1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3081
Book Chapter: Verse
1001 Job 36:52 | ons, wat wij Hem zeggen zullen; want wij zullen niets ordentelijk
1002 Job 36:52 | zeggen zullen; want wij zullen niets ordentelijk voorstellen
1003 Job 39:25 | 25 Zullen de metgezellen over hem
1004 Job 39:25 | hem een maaltijd bereiden? Zullen zij hem delen onder de kooplieden? ~
1005 Psa 1:5 | 5Daarom zullen de goddelozen niet bestaan
1006 Psa 5:6 | 6 De onzinnigen zullen voor Uw ogen niet bestaan;
1007 Psa 6:11 | 11 Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd
1008 Psa 6:11 | en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in
1009 Psa 6:11 | zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd
1010 Psa 9:11 | 11 En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij,
1011 Psa 9:18 | 18 De goddelozen zullen terugkeren, naar de hel
1012 Psa 12:5 | 5Die daar zeggen: Wij zullen de overhand hebben met onze
1013 Psa 16:4 | anderen God begiftigen, zullen vermenigvuldigd worden;
1014 Psa 20:6 | 6 Wij zullen juichen over Uw heil, en
1015 Psa 20:8 | die van paarden; maar wij zullen vermelden van den Naam des
1016 Psa 21:12 | schandelijke daad bedacht, doch zullen niets vermogen. ~
1017 Psa 21:14 | HEERE! in Uw sterkte; zo zullen wij zingen, en Uw macht
1018 Psa 22:27 | 27 De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden;
1019 Psa 22:27 | en verzadigd worden; zij zullen den HEERE prijzen, die Hem
1020 Psa 22:28 | 28 Alle einden der aarde zullen het gedenken, en zich tot
1021 Psa 22:28 | geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden. ~
1022 Psa 22:30 | 30 Alle vetten op aarde zullen eten, en aanbidden; allen,
1023 Psa 22:30 | in het stof nederdalen, zullen voor Zijn aangezicht nederbukken;
1024 Psa 22:32 | 32 Zij zullen aankomen, en Zijn gerechtigheid
1025 Psa 23:6 | 6Immers zullen mij het goede en de weldadigheid
1026 Psa 25:3 | allen, die U verwachten, zullen niet beschaamd worden; zij
1027 Psa 25:3 | niet beschaamd worden; zij zullen beschaamd worden, die trouwelooslijk
1028 Psa 32:6 | overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken. ~
1029 Psa 35:3 | HEERE; de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn. ~
1030 Psa 35:22 | den rechtvaardige haten, zullen schuldig verklaard worden. ~
1031 Psa 35:23 | allen, die op Hem betrouwen, zullen niet schuldig verklaard
1032 Psa 36:10 | 10 Al mijn beenderen zullen zeggen: HEERE, wie is U
1033 Psa 38:2 | 2 Want als gras zullen zij haast worden afgesneden,
1034 Psa 38:2 | de groene grasscheutjes zullen zij afvallen. ~
1035 Psa 38:9 | 9 Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar
1036 Psa 38:9 | den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten. ~
1037 Psa 38:11 | zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten,
1038 Psa 38:15 | hart gaan; en hun bogen zullen verbroken worden. ~
1039 Psa 38:17 | de armen der goddelozen zullen verbroken worden; maar de
1040 Psa 38:19 | 19 Zij zullen niet beschaamd worden in
1041 Psa 38:19 | in de dagen des hongers zullen zij verzadigd worden. ~
1042 Psa 38:20 | Caph. Maar de goddelozen zullen vergaan, en de vijanden
1043 Psa 38:20 | en de vijanden des HEEREN zullen verdwijnen, als het kostelijkste
1044 Psa 38:20 | der lammeren; met den rook zullen zij verdwijnen. ~
1045 Psa 38:22 | 22 Want zijn gezegenden zullen de aarde erfelijk bezitten;
1046 Psa 38:22 | bezitten; maar zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden. ~
1047 Psa 38:29 | 29 De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten,
1048 Psa 38:31 | in zijn hart; zijn gangen zullen niet slibberen. ~
1049 Psa 41:4 | lofzang onzen Gode; velen zullen het zien, en vrezen, en
1050 Psa 44:6 | 6 Door U zullen wij onze wederpartijders
1051 Psa 44:6 | hoornen stoten; in Uw Naam zullen wij vertreden, die tegen
1052 Psa 44:9 | den gansen dag, en Uw Naam zullen wij loven in eeuwigheid.
1053 Psa 45:6 | pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij treffen
1054 Psa 45:13 | de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk
1055 Psa 45:15 | zijn, haar medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden. ~
1056 Psa 45:16 | 16 Zij zullen geleid worden met alle blijdschap
1057 Psa 45:16 | blijdschap en verheuging; zij zullen ingaan in des Konings paleis. ~
1058 Psa 45:17 | In plaats van Uw vaderen zullen Uw zonen zijn; Gij zult
1059 Psa 45:18 | geslacht tot geslacht; daarom zullen U de volken loven eeuwiglijk
1060 Psa 46:3 | 3 Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde
1061 Psa 46:5 | 5 De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods,
1062 Psa 49:12 | gedachte is, dat hun huizen zullen zijn in eeuwigheid, hun
1063 Psa 49:15 | afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien
1064 Psa 49:20 | vaderen; tot in eeuwigheid zullen zij het licht niet zien. ~
1065 Psa 51:15 | wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren. ~
1066 Psa 51:21 | gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw
1067 Psa 52:8 | 8 En de rechtvaardigen zullen het zien, en vrezen; en
1068 Psa 52:8 | zien, en vrezen; en zij zullen over hem lachen, zeggende: ~
1069 Psa 55:24 | mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen niet ter helft
1070 Psa 56:10 | 10 Dan zullen mijn vijanden achterwaarts
1071 Psa 57:2 | totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan. ~
1072 Psa 60:14 | 14 In God zullen wij kloeke daden doen, en
1073 Psa 61:7 | dagen toedoen; zijn jaren zullen zijn als van geslacht tot
1074 Psa 63:10 | zoeken tot verwoesting, zullen komen in de onderste plaatsen
1075 Psa 63:11 | geweld des zwaards; zij zullen de vossen ten deel worden. ~
1076 Psa 64:10 | 10 En alle mensen zullen vrezen, en Gods werk verkondigen,
1077 Psa 64:11 | alle oprechten van hart zullen zich beroemen. ~
1078 Psa 65:5 | wone in Uw voorhoven; wij zullen verzadigd worden met het
1079 Psa 66:3 | de grootheid Uwer sterkte zullen zich Uw vijanden geveinsdelijk
1080 Psa 67:4 | 4De volken zullen U, o God! loven; de volken,
1081 Psa 67:4 | loven; de volken, altemaal, zullen U loven. ~
1082 Psa 67:5 | 5De natien zullen zich verblijden en juichen,
1083 Psa 67:6 | 6De volken zullen U, o God! loven; de volken,
1084 Psa 67:6 | loven; de volken, altemaal, zullen U loven. ~
1085 Psa 67:8 | en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. ~
1086 Psa 68:2 | zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden, en Zijn
1087 Psa 68:2 | verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden. ~
1088 Psa 68:3 | was voor het vuur smelt, zullen de goddelozen vergaan van
1089 Psa 68:4 | 4 Maar de rechtvaardigen zullen zich verblijden; zij zullen
1090 Psa 68:4 | zullen zich verblijden; zij zullen van vreugde opspringen voor
1091 Psa 68:30 | tempels wil te Jeruzalem, zullen U de koningen geschenk toebrengen. ~
1092 Psa 68:32 | 32 Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte; Morenland
1093 Psa 69:33 | zachtmoedigen, dit gezien hebbende, zullen zich verblijden; en gij,
1094 Psa 69:36 | van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen, en haar erfelijk
1095 Psa 69:37 | liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen. ~
1096 Psa 71:23 | 23 Mijn lippen zullen juichen, wanneer ik U zal
1097 Psa 72:3 | 3 De bergen zullen den volke vrede dragen,
1098 Psa 72:5 | 5 Zij zullen U vrezen, zolang de zon
1099 Psa 72:5 | vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht. ~
1100 Psa 72:9 | ingezetenen van dorre plaatsen zullen voor zijn aangezicht knielen,
1101 Psa 72:9 | knielen, en zijn vijanden zullen het stof lekken. ~
1102 Psa 72:10 | van Tharsis en de eilanden zullen geschenken aanbrengen; de
1103 Psa 72:10 | koningen van Scheba en Seba zullen vereringen toevoeren. ~
1104 Psa 72:11 | 11 Ja, alle koningen zullen zich voor hem nederbuigen,
1105 Psa 72:11 | nederbuigen, alle heidenen zullen hem dienen. ~
1106 Psa 72:16 | Libanon; en die van de stad zullen bloeien als het kruid der
1107 Psa 72:17 | voortgeplant worden; en zij zullen in hem gezegend worden;
1108 Psa 72:17 | gezegend worden; alle heidenen zullen hem welgelukzalig roemen. ~
1109 Psa 73:27 | ziet, die verre van U zijn, zullen vergaan; Gij roeit uit,
1110 Psa 75:9 | alle goddelozen der aarde zullen zijn droesemen uitzuigende
1111 Psa 75:11 | hoornen des rechtvaardigen zullen verhoogd worden. ~
1112 Psa 78:4 | 4 Wij zullen het niet verbergen voor
1113 Psa 79:13 | 13 Zo zullen wij, Uw volk en de schapen
1114 Psa 79:13 | geslacht tot geslacht; wij zullen Uw roem vertellen. ~
1115 Psa 80:4 | Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. ~
1116 Psa 80:8 | Uw aangezicht lichten; zo zullen wij verlost worden. ~
1117 Psa 80:19 | 19 Zo zullen wij van U niet terugkeren;
1118 Psa 80:19 | behoud ons in het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen. ~
1119 Psa 80:20 | Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden. ~ ~ ~
1120 Psa 85:11 | goedertierenheid en waarheid zullen elkander ontmoeten; de gerechtigheid
1121 Psa 85:11 | de gerechtigheid en vrede zullen elkander kussen. ~
1122 Psa 86:9 | Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor
1123 Psa 86:9 | gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw aanschijn nederbuigen,
1124 Psa 87:7 | mitsgaders al mijn fonteinen, zullen binnen u zijn. ~ ~ ~ ~
1125 Psa 88:11 | wonder doen aan de doden? Of zullen de overledenen opstaan,
1126 Psa 88:11 | de overledenen opstaan, zullen zij U loven? Sela. ~
1127 Psa 88:13 | 13 Zullen Uw wonderen bekend worden
1128 Psa 89:16 | geklank kent; o HEERE! zij zullen in het licht Uws aanschijns
1129 Psa 89:17 | 17 Zij zullen zich den gansen dag verheugen
1130 Psa 89:25 | en Mijn goedertierenheid zullen met hem zijn; en zijn hoorn
1131 Psa 90:14 | Uw goedertierenheid, zo zullen wij juichen, en verblijd
1132 Psa 91:7 | 7 Aan uw zijden zullen er duizend vallen, en tien
1133 Psa 91:12 | 12 Zij zullen u op de handen dragen, opdat
1134 Psa 92:10 | HEERE! want zie, Uw vijanden zullen vergaan; al de werkers der
1135 Psa 92:10 | werkers der ongerechtigheid zullen verstrooid worden. ~
1136 Psa 92:12 | verspieders aanschouwen; mijn oren zullen het horen, aangaande de
1137 Psa 92:15 | In den grijzen ouderdom zullen zij nog vruchten dragen;
1138 Psa 92:15 | nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn, ~
1139 Psa 94:3 | 3 Hoe lang zullen de goddelozen, o HEERE!
1140 Psa 94:3 | goddelozen, o HEERE! hoe lang zullen de goddelozen van vreugde
1141 Psa 94:15 | alle oprechten van hart zullen hetzelve navolgen. ~
1142 Psa 95:11 | gezworen: Zo zij in Mijn rust zullen ingaan! ~
1143 Psa 101:6 | 6Mijn ogen zullen zijn op de getrouwen in
1144 Psa 102:16 | 16 Dan zullen de heidenen den Naam des
1145 Psa 102:23 | Wanneer de volken samen zullen vergaderd worden, ook de
1146 Psa 102:27 | 27 Die zullen vergaan, maar Gij zult staande
1147 Psa 102:27 | staande blijven; en zij alle zullen als een kleed verouden;
1148 Psa 102:27 | veranderen als een gewaad, en zij zullen veranderd zijn. ~
1149 Psa 102:28 | zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geeindigd worden. ~
1150 Psa 102:29 | De kinderen Uwer knechten zullen wonen, en hun zaad zal voor
1151 Psa 104:9 | dien zij niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet
1152 Psa 104:9 | niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken. ~
1153 Psa 104:35 | 35 De zondaars zullen van de aarde verdaan worden,
1154 Psa 104:35 | worden, en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof den
1155 Psa 108:14 | 14 In God zullen wij kloeke daden doen, en
1156 Psa 115:17 | 17 De doden zullen den HEERE niet prijzen,
1157 Psa 115:18 | 18 Maar wij zullen den HEERE loven van nu aan
1158 Psa 118:20 | dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan. ~
1159 Psa 119:74 | 74 Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden,
1160 Psa 119:84 | 84 Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn?
1161 Psa 119:171 | 171 Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten,
1162 Psa 122:1 | die tot mij zeggen: Wij zullen in het huis des HEEREN gaan. ~
1163 Psa 126:5 | 5Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. ~
1164 Psa 127:5 | dezelve gevuld heeft; zij zullen niet beschaamd worden, als
1165 Psa 127:5 | met de vijanden spreken zullen in de poort. ~ ~
1166 Psa 132:7 | 7 Wij zullen in Zijn woningen ingaan,
1167 Psa 132:7 | Zijn woningen ingaan, wij zullen ons nederbuigen voor de
1168 Psa 132:12 | Indien uw zonen Mijn verbond zullen houden, en Mijn getuigenissen,
1169 Psa 132:12 | die Ik hun leren zal; zo zullen ook hun zonen tot in eeuwigheid
1170 Psa 132:16 | bekleden, en haar gunstgenoten zullen zeer juichen. ~
1171 Psa 138:4 | 4Alle koningen der aarde zullen U, o HEERE! loven, wanneer
1172 Psa 138:4 | loven, wanneer zij gehoord zullen hebben de redenen Uws monds. ~
1173 Psa 138:5 | 5En zij zullen zingen van de wegen des
1174 Psa 140:14 | Gewisselijk, de rechtvaardigen zullen Uw Naam loven; de oprechten
1175 Psa 140:14 | Naam loven; de oprechten zullen voor Uw aangezicht blijven. ~ ~
1176 Psa 142:8 | loven; de rechtvaardigen zullen mij omringen, wanneer Gij
1177 Psa 145:4 | Uw werken roemen; en zij zullen Uw mogendheden verkondigen. ~
1178 Psa 145:6 | 6 Vau. En zij zullen vermelden de kracht Uwer
1179 Psa 145:7 | 7 Zain. Zij zullen de gedachtenis der grootheid
1180 Psa 145:7 | overvloediglijk uitstorten, en zij zullen Uw gerechtigheid met gejuich
1181 Psa 145:10 | Jod. Al Uw werken, HEERE, zullen U loven, en Uw gunstgenoten
1182 Psa 145:10 | loven, en Uw gunstgenoten zullen U zegenen. ~
1183 Psa 145:11 | 11 Caph. Zij zullen de heerlijkheid Uws Koninkrijks
1184 Psa 145:11 | vermelden, en Uw mogendheid zullen zij uitspreken. ~
1185 Psa 149:6 | 6De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en een
1186 Spre 1:9 | 9 Want zij zullen uw hoofd een aangenaam toevoegsel
1187 Spre 1:13 | Alle kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen
1188 Spre 1:13 | wij vinden, onze huizen zullen wij met roof vullen. ~
1189 Spre 1:14 | midden onder ons werpen; wij zullen allen een buidel hebben. ~
1190 Spre 1:28 | 28 Dan zullen zij tot Mij roepen, maar
1191 Spre 1:28 | zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen
1192 Spre 1:28 | zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden; ~
1193 Spre 1:31 | 31 Zo zullen zij eten van de vrucht van
1194 Spre 2:19 | Allen die tot haar ingaan, zullen niet wederkomen, en zullen
1195 Spre 2:19 | zullen niet wederkomen, en zullen de paden des levens niet
1196 Spre 2:21 | 21 Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de
1197 Spre 2:21 | bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven; ~
1198 Spre 2:22 | Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid
1199 Spre 2:22 | worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden. ~ ~
1200 Spre 3:2 | jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. ~
1201 Spre 3:10 | 10 Zo zullen uw schuren met overvloed
1202 Spre 3:22 | 22 Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn,
1203 Spre 3:35 | 35 De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen
1204 Spre 4:10 | en de jaren des levens zullen u vermenigvuldigd worden. ~
1205 Spre 4:19 | waarover zij struikelen zullen. ~
1206 Spre 5:22 | 22 Den goddeloze zullen zijn ongerechtigheden vangen,
1207 Spre 8:17 | en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. ~
1208 Spre 9:11 | 11 Want door Mij zullen uw dagen vermenigvuldigen,
1209 Spre 9:11 | en de jaren des levens zullen u toegedaan worden. ~
1210 Spre 10:30 | worden; maar de goddelozen zullen de aarde niet bewonen. ~
1211 Spre 11:28 | maar de rechtvaardigen zullen groenen als loof. ~
1212 Spre 12:21 | wedervaren; maar de goddelozen zullen met kwaad vervuld worden. ~
1213 Spre 12:24 | heersen; maar de bedriegers zullen onder cijns wezen. ~
1214 Spre 14:18 | dwaasheid; maar de kloekzinnigen zullen zich met wetenschap kronen. ~
1215 Spre 15:7 | De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien;
1216 Spre 16:3 | den HEERE, en uw gedachten zullen bevestigd worden. ~
1217 Spre 22:18 | uw binnenste bewaart; zij zullen samen op uw lippen gepast
1218 Spre 23:16 | 16 En mijn nieren zullen van vreugde opspringen,
1219 Spre 23:16 | lippen billijkheden spreken zullen. ~
1220 Spre 23:33 | 33 Uw ogen zullen naar vreemde vrouwen zien,
1221 Spre 24:16 | opstaan; maar de goddelozen zullen in het kwaad nederstruikelen. ~
1222 Spre 24:24 | zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de
1223 Spre 24:24 | volken vervloeken, de natien zullen hem gram zijn. ~
1224 Spre 27:26 | 26 De lammeren zullen zijn tot uw kleding, en
1225 Spre 28:10 | gracht vallen; maar de vromen zullen het goede beerven. ~
1226 Spre 29:16 | maar de rechtvaardigen zullen hun val aanzien. ~
1227 Spre 30:17 | der moeder veracht, dat zullen de raven der beek uitpikken,
1228 Spre 30:17 | uitpikken, en des arends jongen zullen het eten. ~
1229 Pred 1:11 | navolgende dingen, die zijn zullen, van dezelve zal ook geen
1230 Pred 1:11 | die namaals wezen zullen. ~
1231 Pred 3:18 | zal verklaren, en dat zij zullen zien, dat zij als de beesten
1232 Pred 4:12 | een mocht overweldigen, zo zullen de twee tegen hem bestaan;
1233 Pred 4:16 | geweest zijn; de nakomelingen zullen zich ook over hem niet verblijden;
1234 Pred 9:5 | levenden weten, dat zij sterven zullen, maar de doden weten niet
1235 Pred 11:6 | beide te zamen goed zijn zullen. ~
1236 Pred 11:8 | der duisternis, want die zullen veel zijn; en al wat zal
1237 Pred 12:3 | wanneer de wachters des huizes zullen beven, en de sterke mannen
1238 Pred 12:3 | sterke mannen zichzelven zullen krommen, en de maalsters
1239 Pred 12:3 | krommen, en de maalsters zullen stilstaan, omdat zij minder
1240 Pred 12:3 | vensteren zien, verduisterd zullen worden; ~
1241 Pred 12:4 | twee deuren naar de straat zullen gesloten worden, als er
1242 Pred 12:4 | zangeressen nedergebogen zullen worden. ~
1243 Pred 12:5 | wanneer zij voor de hoogte zullen vrezen, en dat er verschrikkingen
1244 Pred 12:5 | en dat er verschrikkingen zullen zijn op den weg, en de amandelboom
1245 Pred 12:5 | huis, en de rouwklagers zullen in de straat omgaan. ~
1246 Hoo 1:4 | 4 Trek mij, wij zullen U nalopen! De Koning heeft
1247 Hoo 1:4 | Zijn binnenkameren; wij zullen ons verheugen en in U verblijden;
1248 Hoo 1:4 | en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden,
1249 Hoo 1:11 | 11 Wij zullen u gouden spangen maken,
1250 Hoo 6:9 | de dochters haar zien, zo zullen zij haar welgelukzalig
1251 Hoo 6:9 | en de bijwijven; en zij zullen haar prijzen. ~
1252 Hoo 7:8 | zijn takken grijpen; zo zullen dan uw borsten zijn als
1253 Hoo 8:8 | geen borsten heeft; wat zullen wij onze zuster doen in
1254 Hoo 8:9 | Zo zij een muur is, wij zullen een paleis van zilver op
1255 Hoo 8:9 | zo zij een deur is, wij zullen haar rondom bezetten met
1256 Jes 1:18 | zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al
1257 Jes 1:18 | rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. ~
1258 Jes 1:28 | die den HEERE verlaten, zullen omkomen. ~
1259 Jes 1:29 | 29 Want zij zullen beschaamd worden om der
1260 Jes 1:31 | werkmeester tot een vonk, en zij zullen beiden te zamen branden,
1261 Jes 2:2 | heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien. ~
1262 Jes 2:3 | 3 En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt,
1263 Jes 2:4 | bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden,
1264 Jes 2:4 | zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren. ~
1265 Jes 2:11 | De hoge ogen de mensen zullen vernederd worden, en de
1266 Jes 2:19 | 19 Dan zullen zij in de spelonken der
1267 Jes 3:4 | hun vorsten, en kinderen zullen over hen heersen; ~
1268 Jes 3:10 | de vrucht hunner werken zullen eten. ~
1269 Jes 3:25 | 25 Uw mannen zullen door het zwaard vallen,
1270 Jes 3:26 | 26 En haar poorten zullen treuren, en leed dragen,
1271 Jes 4:1 | 1 En te dien dage zullen zeven vrouwen een man aangrijpen,
1272 Jes 4:1 | aangrijpen, zeggende: Ons brood zullen wij eten, en met onze klederen
1273 Jes 4:1 | eten, en met onze klederen zullen wij bekleed zijn, laat ons
1274 Jes 4:2 | dengenen, die het ontkomen zullen in Israel. ~
1275 Jes 5:6 | maar distelen en doornen zullen daarin opgaan; en Ik zal
1276 Jes 5:9 | vele huizen tot verwoesting zullen worden, de grote en de treffelijke
1277 Jes 5:10 | tien bunderen wijngaards zullen een enig bath geven, en
1278 Jes 5:13 | en deszelfs heerlijken zullen honger lijden, en hun menigte
1279 Jes 5:15 | de ogen der hovaardigen zullen vernederd worden. ~
1280 Jes 5:17 | 17 En de lammeren zullen weiden naar hun wijze, en
1281 Jes 5:17 | wijze, en de vreemdelingen zullen de woeste plaatsen der vetten
1282 Jes 5:26 | ziet, haastelijk, snellijk zullen zij aankomen. ~
1283 Jes 5:28 | Welker pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen gespannen;
1284 Jes 5:28 | gespannen; hunner paarden hoeven zullen als een rots geacht zijn,
1285 Jes 5:29 | een ouden leeuw, en zij zullen brullen als de jonge leeuwen,
1286 Jes 5:29 | de jonge leeuwen, en zij zullen briesen, en den roof aangrijpen
1287 Jes 5:30 | 30 En zij zullen tegen hetzelve te dien dage
1288 Jes 7:19 | 19 En zij zullen komen, en zij allen zullen
1289 Jes 7:19 | zullen komen, en zij allen zullen rusten in de woeste dalen,
1290 Jes 7:22 | der melk, die zij geven zullen, boter zal eten; ja, een
1291 Jes 7:25 | en der distelen; maar die zullen wezen tot inzending van
1292 Jes 8:8 | uitstrekkingen zijner vleugelen zullen vervullen de breedte uws
1293 Jes 8:15 | En velen onder hen zullen struikelen, en vallen, en
1294 Jes 8:15 | en verbroken worden, en zullen verstrikt en gevangen worden. ~
1295 Jes 8:19 | zij dan tot ulieden zeggen zullen: Vraagt waarzeggers en duivelskunstenaars,
1296 Jes 8:20 | zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben. ~
1297 Jes 9:2 | niet groot gemaakt; zij zullen nochtans blijde wezen voor
1298 Jes 9:9 | maar met uitgehouwen stenen zullen wij wederom bouwen; de wilde
1299 Jes 9:9 | zijn afgehouwen, maar wij zullen ze in cederen veranderen; ~
1300 Jes 9:20 | en Efraim Manasse, en zij zullen te zamen tegen Juda zijn.
1301 Jes 10:19 | overgebleven bomen zijns wouds zullen weinig in getal zijn, ja,
1302 Jes 10:20 | Jakobs niet meer steunen zullen op dien, die ze geslagen
1303 Jes 10:20 | geslagen heeft; maar zij zullen steunen op den HEERE,
1304 Jes 10:33 | hoog van gestalte zijn, zullen nedergehouwen worden; en
1305 Jes 10:33 | worden; en de verhevenen zullen vernederd worden. ~
1306 Jes 11:7 | De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen
1307 Jes 11:7 | zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en
1308 Jes 11:10 | tot een banier der volken, zullen vragen, en Zijn rust zal
1309 Jes 11:13 | tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; Efraim
1310 Jes 11:14 | 14 Maar zij zullen den Filistijnen op den schouder
1311 Jes 11:14 | tegen het westen, en zij zullen te zamen die van het oosten
1312 Jes 11:14 | beroven; aan Edom en Moab zullen zij hun handen slaan, en
1313 Jes 11:14 | de kinderen Ammons zullen hun gehoorzaam zijn.
1314 Jes 13:7 | 7 Daarom zullen alle handen slap worden,
1315 Jes 13:8 | 8 En zij zullen verschrikt worden, smarten
1316 Jes 13:8 | worden, smarten en weeen zullen hen aangrijpen, zij zullen
1317 Jes 13:8 | zullen hen aangrijpen, zij zullen bang zijn als een barende
1318 Jes 13:8 | zijn; hun aangezichten zullen vlammende aangezichten zijn. ~
1319 Jes 13:10 | hemels en zijn gesternten zullen haar licht niet laten lichten;
1320 Jes 13:16 | 16 Ook zullen hun kinderkens voor hun
1321 Jes 13:16 | verpletterd worden; hun huizen zullen geplunderd, en hun vrouwen
1322 Jes 13:17 | verwekken, die het zilver niet zullen achten, en aan het goud
1323 Jes 13:17 | achten, en aan het goud zullen zij geen lust hebben. ~
1324 Jes 13:18 | 18 Maar hun bogen zullen de jongelingen verpletteren,
1325 Jes 13:18 | jongelingen verpletteren, en zij zullen zich niet ontfermen over
1326 Jes 13:20 | tent spannen, en de herders zullen er niet legeren. ~
1327 Jes 13:21 | 21 Maar daar zullen nederliggen de wilde dieren
1328 Jes 13:21 | woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke
1329 Jes 13:21 | schrikkelijke gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen,
1330 Jes 13:21 | wonen, en de duivelen zullen er huppelen. ~
1331 Jes 13:22 | wilde dieren der eilanden zullen in zijn verlaten plaatsen
1332 Jes 13:22 | komen, en hun dagen zullen niet vertogen worden. ~ ~ ~ ~ ~
1333 Jes 14:1 | tot hen vervoegen, en zij zullen het huis van Jakob
1334 Jes 14:2 | 2 En de volken zullen hen aannemen, en in hun
1335 Jes 14:2 | knechten en tot maagden; en zij zullen gevangen houden degenen,
1336 Jes 14:2 | gevangen hielden, en zij zullen heersen over hun drijvers. ~
1337 Jes 14:10 | 10 Die altegader zullen antwoorden, en tot u zeggen:
1338 Jes 14:11 | geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden,
1339 Jes 14:11 | gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken. ~
1340 Jes 14:16 | 16 Die u zien zullen, zullen u aanschouwen, zij
1341 Jes 14:16 | Die u zien zullen, zullen u aanschouwen, zij zullen
1342 Jes 14:16 | zullen u aanschouwen, zij zullen op u letten, en zeggen:
1343 Jes 14:30 | eerstgeborenen der armen zullen weiden, en de nooddruftigen
1344 Jes 14:30 | weiden, en de nooddruftigen zullen zeker nederliggen; uw wortel
1345 Jes 15:6 | Want de wateren van Nimrim zullen enkel verwoesting wezen;
1346 Jes 15:7 | 7 Daarom zullen zij den overvloed, dien
1347 Jes 16:2 | Moab aan de veren van Arnon zullen zijn, als een zwervende
1348 Jes 16:7 | over Moab huilen, altemaal zullen zij huilen; over de fondamenten
1349 Jes 17:2 | De steden van Aroer zullen verlaten worden; voor de
1350 Jes 17:2 | verlaten worden; voor de kudden zullen zij wezen, die zullen daar
1351 Jes 17:2 | kudden zullen zij wezen, die zullen daar nederliggen, en niemand
1352 Jes 17:3 | overblijfsel der Syriers; zij zullen zijn gelijk de heerlijkheid
1353 Jes 17:7 | gemaakt heeft, en zijn ogen zullen op den Heilige Israels zien. ~
1354 Jes 17:9 | 9 Te dien dage zullen zijn sterke steden zijn,
1355 Jes 17:13 | 13 De natien zullen wel ruisen, gelijk grote
1356 Jes 18:6 | 6 Zij zullen te zamen gelaten worden
1357 Jes 18:6 | aarde; en de roofvogelen zullen op hen overzomeren, en alle
1358 Jes 18:6 | en alle dieren der aarde zullen daarop overwinteren. ~
1359 Jes 19:1 | en de afgoden van Egypte zullen bewogen worden van Zijn
1360 Jes 19:2 | Egyptenaren verwarren, dat zij zullen strijden een iegelijk tegen
1361 Jes 19:3 | raad zal Ik verslinden; dan zullen zij hun afgoden vragen,
1362 Jes 19:5 | 5 En zij zullen de wateren uit de zee doen
1363 Jes 19:6 | 6 Zij zullen ook de rivieren verre terugdrijven,
1364 Jes 19:6 | verre terugdrijven, zij zullen ze uithozen, en de gedamde
1365 Jes 19:6 | het riet en het schilf zullen verwelken. ~
1366 Jes 19:8 | 8 En de vissers zullen treuren, en allen, die den
1367 Jes 19:8 | angel in de stromen werpen, zullen rouw maken; en die het werpnet
1368 Jes 19:8 | uitbreiden op de wateren, zullen kwijnen. ~
1369 Jes 19:9 | werkers in het fijne vlas zullen beschaamd worden, ook de
1370 Jes 19:10 | 10 En zij zullen met hun fondamenten verbrijzeld
1371 Jes 19:13 | van Nof zijn bedrogen; zij zullen ook Egypte doen dwalen,
1372 Jes 19:16 | 16 Te dien dage zullen de Egyptenaars zijn als
1373 Jes 19:16 | zijn als de vrouwen; en zij zullen beven en vrezen vanwege
1374 Jes 19:18 | 18 Te dien dage zullen er vijf steden in Egypteland
1375 Jes 19:20 | in Egypteland, want zij zullen tot den HEERE roepen vanwege
1376 Jes 19:21 | worden, en de Egyptenaars zullen den HEERE kennen te dien
1377 Jes 19:21 | kennen te dien dage; en zij zullen Hem dienen met slachtoffer,
1378 Jes 19:21 | spijsoffer, en zij zullen den HEERE een gelofte beloven
1379 Jes 19:22 | slaan, en genezen; en zij zullen zich tot den HEERE bekeren,
1380 Jes 19:23 | Egyptenaars in Assyrie komen zullen; en de Egyptenaars zullen
1381 Jes 19:23 | zullen; en de Egyptenaars zullen met de Assyriers den
1382 Jes 20:4 | de Moren, die weggevoerd zullen worden, jongen en ouden,
1383 Jes 20:5 | 5 En zij zullen verschrikken en beschaamd
1384 Jes 20:6 | inwoners van dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet,
1385 Jes 20:6 | konings van Assyrie; hoe zullen wij dan ontkomen? ~ ~
1386 Jes 21:17 | de helden der Kedarenen, zullen minder worden, want de HEERE,
1387 Jes 22:7 | uitgelezen dalen vol wagenen zullen zijn, en dat de ruiters
1388 Jes 22:7 | ruiters zich gewisselijk zullen zetten ter poorten aan. ~
1389 Jes 22:13 | en drinken, want morgen zullen wij sterven. ~
1390 Jes 22:18 | zult gij sterven, en aldaar zullen uw heerlijke wagenen zijn,
1391 Jes 23:7 | maar haar eigen voeten zullen haar verre wegdragen, om
1392 Jes 24:6 | land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom
1393 Jes 24:6 | verwoest worden; daarom zullen de inwoners des lands verbrand
1394 Jes 24:6 | lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen overblijven. ~
1395 Jes 24:9 | 9 Zij zullen geen wijn drinken met gezang;
1396 Jes 24:14 | 14 Die zullen hun stem opheffen, zij zullen
1397 Jes 24:14 | zullen hun stem opheffen, zij zullen vrolijk zingen; vanwege
1398 Jes 24:14 | heerlijkheid des HEEREN zullen zij juichen van de zee af. ~
1399 Jes 24:18 | de fondamenten der aarde zullen beven. ~
1400 Jes 24:22 | 22 En zij zullen samenvergaderd worden, gelijk
1401 Jes 24:22 | gevangenen in een put, en zij zullen besloten worden in een gevangenis,
1402 Jes 25:9 | hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden
1403 Jes 26:11 | zien het niet; maar zij zullen het zien, en beschaamd worden,
1404 Jes 26:14 | 14 Dood zijnde zullen zij niet weder leven, overleden
1405 Jes 26:14 | leven, overleden zijnde zullen zij niet opstaan; daarom
1406 Jes 26:19 | 19 Uw doden zullen leven, ook mijn dood lichaam,
1407 Jes 26:19 | ook mijn dood lichaam, zij zullen opstaan; waakt op en juicht,
1408 Jes 27:6 | bloeien en groeien; en zij zullen de wereld met inkomsten
1409 Jes 27:9 | bossen en de zonnebeelden zullen niet bestaan. ~
1410 Jes 27:10 | gelijk een woestijn; daar zullen de kalveren weiden, en daar
1411 Jes 27:10 | kalveren weiden, en daar zullen zij nederliggen, en zullen
1412 Jes 27:10 | zullen zij nederliggen, en zullen haar takken verslinden. ~
1413 Jes 27:11 | Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken
1414 Jes 27:11 | takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, en
1415 Jes 27:11 | en de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is
1416 Jes 27:13 | geblazen zal worden; dan zullen die komen, die in het land
1417 Jes 27:13 | land van Egypte; en zij zullen den HEERE aanbidden op den
1418 Jes 28:3 | der dronkenen van Efraim zullen met voeten vertreden worden. ~
1419 Jes 28:17 | wegvagen, en de wateren zullen de schuilplaats overlopen. ~
1420 Jes 29:7 | die tegen Ariel strijden zullen; zelfs allen, die tegen
1421 Jes 29:7 | en haar beangstigen zullen. ~
1422 Jes 29:18 | 18 En te dien dage zullen de doven horen de woorden
1423 Jes 29:18 | donkerheid en uit de duisternis, zullen zien. ~
1424 Jes 29:19 | En de zachtmoedigen zullen vreugde op vreugde hebben
1425 Jes 29:19 | behoeftigen onder de mensen zullen zich in de Heilige Israels
1426 Jes 29:20 | ongerechtigheid waken, uitgeroeid zullen zijn; ~
1427 Jes 29:23 | zal in het midden van hen, zullen zij Mijn Naam heiligen;
1428 Jes 29:23 | Mijn Naam heiligen; en zij zullen den Heilige Jakobs heiligen,
1429 Jes 29:24 | dwalende van geest zijn, zullen tot verstand komen, en de
1430 Jes 29:24 | komen, en de murmureerders zullen de lering aannemen. ~
1431 Jes 30:4 | Wanneer zijn vorsten zullen geweest zijn tot Zoan, en
1432 Jes 30:4 | tot Zoan, en zijn gezanten zullen gekomen zijn tot nabij Chanes; ~
1433 Jes 30:6 | draak; hun goederen zullen zij voeren op den rug der
1434 Jes 30:16 | zegt: Neen, maar op paarden zullen wij vlieden; daarom zult
1435 Jes 30:16 | vlieden! En: Op snelle paarden zullen wij rijden; daarom zullen
1436 Jes 30:16 | zullen wij rijden; daarom zullen uw vervolgers ook snel zijn! ~
1437 Jes 30:20 | verdrukking geven; maar uw leraars zullen niet meer als met vleugelen
1438 Jes 30:20 | wegvliegen, maar uw ogen zullen uw leraars zien; ~
1439 Jes 30:21 | 21 En uw oren zullen horen het woord desgenen,
1440 Jes 30:24 | ezelveulens, die het land bouwen, zullen zuiver voeder eten, hetwelk
1441 Jes 30:25 | 25 En er zullen op allen hogen berg, en
1442 Jes 30:25 | wanneer de torens vallen zullen. ~
1443 Jes 31:3 | zal nedervallen, en zij zullen al te zamen te niet komen. ~
1444 Jes 31:7 | 7 Want te dien dage zullen zij verwerpen, een ieder
1445 Jes 31:8 | vlieden, en zijn jongelingen zullen versmelten. ~
1446 Jes 31:9 | rotssteen, en zijn vorsten zullen voor de banier verschrikken,
1447 Jes 32:1 | gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht. ~
1448 Jes 32:3 | ogen dergenen, die zien, zullen niet terugzien, en de oren
1449 Jes 32:3 | oren dergenen, die horen, zullen opmerken. ~
1450 Jes 32:14 | Ofel en de wachttorens zullen tot spelonken zijn, tot
1451 Jes 33:3 | Van het geluid des rumoers zullen de volken wegvlieden; van
1452 Jes 33:3 | wegvlieden; van Uw verhoging zullen de heidenen verstrooid worden. ~
1453 Jes 33:12 | 12 En de volken zullen zijn als de verbrandingen
1454 Jes 33:12 | als afgehouwen doornen zullen zij met het vuur verbrand
1455 Jes 33:16 | sterkten der steenrotsen zullen zijn hoog vertrek zijn;
1456 Jes 33:17 | 17 Uw ogen zullen den Koning zien in Zijn
1457 Jes 33:17 | in Zijn schoonheid; zij zullen een ver gelegen land zien. ~
1458 Jes 33:20 | onzer bijeenkomsten; uw ogen zullen Jeruzalem zien, een geruste
1459 Jes 33:20 | der eeuwigheid niet zullen uitgetogen worden, en van
1460 Jes 33:23 | zijn slap geworden, zij zullen hun mastboom niet kunnen
1461 Jes 33:23 | recht stijf houden, zij zullen het zeil niet uitspannen;
1462 Jes 33:23 | uitgedeeld worden, zelfs zullen de lammen den roof roven. ~
1463 Jes 34:3 | En hun verslagenen zullen weggeworpen worden, en van
1464 Jes 34:3 | stank opgaan; en de bergen zullen smelten van hun bloed. ~
1465 Jes 34:4 | uitteren, en de hemelen zullen toegerold worden, gelijk
1466 Jes 34:7 | 7 En de eenhoornen zullen met hen afgaan, en de varren
1467 Jes 34:9 | 9 En hun beken zullen in pek verkeerd worden,
1468 Jes 34:11 | roerdomp en de nachtuil zullen het erfelijk bezitten, en
1469 Jes 34:12 | doch zij zijn er niet) zullen zij tot het koninkrijk roepen,
1470 Jes 34:12 | roepen, maar al hun vorsten zullen niets zijn. ~
1471 Jes 34:13 | En in hun paleizen zullen doornen opgaan, netelen
1472 Jes 34:14 | wilde dieren der woestijnen zullen de wilde dieren der eilanden
1473 Jes 34:15 | schaduw vergaderen; ook zullen aldaar de gieren met elkaar
1474 Jes 34:17 | richtsnoer; tot in der eeuwigheid zullen zij dat erfelijk bezitten,
1475 Jes 34:17 | geslacht tot geslacht zullen zij daarin wonen. ~ ~
1476 Jes 35:1 | woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover vrolijk zijn, en
1477 Jes 35:2 | van Karmel en Saron; zij zullen zien de heerlijkheid
1478 Jes 35:5 | 5 Alsdan zullen der blinden ogen opengedaan
1479 Jes 35:5 | worden, en der doven oren zullen geopend worden. ~
1480 Jes 35:6 | juichen; want in de woestijn zullen wateren uitbarsten, en beken
1481 Jes 35:8 | wandelt, zelfs de dwazen zullen niet dwalen. ~
1482 Jes 35:9 | worden; maar de verlosten zullen daarop wandelen. ~
1483 Jes 35:10 | vrijgekochten des HEEREN zullen wederkeren, en tot Sion
1484 Jes 35:10 | vrolijkheid en blijdschap zullen zij verkrijgen, maar
1485 Jes 35:10 | maar droefenis en zuchting zullen wegvlieden. ~ ~
1486 Jes 36:12 | eten, en hun water drinken zullen? ~
1487 Jes 37:20 | verlos ons uit zijn hand, zo zullen alle koninkrijken der aarde
1488 Jes 38:18 | in den kuil nederdalen, zullen op Uw waarheid niet hopen. ~
1489 Jes 38:20 | mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen;
1490 Jes 39:7 | 7 Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit
1491 Jes 39:7 | van uw zonen, die uit u zullen voortkomen, die gij gewinnen
1492 Jes 40:4 | 4 Alle dalen zullen verhoogd worden, en alle
1493 Jes 40:4 | alle bergen en heuvelen zullen vernederd worden; en wat
1494 Jes 40:24 | Hij op hen blazen zal, zo zullen zij verdorren, en een stormwind
1495 Jes 40:30 | 30 De jongen zullen moede en mat worden, en
1496 Jes 40:30 | worden, en de jongelingen zullen gewisselijk vallen; ~
1497 Jes 40:31 | dien den HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij
1498 Jes 40:31 | de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk
1499 Jes 40:31 | gelijk de arenden; zij zullen lopen, en niet moede worden;
1500 Jes 40:31 | en niet moede worden; zij zullen wandelen, en niet mat
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3081 |