| mensen is niet gekomen, om gediend te worden, maar 2590 Mark 10:45| gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel 2591 Mark 11:13| die bladeren had, ging Hij om te zien, of Hij ook iets 2592 Mark 11:15| duiven verkochten, keerde Hij om; ~ 2593 Mark 11:25| 25 En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien 2594 Mark 13:9 | zult gij gesteld worden, om Mijnentwil, hun tot een 2595 Mark 13:11| wanneer zij u leiden zullen, om u over te leveren, zo zijt 2596 Mark 13:13| gehaat worden van allen, om Mijns Naams wil; maar wie 2597 Mark 13:15| het huis, en ga niet in, om iets uit zijn huis weg te 2598 Mark 13:16| kere niet weder terug, om zijn kleed te nemen. ~ 2599 Mark 13:20| zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil, die 2600 Mark 13:22| tekenen en wonderen doen, om te verleiden, indien het 2601 Mark 14:8 | kon; zij is voorgekomen, om Mijn lichaam te zalven, 2602 Mark 14:48| als tegen een moordenaar, om Mij te vangen? ~ 2603 Mark 14:55| getuigenis tegen Jezus, om Hem te doden, en vonden 2604 Mark 15:15| als hij Hem gegeseld had, om gekruist te worden. ~ 2605 Mark 15:20| aan, en leidden Hem uit, om Hem te kruisigen. ~ 2606 Mark 15:36| ons zien, of Elias komt, om Hem af te nemen. ~ 2607 Luk 1:1 | ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een verhaal 2608 Luk 1:9 | in den tempel des Heeren om te reukofferen. ~ 2609 Luk 1:17 | en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der 2610 Luk 1:17 | voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een 2611 Luk 1:19 | sta, en ben uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze 2612 Luk 1:20 | dingen geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden 2613 Luk 1:25 | Hij mij aangezien heeft, om mijn versmaadheid onder 2614 Luk 1:59 | den achtsten dag kwamen, om het kindeken te besnijden, 2615 Luk 1:73 | onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven, ~ 2616 Luk 1:76 | aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden; ~ 2617 Luk 1:77 | 77 Om Zijn volk kennis der zaligheid 2618 Luk 1:79 | 79 Om te verschijnen dengenen, 2619 Luk 1:79 | duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op 2620 Luk 2:3 | 3 En zij gingen allen om beschreven te worden, een 2621 Luk 2:5 | 5 Om beschreven te worden met 2622 Luk 2:27 | Kindeken Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet 2623 Luk 3:7 | scharen, die uitkwamen, om van hem gedoopt te worden: 2624 Luk 3:12 | er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden, en zeiden 2625 Luk 3:19 | viervorst van hem bestraft werd, om Herodias' wil, de vrouw 2626 Luk 4:16 | de synagoge; en stond op om te lezen. ~ 2627 Luk 4:18 | Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie 2628 Luk 4:18 | Evangelie te verkondigen, om te genezen, die gebroken 2629 Luk 4:19 | 19 Om den gevangenen te prediken 2630 Luk 4:19 | den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden 2631 Luk 4:19 | heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename 2632 Luk 4:29 | denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te 2633 Luk 4:34 | Nazarener? Zijt Gij gekomen, om ons te verderven? Ik ken 2634 Luk 5:1 | schare op Hem aandrong, om het Woord Gods te horen, 2635 Luk 5:4 | diepte, en werp uw netten uit om te vangen. ~ 2636 Luk 5:15 | vele scharen kwamen samen om Hem te horen, en door Hem 2637 Luk 5:17 | kracht des Heeren was er om hen te genezen. ~ 2638 Luk 5:32 | 32 Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, 2639 Luk 6:12 | Hij uitging naar den berg, om te bidden, en Hij bleef 2640 Luk 6:18 | 18 Die gekomen waren, om Hem te horen, en om van 2641 Luk 6:18 | waren, om Hem te horen, en om van hun ziekten genezen 2642 Luk 6:22 | naam als kwaad verwerpen, om des Zoons des mensen wil. ~ 2643 Luk 6:42 | en dan zult gij bezien, om den splinter uit te doen, 2644 Luk 7:7 | mijzelven niet waardig geacht, om tot U te komen; maar zeg 2645 Luk 7:42 | 42 En als zij niet hadden om te betalen, schold hij het 2646 Luk 8:5 | 5 Een zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien; en 2647 Luk 8:8 | riep Hij: Wie oren heeft, om te horen, die hore. ~ 2648 Luk 8:29 | en met boeien gebonden, om bewaard te zijn; en hij 2649 Luk 8:35 | 35 En zij gingen uit, om te zien hetgeen geschied 2650 Luk 8:47 | verklaarde Hem voor al het volk, om wat oorzaak zij Hem aangeraakt 2651 Luk 9:1 | over al de duivelen, en om ziekten te genezen. ~ 2652 Luk 9:2 | 2 En Hij zond hen heen, om te prediken het Koninkrijk 2653 Luk 9:16 | en gaf ze den discipelen, om der schare voor te leggen. ~ 2654 Luk 9:24 | zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het 2655 Luk 9:28 | Jakobus, en klom op den berg, om te bidden. 2656 Luk 9:51 | richtte Hij Zijn aangezicht, om naar Jeruzalem te reizen. ~ 2657 Luk 9:52 | een vlek der Samaritanen, om voor Hem herberg te bereiden. ~ 2658 Luk 9:56 | des mensen is niet gekomen om der mensen zielen te verderven, 2659 Luk 9:56 | zielen te verderven, maar om te behouden. En zij gingen 2660 Luk 10:19 | Ziet, Ik geve u de macht, om op slangen en schorpioenen 2661 Luk 11:7 | slaapkamer; ik kan niet opstaan, om u te geven. ~ 2662 Luk 11:8 | zijn vriend is, nochtans om zijner onbeschaamdheid wil, 2663 Luk 11:11 | vader onder u, dien de zoon om brood bidt, zal hem een 2664 Luk 11:11 | een steen geven, of ook om een vis, zal hem voor een 2665 Luk 11:12 | 12 Of zo hij ook om een ei zou bidden, zal hij 2666 Luk 11:31 | van de einden der aarde, om te horen de wijsheid van 2667 Luk 11:46 | mensen met lasten, zwaar om te dragen, en zelven raakt 2668 Luk 12:42 | dienstboden zal zetten, om hun ter rechter tijd het 2669 Luk 12:49 | 49 Ik ben gekomen, om vuur op de aarde te werpen; 2670 Luk 12:51 | gij, dat Ik gekomen ben, om vrede te geven op de aarde? 2671 Luk 12:58 | naarstigheid op den weg, om van hem verlost te worden; 2672 Luk 13:8 | nog dit jaar, totdat ik om hem gegraven en mest gelegd 2673 Luk 13:15 | kribbe los, en leidt hem heen om te doen drinken? ~ 2674 Luk 13:24 | 24 Strijdt om in te gaan door de enge 2675 Luk 14:1 | Farizeen, op den sabbat, om brood te eten, dat zij Hem 2676 Luk 14:14 | omdat zij niet hebben, om u te vergelden; want het 2677 Luk 14:17 | ten ure des avondmaals, om den genoden te zeggen: Komt, 2678 Luk 14:19 | gekocht, en ik ga heen, om die te beproeven; ik bid 2679 Luk 14:31 | gaande naar den krijg, om tegen een anderen koning 2680 Luk 14:35 | het weg. Wie oren heeft, om te horen, die hore. ~  ~  ~  2681 Luk 15:1 | zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen. ~ 2682 Luk 15:15 | die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden. ~ 2683 Luk 15:20 | en toe lopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem. ~ 2684 Luk 17:2 | zijn, dat een molensteen om zijn hals gedaan ware, en 2685 Luk 17:18 | gevonden, die wederkeren, om Gode eer te geven, dan deze 2686 Luk 17:31 | huis, die kome niet af, om hetzelve weg te nemen; en 2687 Luk 18:10 | gingen op in den tempel om te bidden, de een was een 2688 Luk 18:29 | of vrouw, of kinderen, om het Koninkrijk Gods; ~ 2689 Luk 19:7 | een zondigen man ingegaan, om te herbergen. ~ 2690 Luk 19:10 | Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, 2691 Luk 19:12 | in een ver gelegen land, om voor zichzelven een koninkrijk 2692 Luk 20:20 | Zijn rede vangen mochten, om Hem aan de heerschappij 2693 Luk 21:12 | koningen en stadhouders, om Mijns Naams wil. ~ 2694 Luk 21:17 | van allen gehaat worden om Mijns Naams wil. ~ 2695 Luk 21:38 | vroeg tot Hem in den tempel, om Hem te horen. ~  ~  ~  2696 Luk 22:6 | het, en zocht gelegenheid, om Hem hun over te leveren, 2697 Luk 22:31 | heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; ~ 2698 Luk 22:47 | voor, en kwam bij Jezus, om Hem te kussen. ~ 2699 Luk 23:19 | 19 Dewelke was om zeker oproer, dat in de 2700 Luk 23:19 | de stad geschied was, en om een doodslag, in de gevangenis 2701 Luk 23:25 | liet hun los dengene, die om oproer en doodslag in de 2702 Luk 23:32 | zijnde kwaaddoeners, geleid, om met Hem gedood te worden. ~ 2703 Luk 23:48 | die samengekomen waren om dit te aanschouwen, ziende 2704 Luk 24:25 | onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de 2705 Luk 24:29 | gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven. ~ 2706 Luk 24:41 | hen: Hebt gij hier iets om te eten? ~ 2707 Joha 1:7 | kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, 2708 Joha 1:33| Die mij gezonden heeft, om te dopen met water, Die 2709 Joha 2:15| uit, en keerde de tafelen om. ~ 2710 Joha 3:29| verblijdt zich met blijdschap om de stem des bruidegoms. 2711 Joha 4:7 | kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide 2712 Joha 4:11| Hem: Heere! Gij hebt niet om mede te putten, en de put 2713 Joha 4:15| ik hier niet moet komen, om te putten. ~ 2714 Joha 4:32| tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die gij niet weet. ~ 2715 Joha 4:35| want zij zijn alrede wit om te oogsten. ~ 2716 Joha 4:38| 38 Ik heb u uitgezonden, om te maaien, hetgeen gij niet 2717 Joha 4:39| die stad geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die 2718 Joha 4:41| er geloofden er veel meer om Zijns woords wil; ~ 2719 Joha 4:42| vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil; want wij 2720 Joha 5:7 | Heere, ik heb geen mens, om mij te werpen in het badwater, 2721 Joha 5:36| de Vader gegeven heeft, om die te volbrengen, dezelve 2722 Joha 6:27| 27 Werkt niet om de spijs, die vergaat, maar 2723 Joha 6:27| spijs, die vergaat, maar om de spijs, die blijft tot 2724 Joha 7:13| vrijmoediglijk van Hem, om de vrees der Joden. ~ 2725 Joha 7:43| tweedracht onder de schare, om Zijnentwil. ~ 2726 Joha 8:6 | opdat zij iets hadden, om Hem te beschuldigen. Maar 2727 Joha 10:19| tweedracht onder de Joden, om dezer woorden wil. ~ 2728 Joha 10:31| namen wederom stenen op, om Hem te stenigen. ~ 2729 Joha 10:32| getoond van Mijn Vader; om welk werk van die stenigt 2730 Joha 11:11| slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den slaap op te 2731 Joha 11:15| 15 En Ik ben blijde om uwentwil, dat Ik daar niet 2732 Joha 11:42| Gij Mij altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom 2733 Joha 12:9 | zij kwamen, niet alleen om Jezus' wil, maar opdat zij 2734 Joha 12:11| van de Joden gingen heen om zijnentwil, en geloofden 2735 Joha 12:30| antwoordde en zeide: Niet om Mijnentwil is deze stem 2736 Joha 12:30| deze stem geschied, maar om uwentwil. ~ 2737 Joha 12:42| de oversten in Hem; maar om der Farizeen wil beleden 2738 Joha 14:2 | gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. ~ 2739 Joha 14:11| indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve. ~ 2740 Joha 15:3 | 3 Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u 2741 Joha 15:21| deze dingen zullen zij doen om Mijns Naams wil, omdat zij 2742 Joha 16:21| de benauwdheid niet meer, om de blijdschap, dat een mens 2743 Joha 17:4 | dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; ~ 2744 Joha 19:2 | wierpen Hem een purperen kleed om; ~ 2745 Joha 19:38| van Jezus was, maar bedekt om de vreze der Joden), bad 2746 Joha 19:42| Aldaar dan legden zij Jezus, om de voorbereiding der Joden, 2747 Joha 20:19| discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam 2748 Hand 1:25| 25 Om te ontvangen het lot dezer 2749 Hand 2:27| zult Uw Heilige over geven, om verderving te zien. ~ 2750 Hand 2:30| Christus verwekken zou, om Hem op zijn troon te zetten; ~ 2751 Hand 3:2 | tempels, genaamd de Schone, om een aalmoes te begeren van 2752 Hand 3:10| hem, dat hij die was, die om een aalmoes gezeten had 2753 Hand 4:21| zij hen straffen zouden, om des volks wil; want zij 2754 Hand 4:28| 28 Om te doen al wat Uw hand en 2755 Hand 5:9 | klom Petrus op het dak, om te bidden, omtrent de zesde 2756 Hand 5:29| zijnde. Zo vraag ik dan, om wat reden gijlieden mij 2757 Hand 5:33| hier tegenwoordig voor God, om te horen al hetgeen u van 2758 Hand 6:25| Barnabas ging uit naar Tarsen, om Saulus te zoeken; en als 2759 Hand 6:31| sommigen van de Gemeente, om die kwalijk te handelen. ~ 2760 Hand 6:33| behagelijk was, voer hij voort, om ook Petrus te vangen (en 2761 Hand 6:34| van vier krijgsknechten, om hem te bewaren, willende 2762 Hand 6:38| tot hem: Werp uw mantel om, en volg mij. ~ 2763 Hand 6:43| kwam een dienstmaagd voor om te luisteren, met name Rhode. ~ 2764 Hand 7:35| Heilige niet over geven, om verderving te zien. ~ 2765 Hand 7:44| bijna de gehele stad samen, om het Woord Gods te horen. ~ 2766 Hand 8:5 | Joden, met hun oversten, om hun smaadheid aan te doen, 2767 Hand 8:9 | ziende, dat hij geloof had om gezond te worden, ~ 2768 Hand 9:6 | ouderlingen vergaderden te zamen, om op deze zaak te letten. ~ 2769 Hand 9:10| dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals der 2770 Hand 9:14| heidenen heeft bezocht, om uit hen een volk aan te 2771 Hand 10:3 | hij nam en besneed hem, om der Joden wil, die in die 2772 Hand 10:4 | Jeruzalem goed gevonden waren, om die te onderhouden. ~ 2773 Hand 10:10| ons de Heere geroepen had, om denzelven het Evangelie 2774 Hand 10:18| ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: 2775 Hand 11:21| tijd tot niets anders dan om wat nieuws te zeggen en 2776 Hand 11:26| geslacht der mensen gemaakt, om op den gehelen aardbodem 2777 Hand 12:10| zal de hand aan u leggen om u kwaad te doen; want Ik 2778 Hand 13:32| meerder deel wist niet, om wat oorzaak zij samengekomen 2779 Hand 13:40| zullen verklaagd worden om den dag van heden, alzo 2780 Hand 14:1 | gegroet hebbende, ging uit om naar Macedonie te reizen. ~ 2781 Hand 14:7 | discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, handelde 2782 Hand 14:16| want hij spoedde zich, om (zo het hem mogelijk ware) 2783 Hand 14:24| Heere Jezus ontvangen heb, om te betuigen het Evangelie 2784 Hand 14:28| opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, 2785 Hand 14:30| sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken 2786 Hand 14:37| allen; en zij, vallende om den hals van Paulus, kusten 2787 Hand 16:5 | ben naar Damaskus gereisd, om ook degenen, die daar waren, 2788 Hand 16:14| u te voren verordineerd, om Zijn wil te kennen, en den 2789 Hand 16:24| opdat hij verstaan mocht, om wat oorzaak zij alzo over 2790 Hand 17:3 | gewitte wand! Zit gij ook om mij te oordelen naar de 2791 Hand 17:15| en wij zijn bereid hem om te brengen, eer hij bij 2792 Hand 17:20| Joden zijn overeengekomen, om van u te begeren, dat gij 2793 Hand 18:11| van dat ik ben opgekomen om te aanbidden te Jeruzalem; ~ 2794 Hand 18:16| hierin oefen ik mijzelven, om altijd een onergerlijk geweten 2795 Hand 18:17| vele jaren ben ik gekomen om aalmoezen te doen aan mijn 2796 Hand 19:3 | Jeruzalem; en leggende een lage, om hem op den weg om te brengen. ~ 2797 Hand 19:3 | lage, om hem op den weg om te brengen. ~ 2798 Hand 19:13| Agrippa en Bernice te Cesarea, om Festus te begroeten. ~ 2799 Hand 19:15| 15 Om wiens wil, als ik te Jeruzalem 2800 Hand 20:16| hiertoe ben Ik u verschenen, om u te stellen tot een dienaar 2801 Hand 20:18| 18 Om hun ogen te openen, en hen 2802 Hand 20:21| 21 Om dezer zaken wil hebben mij 2803 Hand 20:21| tempel gegrepen en gepoogd om te brengen. ~ 2804 Hand 21:3 | tot de vrienden te gaan, om van hen bezorgd te worden. ~ 2805 Hand 21:12| alzo de haven ongelegen was om te overwinteren, vond het 2806 Hand 21:12| te Fenix konden aankomen om te overwinteren, zijnde 2807 Hand 22:2 | namen zij ons allen in, om den regen, die overkwam, 2808 Hand 22:2 | regen, die overkwam, en om de koude. ~ 2809 Hand 22:20| 20 Om deze oorzaak dan heb ik 2810 Hand 22:20| heb ik u bij mij geroepen, om u te zien en aan te spreken; 2811 Rom 1:10 | werd, door den wil van God, om tot ulieden te komen. ~ 2812 Rom 1:11 | 11 Want ik verlang om u te zien, opdat ik u enige 2813 Rom 1:12 | 12 Dat is, om mede vertroost te worden 2814 Rom 1:15 | mij is, dat is volvaardig, om u ook, die te Rome zijt, 2815 Rom 1:24 | harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander 2816 Rom 1:28 | overgegeven in een verkeerden zin, om te doen dingen, die niet 2817 Rom 2:24 | Want de Naam van God wordt om uwentwil gelasterd onder 2818 Rom 3:15 | 15 Hun voeten zijn snel om bloed te vergieten; ~ 2819 Rom 3:24 | 24 En worden om niet gerechtvaardigd, uit 2820 Rom 4:23 | 23 Nu is het niet alleen om zijnentwil geschreven, dat 2821 Rom 4:24 | 24 Maar ook om onzentwil, welken het zal 2822 Rom 4:25 | 25 Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt 2823 Rom 4:25 | onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking. ~  ~ 2824 Rom 6:12 | in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de 2825 Rom 6:19 | spreek op menselijke wijze, om der zwakheid uws vleses 2826 Rom 6:19 | gij uw leden gesteld hebt, om dienstbaar te zijn der onreinigheid 2827 Rom 6:19 | alzo stelt nu uw leden, om dienstbaar te zijn der gerechtigheid, 2828 Rom 7:5 | wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen. ~ 2829 Rom 8:10 | is wel het lichaam dood om der zonden wil; maar de 2830 Rom 8:10 | maar de geest is leven om der gerechtigheid wil. ~ 2831 Rom 8:12 | schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven. ~ 2832 Rom 8:20 | onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid 2833 Rom 8:36 | Gelijk geschreven is: Want om Uwentwil worden wij den 2834 Rom 9:21 | geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te 2835 Rom 11:8 | des diepen slaaps; ogen om niet te zien, en oren om 2836 Rom 11:8 | om niet te zien, en oren om niet te horen) tot op den 2837 Rom 11:10 | ogen verduisterd worden, om niet te zien; en verkrom 2838 Rom 11:11 | zaligheid den heidenen geworden, om hen tot jaloersheid te verwekken. ~ 2839 Rom 11:23 | worden; want God is machtig om dezelve weder in te enten. ~ 2840 Rom 11:28 | aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande 2841 Rom 11:28 | verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil; ~ 2842 Rom 13:5 | onderworpen te zijn, niet alleen om der straffe, maar ook om 2843 Rom 13:5 | om der straffe, maar ook om des gewetens wil. ~ 2844 Rom 14:15 | 15 Maar indien uw broeder om der spijze wil bedroefd 2845 Rom 14:20 | Verbreek het werk van God niet om der spijze wil. Alle dingen 2846 Rom 15:12 | Jessai, en Die opstaat, om over de heidenen te gebieden; 2847 Rom 15:14 | met alle kennis, machtig om ook elkander te vermanen. ~ 2848 Rom 15:15 | wederom dit indachtig makende, om de genade, die mij van God 2849 Rom 15:20 | zeer begerig geweest ben om het Evangelie te verkondigen, 2850 Rom 15:23 | groot verlangen hebbende, om tot u te komen, ~ 2851 1Kor 1:8 | bevestigen tot het einde toe, om onstraffelijk te zijn in 2852 1Kor 1:17| heeft mij niet gezonden, om te dopen, maar om het Evangelie 2853 1Kor 1:17| gezonden, om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen; 2854 1Kor 4:6 | bij gelijkenis toegepast, om uwentwil; opdat gij aan 2855 1Kor 4:6 | is, dat gij niet, de een om eens anders wil, opgeblazen 2856 1Kor 4:10| 10 Wij zijn dwazen om Christus' wil, maar gij 2857 1Kor 4:14| schrijf deze dingen niet om u te beschamen, maar als 2858 1Kor 7:2 | 2 Maar om der hoererijen wil zal een 2859 1Kor 7:25| den Heere gekregen heb, om getrouw te zijn. ~ 2860 1Kor 7:26| houde dan dit goed te zijn, om den aanstaanden nood, dat 2861 1Kor 7:35| over u zou werpen, maar om u te leiden tot hetgeen 2862 1Kor 7:35| wel voegt, en bekwaam is, om den Heere wel aan te hangen, 2863 1Kor 7:39| ontslapen is, zo is zij vrij, om te trouwen, dien zij wil, 2864 1Kor 8:10| is, niet gestijfd worden, om te eten de dingen, die den 2865 1Kor 8:11| uw kennis verloren gaan, om welken Christus gestorven 2866 1Kor 9:4 | 4 Hebben wij niet macht, om te eten en te drinken? ~ 2867 1Kor 9:5 | 5 Hebben wij niet macht, om een vrouw, een zuster zijnde, 2868 1Kor 9:5 | een zuster zijnde, met ons om te leiden, gelijk ook de 2869 1Kor 9:10| Of zegt Hij dat ganselijk om onzentwil? Want om onzentwil 2870 1Kor 9:10| ganselijk om onzentwil? Want om onzentwil is dat geschreven; 2871 1Kor 9:18| Christus kosteloos stelle, om mijn macht in het Evangelie 2872 1Kor 9:23| 23 En dit doe ik om des Evangelies wil, opdat 2873 1Kor 9:25| 25 En een iegelijk, die om prijs strijdt, onthoudt 2874 1Kor 10:7 | staat: Het volk zat neder om te eten, en om te drinken, 2875 1Kor 10:7 | zat neder om te eten, en om te drinken, en zij stonden 2876 1Kor 10:7 | drinken, en zij stonden op om te spelen. ~ 2877 1Kor 10:25| wordt, niets ondervragende, om des gewetens wil; ~ 2878 1Kor 10:27| wordt, niets ondervragende, om des gewetens wil. ~ 2879 1Kor 10:28| afgodenoffer; eet het niet, om desgenen wil, die u dat 2880 1Kor 10:28| kennen gegeven heeft, en om des gewetens wil. Want de 2881 1Kor 10:29| 29 Doch ik zeg: om het geweten, niet van uzelven, 2882 1Kor 11:9 | is de man niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw 2883 1Kor 11:9 | de vrouw, maar de vrouw om den man. ~ 2884 1Kor 11:10| macht op het hoofd hebben, om der engelen wil. ~ 2885 1Kor 11:22| Hebt gij dan geen huizen, om er te eten en te drinken? 2886 1Kor 11:33| broeders, als gij samenkomt om te eten, verwacht elkander. ~ 2887 1Kor 14:1 | de liefde na, en ijvert om de geestelijke gaven, maar 2888 1Kor 14:39| Zo dan, broeders, ijvert om te profeteren, en verhindert 2889 1Kor 16:3 | achten door brieven, zenden, om uw gave naar Jeruzalem over 2890 2Kor 1:23| over mijn ziel, dat ik, om u te sparen, nog te Korinthe 2891 2Kor 2:10| heb, heb ik het vergeven om uwentwil, voor het aangezicht 2892 2Kor 2:12| Voorts, als ik te Troas kwam, om het Evangelie van Christus 2893 2Kor 3:6 | ook bekwaam gemaakt heeft, om te zijn dienaars des Nieuwen 2894 2Kor 3:7 | niet konden sterk aanzien, om de heerlijkheid zijns aangezichts, 2895 2Kor 4:5 | dat wij uw dienaars zijn om Jezus' wil. ~ 2896 2Kor 4:6 | harten geschenen heeft, om te geven verlichting der 2897 2Kor 4:11| in den dood overgegeven om Jezus' wil; opdat ook het 2898 2Kor 4:15| Want al deze dingen zijn om uwentwil, opdat de vermenigvuldigde 2899 2Kor 5:8 | en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen, 2900 2Kor 5:9 | inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn. ~ 2901 2Kor 6:13| 13 Nu, om dezelfde vergelding te doen,, 2902 2Kor 7:3 | gij in onze harten zijt, om samen te sterven en samen 2903 2Kor 7:12| geschreven heb, dat is niet om diens wil, die onrecht gedaan 2904 2Kor 7:12| onrecht gedaan had, noch om diens wil, die onrecht gedaan 2905 2Kor 8:9 | Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, 2906 2Kor 8:11| volvaardigheid des gemoeds om te willen, er ook alzo zij 2907 2Kor 8:14| tegenwoordigen tijd, uw overvloed zij om hun gebrek te vervullen; 2908 2Kor 8:14| opdat ook hun overvloed zij om uw gebrek te vervullen, 2909 2Kor 8:19| van de Gemeenten verkoren, om met ons te reizen met deze 2910 2Kor 9:14| welke naar u verlangen, om de uitnemende genade Gods 2911 2Kor 10:6 | gereed hebben, hetgeen dient om te wreken alle ongehoorzaamheid, 2912 2Kor 10:16| 16 Om het Evangelie te verkondigen 2913 2Kor 10:16| van u gelegen zijn; niet om te roemen in eens anders 2914 2Kor 11:2 | ik heb ulieden toebereid, om u als een reine maagd aan 2915 2Kor 11:3 | zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, 2916 2Kor 11:7 | ik u het Evangelie Gods om niet verkondigd heb? ~ 2917 2Kor 11:8 | bezoldiging van haar nemende, om u te bedienen; en als ik 2918 2Kor 11:12| doe, dat zal ik nog doen, om de oorzaak af te snijden 2919 2Kor 12:10| vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil; want als 2920 2Kor 12:14| ten derden male gereed, om tot u te komen, en zal u 2921 Gal 1:18 | jaren weder te Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik 2922 Gal 2:4 | 4 En dat om der ingekropen valse broederen 2923 Gal 2:4 | bezijden ingekomen waren, om te verspieden onze vrijheid, 2924 Gal 3:10 | is in het boek der wet, om dat te doen. ~ 2925 Gal 3:17 | niet krachteloos gemaakt, om de beloftenis te niet te 2926 Gal 3:19 | Waartoe is dan de wet? Zij is om der overtredingen wil daarbij 2927 Efez 1:10| 10 Om in de bedeling van de volheid 2928 Efez 3:1 | 1 Om deze oorzaak ben ik Paulus 2929 Efez 3:8 | is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het 2930 Efez 3:14| 14 Om deze oorzaak buig ik mijn 2931 Efez 4:14| mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te 2932 Efez 4:19| overgegeven tot ontuchtigheid, om alle onreinigheid gieriglijk 2933 Efez 5:6 | met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn 2934 Efez 6:19| monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het 2935 Fili 1:23| gedrongen, hebbende begeerte, om ontbonden te worden en met 2936 Fili 1:24| vlees te blijven, is nodiger om uwentwil. ~ 2937 Fili 2:18| 18 En om datzelfde verblijdt gij 2938 Fili 2:30| 30 Want om het werk van Christus was 2939 Fili 3:7 | mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht. ~ 2940 Fili 3:8 | alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis 2941 Fili 3:8 | Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen 2942 Fili 4:10| wederom verwakkerd zijt om aan mij te gedenken; waaraan 2943 Kol 1:5 | 5 Om de hoop, die u weggelegd 2944 Kol 1:12 | ons bekwaam gemaakt heeft, om deel te hebben in de erve 2945 Kol 1:25 | die mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord Gods; ~ 2946 Kol 3:6 | 6 Om welke de toorn Gods komt 2947 Kol 4:3 | de deur des Woords opene, om te spreken de verborgenheid 2948 Kol 4:3 | verborgenheid van Christus, om welke ik ook gebonden ben; ~ 2949 1The 1:5 | wij onder u geweest zijn om uwentwil. ~ 2950 1The 1:9 | bekeerd zijt van de afgoden, om den levenden en waarachtigen 2951 1The 2:2 | vrijmoedigheid gebruikt in onzen God, om het Evangelie van God tot 2952 1The 2:17| overvloediger benaarstigd, om uw aangezicht te zien, met 2953 1The 3:2 | Evangelie van Christus, om u te versterken, en u te 2954 1The 3:5 | verdragen, heb ik hem gezonden, om uw geloof te verstaan; of 2955 1The 3:6 | hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij 2956 1The 3:6 | te zien, gelijk wij ook om ulieden; ~ 2957 1The 3:9 | blijdschap, waarmede wij ons om uwentwil verblijden voor 2958 1The 3:10| overvloediglijk biddende, om uw aangezicht te mogen zien, 2959 1The 3:13| Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in 2960 1The 4:9 | gijzelven zijt van God geleerd om elkander lief te hebben. ~ 2961 1The 5:13| hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam 2962 2The 1:10| Wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt te worden in 2963 2The 2:10| niet aangenomen hebben, om zalig te worden. ~ 2964 2The 3:9 | zouden tot een voorbeeld, om ons na te volgen. ~ 2965 1Tim 1:15| in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken, 2966 1Tim 3:2 | gaarne herbergende, bekwaam om te leren; ~ 2967 1Tim 5:23| gebruik een weinig wijn, om uw maag en uw menigvuldige 2968 1Tim 6:17| dingen rijkelijk verleent, om te genieten; ~ 2969 2Tim 1:4 | 4 Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk 2970 2Tim 1:6 | 6 Om welke oorzaak ik u indachtig 2971 2Tim 1:12| 12 Om welke oorzaak ik ook deze 2972 2Tim 2:2 | welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren. ~ 2973 2Tim 2:9 | 9 Om hetwelk ik verdrukkingen 2974 2Tim 2:10| Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat 2975 2Tim 2:15| 15 Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor 2976 2Tim 2:24| zijn jegens allen, bekwaam om te leren, en die de kwaden 2977 2Tim 4:21| 21 Benaarstig u, om voor den winter te komen. 2978 2Tim 5:5 | 5 Om die oorzaak heb ik u te 2979 2Tim 5:9 | opdat hij machtig zij, beide om te vermanen door de gezonde 2980 2Tim 5:9 | door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. ~ 2981 2Tim 5:11| lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil. ~ 2982 Tit 1:5 | 5 Om die oorzaak heb ik u te 2983 Tit 1:9 | opdat hij machtig zij, beide om te vermanen door de gezonde 2984 Tit 1:9 | door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen. ~ 2985 Tit 1:11 | lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil. ~ 2986 Tit 3:8 | God geloven, zorg dragen, om goede werken voor te staan; 2987 File 1:8 | vrijmoedigheid heb in Christus, om u te bevelen, hetgeen betamelijk 2988 Heb 1:14 | dienst uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid 2989 Heb 2:10 | 10 Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn, 2990 Heb 2:11 | worden, zijn allen uit een; om welke oorzaak Hij Zich niet 2991 Heb 2:17 | die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen. ~ 2992 Heb 3:12 | een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den levenden 2993 Heb 4:11 | ons dan ons benaarstigen, om in die rust in te gaan; 2994 Heb 4:16 | verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer 2995 Heb 5:3 | 3 En om derzelver zwakheid wil moet 2996 Heb 5:5 | Zichzelven niet verheerlijkt, om Hogepriester te worden, 2997 Heb 5:11 | hebben vele dingen, en zwaar om te verklaren, te zeggen, 2998 Heb 5:11 | zeggen, dewijl gij traag om te horen geworden zijt. ~ 2999 Heb 6:18 | toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast 3000 Heb 7:5 | ontvangen, hebben wel bevel om tienden te nemen van het


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3088

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License