1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2765
Book Chapter: Verse
1 Gen 1:16 | heerschappij des nachts; ook de sterren. ~
2 Gen 2:8 | 8 Ook had de HEERE God een hof
3 Gen 2:12 | dit land is goed; daar is ook bedolah, en de steen sardonix. ~
4 Gen 2:18 | 18 Ook had de HEERE God gesproken:
5 Gen 3:1 | zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden
6 Gen 3:6 | vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij
7 Gen 3:18 | 18 Ook zal het u doornen en distelen
8 Gen 3:22 | hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens,
9 Gen 4:4 | 4 En Habel bracht ook van de eerstgeborenen zijner
10 Gen 4:22 | 22 En Zilla baarde ook Tubal-Kain, een leermeester
11 Gen 4:26 | 26 En denzelven Seth werd ook een zoon geboren, en hij
12 Gen 6:3 | met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen
13 Gen 6:4 | er reuzen op de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot
14 Gen 7:3 | 3 Ook van het gevogelte des hemels
15 Gen 7:13 | Noachs zonen, desgelijks ook Noachs huisvrouw, en de
16 Gen 8:2 | 2 Ook werden de fonteinen des
17 Gen 9:5 | gedierte zal Ik het eisen; ook van de hand des mensen,
18 Gen 10:21 | zonen geboren; dezelve is ook de vader aller zonen van
19 Gen 12:15 | 15 Ook zagen haar de vorsten van
20 Gen 12:17 | Farao met grote plagen, ook zijn huis, ter oorzake van
21 Gen 13:5 | die met Abram toog, had ook schapen, en runderen, en
22 Gen 13:7 | de herders van Lots vee. Ook woonden toen de Kanaanieten
23 Gen 13:16 | aarde zal kunnen tellen, zal ook uw zaad geteld worden. ~
24 Gen 14:7 | land der Amalekieten, en ook den Amoriet, die te Hazezon-Thamar
25 Gen 14:12 | 12 Ook namen zij Lot, den zoon
26 Gen 14:16 | bracht alle have weder, en ook Lot zijn broeder en deszelfs
27 Gen 14:16 | have bracht hij weder, als ook de vrouwen, en het volk. ~
28 Gen 14:38 | 14 Doch Ik zal het volk ook rechten, hetwelk zij zullen
29 Gen 15:11 | 11 Ook zeide des HEEREN Engel tot
30 Gen 15:13 | want zij zeide: Heb ik ook hier gezien naar Dien, Die
31 Gen 16:16 | Ik zal haar zegenen, en u ook uit haar een zoon geven;
32 Gen 17:13 | gelachen, zeggende: Zou ik ook waarlijk baren, nu ik oud
33 Gen 17:23 | toe, en zeide: Zult Gij ook den rechtvaardige met den
34 Gen 17:24 | in de stad; zult Gij hen ook ombrengen, en de plaats
35 Gen 18:21 | uw aangezicht opgenomen ook in deze zaak, dat Ik deze
36 Gen 18:25 | alle inwoners dezer steden, ook het gewas des lands. ~
37 Gen 18:34 | vader gelegen; laat ons ook dezen nacht hem wijn te
38 Gen 18:35 | En zij gaven haar vader ook dien nacht wijn te drinken,
39 Gen 18:38 | 38 En de jongste baarde ook een zoon, en noemde zijn
40 Gen 19:4 | hij: Heere! zult Gij dan ook een rechtvaardig volk doden? ~
41 Gen 19:5 | is mijn zuster? en zij, ook zij heeft gezegd: Hij is
42 Gen 19:6 | hem in den droom: Ik heb ook geweten, dat gij dit in
43 Gen 19:6 | gedaan hebt, en Ik heb u ook belet van tegen Mij te zondigen;
44 Gen 19:12 | 12 En ook is zij waarlijk mijn zuster;
45 Gen 19:14 | Abimelech schapen en runderen, ook dienstknechten en dienstmaagden,
46 Gen 20:13 | 13 Doch Ik zal ook den zoon dezer dienstmaagd
47 Gen 20:14 | leggende op haar schouder; ook gaf hij haar het kind, en
48 Gen 20:26 | dit stuk gedaan heeft; en ook hebt gij het mij niet aangezegd,
49 Gen 20:26 | aangezegd, en ik heb er ook niet van gehoord, dan heden. ~
50 Gen 21:20 | zeggende: Zie, Milka heeft ook Nahor, uw broeder, zonen
51 Gen 21:24 | was Reuma, diezelve baarde ook Tebah, en Gaham, en Tahas,
52 Gen 22:11 | mij; den akker geef ik u; ook de spelonk, die daarin is,
53 Gen 23:14 | zeggen: Drink, en ik zal ook uw kemelen drenken; diezelve
54 Gen 23:19 | geven, zeide zij: Ik zal ook voor uw kemelen putten,
55 Gen 23:23 | mij toch te kennen; is er ook ten huize uws vaders plaats
56 Gen 23:25 | had zij tot hem gezegd: Ook is er stro en veel voeders
57 Gen 23:25 | en veel voeders bij ons, ook plaats om te vernachten. ~
58 Gen 23:44 | mij zal zeggen: Drink gij ook, en ik zal ook uw kemelen
59 Gen 23:44 | Drink gij ook, en ik zal ook uw kemelen putten; dat deze
60 Gen 23:46 | zeide: Drink gij, en ik zal ook uw kemelen drenken; en ik
61 Gen 23:46 | ik dronk, en zij drenkte ook de kemelen. ~
62 Gen 23:49 | en zo niet, geeft het mij ook te kennen, opdat ik mij
63 Gen 23:53 | die aan Rebekka; hij gaf ook aan haar broeder en haar
64 Gen 23:64 | 64 Rebekka hief ook haar ogen op, en zij zag
65 Gen 24:16 | 16 Ook zeide Abimelech tot Izak:
66 Gen 24:21 | put, en daar twistten zij ook over; daarom noemde hij
67 Gen 25:25 | en hij at; hij bracht hem ook wijn, en hij dronk. ~
68 Gen 25:33 | kwaamt, en heb hem gezegend; ook zal hij gezegend wezen. ~
69 Gen 25:34 | tot zijn vader: Zegen mij, ook mij, mijn vader! ~
70 Gen 25:38 | mijn vader? Zegen mij, ook mij, mijn vader! En Ezau
71 Gen 25:45 | daar nemen; waarom zoude ik ook van u beiden beroofd worden
72 Gen 27:27 | van deze; dan zullen wij u ook die geven, voor den dienst,
73 Gen 27:30 | 30 En hij ging ook in tot Rachel, en had ook
74 Gen 27:30 | ook in tot Rachel, en had ook Rachel liever dan Lea; en
75 Gen 27:33 | gehaat was, zo heeft Hij mij ook dezen gegeven; en zij noemde
76 Gen 27:38 | mijn knieen bare, en ik ook uit haar gebouwd worde. ~
77 Gen 27:41 | God heeft mij gericht, en ook mijn stem verhoord, en heeft
78 Gen 27:43 | mijn zuster geworsteld; ook heb ik de overhand gehad;
79 Gen 27:44 | ophield van baren, nam zij ook haar dienstmaagd Zilpa,
80 Gen 27:50 | man genomen hebt, dat gij ook mijns zoons Dudaim nemen
81 Gen 27:57 | 22 God dacht ook aan Rachel; en God verhoorde
82 Gen 27:65 | nu dan, wanneer zal ik ook werken voor mijn huis? ~
83 Gen 28:2 | 2 Jakob zag ook het aangezicht van Laban
84 Gen 28:15 | ons verkocht, en hij heeft ook steeds ons geld verteerd. ~
85 Gen 28:25 | geslagen op dat gebergte; ook sloeg Laban met zijn broederen
86 Gen 28:28 | 28 Ook hebt gij mij niet toegelaten
87 Gen 29:1 | 1 Jakob toog ook zijns weegs; en de engelen
88 Gen 29:6 | uw broeder, tot Ezau; en ook trekt hij u tegemoet, en
89 Gen 29:18 | Ezau, en zie, hij zelf is ook achter ons! ~
90 Gen 29:19 | 19 En hij gebood ook den tweede, ook den derde,
91 Gen 29:19 | hij gebood ook den tweede, ook den derde, ook allen, die
92 Gen 29:19 | den tweede, ook den derde, ook allen, die de kudden nagingen,
93 Gen 29:20 | 20 En gij zult ook zeggen: Zie, uw knecht Jakob
94 Gen 30:7 | 7 En Lea trad ook toe, met haar kinderen,
95 Gen 31:4 | 4 Sichem sprak ook tot zijn vader Hemor, zeggende:
96 Gen 31:26 | 26 Zij sloegen ook Hemor, en zijn zoon Sichem,
97 Gen 32:17 | want deze zoon zult gij ook hebben! ~
98 Gen 34:5 | 5 Ook droomde Jozef een droom,
99 Gen 34:7 | schoof stond op, en bleef ook staande; en ziet, uw schoven
100 Gen 34:22 | 22 Ook zeide Ruben tot hen: Vergiet
101 Gen 35:10 | deed; daarom doodde Hij hem ook. ~
102 Gen 35:11 | zeide: Dat niet misschien ook deze sterve, gelijk zijn
103 Gen 35:22 | heb haar niet gevonden; en ook zeiden de lieden van die
104 Gen 35:24 | schoondochter, heeft gehoereerd, en ook zie, zij is zwanger van
105 Gen 36:38 | het land der Hebreen; en ook heb ik hier niets gedaan,
106 Gen 36:39 | zeide hij tot Jozef: Ik was ook in mijn droom, en zie, drie
107 Gen 37:26 | die zeven schone aren zijn ook zeven jaren; de droom is
108 Gen 37:31 | 31 Ook zal de overvloed in het
109 Gen 38:22 | maar gij hoordet niet; en ook zijn bloed, ziet, het wordt
110 Gen 38:28 | is wedergekeerd; daartoe ook, ziet, het is in mijn zak!
111 Gen 39:13 | 13 Neemt ook uw broeder mede, en maakt
112 Gen 39:22 | 22 Wij hebben ook ander geld in onze hand
113 Gen 39:24 | wiesen hun voeten; hij gaf ook aan hun ezelen voeder. ~
114 Gen 40:9 | worden, dat hij sterve; en ook zullen wij mijn heer tot
115 Gen 40:10 | En hij zeide: Dit zij nu ook alzo, naar uw woorden! Bij
116 Gen 40:29 | 29 Indien gij nu deze ook van mijn aangezicht wegneemt,
117 Gen 41:21 | wagenen, naar Farao's bevel; ook gaf hij hun teerkost op
118 Gen 41:26 | zeggende: Jozef leeft nog, ja, ook is hij regeerder in gans
119 Gen 44:11 | maar zie, God heeft mij ook uw zaad doen zien! ~
120 Gen 44:19 | zoon! ik weet het; hij zal ook tot een volk worden, en
121 Gen 44:19 | volk worden, en hij zal ook groot worden; maar nochtans
122 Gen 46:18 | 18 Daarna kwamen ook zijn broeders, en vielen
123 Gen 46:23 | kinderen, van het derde gelid; ook werden de zonen van Machir,
124 Exo 1:10 | krijg voorvalt, dat het zich ook niet vervoege tot onze vijanden,
125 Exo 2:19 | der herderen; en hij heeft ook overvloedig voor ons geput,
126 Exo 3:9 | Israels is tot Mij gekomen; en ook heb Ik gezien de verdrukking,
127 Exo 3:14 | ZIJN,, Die Ik ZIJN ZAL! Ook zeide Hij: Alzo zult gij
128 Exo 3:19 | ulieden niet zal laten gaan, ook niet door een sterke hand. ~
129 Exo 4:9 | het zal geschieden, zo zij ook deze twee tekenen niet geloven,
130 Exo 4:14 | zeer wel spreken zal, en ook, zie, hij zal uitgaan u
131 Exo 4:19 | 19 Ook zeide de HEERE tot Mozes
132 Exo 4:27 | 27 De HEERE zeide ook tot Aaron: Ga Mozes tegemoet
133 Exo 5:2 | den HEERE niet, en ik zal ook Israel niet laten trekken. ~
134 Exo 5:14 | tichelstenen, gelijk te voren, alzo ook gisteren en heden? ~
135 Exo 6:3 | 3 En ook heb Ik Mijn verbond met
136 Exo 6:4 | 4 En ook heb Ik gehoord het gekerm
137 Exo 7:11 | 11 Farao nu riep ook de wijzen en de guichelaars;
138 Exo 7:11 | Egyptische tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen. ~
139 Exo 7:22 | Egyptische tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen;
140 Exo 7:23 | hij zette zijn hart daar ook niet op. ~
141 Exo 8:3 | slaapkamer, ja, op uw bed; ook in de huizen uwer knechten,
142 Exo 8:7 | Toen deden de tovenaars ook alzo, met hun bezweringen;
143 Exo 8:18 | 18 De tovenaars deden ook alzo met hun bezweringen,
144 Exo 8:21 | zullen vervuld worden, en ook het aardrijk, waarop zij
145 Exo 8:32 | Farao verzwaarde zijn hart ook op ditmaal, en hij liet
146 Exo 9:25 | mensen af tot de beesten toe; ook sloeg de hagel al het kruid
147 Exo 10:1 | heb zijn hart verzwaard, ook het hart zijner knechten,
148 Exo 10:5 | van den hagel; zij zullen ook al het geboomte afeten,
149 Exo 10:23 | de ander niet; er stond ook niemand op van zijn plaats,
150 Exo 10:24 | runderen zullen vast blijven; ook zullen uw kinderkens met
151 Exo 10:25 | 25 Doch Mozes zeide: Ook zult gij slachtofferen en
152 Exo 10:26 | 26 En ons vee zal ook met ons gaan, er zal niet
153 Exo 11:3 | de ogen der Egyptenaren; ook was de man Mozes zeer groot
154 Exo 12:9 | daarvan niet rauw eten, ook geenszins in water gezoden;
155 Exo 12:10 | 10 Gij zult daarvan ook niet laten overblijven tot
156 Exo 12:16 | heilige verzameling zijn; ook zult gij een heilige verzameling
157 Exo 12:32 | 32 Neemt ook met u uw schapen en uw runderen,
158 Exo 12:32 | gaat heen, en zegent mij ook. ~
159 Exo 12:38 | veel vermengd volk trok ook met hen op, en schapen,
160 Exo 12:39 | niet vertoeven konden, noch ook tering voor zich bereiden. ~
161 Exo 13:11 | 11 Het zal ook geschieden, wanneer u de
162 Exo 13:12 | wat de baarmoeder opent; ook alles, wat de baarmoeder
163 Exo 14:19 | hen; de wolkkolom vertrok ook van hun aangezicht, en stond
164 Exo 14:31 | 31 Ook zag Israel de grote hand,
165 Exo 16:11 | 11 Ook heeft de HEERE tot Mozes
166 Exo 16:33 | 33 Ook zeide Mozes tot Aaron: Neem
167 Exo 18:23 | gij kunnen bestaan; zo zal ook al dit volk in vrede aan
168 Exo 19:9 | met u spreek, en dat zij ook eeuwiglijk aan u geloven.
169 Exo 19:10 | 10 Ook zeide de HEERE tot Mozes:
170 Exo 19:22 | 22 Daartoe zullen ook de priesters, die tot den
171 Exo 20:26 | 26 Gij zult ook niet met trappen tot Mijn
172 Exo 21:17 | 17 Wie ook zijn vader of zijn moeder
173 Exo 21:20 | 20 Wanneer ook iemand zijn dienstknecht
174 Exo 21:26 | 26 Wanneer ook iemand het oog van zijn
175 Exo 21:29 | worden, en zijn heer zal ook gedood worden. ~
176 Exo 21:35 | delen, en den dode zal men ook half en half delen. ~
177 Exo 22:21 | 21 Gij zult ook den vreemdeling geen overlast
178 Exo 23:3 | 3 Ook zult gij den geringe niet
179 Exo 23:8 | 8 Ook zult gij geen geschenk nemen;
180 Exo 23:9 | 9 Gij zult ook den vreemdeling niet onderdrukken;
181 Exo 23:10 | 10 Gij zult ook zes jaar uw land bezaaien,
182 Exo 23:11 | eten mogen; alzo zult gij ook doen met uw wijngaard, en
183 Exo 23:18 | gedesemde broden offeren; ook zal het vette Mijns feestes
184 Exo 23:24 | buigen, noch hen dienen; ook zult gij naar hun werken
185 Exo 23:28 | 28 Ik zal ook horzelen voor uw aangezicht
186 Exo 24:2 | naderen; en het volk klimme ook niet op met hem. ~
187 Exo 24:9 | Aaron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en zeventig
188 Exo 25:4 | 4 Als ook hemelsblauw, en purper,
189 Exo 25:17 | 17 Gij zult ook een verzoendeksel maken
190 Exo 25:18 | 18 Gij zult ook twee cherubim van goud maken;
191 Exo 25:23 | 23 Gij zult ook een tafel maken van sittimhout;
192 Exo 25:24 | goud overtrekken; gij zult ook een gouden krans daaraan
193 Exo 25:25 | 25 Gij zult ook een lijst rondom daaraan
194 Exo 25:26 | 26 Ook zult gij vier gouden ringen
195 Exo 25:29 | 29 Gij zult ook maken haar schotelen, en
196 Exo 25:31 | 31 Gij zult ook een kandelaar van louter
197 Exo 25:35 | uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten,
198 Exo 25:37 | 37 Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men
199 Exo 26:4 | samenvoeging; alzo zult gij ook doen aan den uitersten kant
200 Exo 26:6 | 6 Gij zult ook vijftig gouden haakjes maken,
201 Exo 26:7 | 7 Ook zult gij gordijnen uit geiten
202 Exo 26:11 | 11 Gij zult ook vijftig koperen haakjes
203 Exo 26:14 | 14 Gij zult ook voor de tent een deksel
204 Exo 26:15 | 15 Gij zult ook tot den tabernakel staande
205 Exo 26:19 | 19 Gij zult ook veertig zilveren voeten
206 Exo 26:20 | 20 Er zullen ook twintig berderen zijn aan
207 Exo 26:23 | 23 Ook zult gij twee berderen maken
208 Exo 26:24 | samengevoegd zijn; zij zullen ook als tweelingen aan het oppereinde
209 Exo 26:26 | 26 Gij zult ook richelen maken van sittimhout;
210 Exo 26:29 | maken; de richelen zult gij ook met goud overtrekken. ~
211 Exo 26:36 | 36 Gij zult ook aan de deur der tent een
212 Exo 27:1 | 1 Gij zult ook een altaar maken van sittimhout;
213 Exo 27:3 | 3 Gij zult het ook potten maken, om zijn as
214 Exo 27:3 | om zijn as te ontvangen, ook zijn schoffelen, en zijn
215 Exo 27:6 | 6 Gij zult ook handbomen maken tot het
216 Exo 27:9 | 9 Gij zult ook den voorhof des tabernakels
217 Exo 27:10 | 10 Ook zullen zijn twintig pilaren
218 Exo 27:11 | 11 Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in
219 Exo 28:3 | 3 Gij zult ook spreken tot allen, die wijs
220 Exo 28:5 | 5 Zij zullen ook het goud, en hemelsblauw,
221 Exo 28:13 | 13 Gij zult ook gouden kastjes maken, ~
222 Exo 28:15 | 15 Gij zult ook een borstlap des gerichts
223 Exo 28:22 | 22 Gij zult ook aan den borstlap gelijkeindigende
224 Exo 28:23 | 23 Gij zult ook aan den borstlap twee gouden
225 Exo 28:30 | 30 Gij zult ook in den borstlap des gerichts
226 Exo 28:31 | 31 Gij zult ook den mantel des efods geheel
227 Exo 28:39 | 39 Gij zult ook een rok vol oogjes maken,
228 Exo 28:39 | van fijn linnen; gij zult ook den hoed van fijn linnen
229 Exo 28:40 | zonen van Aaron zult gij ook rokken maken, en gij zult
230 Exo 28:40 | voor hen gordels maken; ook zult gij voor hen mutsen
231 Exo 28:41 | die uw broeder Aaron en ook zijn zonen aantrekken; en
232 Exo 28:42 | 42 Maak hun ook linnen onderbroeken, om
233 Exo 29:13 | 13 Gij zult ook al het vet nemen, hetwelk
234 Exo 29:21 | geheiligd zij, en zijn klederen, ook zijn zonen, en de klederen
235 Exo 29:22 | vet mitsgaders den staart, ook het vet, dat het ingewand
236 Exo 29:36 | 36 Gij zult ook des daags een var des zondoffers
237 Exo 29:44 | mitsgaders het altaar; Ik zal ook Aaron en zijn zonen heiligen,
238 Exo 30:1 | 1 Gij zult ook een reukaltaar des reukwerks
239 Exo 30:3 | deszelfs wanden rondom, als ook zijn hoornen; en gij zult
240 Exo 30:4 | 4 Gij zult ook twee gouden ringen daaraan
241 Exo 30:9 | noch spijsoffer; gij zult ook geen drankoffer daarop gieten. ~
242 Exo 30:18 | 18 Gij zult ook een koperen wasvat maken,
243 Exo 30:23 | tweehonderd en vijftig sikkels, ook specerijkalmus, tweehonderd
244 Exo 30:24 | 24 Ook kassie, vijfhonderd, naar
245 Exo 30:30 | 30 Gij zult ook Aaron en zijn zonen zalven,
246 Exo 30:32 | men ze gieten; gij zult ook naar haar maaksel geen dergelijke
247 Exo 31:9 | 9 Ook des brandoffers altaar,
248 Exo 31:11 | 11 Ook de zalfolie, en het reukwerk
249 Exo 32:16 | werk; het geschrift was ook Gods geschrift zelf, in
250 Exo 32:18 | van overwinning, het is ook geen stem des geroeps van
251 Exo 33:16 | werk; het geschrift was ook Gods geschrift zelf, in
252 Exo 33:18 | van overwinning, het is ook geen stem des geroeps van
253 Exo 34:12 | hebt: Ik ken u bij name! en ook: Gij hebt genade gevonden
254 Exo 34:17 | zeide de HEERE tot Mozes: Ook deze zelfde zaak, die gij
255 Exo 34:26 | met u opklimmen; dat er ook niemand gezien worde op
256 Exo 34:26 | worde op den gansen berg; ook het kleine vee, noch runderen
257 Exo 34:39 | nahoererende, maken, dat ook uw zonen haar goden nahoereren. ~
258 Exo 34:45 | feest der weken zult gij ook houden, zijnde het feest
259 Exo 34:48 | slachtoffer van het paasfeest zal ook niet vernachten tot den
260 Exo 35:6 | 6 Als ook hemelsblauw, en purper,
261 Exo 35:34 | 34 Hij heeft hem ook in zijn hart gegeven anderen
262 Exo 36:11 | samenvoeging; hij deed het ook aan den uitersten kant der
263 Exo 36:13 | 13 Hij maakte ook vijftig gouden haakjes,
264 Exo 36:17 | samenvoeging; hij maakte ook vijftig striklisjes aan
265 Exo 36:18 | 18 Hij maakte ook vijftig koperen haakjes,
266 Exo 36:19 | 19 Ook maakte hij voor de tent
267 Exo 36:20 | 20 Hij maakte ook aan den tabernakel berderen
268 Exo 36:23 | 23 Hij maakte ook de berderen tot den tabernakel;
269 Exo 36:25 | 25 Hij maakte ook twintig berderen aan de
270 Exo 36:28 | 28 Ook maakte hij twee berderen
271 Exo 36:29 | samengevoegd, zij waren ook als tweelingen aan deszelfs
272 Exo 36:31 | 31 Hij maakte ook richelen van sittimhout;
273 Exo 36:34 | de richelen overtrok hij ook met goud. ~
274 Exo 36:37 | 37 Hij maakte ook aan de deur der tent een
275 Exo 37:6 | 6 Hij maakte ook een verzoendeksel van louter
276 Exo 37:7 | 7 Ook maakte hij twee cherubim
277 Exo 37:10 | 10 Hij maakte ook een tafel van sittimhout;
278 Exo 37:12 | 12 Hij maakte daaraan ook een lijst rondom, een hand
279 Exo 37:13 | 13 Hij goot ook vier gouden ringen daaraan;
280 Exo 37:15 | 15 Hij maakte ook de handbomen van sittimhout;
281 Exo 37:17 | 17 Hij maakte ook een kandelaar van louter
282 Exo 37:21 | uit denzelven uitgaande; ook een knoop onder twee rieten,
283 Exo 37:27 | 27 Hij maakte ook twee gouden ringen daaraan,
284 Exo 37:29 | 29 Hij maakte ook de heilige zalfolie, en
285 Exo 38:1 | 1 Hij maakte ook het brandofferaltaar van
286 Exo 38:3 | 3 Hij maakte ook al het gereedschap des altaars,
287 Exo 38:4 | 4 Ook maakte hij aan het altaar
288 Exo 38:8 | 8 Hij maakte ook het koperen wasvat, met
289 Exo 38:9 | 9 Hij maakte ook den voorhof, aan den zuidhoek
290 Exo 38:19 | haken waren van zilver; ook was het overdeksel hunner
291 Exo 38:31 | van de poort des voorhofs, ook al de pennen des tabernakels,
292 Exo 39:1 | 1 Zij maakten ook ambtsklederen, om in het
293 Exo 39:1 | en purper, en scharlaken; ook maakten zij de heilige klederen,
294 Exo 39:6 | 6 Zij bereidden ook de sardonixstenen, omvat
295 Exo 39:8 | 8 Hij maakte ook de borstlap van het allerkunstelijkste
296 Exo 39:15 | 15 Zij maakten ook aan den borstlap gelijk-eindigende
297 Exo 39:19 | 19 Zij maakten ook twee gouden ringen, die
298 Exo 39:25 | 25 Zij maakten ook schelletjes van louter goud,
299 Exo 39:27 | 27 Zij maakten ook de rokken van fijn linnen,
300 Exo 39:30 | 30 Zij maakten ook de plaat van de kroon der
301 Exo 40:4 | te schikken is; gij zult ook den kandelaar daarin brengen,
302 Exo 40:6 | 6 Gij zult ook het altaar des brandoffers
303 Exo 40:10 | 10 Gij zult ook het altaar des brandoffers
304 Exo 40:12 | 12 Gij zult ook Aaron en zijn zonen doen
305 Exo 40:14 | 14 Gij zult ook zijn zonen doen naderen,
306 Exo 40:22 | 22 Hij zette ook de tafel in de tent der
307 Exo 40:24 | 24 Hij zette ook den kandelaar in de tent
308 Exo 40:28 | 28 Hij hing ook het deksel van de deur des
309 Exo 40:30 | 30 Hij zette ook het wasvat tussen de tent
310 Exo 40:33 | 33 Hij richtte ook den voorhof op, rondom den
311 Lev 1:8 | 8 Ook zullen de zonen van Aaron,
312 Lev 3:10 | 10 Ook beide de nieren, en het
313 Lev 4:7 | 7 Ook zal de priester van dat
314 Lev 4:26 | 26 Hij zal ook al zijn vet op het altaar
315 Lev 6:22 | 22 Ook zal de priester, die uit
316 Lev 7:4 | 4 Ook de beide nieren, en het
317 Lev 7:7 | het zondoffer, alzo zal ook het schuldoffer zijn; enerlei
318 Lev 7:8 | 8 Ook de priester, die iemands
319 Lev 7:10 | 10 Ook alle spijsoffer met olie
320 Lev 7:16 | overgeblevene daarvan zal ook des anderen daags gegeten
321 Lev 7:26 | 26 Ook zult gij in uw woningen
322 Lev 7:32 | 32 Gij zult ook den rechterschouder tot
323 Lev 8:13 | 13 Ook deed Mozes de zonen van
324 Lev 8:20 | 20 Hij deelde ook den ram in zijn delen; en
325 Lev 8:24 | 24 Hij deed ook de zonen van Aaron naderen;
326 Lev 8:26 | 26 Ook nam hij uit den korf van
327 Lev 8:30 | 30 Mozes nam ook van de zalfolie, en van
328 Lev 8:33 | 33 Ook zult gij uit de deur van
329 Lev 9:4 | 4 Ook een os en ram ten dankoffer,
330 Lev 9:13 | 13 Ook leverden zij aan hem het
331 Lev 10:7 | 7 Gij zult ook uit de deur van de tent
332 Lev 10:14 | 14 Ook de beweegborst en den hefschouder
333 Lev 11:7 | 7 Ook het zwijn, want dat verdeelt
334 Lev 11:28 | 28 Ook die hun dood aas zal gedragen
335 Lev 11:40 | 40 Ook die van hun dood aas gegeten
336 Lev 13:18 | 18 Het vlees ook, als in deszelfs vel een
337 Lev 14:5 | 5 De priester zal ook gebieden, dat men den ene
338 Lev 14:15 | 15 De priester zal ook uit den log der olie nemen,
339 Lev 14:19 | 19 De priester zal ook het zondoffer bereiden,
340 Lev 14:26 | 26 Ook zal de priester van die
341 Lev 14:47 | 47 Die ook in dat huis te slapen ligt,
342 Lev 15:5 | 5 Een ieder ook, die zijn leger zal aanroeren,
343 Lev 15:8 | 8 Als ook hij, die den vloed heeft,
344 Lev 15:12 | 12 Ook het aarden vat, hetwelk
345 Lev 15:17 | 17 Ook alle kleed, en alle vel,
346 Lev 15:22 | 22 Ook al wie enig tuig, waarop
347 Lev 15:25 | 25 Wanneer ook een vrouw, vele dagen buiten
348 Lev 16:7 | 7 Hij zal ook beide bokken nemen, en hij
349 Lev 16:12 | 12 Hij zal ook een wierookvat vol vurige
350 Lev 16:25 | 25 Ook zal hij het vet des zondoffers
351 Lev 17:7 | 7 En zij zullen ook niet meer hun slachtofferen
352 Lev 17:13 | 13 Een ieder ook van de kinderen Israels
353 Lev 18:18 | 18 Gij zult ook geen vrouw tot haar zuster
354 Lev 18:19 | 19 Ook zult gij tot de vrouw in
355 Lev 18:23 | te worden; een vrouw zal ook niet staan voor een beest,
356 Lev 19:9 | 9 Als gij ook den oogst uws lands inoogsten
357 Lev 19:23 | 23 Als gij ook in dat land gekomen zult
358 Lev 19:27 | hoofds niet rond afscheren; ook zult gij de hoeken uws baards
359 Lev 20:2 | 2 Gij zult ook tot de kinderen Israels
360 Lev 20:10 | 10 Een man ook, die met iemands huisvrouw
361 Lev 20:13 | 13 Wanneer ook een man bij een manspersoon
362 Lev 20:15 | zekerlijk gedood worden; ook zult gijlieden het beest
363 Lev 20:20 | 20 Als ook een man bij zijn moei zal
364 Lev 21:11 | 11 Hij zal ook bij geen dode lichamen komen;
365 Lev 21:13 | 13 Hij zal ook een vrouw in haar maagdom
366 Lev 22:10 | 10 Ook zal geen vreemde het heilige
367 Lev 22:25 | 25 Gij zult ook uit de hand des vreemden
368 Lev 22:28 | 28 Gij zult ook een os, of klein vee, hem
369 Lev 22:43 | 12 Gij zult ook op den dag, als gij die
370 Lev 22:49 | 18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen
371 Lev 22:50 | 19 Ook zult gij een geitenbok ten
372 Lev 22:61 | 30 Ook alle ziel, die enig werk
373 Lev 23:5 | 5 Gij zult ook meelbloem nemen, en twaalf
374 Lev 23:19 | 19 Als ook iemand aan zijn naaste een
375 Lev 23:19 | hij gedaan heeft, zo zal ook aan hem gedaan worden: ~
376 Lev 23:20 | aangebracht hebben, zo zal ook hem aangebracht worden. ~
377 Lev 24:8 | 8 Gij zult u ook tellen zeven jaarweken,
378 Lev 24:11 | zal gewassen zijn, noch ook de druiven der afzonderingen
379 Lev 24:23 | 23 Het land ook zal niet voor altoos verkocht
380 Lev 24:45 | 45 Gij zult ze ook kopen van de kinderen der
381 Lev 25:6 | 6 Ook zal Ik vrede geven in het
382 Lev 25:16 | 16 Dit zal Ik u ook doen, dat Ik over u stellen
383 Lev 25:16 | ziel pijnigen; gij zult ook uw zaad te vergeefs zaaien,
384 Lev 25:24 | 24 Zo zal Ik ook met u in tegenheid wandelen,
385 Lev 25:24 | tegenheid wandelen, en Ik zal u ook zevenvoudig over uw zonden
386 Lev 25:27 | 27 Als gij ook hierom Mij niet horen zult,
387 Lev 25:28 | 28 Zo zal Ik ook met u in heetgrimmige tegenheid
388 Lev 25:28 | tegenheid wandelen, en Ik zal u ook zevenvoudig over uw zonden
389 Lev 25:39 | uwer vijanden uitteren; ja, ook om de ongerechtigheden hunner
390 Lev 25:40 | Mij overtreden hebben, en ook dat zij met Mij in tegenheid
391 Lev 25:41 | 41 Dat Ik ook met hen in tegenheid gewandeld,
392 Lev 25:42 | Mijn verbond met Jakob, en ook aan Mijn verbond met Izak,
393 Lev 25:42 | Mijn verbond met Izak, en ook aan Mijn verbond met Abraham
394 Lev 25:44 | 44 En hierenboven is dit ook; als zij in het land hunner
395 Lev 26:16 | 16 Indien ook iemand van den akker zijner
396 Lev 26:30 | 30 Ook alle tienden des lands,
397 Lev 26:33 | onderzoeken; hij zal het ook niet verwisselen; maar indien
398 Num 4:7 | 7 Zij zullen ook op de toontafel een kleed
399 Num 4:7 | kroezen, en de dekschotels; ook zal het gedurig brood daarop
400 Num 4:10 | 10 Zij zullen ook denzelven, en al zijn gereedschap,
401 Num 4:12 | 12 Zij zullen ook nemen alle gereedschap van
402 Num 4:22 | 22 Neem ook op de som der zonen van
403 Num 5:26 | 26 De priester zal ook van dat spijsoffer, deszelfs
404 Num 6:17 | 17 Hij zal ook den ram ten dankoffer den
405 Num 9:14 | hij het pascha den HEERE ook houden zal, naar de inzetting
406 Num 9:17 | boven de tent, zo verreisden ook daarna de kinderen Israels;
407 Num 10:9 | die u benauwt, zult gij ook met die trompetten een gebroken
408 Num 10:10 | beginselen uwer maanden, zult gij ook met de trompetten blazen
409 Num 10:32 | ons weldoen zal, dat wij u ook weldoen zullen. ~
410 Num 11:4 | bevangen; daarom zo weenden ook de kinderen Israels wederom,
411 Num 11:10 | des HEEREN ontstak zeer; ook was het kwaad in de ogen
412 Num 12:2 | Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken?
413 Num 13:20 | 20 Ook hoedanig het land zij, of
414 Num 13:23 | tweeen, op een draagstok; ook van de granaatappelen en
415 Num 13:28 | vast, en zeer groot; en ook hebben wij daar kinderen
416 Num 13:33 | 33 Wij hebben ook daar de reuzen gezien, en
417 Num 13:33 | onze ogen, alzo waren wij ook in hun ogen. ~ ~
418 Num 15:14 | 14 Wanneer ook een vreemdeling bij u als
419 Num 15:26 | Israels vergeven worden, ook den vreemdeling, die in
420 Num 16:10 | doen naderen; zoekt gij nu ook het priesterambt? ~
421 Num 16:13 | in de woestijn, dat gij ook uzelven ten enenmaal over
422 Num 16:14 | 14 Ook hebt gij ons niet gebracht
423 Num 16:16 | des HEEREN; gij, en zij, ook Aaron, op morgen. ~
424 Num 16:17 | en vijftig wierookvaten; ook gij, en Aaron, een ieder
425 Num 16:18 | de tent der samenkomst, ook Mozes en Aaron. ~
426 Num 17:6 | staven; Aarons staf was ook onder hun staven. ~
427 Num 18:6 | staven; Aarons staf was ook onder hun staven. ~
428 Num 18:15 | 2 En ook zult gij uw broederen, den
429 Num 18:24 | 11 Ook zal dit het uwe zijn: het
430 Num 18:28 | zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen
431 Num 18:33 | 20 Ook zeide de HEERE tot Aaron:
432 Num 18:39 | 26 Gij zult ook tot de Levieten spreken,
433 Num 18:41 | 28 Alzo zult gij ook een hefoffer des HEEREN
434 Num 19:2 | 2 En ook zult gij uw broederen, den
435 Num 19:11 | 11 Ook zal dit het uwe zijn: het
436 Num 19:15 | zult gij ganselijk lossen; ook zult gij lossen der eerstgeborenen
437 Num 19:20 | 20 Ook zeide de HEERE tot Aaron:
438 Num 19:26 | 26 Gij zult ook tot de Levieten spreken,
439 Num 19:28 | 28 Alzo zult gij ook een hefoffer des HEEREN
440 Num 20:5 | noch van granaatappelen; ook is er geen water om te drinken. ~
441 Num 21:5 | Want hier is geen brood, ook geen water, en onze ziel
442 Num 21:34 | gegeven, en al zijn volk, ook zijn land; en gij zult hem
443 Num 22:19 | nu, blijft gijlieden toch ook hier dezen nacht, opdat
444 Num 22:33 | zekerlijk Ik zoude u nu ook gedood, en haar bij het
445 Num 23:21 | ongerechtigheid in Jakob; ook ziet Hij niet aan de boosheid
446 Num 24:12 | Bileam tot Balak: Heb ik ook niet tot uw boden, die gij
447 Num 24:24 | Assur plagen, zij zullen ook Heber plagen; en hij zal
448 Num 24:24 | Heber plagen; en hij zal ook ten verderve zijn. ~
449 Num 24:25 | zijn plaats. Balak ging ook zijn weg. ~
450 Num 27:11 | 11 Indien ook zijn vader geen broeders
451 Num 27:13 | volken verzameld worden, gij ook, gelijk als uw broeder Aaron
452 Num 31:8 | koningen der Midianieten; ook doodden zij met het zwaard
453 Num 31:9 | kinderkens gevangen; zij roofden ook al hun beesten, en al hun
454 Num 31:20 | 20 Ook zult gij alle kleding, en
455 Num 31:24 | 24 Gij zult ook uw klederen op den zevenden
456 Num 32:4 | had, alle eerstgeborenen; ook had de HEERE gerichten geoefend
457 Num 32:52 | beeltenissen verderven; ook zult gij al hun gegotene
458 Num 34:20 | 20 Indien hij hem ook door haat zal gestoten hebben,
459 Num 34:32 | 32 Ook zult gij geen verzoening
460 Num 35:4 | 4 Als ook de kinderen Israels een
461 Deu 1:28 | gesterkt tot in de hemel toe; ook hebben wij daar kinderen
462 Deu 1:37 | 37 Ook vertoornde zich de HEERE
463 Deu 1:37 | zeggende: Gij zult daar ook niet inkomen. ~
464 Deu 2:5 | van hun land niet geven, ook niet tot de betreding van
465 Deu 2:6 | kopen, dat gij etet; en ook zult gij water voor geld
466 Deu 2:11 | 11 Dezen werden ook voor reuzen gehouden, als
467 Deu 2:12 | 12 Ook woonden de Horieten te voren
468 Deu 2:15 | 15 Zo was ook de hand des HEEREN tegen
469 Deu 2:20 | 20 Dit werd ook voor een land der reuzen
470 Deu 2:23 | 23 Ook hebben de Kafthorieten,
471 Deu 2:36 | stad, die aan de beek is, ook tot Gilead toe, was er geen
472 Deu 3:3 | de HEERE, onze God, gaf ook Og, den koning van Bazan,
473 Deu 3:20 | gelijk ulieden, dat zij ook erven het land, dat de HEERE,
474 Deu 3:21 | 21 Ook gebood ik Jozua ter zelfder
475 Deu 3:23 | 23 Ook bad ik den HEERE om genade,
476 Deu 4:2 | u gebiede, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat
477 Deu 4:14 | 14 Ook gebood mij de HEERE ter
478 Deu 4:19 | 19 Dat gij ook uw ogen niet opheft naar
479 Deu 4:21 | 21 Ook vertoornde Zich de HEERE
480 Deu 6:8 | 8 Ook zult gij ze tot een teken
481 Deu 7:3 | 3 Gij zult u ook met hen niet vermaagschappen;
482 Deu 7:14 | vrouw onvruchtbaar zijn, ook niet onder uw beesten; ~
483 Deu 7:20 | Daartoe zal de HEERE, uw God, ook horzelen onder hen zenden;
484 Deu 7:24 | 24 Ook zal Hij hun koningen in
485 Deu 8:13 | zullen vermeerderd zijn, ook zilver en goud u zal vermeerderd
486 Deu 9:19 | doch de HEERE verhoorde mij ook op dat maal. ~
487 Deu 9:20 | 20 Ook vertoornde Zich de HEERE
488 Deu 9:20 | te verdelgen; doch ik bad ook ter zelver tijd voor Aaron. ~
489 Deu 9:22 | 22 Ook vertoorndet gij den HEERE
490 Deu 10:10 | en de HEERE verhoorde mij ook op datzelve maal; de HEERE
491 Deu 12:30 | gediend hebben, alzo zal ik ook doen. ~
492 Deu 12:31 | gedaan; want zij hebben ook hun zonen en hun dochteren
493 Deu 13:8 | en naar hem niet horen; ook zal uw oog hem niet verschonen,
494 Deu 13:15 | en alles, wat daarin is, ook haar beesten, met de scherpte
495 Deu 13:17 | 17 Ook zal er niets van het verbannene
496 Deu 14:8 | 8 Ook het varken; want dat verdeelt
497 Deu 14:19 | 19 Ook al het kruipend gevogelte
498 Deu 15:17 | uw dienstmaagd zult gij ook alzo doen. ~
499 Deu 16:4 | in enige uwer landpalen; ook zal van het vlees, dat gij
500 Deu 16:19 | aangezicht niet kennen; ook zult gij geen geschenk nemen;
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2765 |