Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
akkoordgezangs 3
akkub 8
akrabbim 3
al 2776
alamoth 2
alarmgeklank 1
alarmgeschrei 2
Frequency    [«  »]
3060 hen
2888 god
2779 naar
2776 al
2765 ook
2528 haar
2440 hebben

Bijbel

IntraText - Concordances

al

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2776

     Book Chapter: Verse
1501 2Kro 34:16 | bescheid weder, zeggende: Al wat in de hand uwer knechten 1502 2Kro 34:21 | HEEREN, om te doen naar al hetgeen in dat boek geschreven 1503 2Kro 34:24 | over haar inwoners brengen; al de vloeken, die geschreven 1504 2Kro 34:28 | worden, en uw ogen zullen al dat kwaad niet zien, dat 1505 2Kro 34:30 | het huis des HEEREN, en al de mannen van Juda en de 1506 2Kro 34:30 | priesters en de Levieten, en al het volk, van den grote 1507 2Kro 34:30 | en men las voor hun oren al de woorden van het boek 1508 2Kro 34:33 | dienen den HEERE, hun God; al zijn dagen weken zij niet 1509 2Kro 35:7 | alle tot paasofferen, naar al hetgeen er gevonden werd, 1510 2Kro 35:13 | deelden het haastelijk onder al het volk. ~ 1511 2Kro 36:7 | alle tot paasofferen, naar al hetgeen er gevonden werd, 1512 2Kro 36:13 | deelden het haastelijk onder al het volk. ~ 1513 2Kro 37:19 | muur van Jeruzalem af, en al de paleizen daarvan verbrandden 1514 2Kro 37:21 | welgevallen had; het rustte al de dagen der verwoesting, 1515 2Kro 37:23 | wie is onder ulieden van al Zijn volk? De HEERE, zijn 1516 Ezra 1:3 | Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij 1517 Ezra 1:4 | 4 En al wie achterblijven zou in 1518 Ezra 2:58 | 58 Al de Nethinim, en de kinderen 1519 Ezra 3:11 | eeuwigheid is over Israel. En al het volk juichte met groot 1520 Ezra 4:5 | hun raad te vernietigen, al de dagen van Kores, koning 1521 Ezra 6:11 | bevel van mij gegeven, dat al dengene, die dit woord zal 1522 Ezra 6:21 | wedergekomen waren, mitsgaders al wie zich van de onreinigheid 1523 Ezra 7:6 | HEEREN, zijns Gods, over hem, al zijn verzoek. ~ 1524 Ezra 7:13 | wordt bevel gegeven, dat al wie vrijwillig is in mijn 1525 Ezra 7:16 | 16 Mitsgaders al het zilver en goud, dat 1526 Ezra 7:23 | 23 Al wat naar het bevel van den 1527 Ezra 7:25 | regeerders en richters, die al het volk richten, dat aan 1528 Ezra 7:26 | 26 En al wie de wet uws Gods en de 1529 Ezra 8:21 | onze kinderkens, en voor al onze have. ~ 1530 Ezra 10:3 | maken met onze God, dat wij al die vrouwen, en wat van 1531 Ezra 10:7 | door Juda en Jeruzalem, aan al de kinderen der gevangenis, 1532 Ezra 10:8 | 8 En al wie niet kwam in drie dagen, 1533 Ezra 10:8 | vorsten en der oudsten, al zijn have zou verbannen 1534 Ezra 10:9 | twintigsten in de maand; en al het volk zat op de straat 1535 Neh 1:9 | geboden houden, en die doen; al waren uw verdrevenen aan 1536 Neh 4:3 | was bij hem, en zeide: Al is het, dat zij bouwen, 1537 Neh 4:12 | wel tienmaal zeiden, uit al de plaatsen, door dewelke 1538 Neh 5:16 | hebben geen land gekocht; en al mijn jongens zijn aldaar 1539 Neh 6:8 | om te zeggen: Er is van al zulke zaken, als gij zegt, 1540 Neh 6:16 | 16 En het geschiedde, als al onze vijanden dit hoorden, 1541 Neh 6:16 | dit hoorden, zo vreesden al de heidenen, die rondom 1542 Neh 7:60 | 60 Al de Nethinim, en de kinderen 1543 Neh 8:2 | 2 Zo verzamelde zich al het volk als een enig man 1544 Neh 8:6 | volks, want hij was boven al het volk; en als hij het 1545 Neh 8:6 | als hij het opende, stond al het volk. ~ 1546 Neh 8:7 | HEERE, den groten God; en al het volk antwoordde: Amen, 1547 Neh 8:10 | volk onderwezen, zeiden tot al het volk: Deze dag is den 1548 Neh 8:10 | rouw, en weent niet; want al het volk weende, als zij 1549 Neh 8:12 | 12 En de Levieten stilden al het volk, zeggende: Zwijgt, 1550 Neh 8:13 | 13 Toen ging al het volk henen om te eten, 1551 Neh 8:16 | stem laten doorgaan door al hun steden, en te Jeruzalem, 1552 Neh 9:6 | den hemel der hemelen, en al hun heir, de aarde en al 1553 Neh 9:6 | al hun heir, de aarde en al wat daarop is, de zeeen 1554 Neh 9:6 | wat daarop is, de zeeen en al wat daarin is, en Gij maakt 1555 Neh 9:10 | gedaan aan Farao, en aan al zijn knechten, en aan al 1556 Neh 9:10 | al zijn knechten, en aan al het volk zijns lands; want 1557 Neh 9:32 | aangezicht niet gering zijn al de moeite, die ons getroffen 1558 Neh 10:28 | zangers, de Nethinim, en al wie zich van de volken der 1559 Neh 10:28 | zonen en hun dochteren, al wie wetenschap en verstand 1560 Neh 10:29 | en dat zij zouden doen al de geboden des HEEREN, onzes 1561 Neh 10:35 | eerstelingen van alle vrucht van al het geboomte, jaar op jaar, 1562 Neh 11:2 | 2 En het volk zegende al de mannen, die vrijwilliglijk 1563 Neh 11:18 | 18 Al de Levieten in de heilige 1564 Neh 12:27 | zochten zij de Levieten uit al hun plaatsen, dat zij hen 1565 Neh 13:8 | mishaagde mij zeer; zo wierp ik al het huisraad van Tobia buiten, 1566 Neh 13:18 | alzo, en onze God bracht al dit kwaad over ons en over 1567 Neh 13:27 | naar ulieden horen, dat gij al dit grote kwaad zoudt doen, 1568 Est 1:3 | maakte hij een maaltijd al zijn vorsten en zijn knechten; 1569 Est 1:5 | maakte de koning een maaltijd al den volke, dat gevonden 1570 Est 1:13 | de tegenwoordigheid van al degenen, die de wet en het 1571 Est 1:16 | misdaan, maar ook tegen al de vorsten, en tegen al 1572 Est 1:16 | al de vorsten, en tegen al de volken, die in al de 1573 Est 1:16 | tegen al de volken, die in al de landschappen van den 1574 Est 1:18 | Medie ook alzo zeggen tot al de vorsten des konings, 1575 Est 1:22 | En hij zond brieven aan al de landschappen des konings, 1576 Est 2:3 | koning bestelle toezieners in al de landschappen zijns koninkrijks, 1577 Est 6:2 | dochter tot den koning; al wat zij zeide, werd haar 1578 Est 7 | zou, begeerde zij niet met al, dan wat Hegai, des konings 1579 Est 10:1 | koning een groten maaltijd al zijn vorsten en zijn knechten, 1580 Est 16:1 | hij zette zijn stoel boven al de vorsten, die bij hem 1581 Est 16:2 | 2 En al de knechten des konings, 1582 Est 16:6 | aangewezen); maar Haman zocht al de Joden, die in het ganse 1583 Est 16:8 | verdeeld onder de volken in al de landschappen uws koninkrijks; 1584 Est 16:13 | door de hand der lopers tot al de landschappen des konings, 1585 Est 16:13 | verdelgen, doden en verdoen al de Joden, van den jonge 1586 Est 17:1 | hij zette zijn stoel boven al de vorsten, die bij hem 1587 Est 17:2 | 2 En al de knechten des konings, 1588 Est 17:6 | aangewezen); maar Haman zocht al de Joden, die in het ganse 1589 Est 17:8 | verdeeld onder de volken in al de landschappen uws koninkrijks; 1590 Est 17:13 | door de hand der lopers tot al de landschappen des konings, 1591 Est 17:13 | verdelgen, doden en verdoen al de Joden, van den jonge 1592 Est 29:2 | Zeres tot hem, mitsgaders al zijn vrienden: Men make 1593 Est 30:13 | zijn huisvrouw Zeres en al zijn vrienden al wat hem 1594 Est 30:13 | Zeres en al zijn vrienden al wat hem wedervaren was. 1595 Est 47:1 | Joden om te brengen, die in al de landschappen des konings 1596 Est 49:5 | 12 Op een dag in al de landschappen van den 1597 Est 50:2 | vergaderden zich in hun steden, in al de landschappen van den 1598 Est 50:2 | hunlieder schrik was op al die volken gevallen. ~ 1599 Est 50:3 | 3 En al de oversten der landschappen, 1600 Est 50:5 | 5 De Joden nu sloegen op al hun vijanden, met den slag 1601 Est 51 | Haman; wat hebben zij in al de andere landschappen des 1602 Est 52:7 | en hij zond brieven aan al de Joden, die in al de landschappen 1603 Est 52:7 | aan al de Joden, die in al de landschappen van den 1604 Est 52:13 | dat Pur. Hierom, vanwege al de woorden van dien brief, 1605 Est 53:1 | hij zond de brieven aan al de Joden, in de honderd 1606 Job 1:3 | deze man groter was dan al die van het oosten. ~ 1607 Job 1:5 | gezegend. Alzo deed Job al die dagen. ~ 1608 Job 1:10 | voor zijn huis, en voor al wat hij heeft rondom? Het 1609 Job 1:12 | zeide tot den satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw 1610 Job 2:4 | zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij 1611 Job 2:11 | vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem 1612 Job 9:28 | 28 Zo schroom ik voor al mijn smarten; ik weet, dat 1613 Job 12:10 | Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van 1614 Job 13:27 | den stok, en neemt waar al mijn paden; Gij drukt U 1615 Job 14:14 | hij weder leven? Ik zou al de dagen mijns strijds hopen, 1616 Job 17:7 | verdriet verdonkerd, en al mijn ledematen zijn gelijk 1617 Job 20:28 | weggevoerd worden; het zal al henenvloeien in den dag 1618 Job 28:3 | heeft voor de duisternis, en al het uiterste onderzoekt 1619 Job 28:10 | stromen uit, en zijn oog ziet al het kostelijke. ~ 1620 Job 28:24 | der aarde, Hij ziet onder al de hemelen. ~ 1621 Job 31:4 | wegen, en telt Hij niet al mijn treden? ~ 1622 Job 31:12 | verderving toe verteert, en al mijn inkomen uitgeworteld 1623 Job 33:1 | toch mijn redenen, en neem al mijn woorden ter ore. ~ 1624 Job 33:11 | voeten in den stok; Hij neemt al mijn paden waar. ~ 1625 Job 33:13 | Want Hij antwoordt niet van al Zijn daden. ~ 1626 Job 34:21 | ieders wegen, en Hij ziet al zijn treden. ~ 1627 Job 36:40 | mens toe, opdat Hij kenne al de lieden Zijns werks. ~ 1628 Job 36:45 | ommegangen, dat zij doen al wat Hij ze gebiedt, op het 1629 Job 37:7 | zamen vrolijk zongen, en al de kinderen Gods juichten. ~ 1630 Job 39:15 | voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar. ~ 1631 Job 41:10 | en de HEERE vermeerderde al hetgeen Job gehad had tot 1632 Job 41:11 | 11 Ook kwamen tot hem al zijn broeders, en al zijn 1633 Job 41:11 | hem al zijn broeders, en al zijn zusters, en allen, 1634 Job 41:11 | en vertroostten hem over al het kwaad, dat de HEERE 1635 Psa 1:3 | welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. ~ 1636 Psa 3:8 | mijn God; want Gij hebt al mijn vijanden op het kinnebakken 1637 Psa 6:8 | verdriet, is veroud, vanwege al mijn tegenpartijders. ~ 1638 Psa 6:9 | 9 Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; 1639 Psa 6:11 | 11 Al mijn vijanden zullen zeer 1640 Psa 7:2 | betrouw ik; verlos mij van al mijn vervolgers, en red 1641 Psa 9:2 | mijn ganse hart; ik zal al Uw wonderen vertellen. ~ 1642 Psa 10:4 | steekt, onderzoekt niet; al zijn gedachten zijn, dat 1643 Psa 10:5 | een hoogte, verre van hem; al zijn tegenpartijders, die 1644 Psa 16:3 | de heerlijken, in dewelke al mijn lust is. ~ 1645 Psa 18:1 | gered had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de 1646 Psa 18:23 | 23 Want al Zijn rechten waren voor 1647 Psa 20:4 | 4 Hij gedenke al uwer spijsofferen, en make 1648 Psa 20:5 | naar uw hart, en vervulle al uw raad. ~ 1649 Psa 20:6 | Gods. De HEERE vervulle al uw begeerten. ~ 1650 Psa 22:15 | uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben zich 1651 Psa 22:18 | 18 Al mijn beenderen zou ik kunnen 1652 Psa 22:24 | HEERE vreest! prijst Hem; al gij zaad van Jakob! vereert 1653 Psa 22:24 | en ontziet u voor Hem, al gij zaad van Israel! ~ 1654 Psa 23:6 | en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en 1655 Psa 25:18 | mijn moeite, en neem weg al mijn zonden. ~ 1656 Psa 25:22 | O God! verlos Israel uit al zijn benauwdheden. ~  ~ 1657 Psa 26:7 | lofs, en om te vertellen al Uw wonderen. ~ 1658 Psa 27:4 | dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht 1659 Psa 31:12 | 12 Vanwege al mijn wederpartijders ben 1660 Psa 31:24 | Hebt den HEERE lief, gij, al Zijn gunstgenoten! want 1661 Psa 33:4 | HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw. ~ 1662 Psa 33:6 | door den Geest Zijns monds al hun heir. ~ 1663 Psa 33:15 | hun aller hart; Hij let op al hun werken. ~ 1664 Psa 34:4 | HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw. ~ 1665 Psa 34:6 | door den Geest Zijns monds al hun heir. ~ 1666 Psa 34:15 | hun aller hart; Hij let op al hun werken. ~ 1667 Psa 35:5 | mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered. ~ 1668 Psa 35:7 | en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. ~ 1669 Psa 35:18 | hoort, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. ~ 1670 Psa 35:21 | 21 Schin. Hij bewaart al zijn beenderen; niet een 1671 Psa 36:10 | 10 Al mijn beenderen zullen zeggen: 1672 Psa 39:10 | 10 HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten 1673 Psa 40:9 | 9 Verlos mij van al mijn overtredingen; en stel 1674 Psa 40:13 | U, een bijwoner, gelijk al mijn vaders. ~ 1675 Psa 42:8 | 8 Al mijn haters mompelen te 1676 Psa 42:22 | gedruis Uwer watergoten; al Uw baren en Uw golven zijn 1677 Psa 45:9 | 9 Al Uw klederen zijn mirre, 1678 Psa 46:3 | zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar 1679 Psa 46:3 | de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet 1680 Psa 47:2 | 2 Al gij volken, klapt in de 1681 Psa 49:18 | in zijn sterven niet met al medenemen, zijn eer zal 1682 Psa 50:10 | 10 Want al het gedierte des wouds is 1683 Psa 50:11 | 11 Ik ken al het gevogelte der bergen, 1684 Psa 51:11 | mijn zonden, en delg uit al mijn ongerechtigheden. ~ 1685 Psa 56:6 | verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen 1686 Psa 59:6 | God Israels! ontwaak, om al deze heidenen te bezoeken; 1687 Psa 59:16 | en laat hen vernachten, al zijn zij niet verzadigd. ~ 1688 Psa 68:14 | 14 Al laagt gijlieden tussen twee 1689 Psa 69:20 | schaamte, en mijn schande; al mijn benauwers zijn voor 1690 Psa 69:35 | en de aarde, de zeeen, en al wat daarin wriemelt. ~ 1691 Psa 71:14 | geduriglijk hopen, en zal al Uw lof nog groter maken. ~ 1692 Psa 73:27 | vergaan; Gij roeit uit, al wie van U afhoereert. ~ 1693 Psa 73:28 | betrouwen op den Heere HEERE, om al Uw werken te vertellen ~ 1694 Psa 74:17 | 17 Gij hebt al de palen der aarde gesteld; 1695 Psa 75:4 | 4 Het land en al zijn inwoners waren versmolten; 1696 Psa 77:13 | 13 En zal al Uw werken betrachten, en 1697 Psa 78:51 | 51 En Hij sloeg al het eerstgeborene in Egypte, 1698 Psa 83:12 | als Oreb en als Zeeb, en al hun vorsten als Zebah en 1699 Psa 85:3 | Gij weggenomen; Gij hebt al hun zonden bedekt. Sela. ~ 1700 Psa 85:4 | 4 Gij hebt weggenomen al Uw verbolgenheid; Gij hebt 1701 Psa 86:9 | 9 Al de heidenen, Heere! die 1702 Psa 87:7 | speellieden, mitsgaders al mijn fonteinen, zullen binnen 1703 Psa 88:8 | hebt mij nedergedrukt met al Uw baren. Sela. ~ 1704 Psa 89:41 | 41 Gij hebt al zijn muren doorgebroken; 1705 Psa 89:43 | wederpartijders verhoogd; Gij hebt al zijn vijanden verblijd. ~ 1706 Psa 90:9 | 9 Want al onze dagen gaan henen door 1707 Psa 90:14 | juichen, en verblijd zijn in al onze dagen. ~ 1708 Psa 91:11 | bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. ~ 1709 Psa 92:8 | groeien als het kruid, en al de werkers der ongerechtigheid 1710 Psa 92:10 | vijanden zullen vergaan; al de werkers der ongerechtigheid 1711 Psa 96:5 | 5 Want al de goden der volken zijn 1712 Psa 96:12 | huppele van vreugde met al wat er in is, dat dan al 1713 Psa 96:12 | al wat er in is, dat dan al de bomen des wouds juichen. ~ 1714 Psa 98:3 | aan het huis Israels; en al de einden der aarde hebben 1715 Psa 102:9 | Mijn vijanden smaden mij al den dag; die tegen mij razen, 1716 Psa 103:1 | den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn 1717 Psa 103:3 | 3 Die al uw ongerechtigheid vergeeft, 1718 Psa 103:3 | ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest; ~ 1719 Psa 103:6 | gerechtigheid en gerichten al dengenen, die onderdrukt 1720 Psa 103:21 | 21 Looft den HEERE, al Zijn heirscharen! gij Zijn 1721 Psa 103:22 | 22 Looft den HEERE, al Zijn werken! aan alle plaatsen 1722 Psa 104:11 | 11 Zij drenken al het gedierte des velds; 1723 Psa 104:20 | wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt: ~ 1724 Psa 105:2 | spreekt aandachtelijk van al Zijn wonderen. ~ 1725 Psa 105:21 | en tot een heerser over al zijn goed; ~ 1726 Psa 105:35 | 35 Die al het kruid in hun land opaten, 1727 Psa 105:36 | hun land, de eerstelingen al hunner krachten. ~ 1728 Psa 106:2 | mogendheden des HEEREN uitspreken, al Zijn lof verkondigen? ~ 1729 Psa 106:48 | en tot in eeuwigheid; en al het volk zegge: Amen, Hallelujah! ~  ~  ~  ~ 1730 Psa 107:27 | als een dronken man, en al hun wijsheid wordt verslonden. ~ 1731 Psa 109:11 | Dat de schuldeiser aansla al wat hij heeft, en dat de 1732 Psa 111:7 | waarheid en oordeel; Nun. al Zijn bevelen zijn getrouw. ~ 1733 Psa 115:3 | toch in den hemel, Hij doet al wat Hem behaagt. ~ 1734 Psa 115:8 | maken hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt. ~ 1735 Psa 116:12 | den HEERE vergelden voor al Zijn weldaden aan mij bewezen? ~ 1736 Psa 116:14 | de tegenwoordigheid van al Zijn volk. ~ 1737 Psa 116:18 | de tegenwoordigheid van al Zijn volk. ~ 1738 Psa 119:6 | wanneer ik merken zou op al Uw geboden. ~ 1739 Psa 119:8 | bewaren; verlaat mij niet al te zeer. ~ 1740 Psa 119:13 | met mijn lippen verteld al de rechten Uws monds. ~ 1741 Psa 119:43 | waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op 1742 Psa 119:77 | ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking. ~ 1743 Psa 119:86 | 86  Al Uw geboden zijn waarheid; 1744 Psa 119:92 | Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware 1745 Psa 119:92 | vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan. ~ 1746 Psa 119:99 | Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen 1747 Psa 119:118 | 118  Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen 1748 Psa 119:151 | Gij, HEERE! zijt nabij, en al Uw geboden zijn waarheid. ~ 1749 Psa 119:160 | en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid. ~ 1750 Psa 119:168 | en Uw getuigenissen, want al mijn wegen zijn voor U. ~ 1751 Psa 119:172 | houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid. ~ 1752 Psa 119:174 | naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking. ~ 1753 Psa 126:6 | dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar 1754 Psa 128:5 | van Jeruzalem aanschouwen al de dagen uws levens; ~ 1755 Psa 130:8 | zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden. ~  ~ 1756 Psa 132:1 | HEERE! gedenk aan David, aan al zijn lijden; ~ 1757 Psa 135:6 | 6 Al wat den HEERE behaagt, doet 1758 Psa 135:9 | Egypte! tegen Farao en tegen al zijn knechten. ~ 1759 Psa 135:11 | den koning van Basan, en al de koninkrijken van Kanaan, ~ 1760 Psa 135:18 | maken, hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt. ~ 1761 Psa 139:3 | mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend. ~ 1762 Psa 139:16 | ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw 1763 Psa 143:5 | dagen van ouds; ik overleg al Uw daden; ik spreek bij 1764 Psa 145:9 | barmhartigheden zijn over al Zijn werken. ~ 1765 Psa 145:10 | 10 Jod. Al Uw werken, HEERE, zullen 1766 Psa 145:16 | hand open, en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen. ~ 1767 Psa 145:17 | HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, en goedertieren 1768 Psa 145:17 | wegen, en goedertieren in al Zijn werken. ~ 1769 Psa 145:20 | Schin. De HEERE bewaart al degenen, die Hem liefhebben; 1770 Psa 146:6 | gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe 1771 Psa 148:2 | 2 Looft Hem, al Zijn engelen! Looft Hem, 1772 Psa 148:2 | Zijn engelen! Looft Hem, al Zijn heirscharen! ~ 1773 Psa 148:14 | volks verhoogd, den roem al Zijner gunstgenoten, der 1774 Psa 149:9 | zal de heerlijkheid van al Zijn gunstgenoten zijn. 1775 Spre 1:12 | het graf; ja, geheel en al, gelijk die in den kuil 1776 Spre 1:25 | 25      En gij al Mijn raad verworpen, en 1777 Spre 1:30 | Mijn raad niet bewilligd; al Mijn bestraffingen hebben 1778 Spre 3:6 | 6      Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw 1779 Spre 3:9 | en van de eerstelingen al uwer inkomsten; ~ 1780 Spre 3:15 | kostelijker dan robijnen en al; wat u lusten mag, is met 1781 Spre 3:17 | wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede. ~ 1782 Spre 4:7 | en verkrijg verstand met al uw bezitting. ~ 1783 Spre 4:23 | Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want 1784 Spre 4:26 | gang uws voets, en laat al uw wegen wel gevestigd zijn. ~ 1785 Spre 5:10 | verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid niet 1786 Spre 5:21 | des HEEREN, en Hij weegt al zijne gangen. ~ 1787 Spre 6:10 | een weinig handvouwens, al nederliggende; ~ 1788 Spre 6:29 | naasten huisvrouw ingaat; al wie haar aanroert, zal niet 1789 Spre 6:31 | het zevenvoudig; hij geeft al het goed van zijn huis. ~ 1790 Spre 7:26 | gewonden nedergeveld, en al haar gedoden zijn machtig 1791 Spre 8:8 | 8      Al de redenen Mijns monds zijn 1792 Spre 8:11 | is beter dan robijnen, en al wat men begeren mag, is 1793 Spre 8:16 | heersers, en de prinsen, al de rechters der aarde. ~ 1794 Spre 9:13 | zelve, en weet niet met al. ~ 1795 Spre 13:7 | rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven 1796 Spre 13:16 | 16      Al wie kloekzinnig is, handelt 1797 Spre 15:15 | 15      Al de dagen des bedrukten zijn 1798 Spre 16:5 | 5      Al wie hoog is van hart, is 1799 Spre 19:7 | 7      Al de broeders des armen haten 1800 Spre 20:1 | sterke drank is woelachtig; al wie daarin dwaalt, zal niet 1801 Spre 20:27 | des HEEREN, doorzoekende al de binnenkameren des buiks. ~ 1802 Spre 21:1 | waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil. ~ 1803 Spre 24:33 | en weinig handvouwens, al nederliggende; ~ 1804 Spre 27:22 | 22      Al stiet gij den dwaas in een 1805 Spre 28:6 | die verkeerd is van wegen, al is hij rijk. ~ 1806 Spre 29:12 | op leugentaal acht geeft, al zijn dienaars zijn goddeloos. ~ 1807 Spre 30:4 | kleed gebonden? Wie heeft al de einden der      aarde 1808 Spre 31:12 | hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens. ~ 1809 Pred 1:2 | ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid. ~ 1810 Pred 1:3 | voordeel heeft de mens van al zijn arbeid, dien hij arbeidt 1811 Pred 1:7 | 7      Al de beken gaan in de zee, 1812 Pred 1:8 | 8      Al deze dingen worden zo moede, 1813 Pred 1:13 | onderzoeken, en na te speuren al wat er geschiedt onder den 1814 Pred 1:14 | 14      Ik zag al de werken aan, die onder 1815 Pred 1:14 | geschieden; en ziet, het was al ijdelheid en kwelling des 1816 Pred 2:10 | 10      En al wat mijn ogen begeerden, 1817 Pred 2:10 | hart was verblijd vanwege al mijn arbeid; en dit was 1818 Pred 2:10 | dit was mijn deel      van al mijn arbeid. ~ 1819 Pred 2:11 | Toen wendde ik mij tot al mijn werken, die mijn handen 1820 Pred 2:11 | gearbeid had; ziet, het was al ijdelheid en kwelling des 1821 Pred 2:17 | zon geschiedt; want het is al ijdelheid en kwelling des 1822 Pred 2:18 | 18      Ik haatte ook al mijn arbeid, dien ik bearbeid 1823 Pred 2:19 | Evenwel zal hij heersen over al mijn arbeid, dien ik bearbeid 1824 Pred 2:20 | hart te doen wanhopen over al den arbeid, dien ik bearbeid 1825 Pred 2:22 | heeft toch die mens van al zijn arbeid, en van de kwellingen 1826 Pred 2:23 | 23      Want al zijn dagen zijn smarten, 1827 Pred 3:13 | en het goede geniete van al zijn arbeid, Dit is een 1828 Pred 3:14 | 14      Ik weet, dat al wat God doet, dat zal in 1829 Pred 4:1 | wende ik mij, en zag aan al de onderdrukkingen, die 1830 Pred 4:4 | 4      Verder zag ik al den arbeid en alle geschikkelijkheid 1831 Pred 4:8 | broeder; nochtans is van al zijn arbeid geen einde; 1832 Pred 4:15 | 15      Ik zag al de levenden wandelen onder 1833 Pred 4:16 | Er is geen einde van al het volk, van allen, die 1834 Pred 5:13 | zoon, en er is niet met al in zijn hand. ~ 1835 Pred 5:17 | te genieten het goede van al zijn arbeid, die hij bearbeid 1836 Pred 6:6 | 6      Ja, al leefde hij schoon tweemaal 1837 Pred 6:7 | 7      Al de arbeid des mensen is 1838 Pred 7:16 | 16      Wees niet al te rechtvaardig, noch houd 1839 Pred 7:16 | rechtvaardig, noch houd uzelven al te wijs; waarom zoudt gij 1840 Pred 7:17 | 17      Wees niet al te goddeloos, noch wees 1841 Pred 7:17 | te goddeloos, noch wees al te dwaas; waarom zoudt gij 1842 Pred 7:18 | vreest, dien ontgaat dat al. ~ 1843 Pred 8:3 | in een kwade zaak; want al wat hem lust, doet hij. ~ 1844 Pred 9:1 | haat, weet de mens niet uit al hetgeen voor zijn aangezicht 1845 Pred 9:5 | de doden weten niet met al; zij hebben ook geen loon 1846 Pred 9:9 | vrouw, die gij liefhebt, al de dagen uws ijdelen levens, 1847 Pred 9:9 | gegeven heeft onder de zon, al uw ijdele dagen; want dit 1848 Pred 11:8 | die zullen veel zijn; en al wat zal gekomen is, is      1849 Pred 11:9 | maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen 1850 Pred 12:4 | stem van het vogeltje, en al de zangeressen      nedergebogen 1851 Pred 12:8 | zegt de prediker; het is al ijdelheid! ~ 1852 Pred 12:14 | het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij 1853 Hoo 4:2 | de wasstede opkomen; die al te zamen tweelingen voortbrengen, 1854 Hoo 5:16 | is enkel zoetigheid, en al wat aan Hem is, is gans 1855 Hoo 6:6 | de wasstede opkomen, die al te zamen tweelingen voortbrengen, 1856 Hoo 8:7 | zouden ze niet verdrinken; al gaf iemand al het goed van 1857 Hoo 8:7 | verdrinken; al gaf iemand al het goed van zijn huis voor 1858 Jes 1:18 | rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, 1859 Jes 1:18 | zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, 1860 Jes 1:25 | allerreinste afzuiveren, en Ik zal al uw tin wegnemen. ~ 1861 Jes 3:16 | en lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen 1862 Jes 5:28 | pijlen scherp zullen zijn, en al hun bogen gespannen; hunner 1863 Jes 7:19 | kloven der steenrotsen, en in al de doornhagen, en in alle 1864 Jes 7:25 | 25      Ook al de bergen, die men met houwelen 1865 Jes 8:7 | den koning van Assyrie en al zijn heerlijkheid; en hij 1866 Jes 8:7 | en hij zal opkomen over al zijn      stromen, en gaan 1867 Jes 8:7 | stromen, en gaan over al zijn oevers; ~ 1868 Jes 9:8 | 8      En al dit volk zal het gewaar 1869 Jes 10:8 | Zijn niet mijn vorsten al te zamen koningen? ~ 1870 Jes 10:12 | einde zal gemaakt hebben van al Zijn werk op den berg Sion 1871 Jes 13:15 | 15      Al wie gevonden wordt, zal 1872 Jes 13:15 | zal doorstoken worden, en al wie daarbij gevoegd is, 1873 Jes 14:9 | om uwentwil de doden op, al de bokken der aarde; zij 1874 Jes 14:9 | bokken der aarde; zij doet al de koningen der      heidenen 1875 Jes 14:18 | 18      Al de koningen der heidenen, 1876 Jes 15:2 | Medeba zal Moab huilen; op al hun hoofden is kaalheid, 1877 Jes 16:14 | verachtzaam gemaakt worden, met al die grote menigte; en het      1878 Jes 19:7 | de oevers der stromen, en al het gezaaide aan de stromen, 1879 Jes 19:14 | hebben Egypte doen dwalen in al zijn doen, gelijk een dronkaard 1880 Jes 21:2 | beleger ze, o Media! Ik heb al haar zuchting doen      1881 Jes 21:9 | gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer 1882 Jes 22:3 | 3      Al uw oversten zijn te zamen 1883 Jes 22:24 | der bekers af, zelfs tot al de      vaten der flessen. ~ 1884 Jes 23:9 | hovaardij van alle sieraad, om al de heerlijksten der aarde 1885 Jes 24:10 | woeste stad is verbroken, al de huizen staan gesloten, 1886 Jes 26:12 | bestellen, want Gij hebt ons ook al onze zaken uitgericht. ~ 1887 Jes 26:14 | hen verdelgd, en Gij hebt al hun gedachtenis doen vergaan. ~ 1888 Jes 26:15 | geworden; maar Gij hebt hen in al de einden des aardrijks 1889 Jes 27:9 | zal wegdoen, wanneer Hij al de stenen des altaar maken      1890 Jes 31:3 | nedervallen, en zij zullen al te zamen te niet komen. ~ 1891 Jes 34:1 | haar volheid, de wereld en al wat daaruit voortkomt. ~ 1892 Jes 34:2 | verbolgenheid des HEEREN is over al de heidenen, en grimmigheid 1893 Jes 34:2 | heidenen, en grimmigheid over al hun heir; Hij heeft hen 1894 Jes 34:4 | 4      En al het heir der hemelen zal 1895 Jes 34:4 | worden, gelijk een boek, en al hun heir zal afvallen, gelijk 1896 Jes 34:12 | koninkrijk roepen, maar al hun vorsten zullen niets 1897 Jes 36:6 | Farao, de koning van Egypte, al      dengenen, die op hem 1898 Jes 36:20 | Welke zijn ze onder al de goden dezer landen, die 1899 Jes 37:17 | ogen open, en zie; en hoor al de woorden van Sanherib, 1900 Jes 37:18 | de koningen van Assyrie al de landen, mitsgaders derzelver 1901 Jes 38:13 | een leeuw, alzo zal Hij al mijn beenderen breken; van 1902 Jes 38:15 | Hij het gedaan; ik zal nu al zoetjes voorttreden al mijn 1903 Jes 38:15 | nu al zoetjes voorttreden al mijn jaren, vanwege de bitterheid 1904 Jes 38:17 | niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden achter Uw rug      1905 Jes 38:20 | mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in 1906 Jes 39:2 | zijn ganse wapenhuis, en al wat gevonden werd   in zijn 1907 Jes 39:6 | Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is, en wat 1908 Jes 40:2 | ontvangen heeft      voor al haar zonden. ~ 1909 Jes 40:6 | Alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid als 1910 Jes 42:10 | gij, die ter zee vaart, en al wat daarin is, gij eilanden 1911 Jes 42:15 | heuvelen woest maken, en al hun gras zal Ik doen verdorren; 1912 Jes 43:9 | 9      Laat al de heidenen samen vergaderd 1913 Jes 44:9 | van gesneden beelden zijn al te zamen ijdelheid, en hun 1914 Jes 44:11 | 11      Ziet, al hun medegenoten zullen beschaamd 1915 Jes 44:28 | Mijn herder, en hij zal al Mijn welgevallen volbrengen; 1916 Jes 45:7 | kwaad, Ik, de HEERE, doe al deze dingen. ~ 1917 Jes 45:12 | hemelen uitgebreid, en Ik heb al hun heir bevel gegeven. ~ 1918 Jes 45:13 | verwekt in gerechtigheid, en al zijn wegen zal Ik recht 1919 Jes 46:10 | raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen. ~ 1920 Jes 49:11 | 11      En Ik zal al Mijn bergen tot een weg 1921 Jes 51:3 | troosten, Hij zal troosten al haar woeste plaatsen, en 1922 Jes 51:18 | 18      Er is niemand van al de kinderen, die zij gebaard 1923 Jes 51:18 | zachtjes leidt; en niemand van al de kinderen, die zij opgevoed 1924 Jes 52:10 | ogen aller heidenen; en al de einden der aarde zullen 1925 Jes 54:13 | 13      En al uw kinderen zullen van den 1926 Jes 57:3 | HEERE heeft mij gans en al van Zijn volk gescheiden; 1927 Jes 57:6 | Hem tot knechten te zijn; al wie den sabbat houdt, dat      1928 Jes 57:9 | 9      Al gij gedierten des velds, 1929 Jes 57:9 | velds, komt om te eten, ja, al gij gedierten in het woud! ~ 1930 Jes 59:3 | eist      gestrengelijk al uw arbeid. ~ 1931 Jes 60:8 | verkeerd voor zich zelven, al wie daarop gaat, die kent 1932 Jes 61:7 | 7      Al de schapen van Kedar zullen 1933 Jes 62:11 | lof doen uitspruiten voor al      de volken. ~  ~ 1934 Jes 63:6 | besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht 1935 Jes 63:6 | geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. 1936 Jes 64:3 | gesprengd op Mijn klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld. ~ 1937 Jes 64:9 | 9      In al hun benauwdheid was Hij 1938 Jes 64:9 | op, en      Hij droeg hen al de dagen van ouds. ~ 1939 Jes 65:6 | zijn als een onreine, en al onze gerechtigheden zijn 1940 Jes 65:11 | is met vuur verbrand; en al onze gewenste dingen zijn 1941 Jes 67:2 | Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en 1942 Jes 67:2 | deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, 1943 Jes 67:10 | en verheugt u over haar, al haar liefhebbers! Weest 1944 Jes 67:20 | 20      En zij zullen al uw broeders uit alle heidenen 1945 Jer 1:15 | Jeruzalem, en tegen al haar muren rondom, en tegen 1946 Jer 1:16 | tegen hen uitspreken over al hun boosheid; dat zij Mij 1947 Jer 2:22 | 22      Want, al wiest gij u met salpeter, 1948 Jer 2:37 | hoofd; want de HEERE heeft al uw vertrouwen verworpen, 1949 Jer 3:17 | noemen, des HEEREN troon; en al de heidenen zullen tot haar 1950 Jer 4:24 | en ziet, zij beefden; en al de heuvelen schudden. ~ 1951 Jer 4:26 | land was een woestijn, en al zijn steden waren afgebroken, 1952 Jer 4:29 | en boogschutters vluchten al de steden; zij gaan in de 1953 Jer 4:29 | en klimmen op de rotsen; al de steden zijn verlaten, 1954 Jer 4:30 | dan doen, gij verwoeste? Al kleeddet gij u met scharlaken, 1955 Jer 4:30 | kleeddet gij u met scharlaken, al versierdet gij u met gouden 1956 Jer 4:30 | gij u met gouden sieraad, al schuurdet gij uw ogen met 1957 Jer 5:2 | 2      En of zij al zeggen: Zo waarachtig als 1958 Jer 5:6 | waakt tegen hun steden; al wie uit dezelve uitgaat, 1959 Jer 5:19 | ons de HEERE, onze God, al deze dingen gedaan? dat 1960 Jer 7:10 | zeggen: Wij zijn verlost, om al deze gruwelen te doen? ~ 1961 Jer 7:13 | En nu, omdat gijlieden al deze werken doet, spreekt 1962 Jer 7:15 | wegwerpen, gelijk als Ik al uw broederen, het ganse 1963 Jer 7:23 | volk zijn; en wandelt in al den weg, dien Ik u gebieden 1964 Jer 7:25 | zo heb Ik tot u gezonden al Mijn knechten, de profeten, 1965 Jer 7:27 | 27      Ook zult gij al deze woorden tot hen spreken, 1966 Jer 8:3 | uit dit boze geslacht, in al de plaatsen der overgeblevenen, 1967 Jer 9:26 | de woestijn wonen; want al de      heidenen hebben 1968 Jer 10:9 | der wijzen zijn zij al te zamen. ~ 1969 Jer 10:20 | Mijn tent is verstoord, en al mijn zelen zijn verscheurd; 1970 Jer 11:6 | HEERE zeide tot mij: Roep al deze woorden uit in de steden 1971 Jer 11:8 | heb Ik over hen gebracht al      de woorden dezes verbonds, 1972 Jer 12:9 | haar; komt aan, verzamelt, al gij gedierte des velds, 1973 Jer 12:14 | zegt de HEERE: Aangaande al Mijn boze naburen, die Mijn 1974 Jer 13:19 | weggevoerd, het is geheel en al weggevoerd. ~ 1975 Jer 14:22 | wachten, want Gij      doet al die dingen. ~  ~  ~  ~ ~ 1976 Jer 15:1 | de HEERE zeide tot mij: Al stond Mozes en Samuel voor 1977 Jer 15:13 | zonder prijs; en dat om al uw zonden, en in al uw landpalen. ~ 1978 Jer 15:13 | dat om al uw zonden, en in al uw landpalen. ~ 1979 Jer 16:10 | geschieden, als gij dit volk al deze woorden zult aanzeggen, 1980 Jer 16:10 | Waarom spreekt de HEERE al dit grote kwaad over ons, 1981 Jer 16:15 | van het noorden, en uit al de landen waarhenen Hij 1982 Jer 16:17 | Want Mijn ogen zijn op al hun wegen; zij zijn voor 1983 Jer 17:3 | het veld, uw vermogen en al uw schatten ten roof geven, 1984 Jer 17:3 | hoogten, om de zonde in al uw landpalen. ~ 1985 Jer 18:16 | tot eeuwige aanfluitingen; al wie daar voorbijgaat, zal 1986 Jer 18:23 | Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; 1987 Jer 19:8 | en tot een aanfluiting; al wie voorbij haar gaat, zal 1988 Jer 19:8 | ontzetten en fluiten over al haar plagen. ~ 1989 Jer 19:13 | Tofeth, onrein worden, met al de huizen, op welker daken 1990 Jer 19:13 | op welker daken zij aan al het heir des      hemels 1991 Jer 19:14 | HEEREN huis, en zeide tot al het volk: ~ 1992 Jer 19:15 | over deze stad, en over al haar steden, al het kwaad 1993 Jer 19:15 | en over al haar steden, al het kwaad brengen, dat Ik 1994 Jer 20:4 | schrik voor uzelven en voor al uw liefhebbers; die zullen 1995 Jer 20:5 | 5      Ook zal Ik geven al het vermogen dezer stad, 1996 Jer 20:5 | vermogen dezer stad, en al haar arbeid, en al haar 1997 Jer 20:5 | stad, en al haar arbeid, en al haar kostelijkheid, en alle 1998 Jer 20:6 | begraven worden, gij en al uw      vrienden, denwelken 1999 Jer 20:10 | zullen het te kennen geven; al mijn vredegenoten nemen 2000 Jer 21:2 | HEERE met ons doen naar al Zijn wonderen, dat hij van


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2776

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License