1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2779
Book Chapter: Verse
2501 Hand 12:27 | 27 En als hij wilde naar Achaje reizen, de broeders,
2502 Hand 13:21 | Achaje doorgegaan hebbende, naar Jeruzalem te reizen, zeggende:
2503 Hand 13:22 | 22 En als hij naar Macedonie gezonden had twee
2504 Hand 13:29 | een gedruis eendrachtelijk naar de schouwplaats, met zich
2505 Hand 14:1 | gegroet hebbende, ging uit om naar Macedonie te reizen. ~
2506 Hand 14:3 | lagen gelegd werden, als hij naar Syrie zoude varen, zo werd
2507 Hand 14:13 | 13 Maar wij, vooruit naar het schip gegaan zijnde,
2508 Hand 14:13 | gegaan zijnde, voeren af naar Assus, waar wij Paulus zouden
2509 Hand 14:17 | Maar hij zond van Milete naar Efeze, en hij ontbood de
2510 Hand 14:22 | zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende,
2511 Hand 14:38 | zouden; en zij geleidden hem naar het schip. ~ ~ ~
2512 Hand 15:2 | schip gevonden hebbende, dat naar Fenicie overvoer, gingen
2513 Hand 15:3 | gelaten hadden, voeren wij naar Syrie, en kwamen aan te
2514 Hand 15:4 | dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem. ~
2515 Hand 15:6 | zijlieden keerden wederom, elk naar het zijne. ~
2516 Hand 15:12 | dat hij niet zou opgaan naar Jeruzalem. ~
2517 Hand 15:15 | ons gereed, en gingen op naar Jeruzalem. ~
2518 Hand 15:21 | niet zouden besnijden, noch naar de wijze der wet wandelen. ~
2519 Hand 15:32 | tot zich nam, en liep af naar hen toe. Zij nu, den oversten
2520 Hand 15:38 | vier duizend moordenaars naar de woestijn uitleidde? ~
2521 Hand 16:3 | van Gamaliel onderwezen naar de bescheidenste wijze der
2522 Hand 16:5 | hebbende tot de broeders, ben naar Damaskus gereisd, om ook
2523 Hand 16:5 | waren, gebonden te brengen naar Jeruzalem, opdat zij gestraft
2524 Hand 16:10 | mij: Sta op, en ga heen naar Damaskus; en aldaar zal
2525 Hand 16:12 | Ananias, een godvruchtig man naar de wet, goede getuigenis
2526 Hand 17:3 | gij ook om mij te oordelen naar de wet, en beveelt gij,
2527 Hand 17:23 | krijgsknechten gereed, opdat zij naar Cesarea trekken, en zeventig
2528 Hand 17:32 | trekken, keerden zij wederom naar de legerplaats. ~
2529 Hand 18:4 | ik bid u, dat gij ons, naar uw bescheidenheid, kortelijk
2530 Hand 18:6 | ook gegrepen hebben, en naar onze wet hebben willen oordelen. ~
2531 Hand 18:14 | Maar dit beken ik u, dat ik naar dien weg, welken zij sekte
2532 Hand 19:1 | drie dagen van Cesarea op naar Jeruzalem. ~
2533 Hand 19:6 | doorgebracht had, kwam hij af naar Cesarea; en des anderen
2534 Hand 19:9 | Paulus, en zeide: Wilt gij naar Jeruzalem opgaan, en aldaar
2535 Hand 19:20 | zeide ik, of hij wilde gaan naar Jeruzalem, en aldaar over
2536 Hand 20:5 | wilden getuigen), dat ik, naar de bescheidenste sekte van
2537 Hand 20:12 | 12 Waarover ook als ik naar Damaskus reisde, met macht
2538 Hand 21:1 | het besloten was, dat wij naar Italie zouden afvaren, leverden
2539 Hand 21:6 | hebbende van Alexandrie, dat naar Italie voer, deed ons in
2540 Hand 21:40 | losmakende; en het razeil naar den wind opgehaald hebbende,
2541 Hand 21:40 | hebbende, hielden zij het naar den oever toe. ~
2542 Hand 22:14 | blijven; en alzo gingen wij naar Rome. ~
2543 Rom 1:3 | uit het zaad van David, naar het vlees; ~
2544 Rom 1:4 | te zijn de Zoon van God, naar den Geest der heiligmaking,
2545 Rom 2:2 | weten, dat het oordeel Gods naar waarheid is, over degenen,
2546 Rom 2:5 | 5 Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk
2547 Rom 2:6 | een iegelijk vergelden zal naar zijn werken; ~
2548 Rom 2:16 | oordelen door Jezus Christus, naar mijn Evangelie. ~
2549 Rom 3:5 | over ons brengt? (Ik spreek naar den mens.) ~
2550 Rom 4:1 | onze vader, verkregen heeft naar het vlees? ~
2551 Rom 4:4 | het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. ~
2552 Rom 4:4 | toegerekend naar genade, maar naar schuld. ~
2553 Rom 4:16 | uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de
2554 Rom 7:22 | vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens; ~
2555 Rom 8:1 | Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar
2556 Rom 8:1 | het vlees wandelen, maar naar den Geest. ~
2557 Rom 8:4 | worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar
2558 Rom 8:4 | het vlees wandelen, maar naar den Geest. ~
2559 Rom 8:5 | 5 Want die naar het vlees zijn, bedenken,
2560 Rom 8:5 | des vleses is; maar die naar den Geest zijn, bedenken,
2561 Rom 8:12 | schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven. ~
2562 Rom 8:13 | 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult
2563 Rom 8:27 | Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt. ~
2564 Rom 8:28 | namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen
2565 Rom 9:3 | die mijn maagschap zijn naar het vlees; ~
2566 Rom 9:11 | het voornemen Gods, dat naar de verkiezing is, vast bleve,
2567 Rom 10:20 | openbaar geworden dengenen, die naar Mij niet vraagden. ~
2568 Rom 11:5 | een overblijfsel geworden, naar de verkiezing der genade. ~
2569 Rom 12:6 | Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven
2570 Rom 12:7 | besteden, hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij
2571 Rom 12:13 | behoeften der heiligen. Tracht naar herbergzaamheid. ~
2572 Rom 12:16 | onder elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt
2573 Rom 14:15 | zo wandelt gij niet meer naar liefde. Verderf dien niet
2574 Rom 15:5 | eensgezind zijt onder elkander naar Christus Jezus; ~
2575 Rom 15:24 | 24 Zo zal ik, wanneer ik naar Spanje reis, tot u komen;
2576 Rom 15:25 | 25 Maar nu reis ik naar Jeruzalem, dienende de heiligen. ~
2577 Rom 15:28 | zal ik door ulieder stad naar Spanje afkomen. ~
2578 Rom 16:25 | machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking
2579 Rom 16:25 | prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid,
2580 Rom 16:26 | de profetische Schriften, naar het bevel des eeuwigen Gods,
2581 1Kor 1:26 | gij niet vele wijzen zijt naar het vlees, niet vele machtigen,
2582 1Kor 3:3 | vleselijk, en wandelt gij niet naar den mens? ~
2583 1Kor 3:8 | zal zijn loon ontvangen naar zijn arbeid. ~
2584 1Kor 3:10 | 10 Naar de genade Gods, die mij
2585 1Kor 7:40 | indien zij alzo blijft, naar mijn gevoelen. En ik meen
2586 1Kor 9:8 | 8 Spreek ik dit naar den mens, of zegt ook de
2587 1Kor 10:18 | 18 Ziet Israel, dat naar het vlees is: hebben niet
2588 1Kor 12:2 | stomme afgoden heengetrokken, naar dat gij geleid werdt. ~
2589 1Kor 12:31 | 31 Doch ijvert naar de beste gaven; en ik wijs
2590 1Kor 14:10 | 10 Er zijn, naar het voorvalt, zo vele soorten
2591 1Kor 14:12 | dewijl gij ijverig zijt naar geestelijke gaven, zo zoekt
2592 1Kor 15:3 | gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften; ~
2593 1Kor 15:4 | opgewekt ten derden dage, naar de Schriften; ~
2594 1Kor 15:32 | 32 Zo ik, naar den mens, tegen de beesten
2595 1Kor 15:37 | zal, maar een bloot graan, naar het voorvalt, van tarwe,
2596 1Kor 16:2 | vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen
2597 1Kor 16:3 | brieven, zenden, om uw gave naar Jeruzalem over te dragen. ~
2598 2Kor 1:16 | 16 En door uw stad naar Macedonie gaan, en wederom
2599 2Kor 1:16 | u komen, en van ulieden naar Judea geleid worden. ~
2600 2Kor 1:17 | gebruikt? Of neem ik het naar het vlees voor, hetgeen
2601 2Kor 2:13 | genomen hebbende, vertrok ik naar Macedonie. ~
2602 2Kor 3:18 | spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante
2603 2Kor 4:1 | wij deze bediening hebben, naar de barmhartigheid, die ons
2604 2Kor 5:16 | kennen van nu aan niemand naar het vlees; en indien wij
2605 2Kor 5:16 | indien wij ook Christus naar het vlees gekend hebben,
2606 2Kor 5:16 | kennen wij Hem nu niet meer naar het vlees. ~
2607 2Kor 7:9 | gij zijt bedroefd geweest naar God, zodat gij in geen ding
2608 2Kor 7:10 | 10 Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke
2609 2Kor 7:11 | ziet, ditzelfde dat gij naar God zijt bedroefd geworden,
2610 2Kor 8:3 | 3 Want zij zijn naar vermogen (ik betuig het),
2611 2Kor 8:12 | zo is iemand aangenaam naar hetgeen hij heeft, niet
2612 2Kor 8:12 | hetgeen hij heeft, niet naar hetgeen hij niet heeft. ~
2613 2Kor 9:14 | hun gebed voor u, welke naar u verlangen, om de uitnemende
2614 2Kor 10:2 | die ons achten, alsof wij naar het vlees wandelden. ~
2615 2Kor 10:3 | voeren wij den krijg niet naar het vlees; ~
2616 2Kor 10:13 | buiten de maat; maar dat wij, naar de maat des regels, welke
2617 2Kor 10:15 | overvloediglijk zullen vergroot worden naar onzen regel; ~
2618 2Kor 11:15 | welke het einde zal zijn naar hun werken. ~
2619 2Kor 11:17 | ik spreek, spreek ik niet naar den Heere, maar als in onwijsheid,
2620 2Kor 11:18 | 18 Dewijl velen roemen naar het vlees, zo zal ik ook
2621 2Kor 11:21 | 21 Ik zeg dit naar oneer, gelijk of wij zwak
2622 2Kor 13:10 | strengheid zou gebruiken, naar de macht, die mij de Heere
2623 Gal 1:4 | tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en
2624 Gal 1:11 | mij verkondigd is, niet is naar den mens. ~
2625 Gal 1:17 | ben niet wederom gegaan naar Jeruzalem, tot degenen,
2626 Gal 1:17 | waren; maar ik ging henen naar Arabie, en keerde wederom
2627 Gal 1:17 | Arabie, en keerde wederom naar Damaskus. ~
2628 Gal 2:1 | veertien jaren, wederom naar Jeruzalem opgegaan met Barnabas,
2629 Gal 2:14 | zij niet recht wandelden naar de waarheid van het Evangelie,
2630 Gal 2:14 | gij, die een Jood zijt, naar heidense wijze leeft, en
2631 Gal 2:14 | heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze, waarom noodzaakt
2632 Gal 2:14 | noodzaakt gij de heidenen naar de Joodse wijze te leven? ~
2633 Gal 3:15 | 15 Broeders, ik spreek naar den mens: zelfs eens mensen
2634 Gal 3:29 | gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen. ~ ~ ~
2635 Gal 4:23 | uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest;
2636 Gal 4:29 | Doch gelijkerwijs toen, die naar het vlees geboren was, vervolgde
2637 Gal 4:29 | vervolgde dengene, die naar den Geest geboren was, alzo
2638 Gal 6:12 | schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken
2639 Gal 6:16 | 16 En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen,
2640 Efez 1:5 | Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn
2641 Efez 1:7 | vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade, ~
2642 Efez 1:9 | verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk
2643 Efez 1:11 | voren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen,
2644 Efez 1:11 | Desgenen, Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil; ~
2645 Efez 1:19 | zij aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner
2646 Efez 2:2 | eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar
2647 Efez 2:2 | naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht
2648 Efez 3:7 | een dienaar geworden ben, naar de gave der genade Gods,
2649 Efez 3:7 | Gods, die mij gegeven is, naar de werking Zijner kracht. ~
2650 Efez 3:11 | 11 Naar het eeuwig voornemen, dat
2651 Efez 3:16 | 16 Opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid,
2652 Efez 3:20 | wat wij bidden of denken, naar de kracht, die in ons werkt, ~
2653 Efez 4:7 | ons is de genade gegeven, naar de maat der gave van Christus. ~
2654 Efez 4:16 | voegselen der toebrenging, naar de werking van een iegelijk
2655 Efez 4:21 | 21 Indien gij naar Hem gehoord hebt, en door
2656 Efez 4:24 | nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware
2657 Efez 6:5 | zijt gehoorzaam uw heren naar het vlees, met vreze en
2658 Efez 6:6 | 6 Niet naar ogendienst, als mensenbehagers,
2659 Fili 1:8 | hoezeer ik begerig ben naar u allen, met innerlijke
2660 Fili 2:13 | het willen en het werken, naar Zijn welbehagen. ~
2661 Fili 2:26 | Dewijl hij zeer begerig was naar u allen, en zeer beangst
2662 Fili 3:5 | Hebreer uit de Hebreen, naar de wet een Farizeer; ~
2663 Fili 3:6 | 6 Naar den ijver een vervolger
2664 Fili 3:6 | vervolger der Gemeente; naar de rechtvaardigheid, die
2665 Fili 3:12 | volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht,
2666 Fili 3:14 | hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der
2667 Fili 3:16 | gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelfden regel wandelen,
2668 Fili 3:21 | aan Zijn heerlijk lichaam, naar de werking, waardoor Hij
2669 Fili 4:19 | 19 Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al
2670 Kol 1:11 | kracht bekrachtigd zijnde, naar de sterkte Zijner heerlijkheid,
2671 Kol 1:25 | dienaar ik geworden ben, naar de bedeling van God, die
2672 Kol 1:29 | ook arbeide, strijdende naar Zijn werking, die in mij
2673 Kol 2:8 | filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen,
2674 Kol 2:8 | overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der
2675 Kol 2:8 | beginselen der wereld, en niet naar Christus; ~
2676 Kol 2:18 | dan niemand u overheerse naar zijn wil in nederigheid
2677 Kol 2:22 | door het gebruik, ingevoerd naar de geboden en leringen der
2678 Kol 3:10 | vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen,
2679 Kol 3:22 | alles gehoorzaam uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten
2680 1The 2:17 | een kleine wijle tijds, naar het aangezicht, niet naar
2681 1The 2:17 | naar het aangezicht, niet naar het hart, hebben ons te
2682 2The 1:12 | worde in u, en gij in Hem, naar de genade van onzen God
2683 2The 2:9 | zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in
2684 2The 3:6 | ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting, die hij van
2685 1Tim 1:1 | apostel van Jezus Christus, naar het bevel van God, onzen
2686 1Tim 1:3 | Efeze zoudt blijven, als ik naar Macedonie reisde, zo vermaan
2687 1Tim 1:11 | 11 Naar het Evangelie der heerlijkheid
2688 1Tim 1:18 | zoon Timotheus, dat gij naar de profetieen, die van u
2689 1Tim 5:21 | vooroordeel, niets doende naar toegenegenheid. ~
2690 1Tim 6:3 | Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is, ~
2691 1Tim 6:11 | vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid, godzaligheid,
2692 1Tim 6:12 | strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk
2693 2Tim 1:1 | Christus, door den wil van God, naar de belofte des levens, dat
2694 2Tim 1:8 | verdrukkingen met het Evangelie, naar de kracht Gods; ~
2695 2Tim 1:9 | een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn
2696 2Tim 1:9 | niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en
2697 2Tim 2:8 | is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie; ~
2698 2Tim 2:22 | begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid, geloof,
2699 2Tim 4:3 | zichzelven leraars opgaderen, naar hun eigen begeerlijkheden; ~
2700 2Tim 4:10 | wereld liefgekregen, en is naar Thessalonica gereisd; Krescens
2701 2Tim 4:10 | Thessalonica gereisd; Krescens naar Galatie, Titus naar Dalmatie. ~
2702 2Tim 4:10 | Krescens naar Galatie, Titus naar Dalmatie. ~
2703 2Tim 4:12 | 12 Maar Tychikus heb ik naar Efeze gezonden. ~
2704 2Tim 4:14 | betoond; de Heere vergelde hem naar zijn werken. ~
2705 2Tim 5:1 | apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen
2706 2Tim 5:1 | kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is; ~
2707 2Tim 5:3 | die mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze
2708 2Tim 5:3 | Titus, mijn oprechte zoon, naar het gemeen geloof: ~
2709 2Tim 5:9 | het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig
2710 Tit 1:1 | apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen
2711 Tit 1:1 | kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is; ~
2712 Tit 1:3 | die mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze
2713 Tit 1:3 | Titus, mijn oprechte zoon, naar het gemeen geloof: ~
2714 Tit 1:9 | het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig
2715 Tit 3:5 | wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door
2716 Tit 3:7 | erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens. ~
2717 File 1:14 | goeddadigheid niet zou zijn als naar bedwang, maar naar vrijwilligheid. ~
2718 File 1:14 | zijn als naar bedwang, maar naar vrijwilligheid. ~
2719 Heb 2:4 | bedelingen des Heiligen Geestes, naar Zijn wil. ~
2720 Heb 5:6 | Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. ~
2721 Heb 5:10 | genaamd een Hogepriester, naar de ordening van Melchizedek. ~
2722 Heb 6:20 | ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizedek,
2723 Heb 7:5 | tienden te nemen van het volk, naar de wet, dat is, van hun
2724 Heb 7:11 | dat een ander priester naar de ordening van Melchizedek
2725 Heb 7:11 | zou gezegd worden te zijn naar de ordening van Aaron? ~
2726 Heb 7:15 | veel meer openbaar, zo er naar de gelijkenis van Melchizedek
2727 Heb 7:16 | 16 Die dit niet naar de wet des vleselijken gebods
2728 Heb 7:16 | gebods is geworden, maar naar de kracht des onvergankelijken
2729 Heb 7:17 | Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek. ~
2730 Heb 7:21 | Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek). ~
2731 Heb 8:4 | dewijl er priesters zijn, die naar de wet gaven offeren; ~
2732 Heb 8:5 | dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op
2733 Heb 8:9 | 9 Niet naar het verbond, dat Ik met
2734 Heb 9:9 | pleegde, niet konden heiligen naar het geweten; ~
2735 Heb 9:19 | Want als al de geboden, naar de wet van Mozes, tot al
2736 Heb 9:22 | bijna door bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting
2737 Heb 10:8 | hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden); ~
2738 Heb 11:7 | der rechtvaardigheid, die naar het geloof is. ~
2739 Heb 11:8 | geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een
2740 Heb 11:16 | Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar
2741 Heb 11:16 | naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt
2742 Heb 12:10 | wel voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht,
2743 Jako 1:18 | 18 Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard
2744 Jako 2:8 | koninklijke wet volbrengt, naar de Schrift: Gij zult uw
2745 Jako 3:9 | vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt
2746 Jako 4:2 | niet; gij benijdt en ijvert naar dingen, en kunt ze niet
2747 Jako 4:13 | Wij zullen heden of morgen naar zulk een stad reizen, en
2748 1Pet 1:2 | 2 Den uitverkorenen naar de voorkennis van God den
2749 1Pet 1:3 | Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid
2750 1Pet 1:17 | aanneming des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zo
2751 1Pet 2:2 | kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste
2752 1Pet 4:2 | 2 Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen,
2753 1Pet 4:2 | begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd,
2754 1Pet 4:6 | zouden geoordeeld worden naar den mens in het vlees, maar
2755 1Pet 4:6 | vlees, maar leven zouden naar God in den geest. ~
2756 1Pet 4:19 | 19 Zo dan ook die lijden naar den wil van God, dat zij
2757 2Pet 2:10 | allermeest degenen, die naar het vlees in onreine begeerlijkheid
2758 2Pet 3:3 | spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerlijkheden
2759 2Pet 3:13 | 13 Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen
2760 2Pet 3:15 | geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid, die hem gegeven
2761 1Joh 5:14 | dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort. ~
2762 2Joh 1:6 | liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het
2763 Jud 1:16 | over hun staat, wandelende naar hun begeerlijkheden; en
2764 Jud 1:18 | spotters zullen zijn, die naar hun goddeloze begeerlijkheden
2765 Open 1:11 | die in Azie zijn, namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en
2766 Open 1:11 | namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus,
2767 Open 1:11 | Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire,
2768 Open 1:11 | Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis,
2769 Open 1:11 | Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia,
2770 Open 1:11 | Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea. ~
2771 Open 1:11 | en naar Filadelfia, en naar Laodicea. ~
2772 Open 2:23 | ulieden geven een iegelijk naar uw werken. ~
2773 Open 9:9 | wagens, wanneer vele paarden naar den strijd lopen. ~
2774 Open 10:5 | aarde, hief zijn hand op naar den hemel; ~
2775 Open 11:12 | herwaarts op. En zij voeren op naar den hemel in de wolk; en
2776 Open 18:6 | verdubbelt haar dubbel, naar haar werken; in den drinkbeker,
2777 Open 20:12 | de boeken geschreven was, naar hun werken. ~
2778 Open 20:13 | geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. ~
2779 Open 21:17 | honderd vier en veertig ellen, naar de maat eens mensen, welke
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2779 |