Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ooilam 4
ooilammeren 3
ooit 14
ook 2765
oom 10
ooms 7
oor 81
Frequency    [«  »]
2888 god
2779 naar
2776 al
2765 ook
2528 haar
2440 hebben
2336 worden

Bijbel

IntraText - Concordances

ook

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2765

     Book Chapter: Verse
1 Gen 1:16 | heerschappij des nachts; ook de sterren. ~ 2 Gen 2:8 | 8 Ook had de HEERE God een hof 3 Gen 2:12 | dit land is goed; daar is ook bedolah, en de steen sardonix. ~ 4 Gen 2:18 | 18 Ook had de HEERE God gesproken: 5 Gen 3:1 | zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden 6 Gen 3:6 | vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij 7 Gen 3:18 | 18 Ook zal het u doornen en distelen 8 Gen 3:22 | hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, 9 Gen 4:4 | 4 En Habel bracht ook van de eerstgeborenen zijner 10 Gen 4:22 | 22 En Zilla baarde ook Tubal-Kain, een leermeester 11 Gen 4:26 | 26 En denzelven Seth werd ook een zoon geboren, en hij 12 Gen 6:3 | met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen 13 Gen 6:4 | er reuzen op de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot 14 Gen 7:3 | 3 Ook van het gevogelte des hemels 15 Gen 7:13 | Noachs zonen, desgelijks ook Noachs huisvrouw, en de 16 Gen 8:2 | 2 Ook werden de fonteinen des 17 Gen 9:5 | gedierte zal Ik het eisen; ook van de hand des mensen, 18 Gen 10:21 | zonen geboren; dezelve is ook de vader aller zonen van 19 Gen 12:15 | 15 Ook zagen haar de vorsten van 20 Gen 12:17 | Farao met grote plagen, ook zijn huis, ter oorzake van 21 Gen 13:5 | die met Abram toog, had ook schapen, en runderen, en 22 Gen 13:7 | de herders van Lots vee. Ook woonden toen de Kanaanieten 23 Gen 13:16 | aarde zal kunnen tellen, zal ook uw zaad geteld worden. ~ 24 Gen 14:7 | land der Amalekieten, en ook den Amoriet, die te Hazezon-Thamar 25 Gen 14:12 | 12 Ook namen zij Lot, den zoon 26 Gen 14:16 | bracht alle have weder, en ook Lot zijn broeder en deszelfs 27 Gen 14:16 | have bracht hij weder, als ook de vrouwen, en het volk. ~ 28 Gen 14:38 | 14 Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen 29 Gen 15:11 | 11 Ook zeide des HEEREN Engel tot 30 Gen 15:13 | want zij zeide: Heb ik ook hier gezien naar Dien, Die 31 Gen 16:16 | Ik zal haar zegenen, en u ook uit haar een zoon geven; 32 Gen 17:13 | gelachen, zeggende: Zou ik ook waarlijk baren, nu ik oud 33 Gen 17:23 | toe, en zeide: Zult Gij ook den rechtvaardige met den 34 Gen 17:24 | in de stad; zult Gij hen ook ombrengen, en de plaats 35 Gen 18:21 | uw aangezicht opgenomen ook in deze zaak, dat Ik deze 36 Gen 18:25 | alle inwoners dezer steden, ook het gewas des lands. ~ 37 Gen 18:34 | vader gelegen; laat ons ook dezen nacht hem wijn te 38 Gen 18:35 | En zij gaven haar vader ook dien nacht wijn te drinken, 39 Gen 18:38 | 38 En de jongste baarde ook een zoon, en noemde zijn 40 Gen 19:4 | hij: Heere! zult Gij dan ook een rechtvaardig volk doden? ~ 41 Gen 19:5 | is mijn zuster? en zij, ook zij heeft gezegd: Hij is 42 Gen 19:6 | hem in den droom: Ik heb ook geweten, dat gij dit in 43 Gen 19:6 | gedaan hebt, en Ik heb u ook belet van tegen Mij te zondigen; 44 Gen 19:12 | 12 En ook is zij waarlijk mijn zuster; 45 Gen 19:14 | Abimelech schapen en runderen, ook dienstknechten en dienstmaagden, 46 Gen 20:13 | 13 Doch Ik zal ook den zoon dezer dienstmaagd 47 Gen 20:14 | leggende op haar schouder; ook gaf hij haar het kind, en 48 Gen 20:26 | dit stuk gedaan heeft; en ook hebt gij het mij niet aangezegd, 49 Gen 20:26 | aangezegd, en ik heb er ook niet van gehoord, dan heden. ~ 50 Gen 21:20 | zeggende: Zie, Milka heeft ook Nahor, uw broeder, zonen 51 Gen 21:24 | was Reuma, diezelve baarde ook Tebah, en Gaham, en Tahas, 52 Gen 22:11 | mij; den akker geef ik u; ook de spelonk, die daarin is, 53 Gen 23:14 | zeggen: Drink, en ik zal ook uw kemelen drenken; diezelve 54 Gen 23:19 | geven, zeide zij: Ik zal ook voor uw kemelen putten, 55 Gen 23:23 | mij toch te kennen; is er ook ten huize uws vaders plaats 56 Gen 23:25 | had zij tot hem gezegd: Ook is er stro en veel voeders 57 Gen 23:25 | en veel voeders bij ons, ook plaats om te vernachten. ~ 58 Gen 23:44 | mij zal zeggen: Drink gij ook, en ik zal ook uw kemelen 59 Gen 23:44 | Drink gij ook, en ik zal ook uw kemelen putten; dat deze 60 Gen 23:46 | zeide: Drink gij, en ik zal ook uw kemelen drenken; en ik 61 Gen 23:46 | ik dronk, en zij drenkte ook de kemelen. ~ 62 Gen 23:49 | en zo niet, geeft het mij ook te kennen, opdat ik mij 63 Gen 23:53 | die aan Rebekka; hij gaf ook aan haar broeder en haar 64 Gen 23:64 | 64 Rebekka hief ook haar ogen op, en zij zag 65 Gen 24:16 | 16 Ook zeide Abimelech tot Izak: 66 Gen 24:21 | put, en daar twistten zij ook over; daarom noemde hij 67 Gen 25:25 | en hij at; hij bracht hem ook wijn, en hij dronk. ~ 68 Gen 25:33 | kwaamt, en heb hem gezegend; ook zal hij gezegend wezen. ~ 69 Gen 25:34 | tot zijn vader: Zegen mij, ook mij, mijn vader! ~ 70 Gen 25:38 | mijn vader? Zegen mij, ook mij, mijn vader! En Ezau 71 Gen 25:45 | daar nemen; waarom zoude ik ook van u beiden beroofd worden 72 Gen 27:27 | van deze; dan zullen wij u ook die geven, voor den dienst, 73 Gen 27:30 | 30 En hij ging ook in tot Rachel, en had ook 74 Gen 27:30 | ook in tot Rachel, en had ook Rachel liever dan Lea; en 75 Gen 27:33 | gehaat was, zo heeft Hij mij ook dezen gegeven; en zij noemde 76 Gen 27:38 | mijn knieen bare, en ik ook uit haar gebouwd worde. ~ 77 Gen 27:41 | God heeft mij gericht, en ook mijn stem verhoord, en heeft 78 Gen 27:43 | mijn zuster geworsteld; ook heb ik de overhand gehad; 79 Gen 27:44 | ophield van baren, nam zij ook haar dienstmaagd Zilpa, 80 Gen 27:50 | man genomen hebt, dat gij ook mijns zoons Dudaim nemen 81 Gen 27:57 | 22 God dacht ook aan Rachel; en God verhoorde 82 Gen 27:65 | nu dan, wanneer zal ik ook werken voor mijn huis? ~ 83 Gen 28:2 | 2 Jakob zag ook het aangezicht van Laban 84 Gen 28:15 | ons verkocht, en hij heeft ook steeds ons geld verteerd. ~ 85 Gen 28:25 | geslagen op dat gebergte; ook sloeg Laban met zijn broederen 86 Gen 28:28 | 28 Ook hebt gij mij niet toegelaten 87 Gen 29:1 | 1 Jakob toog ook zijns weegs; en de engelen 88 Gen 29:6 | uw broeder, tot Ezau; en ook trekt hij u tegemoet, en 89 Gen 29:18 | Ezau, en zie, hij zelf is ook achter ons! ~ 90 Gen 29:19 | 19 En hij gebood ook den tweede, ook den derde, 91 Gen 29:19 | hij gebood ook den tweede, ook den derde, ook allen, die 92 Gen 29:19 | den tweede, ook den derde, ook allen, die de kudden nagingen, 93 Gen 29:20 | 20 En gij zult ook zeggen: Zie, uw knecht Jakob 94 Gen 30:7 | 7 En Lea trad ook toe, met haar kinderen, 95 Gen 31:4 | 4 Sichem sprak ook tot zijn vader Hemor, zeggende: 96 Gen 31:26 | 26 Zij sloegen ook Hemor, en zijn zoon Sichem, 97 Gen 32:17 | want deze zoon zult gij ook hebben! ~ 98 Gen 34:5 | 5 Ook droomde Jozef een droom, 99 Gen 34:7 | schoof stond op, en bleef ook staande; en ziet, uw schoven 100 Gen 34:22 | 22 Ook zeide Ruben tot hen: Vergiet 101 Gen 35:10 | deed; daarom doodde Hij hem ook. ~ 102 Gen 35:11 | zeide: Dat niet misschien ook deze sterve, gelijk zijn 103 Gen 35:22 | heb haar niet gevonden; en ook zeiden de lieden van die 104 Gen 35:24 | schoondochter, heeft gehoereerd, en ook zie, zij is zwanger van 105 Gen 36:38 | het land der Hebreen; en ook heb ik hier niets gedaan, 106 Gen 36:39 | zeide hij tot Jozef: Ik was ook in mijn droom, en zie, drie 107 Gen 37:26 | die zeven schone aren zijn ook zeven jaren; de droom is 108 Gen 37:31 | 31 Ook zal de overvloed in het 109 Gen 38:22 | maar gij hoordet niet; en ook zijn bloed, ziet, het wordt 110 Gen 38:28 | is wedergekeerd; daartoe ook, ziet, het is in mijn zak! 111 Gen 39:13 | 13 Neemt ook uw broeder mede, en maakt 112 Gen 39:22 | 22 Wij hebben ook ander geld in onze hand 113 Gen 39:24 | wiesen hun voeten; hij gaf ook aan hun ezelen voeder. ~ 114 Gen 40:9 | worden, dat hij sterve; en ook zullen wij mijn heer tot 115 Gen 40:10 | En hij zeide: Dit zij nu ook alzo, naar uw woorden! Bij 116 Gen 40:29 | 29 Indien gij nu deze ook van mijn aangezicht wegneemt, 117 Gen 41:21 | wagenen, naar Farao's bevel; ook gaf hij hun teerkost op 118 Gen 41:26 | zeggende: Jozef leeft nog, ja, ook is hij regeerder in gans 119 Gen 44:11 | maar zie, God heeft mij ook uw zaad doen zien! ~ 120 Gen 44:19 | zoon! ik weet het; hij zal ook tot een volk worden, en 121 Gen 44:19 | volk worden, en hij zal ook groot worden; maar nochtans 122 Gen 46:18 | 18 Daarna kwamen ook zijn broeders, en vielen 123 Gen 46:23 | kinderen, van het derde gelid; ook werden de zonen van Machir, 124 Exo 1:10 | krijg voorvalt, dat het zich ook niet vervoege tot onze vijanden, 125 Exo 2:19 | der herderen; en hij heeft ook overvloedig voor ons geput, 126 Exo 3:9 | Israels is tot Mij gekomen; en ook heb Ik gezien de verdrukking, 127 Exo 3:14 | ZIJN,, Die Ik ZIJN ZAL! Ook zeide Hij: Alzo zult gij 128 Exo 3:19 | ulieden niet zal laten gaan, ook niet door een sterke hand. ~ 129 Exo 4:9 | het zal geschieden, zo zij ook deze twee tekenen niet geloven, 130 Exo 4:14 | zeer wel spreken zal, en ook, zie, hij zal uitgaan u 131 Exo 4:19 | 19 Ook zeide de HEERE tot Mozes 132 Exo 4:27 | 27 De HEERE zeide ook tot Aaron: Ga Mozes tegemoet 133 Exo 5:2 | den HEERE niet, en ik zal ook Israel niet laten trekken. ~ 134 Exo 5:14 | tichelstenen, gelijk te voren, alzo ook gisteren en heden? ~ 135 Exo 6:3 | 3 En ook heb Ik Mijn verbond met 136 Exo 6:4 | 4 En ook heb Ik gehoord het gekerm 137 Exo 7:11 | 11 Farao nu riep ook de wijzen en de guichelaars; 138 Exo 7:11 | Egyptische tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen. ~ 139 Exo 7:22 | Egyptische tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen; 140 Exo 7:23 | hij zette zijn hart daar ook niet op. ~ 141 Exo 8:3 | slaapkamer, ja, op uw bed; ook in de huizen uwer knechten, 142 Exo 8:7 | Toen deden de tovenaars ook alzo, met hun bezweringen; 143 Exo 8:18 | 18 De tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen, 144 Exo 8:21 | zullen vervuld worden, en ook het aardrijk, waarop zij 145 Exo 8:32 | Farao verzwaarde zijn hart ook op ditmaal, en hij liet 146 Exo 9:25 | mensen af tot de beesten toe; ook sloeg de hagel al het kruid 147 Exo 10:1 | heb zijn hart verzwaard, ook het hart zijner knechten, 148 Exo 10:5 | van den hagel; zij zullen ook al het geboomte afeten, 149 Exo 10:23 | de ander niet; er stond ook niemand op van zijn plaats, 150 Exo 10:24 | runderen zullen vast blijven; ook zullen uw kinderkens met 151 Exo 10:25 | 25 Doch Mozes zeide: Ook zult gij slachtofferen en 152 Exo 10:26 | 26 En ons vee zal ook met ons gaan, er zal niet 153 Exo 11:3 | de ogen der Egyptenaren; ook was de man Mozes zeer groot 154 Exo 12:9 | daarvan niet rauw eten, ook geenszins in water gezoden; 155 Exo 12:10 | 10 Gij zult daarvan ook niet laten overblijven tot 156 Exo 12:16 | heilige verzameling zijn; ook zult gij een heilige verzameling 157 Exo 12:32 | 32 Neemt ook met u uw schapen en uw runderen, 158 Exo 12:32 | gaat heen, en zegent mij ook. ~ 159 Exo 12:38 | veel vermengd volk trok ook met hen op, en schapen, 160 Exo 12:39 | niet vertoeven konden, noch ook tering voor zich bereiden. ~ 161 Exo 13:11 | 11 Het zal ook geschieden, wanneer u de 162 Exo 13:12 | wat de baarmoeder opent; ook alles, wat de baarmoeder 163 Exo 14:19 | hen; de wolkkolom vertrok ook van hun aangezicht, en stond 164 Exo 14:31 | 31 Ook zag Israel de grote hand, 165 Exo 16:11 | 11 Ook heeft de HEERE tot Mozes 166 Exo 16:33 | 33 Ook zeide Mozes tot Aaron: Neem 167 Exo 18:23 | gij kunnen bestaan; zo zal ook al dit volk in vrede aan 168 Exo 19:9 | met u spreek, en dat zij ook eeuwiglijk aan u geloven. 169 Exo 19:10 | 10 Ook zeide de HEERE tot Mozes: 170 Exo 19:22 | 22 Daartoe zullen ook de priesters, die tot den 171 Exo 20:26 | 26 Gij zult ook niet met trappen tot Mijn 172 Exo 21:17 | 17 Wie ook zijn vader of zijn moeder 173 Exo 21:20 | 20 Wanneer ook iemand zijn dienstknecht 174 Exo 21:26 | 26 Wanneer ook iemand het oog van zijn 175 Exo 21:29 | worden, en zijn heer zal ook gedood worden. ~ 176 Exo 21:35 | delen, en den dode zal men ook half en half delen. ~ 177 Exo 22:21 | 21 Gij zult ook den vreemdeling geen overlast 178 Exo 23:3 | 3 Ook zult gij den geringe niet 179 Exo 23:8 | 8 Ook zult gij geen geschenk nemen; 180 Exo 23:9 | 9 Gij zult ook den vreemdeling niet onderdrukken; 181 Exo 23:10 | 10 Gij zult ook zes jaar uw land bezaaien, 182 Exo 23:11 | eten mogen; alzo zult gij ook doen met uw wijngaard, en 183 Exo 23:18 | gedesemde broden offeren; ook zal het vette Mijns feestes 184 Exo 23:24 | buigen, noch hen dienen; ook zult gij naar hun werken 185 Exo 23:28 | 28 Ik zal ook horzelen voor uw aangezicht 186 Exo 24:2 | naderen; en het volk klimme ook niet op met hem. ~ 187 Exo 24:9 | Aaron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en zeventig 188 Exo 25:4 | 4 Als ook hemelsblauw, en purper, 189 Exo 25:17 | 17 Gij zult ook een verzoendeksel maken 190 Exo 25:18 | 18 Gij zult ook twee cherubim van goud maken; 191 Exo 25:23 | 23 Gij zult ook een tafel maken van sittimhout; 192 Exo 25:24 | goud overtrekken; gij zult ook een gouden krans daaraan 193 Exo 25:25 | 25 Gij zult ook een lijst rondom daaraan 194 Exo 25:26 | 26 Ook zult gij vier gouden ringen 195 Exo 25:29 | 29 Gij zult ook maken haar schotelen, en 196 Exo 25:31 | 31 Gij zult ook een kandelaar van louter 197 Exo 25:35 | uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, 198 Exo 25:37 | 37 Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men 199 Exo 26:4 | samenvoeging; alzo zult gij ook doen aan den uitersten kant 200 Exo 26:6 | 6 Gij zult ook vijftig gouden haakjes maken, 201 Exo 26:7 | 7 Ook zult gij gordijnen uit geiten 202 Exo 26:11 | 11 Gij zult ook vijftig koperen haakjes 203 Exo 26:14 | 14 Gij zult ook voor de tent een deksel 204 Exo 26:15 | 15 Gij zult ook tot den tabernakel staande 205 Exo 26:19 | 19 Gij zult ook veertig zilveren voeten 206 Exo 26:20 | 20 Er zullen ook twintig berderen zijn aan 207 Exo 26:23 | 23 Ook zult gij twee berderen maken 208 Exo 26:24 | samengevoegd zijn; zij zullen ook als tweelingen aan het oppereinde 209 Exo 26:26 | 26 Gij zult ook richelen maken van sittimhout; 210 Exo 26:29 | maken; de richelen zult gij ook met goud overtrekken. ~ 211 Exo 26:36 | 36 Gij zult ook aan de deur der tent een 212 Exo 27:1 | 1 Gij zult ook een altaar maken van sittimhout; 213 Exo 27:3 | 3 Gij zult het ook potten maken, om zijn as 214 Exo 27:3 | om zijn as te ontvangen, ook zijn schoffelen, en zijn 215 Exo 27:6 | 6 Gij zult ook handbomen maken tot het 216 Exo 27:9 | 9 Gij zult ook den voorhof des tabernakels 217 Exo 27:10 | 10 Ook zullen zijn twintig pilaren 218 Exo 27:11 | 11 Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in 219 Exo 28:3 | 3 Gij zult ook spreken tot allen, die wijs 220 Exo 28:5 | 5 Zij zullen ook het goud, en hemelsblauw, 221 Exo 28:13 | 13 Gij zult ook gouden kastjes maken, ~ 222 Exo 28:15 | 15 Gij zult ook een borstlap des gerichts 223 Exo 28:22 | 22 Gij zult ook aan den borstlap gelijkeindigende 224 Exo 28:23 | 23 Gij zult ook aan den borstlap twee gouden 225 Exo 28:30 | 30 Gij zult ook in den borstlap des gerichts 226 Exo 28:31 | 31 Gij zult ook den mantel des efods geheel 227 Exo 28:39 | 39 Gij zult ook een rok vol oogjes maken, 228 Exo 28:39 | van fijn linnen; gij zult ook den hoed van fijn linnen 229 Exo 28:40 | zonen van Aaron zult gij ook rokken maken, en gij zult 230 Exo 28:40 | voor hen gordels maken; ook zult gij voor hen mutsen 231 Exo 28:41 | die uw broeder Aaron en ook zijn zonen aantrekken; en 232 Exo 28:42 | 42 Maak hun ook linnen onderbroeken, om 233 Exo 29:13 | 13 Gij zult ook al het vet nemen, hetwelk 234 Exo 29:21 | geheiligd zij, en zijn klederen, ook zijn zonen, en de klederen 235 Exo 29:22 | vet mitsgaders den staart, ook het vet, dat het ingewand 236 Exo 29:36 | 36 Gij zult ook des daags een var des zondoffers 237 Exo 29:44 | mitsgaders het altaar; Ik zal ook Aaron en zijn zonen heiligen, 238 Exo 30:1 | 1 Gij zult ook een reukaltaar des reukwerks 239 Exo 30:3 | deszelfs wanden rondom, als ook zijn hoornen; en gij zult 240 Exo 30:4 | 4 Gij zult ook twee gouden ringen daaraan 241 Exo 30:9 | noch spijsoffer; gij zult ook geen drankoffer daarop gieten. ~ 242 Exo 30:18 | 18 Gij zult ook een koperen wasvat maken, 243 Exo 30:23 | tweehonderd en vijftig sikkels, ook specerijkalmus, tweehonderd 244 Exo 30:24 | 24 Ook kassie, vijfhonderd, naar 245 Exo 30:30 | 30 Gij zult ook Aaron en zijn zonen zalven, 246 Exo 30:32 | men ze gieten; gij zult ook naar haar maaksel geen dergelijke 247 Exo 31:9 | 9 Ook des brandoffers altaar, 248 Exo 31:11 | 11 Ook de zalfolie, en het reukwerk 249 Exo 32:16 | werk; het geschrift was ook Gods geschrift zelf, in 250 Exo 32:18 | van overwinning, het is ook geen stem des geroeps van 251 Exo 33:16 | werk; het geschrift was ook Gods geschrift zelf, in 252 Exo 33:18 | van overwinning, het is ook geen stem des geroeps van 253 Exo 34:12 | hebt: Ik ken u bij name! en ook: Gij hebt genade gevonden 254 Exo 34:17 | zeide de HEERE tot Mozes: Ook deze zelfde zaak, die gij 255 Exo 34:26 | met u opklimmen; dat er ook niemand gezien worde op 256 Exo 34:26 | worde op den gansen berg; ook het kleine vee, noch runderen 257 Exo 34:39 | nahoererende, maken, dat ook uw zonen haar goden nahoereren. ~ 258 Exo 34:45 | feest der weken zult gij ook houden, zijnde het feest 259 Exo 34:48 | slachtoffer van het paasfeest zal ook niet vernachten tot den 260 Exo 35:6 | 6 Als ook hemelsblauw, en purper, 261 Exo 35:34 | 34 Hij heeft hem ook in zijn hart gegeven anderen 262 Exo 36:11 | samenvoeging; hij deed het ook aan den uitersten kant der 263 Exo 36:13 | 13 Hij maakte ook vijftig gouden haakjes, 264 Exo 36:17 | samenvoeging; hij maakte ook vijftig striklisjes aan 265 Exo 36:18 | 18 Hij maakte ook vijftig koperen haakjes, 266 Exo 36:19 | 19 Ook maakte hij voor de tent 267 Exo 36:20 | 20 Hij maakte ook aan den tabernakel berderen 268 Exo 36:23 | 23 Hij maakte ook de berderen tot den tabernakel; 269 Exo 36:25 | 25 Hij maakte ook twintig berderen aan de 270 Exo 36:28 | 28 Ook maakte hij twee berderen 271 Exo 36:29 | samengevoegd, zij waren ook als tweelingen aan deszelfs 272 Exo 36:31 | 31 Hij maakte ook richelen van sittimhout; 273 Exo 36:34 | de richelen overtrok hij ook met goud. ~ 274 Exo 36:37 | 37 Hij maakte ook aan de deur der tent een 275 Exo 37:6 | 6 Hij maakte ook een verzoendeksel van louter 276 Exo 37:7 | 7 Ook maakte hij twee cherubim 277 Exo 37:10 | 10 Hij maakte ook een tafel van sittimhout; 278 Exo 37:12 | 12 Hij maakte daaraan ook een lijst rondom, een hand 279 Exo 37:13 | 13 Hij goot ook vier gouden ringen daaraan; 280 Exo 37:15 | 15 Hij maakte ook de handbomen van sittimhout; 281 Exo 37:17 | 17 Hij maakte ook een kandelaar van louter 282 Exo 37:21 | uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten, 283 Exo 37:27 | 27 Hij maakte ook twee gouden ringen daaraan, 284 Exo 37:29 | 29 Hij maakte ook de heilige zalfolie, en 285 Exo 38:1 | 1 Hij maakte ook het brandofferaltaar van 286 Exo 38:3 | 3 Hij maakte ook al het gereedschap des altaars, 287 Exo 38:4 | 4 Ook maakte hij aan het altaar 288 Exo 38:8 | 8 Hij maakte ook het koperen wasvat, met 289 Exo 38:9 | 9 Hij maakte ook den voorhof, aan den zuidhoek 290 Exo 38:19 | haken waren van zilver; ook was het overdeksel hunner 291 Exo 38:31 | van de poort des voorhofs, ook al de pennen des tabernakels, 292 Exo 39:1 | 1 Zij maakten ook ambtsklederen, om in het 293 Exo 39:1 | en purper, en scharlaken; ook maakten zij de heilige klederen, 294 Exo 39:6 | 6 Zij bereidden ook de sardonixstenen, omvat 295 Exo 39:8 | 8 Hij maakte ook de borstlap van het allerkunstelijkste 296 Exo 39:15 | 15 Zij maakten ook aan den borstlap gelijk-eindigende 297 Exo 39:19 | 19 Zij maakten ook twee gouden ringen, die 298 Exo 39:25 | 25 Zij maakten ook schelletjes van louter goud, 299 Exo 39:27 | 27 Zij maakten ook de rokken van fijn linnen, 300 Exo 39:30 | 30 Zij maakten ook de plaat van de kroon der 301 Exo 40:4 | te schikken is; gij zult ook den kandelaar daarin brengen, 302 Exo 40:6 | 6 Gij zult ook het altaar des brandoffers 303 Exo 40:10 | 10 Gij zult ook het altaar des brandoffers 304 Exo 40:12 | 12 Gij zult ook Aaron en zijn zonen doen 305 Exo 40:14 | 14 Gij zult ook zijn zonen doen naderen, 306 Exo 40:22 | 22 Hij zette ook de tafel in de tent der 307 Exo 40:24 | 24 Hij zette ook den kandelaar in de tent 308 Exo 40:28 | 28 Hij hing ook het deksel van de deur des 309 Exo 40:30 | 30 Hij zette ook het wasvat tussen de tent 310 Exo 40:33 | 33 Hij richtte ook den voorhof op, rondom den 311 Lev 1:8 | 8 Ook zullen de zonen van Aaron, 312 Lev 3:10 | 10 Ook beide de nieren, en het 313 Lev 4:7 | 7 Ook zal de priester van dat 314 Lev 4:26 | 26 Hij zal ook al zijn vet op het altaar 315 Lev 6:22 | 22 Ook zal de priester, die uit 316 Lev 7:4 | 4 Ook de beide nieren, en het 317 Lev 7:7 | het zondoffer, alzo zal ook het schuldoffer zijn; enerlei 318 Lev 7:8 | 8 Ook de priester, die iemands 319 Lev 7:10 | 10 Ook alle spijsoffer met olie 320 Lev 7:16 | overgeblevene daarvan zal ook des anderen daags gegeten 321 Lev 7:26 | 26 Ook zult gij in uw woningen 322 Lev 7:32 | 32 Gij zult ook den rechterschouder tot 323 Lev 8:13 | 13 Ook deed Mozes de zonen van 324 Lev 8:20 | 20 Hij deelde ook den ram in zijn delen; en 325 Lev 8:24 | 24 Hij deed ook de zonen van Aaron naderen; 326 Lev 8:26 | 26 Ook nam hij uit den korf van 327 Lev 8:30 | 30 Mozes nam ook van de zalfolie, en van 328 Lev 8:33 | 33 Ook zult gij uit de deur van 329 Lev 9:4 | 4 Ook een os en ram ten dankoffer, 330 Lev 9:13 | 13 Ook leverden zij aan hem het 331 Lev 10:7 | 7 Gij zult ook uit de deur van de tent 332 Lev 10:14 | 14 Ook de beweegborst en den hefschouder 333 Lev 11:7 | 7 Ook het zwijn, want dat verdeelt 334 Lev 11:28 | 28 Ook die hun dood aas zal gedragen 335 Lev 11:40 | 40 Ook die van hun dood aas gegeten 336 Lev 13:18 | 18 Het vlees ook, als in deszelfs vel een 337 Lev 14:5 | 5 De priester zal ook gebieden, dat men den ene 338 Lev 14:15 | 15 De priester zal ook uit den log der olie nemen, 339 Lev 14:19 | 19 De priester zal ook het zondoffer bereiden, 340 Lev 14:26 | 26 Ook zal de priester van die 341 Lev 14:47 | 47 Die ook in dat huis te slapen ligt, 342 Lev 15:5 | 5 Een ieder ook, die zijn leger zal aanroeren, 343 Lev 15:8 | 8 Als ook hij, die den vloed heeft, 344 Lev 15:12 | 12 Ook het aarden vat, hetwelk 345 Lev 15:17 | 17 Ook alle kleed, en alle vel, 346 Lev 15:22 | 22 Ook al wie enig tuig, waarop 347 Lev 15:25 | 25 Wanneer ook een vrouw, vele dagen buiten 348 Lev 16:7 | 7 Hij zal ook beide bokken nemen, en hij 349 Lev 16:12 | 12 Hij zal ook een wierookvat vol vurige 350 Lev 16:25 | 25 Ook zal hij het vet des zondoffers 351 Lev 17:7 | 7 En zij zullen ook niet meer hun slachtofferen 352 Lev 17:13 | 13 Een ieder ook van de kinderen Israels 353 Lev 18:18 | 18 Gij zult ook geen vrouw tot haar zuster 354 Lev 18:19 | 19 Ook zult gij tot de vrouw in 355 Lev 18:23 | te worden; een vrouw zal ook niet staan voor een beest, 356 Lev 19:9 | 9 Als gij ook den oogst uws lands inoogsten 357 Lev 19:23 | 23 Als gij ook in dat land gekomen zult 358 Lev 19:27 | hoofds niet rond afscheren; ook zult gij de hoeken uws baards 359 Lev 20:2 | 2 Gij zult ook tot de kinderen Israels 360 Lev 20:10 | 10 Een man ook, die met iemands huisvrouw 361 Lev 20:13 | 13 Wanneer ook een man bij een manspersoon 362 Lev 20:15 | zekerlijk gedood worden; ook zult gijlieden het beest 363 Lev 20:20 | 20 Als ook een man bij zijn moei zal 364 Lev 21:11 | 11 Hij zal ook bij geen dode lichamen komen; 365 Lev 21:13 | 13 Hij zal ook een vrouw in haar maagdom 366 Lev 22:10 | 10 Ook zal geen vreemde het heilige 367 Lev 22:25 | 25 Gij zult ook uit de hand des vreemden 368 Lev 22:28 | 28 Gij zult ook een os, of klein vee, hem 369 Lev 22:43 | 12 Gij zult ook op den dag, als gij die 370 Lev 22:49 | 18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen 371 Lev 22:50 | 19 Ook zult gij een geitenbok ten 372 Lev 22:61 | 30 Ook alle ziel, die enig werk 373 Lev 23:5 | 5 Gij zult ook meelbloem nemen, en twaalf 374 Lev 23:19 | 19 Als ook iemand aan zijn naaste een 375 Lev 23:19 | hij gedaan heeft, zo zal ook aan hem gedaan worden: ~ 376 Lev 23:20 | aangebracht hebben, zo zal ook hem aangebracht worden. ~ 377 Lev 24:8 | 8 Gij zult u ook tellen zeven jaarweken, 378 Lev 24:11 | zal gewassen zijn, noch ook de druiven der afzonderingen 379 Lev 24:23 | 23 Het land ook zal niet voor altoos verkocht 380 Lev 24:45 | 45 Gij zult ze ook kopen van de kinderen der 381 Lev 25:6 | 6 Ook zal Ik vrede geven in het 382 Lev 25:16 | 16 Dit zal Ik u ook doen, dat Ik over u stellen 383 Lev 25:16 | ziel pijnigen; gij zult ook uw zaad te vergeefs zaaien, 384 Lev 25:24 | 24 Zo zal Ik ook met u in tegenheid wandelen, 385 Lev 25:24 | tegenheid wandelen, en Ik zal u ook zevenvoudig over uw zonden 386 Lev 25:27 | 27 Als gij ook hierom Mij niet horen zult, 387 Lev 25:28 | 28 Zo zal Ik ook met u in heetgrimmige tegenheid 388 Lev 25:28 | tegenheid wandelen, en Ik zal u ook zevenvoudig over uw zonden 389 Lev 25:39 | uwer vijanden uitteren; ja, ook om de ongerechtigheden hunner 390 Lev 25:40 | Mij overtreden hebben, en ook dat zij met Mij in tegenheid 391 Lev 25:41 | 41 Dat Ik ook met hen in tegenheid gewandeld, 392 Lev 25:42 | Mijn verbond met Jakob, en ook aan Mijn verbond met Izak, 393 Lev 25:42 | Mijn verbond met Izak, en ook aan Mijn verbond met Abraham 394 Lev 25:44 | 44 En hierenboven is dit ook; als zij in het land hunner 395 Lev 26:16 | 16 Indien ook iemand van den akker zijner 396 Lev 26:30 | 30 Ook alle tienden des lands, 397 Lev 26:33 | onderzoeken; hij zal het ook niet verwisselen; maar indien 398 Num 4:7 | 7 Zij zullen ook op de toontafel een kleed 399 Num 4:7 | kroezen, en de dekschotels; ook zal het gedurig brood daarop 400 Num 4:10 | 10 Zij zullen ook denzelven, en al zijn gereedschap, 401 Num 4:12 | 12 Zij zullen ook nemen alle gereedschap van 402 Num 4:22 | 22 Neem ook op de som der zonen van 403 Num 5:26 | 26 De priester zal ook van dat spijsoffer, deszelfs 404 Num 6:17 | 17 Hij zal ook den ram ten dankoffer den 405 Num 9:14 | hij het pascha den HEERE ook houden zal, naar de inzetting 406 Num 9:17 | boven de tent, zo verreisden ook daarna de kinderen Israels; 407 Num 10:9 | die u benauwt, zult gij ook met die trompetten een gebroken 408 Num 10:10 | beginselen uwer maanden, zult gij ook met de trompetten blazen 409 Num 10:32 | ons weldoen zal, dat wij u ook weldoen zullen. ~ 410 Num 11:4 | bevangen; daarom zo weenden ook de kinderen Israels wederom, 411 Num 11:10 | des HEEREN ontstak zeer; ook was het kwaad in de ogen 412 Num 12:2 | Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken? 413 Num 13:20 | 20 Ook hoedanig het land zij, of 414 Num 13:23 | tweeen, op een draagstok; ook van de granaatappelen en 415 Num 13:28 | vast, en zeer groot; en ook hebben wij daar kinderen 416 Num 13:33 | 33 Wij hebben ook daar de reuzen gezien, en 417 Num 13:33 | onze ogen, alzo waren wij ook in hun ogen. ~  ~ 418 Num 15:14 | 14 Wanneer ook een vreemdeling bij u als 419 Num 15:26 | Israels vergeven worden, ook den vreemdeling, die in 420 Num 16:10 | doen naderen; zoekt gij nu ook het priesterambt? ~ 421 Num 16:13 | in de woestijn, dat gij ook uzelven ten enenmaal over 422 Num 16:14 | 14 Ook hebt gij ons niet gebracht 423 Num 16:16 | des HEEREN; gij, en zij, ook Aaron, op morgen. ~ 424 Num 16:17 | en vijftig wierookvaten; ook gij, en Aaron, een ieder 425 Num 16:18 | de tent der samenkomst, ook Mozes en Aaron. ~ 426 Num 17:6 | staven; Aarons staf was ook onder hun staven. ~ 427 Num 18:6 | staven; Aarons staf was ook onder hun staven. ~ 428 Num 18:15 | 2 En ook zult gij uw broederen, den 429 Num 18:24 | 11 Ook zal dit het uwe zijn: het 430 Num 18:28 | zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen 431 Num 18:33 | 20 Ook zeide de HEERE tot Aaron: 432 Num 18:39 | 26 Gij zult ook tot de Levieten spreken, 433 Num 18:41 | 28 Alzo zult gij ook een hefoffer des HEEREN 434 Num 19:2 | 2 En ook zult gij uw broederen, den 435 Num 19:11 | 11 Ook zal dit het uwe zijn: het 436 Num 19:15 | zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen 437 Num 19:20 | 20 Ook zeide de HEERE tot Aaron: 438 Num 19:26 | 26 Gij zult ook tot de Levieten spreken, 439 Num 19:28 | 28 Alzo zult gij ook een hefoffer des HEEREN 440 Num 20:5 | noch van granaatappelen; ook is er geen water om te drinken. ~ 441 Num 21:5 | Want hier is geen brood, ook geen water, en onze ziel 442 Num 21:34 | gegeven, en al zijn volk, ook zijn land; en gij zult hem 443 Num 22:19 | nu, blijft gijlieden toch ook hier dezen nacht, opdat 444 Num 22:33 | zekerlijk Ik zoude u nu ook gedood, en haar bij het 445 Num 23:21 | ongerechtigheid in Jakob; ook ziet Hij niet aan de boosheid 446 Num 24:12 | Bileam tot Balak: Heb ik ook niet tot uw boden, die gij 447 Num 24:24 | Assur plagen, zij zullen ook Heber plagen; en hij zal 448 Num 24:24 | Heber plagen; en hij zal ook ten verderve zijn. ~ 449 Num 24:25 | zijn plaats. Balak ging ook zijn weg. ~ 450 Num 27:11 | 11 Indien ook zijn vader geen broeders 451 Num 27:13 | volken verzameld worden, gij ook, gelijk als uw broeder Aaron 452 Num 31:8 | koningen der Midianieten; ook doodden zij met het zwaard 453 Num 31:9 | kinderkens gevangen; zij roofden ook al hun beesten, en al hun 454 Num 31:20 | 20 Ook zult gij alle kleding, en 455 Num 31:24 | 24 Gij zult ook uw klederen op den zevenden 456 Num 32:4 | had, alle eerstgeborenen; ook had de HEERE gerichten geoefend 457 Num 32:52 | beeltenissen verderven; ook zult gij al hun gegotene 458 Num 34:20 | 20 Indien hij hem ook door haat zal gestoten hebben, 459 Num 34:32 | 32 Ook zult gij geen verzoening 460 Num 35:4 | 4 Als ook de kinderen Israels een 461 Deu 1:28 | gesterkt tot in de hemel toe; ook hebben wij daar kinderen 462 Deu 1:37 | 37 Ook vertoornde zich de HEERE 463 Deu 1:37 | zeggende: Gij zult daar ook niet inkomen. ~ 464 Deu 2:5 | van hun land niet geven, ook niet tot de betreding van 465 Deu 2:6 | kopen, dat gij etet; en ook zult gij water voor geld 466 Deu 2:11 | 11 Dezen werden ook voor reuzen gehouden, als 467 Deu 2:12 | 12 Ook woonden de Horieten te voren 468 Deu 2:15 | 15 Zo was ook de hand des HEEREN tegen 469 Deu 2:20 | 20 Dit werd ook voor een land der reuzen 470 Deu 2:23 | 23 Ook hebben de Kafthorieten, 471 Deu 2:36 | stad, die aan de beek is, ook tot Gilead toe, was er geen 472 Deu 3:3 | de HEERE, onze God, gaf ook Og, den koning van Bazan, 473 Deu 3:20 | gelijk ulieden, dat zij ook erven het land, dat de HEERE, 474 Deu 3:21 | 21 Ook gebood ik Jozua ter zelfder 475 Deu 3:23 | 23 Ook bad ik den HEERE om genade, 476 Deu 4:2 | u gebiede, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat 477 Deu 4:14 | 14 Ook gebood mij de HEERE ter 478 Deu 4:19 | 19 Dat gij ook uw ogen niet opheft naar 479 Deu 4:21 | 21 Ook vertoornde Zich de HEERE 480 Deu 6:8 | 8 Ook zult gij ze tot een teken 481 Deu 7:3 | 3 Gij zult u ook met hen niet vermaagschappen; 482 Deu 7:14 | vrouw onvruchtbaar zijn, ook niet onder uw beesten; ~ 483 Deu 7:20 | Daartoe zal de HEERE, uw God, ook horzelen onder hen zenden; 484 Deu 7:24 | 24 Ook zal Hij hun koningen in 485 Deu 8:13 | zullen vermeerderd zijn, ook zilver en goud u zal vermeerderd 486 Deu 9:19 | doch de HEERE verhoorde mij ook op dat maal. ~ 487 Deu 9:20 | 20 Ook vertoornde Zich de HEERE 488 Deu 9:20 | te verdelgen; doch ik bad ook ter zelver tijd voor Aaron. ~ 489 Deu 9:22 | 22 Ook vertoorndet gij den HEERE 490 Deu 10:10 | en de HEERE verhoorde mij ook op datzelve maal; de HEERE 491 Deu 12:30 | gediend hebben, alzo zal ik ook doen. ~ 492 Deu 12:31 | gedaan; want zij hebben ook hun zonen en hun dochteren 493 Deu 13:8 | en naar hem niet horen; ook zal uw oog hem niet verschonen, 494 Deu 13:15 | en alles, wat daarin is, ook haar beesten, met de scherpte 495 Deu 13:17 | 17 Ook zal er niets van het verbannene 496 Deu 14:8 | 8 Ook het varken; want dat verdeelt 497 Deu 14:19 | 19 Ook al het kruipend gevogelte 498 Deu 15:17 | uw dienstmaagd zult gij ook alzo doen. ~ 499 Deu 16:4 | in enige uwer landpalen; ook zal van het vlees, dat gij 500 Deu 16:19 | aangezicht niet kennen; ook zult gij geen geschenk nemen;


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2765

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License