1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2765
Book Chapter: Verse
501 Deu 16:22 | 22 Ook zult gij u geen opgericht
502 Deu 17:17 | 17 Ook zal hij voor zich de vrouwen
503 Deu 17:17 | hart niet afwijke; hij zal ook voor zich geen zilver en
504 Deu 22:3 | 3 Alzo zult gij ook doen aan zijn ezel, en alzo
505 Deu 22:22 | getrouwde vrouw, zo zullen zij ook beiden sterven, de man,
506 Deu 23:12 | 12 Gij zult ook een plaats hebben buiten
507 Deu 23:18 | tot enige gelofte; want ook die beiden zijn den HEERE,
508 Deu 26:13 | huis weggenomen, en heb het ook aan den Leviet en aan den
509 Deu 27:7 | 7 Ook zult gij dankofferen offeren,
510 Deu 28:61 | 61 Ook alle krankte, en alle plage,
511 Deu 30:13 | 13 Het is ook niet op gene zijde der zee,
512 Deu 32:25 | binnenkameren de verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge
513 Deu 32:25 | verschrikking; ook den jongeling, ook de jonge dochter, het zuigende
514 Deu 33:20 | en verscheurt den arm, ja ook den schedel.
515 Joz 1:15 | als ulieden, en dat zij ook erfelijk bezitten het land,
516 Joz 2:12 | ulieden gedaan heb, dat gij ook weldadigheid doen zult aan
517 Joz 2:13 | leven zult behouden, als ook mijn broeders en mijn zusters,
518 Joz 2:17 | 17 Ook zeiden die mannen tot haar:
519 Joz 2:24 | onze handen gegeven; want ook zijn al de inwoners des
520 Joz 3:3 | dragende, verreist gijlieden ook van uw plaats, en volgt
521 Joz 3:5 | 5 Jozua zeide ook tot het volk: Heiligt u!
522 Joz 4:9 | 9 Jozua richtte ook twaalf stenen op, midden
523 Joz 6:23 | broeders, en al wat zij had; ook brachten zij uit al haar
524 Joz 7:11 | gezondigd; en zij hebben ook Mijn verbond, hetwelk Ik
525 Joz 7:11 | geboden had, overtreden; en ook hebben zij van het verbannene
526 Joz 7:11 | het verbannene genomen, en ook gestolen, en ook gelogen,
527 Joz 7:11 | genomen, en ook gestolen, en ook gelogen, en hebben het ook
528 Joz 7:11 | ook gelogen, en hebben het ook onder hun gereedschap gelegd. ~
529 Joz 8:11 | 11 Ook trok al het krijgsvolk op,
530 Joz 8:12 | 12 Hij nam ook omtrent vijf duizend man,
531 Joz 8:22 | 22 Ook kwamen die uit de stad hun
532 Joz 8:26 | 26 Jozua trok ook zijn hand niet terug, die
533 Joz 8:31 | den HEERE brandofferen; ook offerden zij dankofferen. ~
534 Joz 8:32 | 32 Aldaar schreef hij ook op stenen een dubbel van
535 Joz 9:4 | 4 Zo handelden zij ook arglistiglijk, en gingen
536 Joz 9:5 | 5 Ook oude en bevlekte schoenen
537 Joz 10:28 | 28 Op denzelven dag nam ook Jozua Makkeda in, en sloeg
538 Joz 10:30 | En de HEERE gaf dezelve ook in de hand van Israel, met
539 Joz 10:41 | Kades-Barnea en tot Gaza toe; ook het ganse land Gosen, en
540 Joz 11:17 | al hun koningen nam hij ook, en sloeg hen, en doodde
541 Joz 15:16 | nemen haar in, dien zal ik ook mijn dochter Achsa tot een
542 Joz 15:19 | land gegeven hebt, geef mij ook waterwellingen. Toen gaf
543 Joz 17:1 | De stam van Manasse had ook een lot, omdat hij de eerstgeborene
544 Joz 17:2 | 2 Ook hadden de overgebleven kinderen
545 Joz 17:16 | genoegzaam zijn; er zijn ook ijzeren wagens bij alle
546 Joz 23:7 | Jordaan westwaarts. Verder ook als Jozua hen liet trekken
547 Joz 23:19 | tegen den HEERE, en zijt ook niet wederspannig tegen
548 Joz 23:22 | het; Israel zelf zal het ook weten! Is het door wederspannigheid,
549 Joz 24:7 | zijn bij ulieden; gedenkt ook niet aan den naam hunner
550 Joz 25:3 | Kanaan; Ik vermeerderde ook zijn zaad en gaf hem Izak. ~
551 Joz 25:9 | 9 Ook maakt zich Balak op, de
552 Joz 25:18 | inwoner des lands. Wij zullen ook den HEERE dienen, want Hij
553 Joz 25:32 | 32 Zij begroeven ook de beenderen van Jozef,
554 Joz 25:33 | 33 Ook stierf Eleazar, de zoon
555 Ric 1:3 | Kanaanieten krijgen, zo zal ik ook met u optrekken in uw lot.
556 Ric 1:12 | haar innemen, dien zal ik ook mijn dochter Achsa tot een
557 Ric 1:15 | land gegeven hebt, geef mij ook waterwellingen. Toen gaf
558 Ric 1:16 | schoonvader van Mozes, togen ook uit de Palmstad op, met
559 Ric 1:22 | het huis van Jozef toog ook op naar Beth-El. En de HEERE
560 Ric 1:29 | 29 Ook verdreef Efraim de Kanaanieten
561 Ric 1:35 | 35 Ook wilden de Amorieten wonen
562 Ric 2:3 | 3 Daarom heb Ik ook gezegd: Ik zal hen voor
563 Ric 2:10 | En al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd
564 Ric 2:10 | den HEERE niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israel
565 Ric 2:17 | 17 Doch zij hoorden ook niet naar hun richteren,
566 Ric 2:21 | 21 Zo zal Ik ook niet voortvaren voor hun
567 Ric 3:22 | 22 Dat ook het hecht achter het lemmer
568 Ric 3:31 | ossenstok; alzo verloste hij ook Israel. ~ ~ ~
569 Ric 4:10 | voeten, met tien duizend man; ook toog Debora met hem op. ~
570 Ric 4:20 | 20 Ook zeide hij tot haar: Sta
571 Ric 4:28 | van Edom, beefde de aarde, ook droop de hemel, ook dropen
572 Ric 4:28 | aarde, ook droop de hemel, ook dropen de wolken van water. ~
573 Ric 4:32 | krijg in de poorten; werd er ook een schild gezien, of een
574 Ric 4:39 | 15 Ook waren de vorsten in Issaschar
575 Ric 4:53 | staatsvrouwen antwoordden; ook beantwoordde zij haar redenen
576 Ric 5:3 | die van het oosten kwamen ook op tegen hen. ~
577 Ric 5:35 | 35 Ook zond hij boden in gans Manasse,
578 Ric 5:35 | gans Manasse, en die werden ook achter hem bijeengeroepen;
579 Ric 6:18 | zijn, dan zult gijlieden ook met de bazuin blazen, rondom
580 Ric 6:19 | bliezen met de bazuinen, ook sloegen zij de kruiken,
581 Ric 6:24 | 24 Ook zond Gideon boden in het
582 Ric 7:9 | 9 Daarom sprak hij ook tot de lieden van Pnuel,
583 Ric 7:23 | zal over u niet heersen; ook zal mijn zoon over u niet
584 Ric 7:31 | te Sichem was, baarde hem ook een zoon; en hij noemde
585 Ric 8:2 | man over u heerse? Gedenkt ook, dat ik uw been en uw vlees
586 Ric 8:19 | over Abimelech, en hij zij ook vrolijk over ulieden. ~
587 Ric 8:26 | de zoon van Ebed, kwam ook met zijn broederen, en zij
588 Ric 8:49 | 49 Zo hieuw ook al het volk een iegelijk
589 Ric 8:49 | de sterkte met vuur; dat ook alle lieden des torens van
590 Ric 10:2 | Gileads huisvrouw baarde hem ook zonen; en de zonen dezer
591 Ric 10:17 | geen gehoor. En hij zond ook tot de koning der Moabieten,
592 Ric 10:17 | koning der Moabieten, die ook niet wilde. Alzo bleef Israel
593 Ric 10:25 | Israel getwist? heeft hij ook ooit tegen hen gekrijgd? ~
594 Ric 10:27 | 27 Ook heb ik tegen u niet gezondigd,
595 Ric 15:27 | was vol mannen en vrouwen; ook waren daar alle vorsten
596 Ric 16:2 | dewelke gij gevloekt hebt, en ook voor mijn oren gesproken
597 Ric 17:7 | schande aandeed in dat land; ook waren zij verre van de Sidoniers,
598 Ric 17:14 | broederen: Weet gijlieden ook, dat in die huizen een efod
599 Ric 18:1 | 1 Het geschiedde ook in die dagen, als er geen
600 Ric 18:10 | het paar gezadelde ezelen; ook was zijn bijwijf met hem. ~
601 Ric 18:16 | in den avond, welke man ook was van het gebergte van
602 Ric 18:19 | stro als voeder hebben, en ook brood en wijn is voor mij,
603 Ric 19:1 | Dan af tot Ber-seba toe, ook het land van Gilead, tot
604 Ric 19:33 | den strijd te Baal-Thamar; ook brak Israels achterlage
605 Ric 19:48 | ja, al wat gevonden werd; ook zetten zij alle steden,
606 Ric 20:24 | 24 Ook togen de kinderen Israels
607 Rut 1:5 | Machlon en Chiljon, stierven ook; alzo werd deze vrouw overgelaten
608 Rut 1:12 | zeide: Ik heb hoop, of ik ook in dezen nacht een man had,
609 Rut 1:12 | dezen nacht een man had, ja, ook zonen baarde; ~
610 Rut 1:15 | tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na. ~
611 Rut 1:16 | gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, en waar gij zult
612 Rut 2:8 | ander veld op te lezen; ook zult gij van hier niet weggaan,
613 Rut 2:15 | jongens, zeggende: Laat haar ook tussen de garven oplezen,
614 Rut 2:16 | 16 Ja, laat ook allengskens van de handvollen
615 Rut 2:18 | wat zij opgelezen had; ook bracht zij voort, en gaf
616 Rut 2:21 | de Moabietische, zeide: Ook, omdat hij tot mij gezegd
617 Rut 3:17 | 17 Ook zeide zij: Deze zes maten
618 Rut 4:4 | los het; en zo men het ook niet zou lossen, verklaar
619 Rut 4:5 | van Naomi, zo zult gij het ook aanvaarden van Ruth, de
620 Rut 4:10 | Daartoe aanvaard ik mij ook Ruth, de Moabietische, de
621 1Sa 1:6 | tegenpartijdige tergde haar ook met terging, om haar te
622 1Sa 1:28 | 28 Daarom heb ik hem ook den HEERE overgegeven al
623 1Sa 2:7 | maakt rijk; Hij vernedert, ook verhoogt Hij. ~
624 1Sa 2:15 | 15 Ook eer zij het vet aanstaken,
625 1Sa 2:26 | aangenaam beide bij den HEERE en ook bij de mensen. ~
626 1Sa 3:3 | 3 En Samuel zich ook nedergelegd had, eer de
627 1Sa 4:17 | der Filistijnen, en er is ook een grote nederlaag onder
628 1Sa 6:18 | 18 Ook gouden muizen, naar het
629 1Sa 7:3 | uit het midden van u weg, ook de Astharoths; en richt
630 1Sa 7:14 | van Ekron tot Gath toe; ook rukte Israel derzelver landpale
631 1Sa 8:8 | gediend; alzo doen zij u ook. ~
632 1Sa 8:20 | 20 En wij zullen ook zijn gelijk al de volken;
633 1Sa 10:11 | Kis geschied is? Is Saul ook onder de profeten? ~
634 1Sa 10:12 | spreekwoord geworden: Is Saul ook onder de profeten? ~
635 1Sa 10:26 | 26 En Saul ging ook naar zijn huis te Gibea,
636 1Sa 12:16 | 16 Ook stelt u nu hier, en ziet
637 1Sa 12:23 | 23 Wat ook mij aangaat, het zij verre
638 1Sa 12:25 | zo zult gijlieden, als ook uw koning, omkomen. ~ ~
639 1Sa 13:4 | Filistijnen geslagen, en ook is Israel stinkende geworden
640 1Sa 14:15 | en de verdervers beefden ook zelven; ja, het land werd
641 1Sa 14:21 | 21 Er waren ook Hebreen bij de Filistijnen,
642 1Sa 14:21 | dezen nu vervoegden zich ook met de Israelieten, die
643 1Sa 14:22 | vluchtten, zo kleefden zij ook hen achteraan in den strijd. ~
644 1Sa 15:29 | 29 En ook liegt Hij, Die de Overwinning
645 1Sa 16:8 | zeide: Dezen heeft de HEERE ook niet verkoren. ~
646 1Sa 16:9 | zeide: Dezen heeft de HEERE ook niet verkoren. ~
647 1Sa 17:41 | 41 De Filistijn ging ook heen, gaande en naderende
648 1Sa 18:4 | had, en gaf hem aan David, ook zijn klederen, ja, tot zijn
649 1Sa 18:5 | ogen des gansen volks, en ook in de ogen der knechten
650 1Sa 19:20 | boden, en die profeteerden ook. ~
651 1Sa 19:21 | boden, en die profeteerden ook; toen voer Saul voort en
652 1Sa 19:21 | boden, en die profeteerden ook. ~
653 1Sa 19:22 | 22 Daarna ging hij ook zelf naar Rama, en hij kwam
654 1Sa 19:23 | dezelfde Geest Gods was ook op hem, en hij, al voortgaande,
655 1Sa 19:24 | 24 En hij toog zelf ook zijn klederen uit, en hij
656 1Sa 19:24 | en hij profeteerde zelf ook, voor het aangezicht van
657 1Sa 19:24 | Daarom zegt men: Is Saul ook onder de profeten? ~
658 1Sa 20:15 | 15 Ook zult gij uw weldadigheid
659 1Sa 20:15 | huis tot in eeuwigheid; ook niet wanneer de HEERE een
660 1Sa 21:8 | heb noch mijn zwaard noch ook mijn wapenen in mijn hand
661 1Sa 22:7 | gij, zonen van Jemini, zal ook de zoon van Isai u altegader
662 1Sa 22:10 | hem teerkost; hij gaf hem ook het zwaard van Goliath,
663 1Sa 22:17 | des HEEREN, omdat hun hand ook met David is, en omdat zij
664 1Sa 22:19 | 19 Hij sloeg ook Nob, de stad dezer priesters,
665 1Sa 23:11 | 11 Zullen mij ook de burgers van Kehila in
666 1Sa 23:17 | zal de tweede bij u zijn; ook weet mijn vader Saul zulks
667 1Sa 23:25 | Saul en zijn mannen gingen ook om te zoeken. Dat werd David
668 1Sa 24:9 | Daarna maakte zich David ook op, en ging uit de spelonk,
669 1Sa 25:7 | aangedaan, en zij hebben ook niets gemist al de dagen,
670 1Sa 25:13 | zwaard aan, en David gordde ook zijn zwaard aan; en zij
671 1Sa 25:43 | 43 Ook nam David Ahinoam van Jizreel;
672 1Sa 25:43 | van Jizreel; alzo waren ook die beiden hem tot vrouwen. ~
673 1Sa 26:12 | niemand, die het merkte, ook niemand, die ontwaakte;
674 1Sa 26:25 | gewisselijk doen, en gij zult ook gewisselijk de overhand
675 1Sa 27:9 | noch man noch vrouw leven; ook nam hij de schapen en runderen,
676 1Sa 28:19 | 19 En de HEERE zal ook Israel met u in de hand
677 1Sa 28:19 | en uw zonen bij mij zijn; ook zal de HEERE het leger van
678 1Sa 28:20 | vanwege de woorden van Samuel; ook was er geen kracht in hem;
679 1Sa 28:22 | 22 Zo hoor toch gij nu ook naar de stem uwer dienstmaagd,
680 1Sa 28:23 | Maar zijn knechten, en ook de vrouw, hielden bij hem
681 1Sa 30:5 | Davids beide vrouwen waren ook gevankelijk weggevoerd,
682 1Sa 30:12 | 12 Zij gaven hem ook een stuk van een klomp vijgen,
683 1Sa 30:18 | Amalekieten genomen hadden; ook redde David zijn twee vrouwen. ~
684 1Sa 30:19 | dochteren; en van den buit, ook tot alles, wat zij van hen
685 1Sa 30:20 | 20 David nam ook al de schapen en de runderen;
686 1Sa 30:24 | afgetogen zijn, alzo zal ook het deel dergenen zijn,
687 1Sa 31:5 | Saul dood was, zo viel hij ook in zijn zwaard en stierf
688 1Sa 31:6 | zonen, en zijn wapendrager, ook al zijn mannen, te dienzelven
689 2Sa 1:4 | gevloden was, en dat er ook velen van het volk gevallen
690 2Sa 1:4 | en gestorven waren, dat ook Saul en zijn zoon Jonathan
691 2Sa 1:11 | scheurde ze; desgelijks ook al de mannen, die met hem
692 2Sa 1:23 | liefelijken in hun leven, zijn ook in hun dood niet gescheiden;
693 2Sa 2:2 | David derwaarts op, als ook zijn twee vrouwen, Ahinoam,
694 2Sa 2:3 | 3 Ook deed David zijn mannen optrekken,
695 2Sa 2:6 | weldadigheid en trouw! En ik ook, ik zal aan u dit goede
696 2Sa 2:7 | heer Saul gestorven is; en ook hebben mij die van het huis
697 2Sa 2:13 | knechten van David, togen ook uit; en zij ontmoetten elkander
698 2Sa 2:30 | 30 Joab keerde ook weder van achter Abner,
699 2Sa 3:14 | 14 Ook zond David boden tot Isboseth,
700 2Sa 3:19 | 19 En Abner sprak ook voor de oren van Benjamin.
701 2Sa 3:19 | Benjamin. Voorts ging Abner ook heen, om te Hebron voor
702 2Sa 3:32 | weende bij Abners graf; ook weende al het volk. ~
703 2Sa 4:2 | kinderen van Benjamin; want ook Beeroth werd aan Benjamin
704 2Sa 5:2 | 2 Daartoe ook te voren, toen Saul koning
705 2Sa 5:2 | uitvoerende en inbrengende; ook heeft de HEERE tot u gezegd:
706 2Sa 6:5 | luiten, en met trommelen, ook met schellen, en met cimbalen. ~
707 2Sa 6:22 | 22 Ook zal ik mij nog geringer
708 2Sa 7:11 | gegeven van al uw vijanden. Ook geeft u de HEERE te kennen,
709 2Sa 7:19 | Heere HEERE, maar Gij hebt ook over het huis Uws knechts
710 2Sa 8:2 | 2 Ook sloeg hij de Moabieten,
711 2Sa 8:3 | 3 David sloeg ook Hadad-ezer, den zoon van
712 2Sa 8:11 | 11 Welke de koning David ook den HEERE heiligde, met
713 2Sa 8:13 | 13 Ook maakte zich David een naam,
714 2Sa 8:18 | 18 Er was ook Benaja, zoon van Jojada,
715 2Sa 9:11 | alzo zal uw knecht doen. Ook zou Mefiboseth, etende aan
716 2Sa 10:14 | Syriers vloden, vloden zij ook voor het aangezicht van
717 2Sa 11:12 | zeide David tot Uria: Blijf ook heden hier, zo zal ik u
718 2Sa 11:17 | Uria, de Hethiet, stierf ook. ~
719 2Sa 11:21 | knecht, Uria, de Hethiet, is ook dood. ~
720 2Sa 11:24 | knecht, Uria, de Hethiet, is ook dood. ~
721 2Sa 12:13 | tot David: De HEERE heeft ook uw zonde weggenomen, gij
722 2Sa 12:14 | hebt doen lasteren, zal ook de zoon, die u geboren is,
723 2Sa 12:27 | heb gekrijgd tegen Rabba, ook heb ik de waterstad ingenomen. ~
724 2Sa 12:30 | werd op Davids hoofd gezet; ook voerde hij uit een zeer
725 2Sa 13:36 | en weenden; en de koning ook en al zijn knechten weenden
726 2Sa 14:7 | doodgeslagen heeft, doden, en ook den erfgenaam verdelgen;
727 2Sa 14:27 | 27 Ook werden Absalom drie zonen
728 2Sa 15:2 | 2 Ook maakte zich Absalom des
729 2Sa 15:5 | 5 Het geschiedde ook, als iemand naderde, om
730 2Sa 15:12 | 12 Absalom zond ook om Achitofel, den Giloniet,
731 2Sa 15:18 | gingen aan zijn zijde heen, ook al de Krethi en al de Plethi,
732 2Sa 15:19 | Gethiet: Waarom zoudt gij ook met ons gaan? Keer weder,
733 2Sa 15:19 | want gij zijt vreemd, en ook zult gij weder vertrekken
734 2Sa 15:21 | zal uw knecht voorzeker ook zijn! ~
735 2Sa 15:23 | als al het volk overging; ook ging de koning over de beek
736 2Sa 15:24 | 24 En ziet, Zadok was ook daar, en al de Levieten
737 2Sa 15:27 | weder in de stad met vrede; ook ulieder beide zonen, Ahimaaz,
738 2Sa 15:30 | hij zelf ging barrevoets; ook had al het volk, dat met
739 2Sa 17:5 | Absalom zeide: Roep toch ook Husai, den Archiet, en laat
740 2Sa 17:5 | laat ons horen, wat hij ook zegt. ~
741 2Sa 17:10 | 10 Zo zou hij, die ook een dapper man is, wiens
742 2Sa 17:12 | mannen, die met hem zijn, ook niet een worden overgelaten. ~
743 2Sa 17:13 | beek nedertrekken, totdat ook niet een steentje aldaar
744 2Sa 17:16 | velden der woestijn, en ook ga spoedig over; opdat de
745 2Sa 17:28 | koren, en bonen, en linzen, ook geroost, ~
746 2Sa 18:2 | zeide tot het volk: Ik zal ook zelf zekerlijk met ulieden
747 2Sa 18:13 | koning verborgen worden; ook gij zelf zoudt er u van
748 2Sa 18:22 | zeide tot Joab: Wat het ook zij, laat mij toch ook Cuschi
749 2Sa 18:22 | het ook zij, laat mij toch ook Cuschi achterna lopen. En
750 2Sa 18:23 | 23 Wat het ook zij, zeide hij, laat mij
751 2Sa 18:26 | zeide de koning: Die is ook een boodschapper. ~
752 2Sa 19:17 | man van Benjamin met hem; ook Ziba, de knecht van Sauls
753 2Sa 19:24 | Mefiboseth, Sauls zoon, kwam ook af den koning tegemoet;
754 2Sa 19:30 | den koning: Hij neme het ook gans weg, naardien mijn
755 2Sa 19:31 | Barzillai, de Gileadiet, kwam ook af van Rogelim; en hij toog
756 2Sa 19:39 | gegaan was, en de koning ook was overgegaan, kuste de
757 2Sa 19:40 | koning overgevoerd, als ook een gedeelte van het volk
758 2Sa 19:43 | delen aan den koning, en ook aan David, wij, meer dan
759 2Sa 20:14 | verzamelden zich, en kwamen hem ook na. ~
760 2Sa 20:26 | 26 En ook was Ira, de Jairiet, Davids
761 2Sa 21:4 | met Saul en met zijn huis; ook is het ons niet om iemand
762 2Sa 21:13 | van Jonathan, zijn zoon; ook verzamelden zij de beenderen
763 2Sa 21:20 | 20 Nog was er ook een krijg te Gath; en er
764 2Sa 21:20 | twintig in getal, en deze was ook aan Rafa geboren. ~
765 2Sa 22:36 | 36 Ook hebt Gij mij gegeven het
766 2Sa 22:44 | 44 Ook hebt Gij mij uitgeholpen
767 2Sa 23:13 | 13 Ook gingen af drie van de dertig
768 2Sa 23:18 | zoon van Zeruja, die was ook een hoofd van drieen; en
769 2Sa 23:20 | sterke leeuwen van Moab; ook ging hij af, en sloeg een
770 2Sa 24:6 | in het lage land Hodsi; ook kwamen zij tot Dan-Jaan,
771 1Kon 1:6 | hebt gij alzo gedaan? En ook was hij zeer schoon van
772 1Kon 1:41 | geeindigd hadden te eten; ook hoorde Joab het geluid der
773 1Kon 1:46 | 46 En ook zit Salomo op den troon
774 1Kon 1:47 | 47 Zo zijn ook de knechten des konings
775 1Kon 1:48 | 48 Ja, ook heeft de koning aldus gezegd:
776 1Kon 2:5 | 5 Zo weet gij ook, wat Joab, de zoon van Zeruja,
777 1Kon 2:22 | Sunamietische, voor Adonia? Begeer ook voor hem het koninkrijk (
778 1Kon 3:13 | 13 Zelfs ook wat gij niet begeerd hebt,
779 1Kon 3:14 | gewandeld heeft, zo zal Ik ook uw dagen verlengen. ~
780 1Kon 3:18 | mijn baren dat deze vrouw ook gebaard heeft; en wij waren
781 1Kon 4:13 | Manasse, die in Gilead zijn; ook had hij de streek van Argob,
782 1Kon 4:15 | was in Nafthali; deze nam ook Salomo's dochter, Basmath,
783 1Kon 4:26 | 26 Salomo had ook veertig duizend paardenstallen
784 1Kon 4:33 | 33 Hij sprak ook van de bomen, van den cederboom
785 1Kon 4:33 | wand uitwast; hij sprak ook van het vee, en van het
786 1Kon 5:9 | zult het wegnemen; gij zult ook mijn wil doen, dat gij mijn
787 1Kon 6:10 | 10 Hij bouwde ook de kameren aan het ganse
788 1Kon 6:15 | 15 Ook bouwde hij de wanden van
789 1Kon 6:20 | overtoog ze met gesloten goud; ook overtoog hij het cederen
790 1Kon 6:32 | 32 De twee deuren ook waren van olieachtige bomen;
791 1Kon 6:32 | dewelke hij met goud overtoog; ook trok hij goud over de cherubs
792 1Kon 7:2 | 2 Hij bouwde ook het huis des wouds van Libanon,
793 1Kon 7:5 | 5 Ook waren al de deuren en de
794 1Kon 7:7 | 7 Ook maakte hij een voorhuis
795 1Kon 7:8 | hetzelve werk gelijk was; ook maakte hij voor de dochter
796 1Kon 7:10 | 10 Het was ook gegrondvest met kostelijke
797 1Kon 7:16 | 16 Hij maakte ook twee kapitelen, van gegoten
798 1Kon 7:18 | bedekken; alzo deed hij ook aan het andere kapiteel. ~
799 1Kon 7:20 | granaatappelen waren in rijen rondom, ook over het andere kapiteel. ~
800 1Kon 7:27 | 27 Hij maakte ook tien koperen stellingen;
801 1Kon 7:31 | op de mond daarvan waren ook graveringen, en de lijsten
802 1Kon 7:35 | van een halve el rondom; ook waren op het hoofd der stelling
803 1Kon 7:38 | 38 Hij maakte ook tien koperen wasvaten; een
804 1Kon 7:45 | 45 De potten ook, en de schoffelen, en de
805 1Kon 7:48 | 48 Ook maakte Salomo al de vaten,
806 1Kon 8:17 | 17 Het was ook in het hart van mijn vader
807 1Kon 8:41 | 41 Zelfs ook aangaande den vreemde, die
808 1Kon 8:65 | 65 Terzelfder tijd ook hield Salomo het feest,
809 1Kon 9:26 | De koning Salomo maakte ook schepen te Ezeon-Geber,
810 1Kon 10:11 | 11 Verder ook de schepen van Hiram, die
811 1Kon 10:16 | 16 Ook maakte de koning Salomo
812 1Kon 10:21 | 21 Ook waren alle drinkvaten van
813 1Kon 11:23 | 23 Ook verwekte God hem een wederpartijder,
814 1Kon 11:24 | 24 Tegen welken hij ook mannen vergaderd had, en
815 1Kon 11:26 | Zerua, een weduwvrouw), hief ook de hand op tegen den koning. ~
816 1Kon 12:17 | over die regeerde Rehabeam ook. ~
817 1Kon 12:31 | 31 Hij maakte ook een huis der hoogten; en
818 1Kon 12:32 | gemaakt had; hij stelde ook te Beth-El priesteren der
819 1Kon 13:11 | had; deze vertelden zij ook hun vader. ~
820 1Kon 13:16 | noch met u inkomen; ik zal ook geen brood eten, noch met
821 1Kon 13:18 | hij zeide tot hem: Ik ben ook een profeet, gelijk gij,
822 1Kon 13:24 | en de ezel stond daarbij; ook stond de leeuw bij het dode
823 1Kon 14:14 | uitroeien zal; maar wat zal het ook nu zijn? ~
824 1Kon 14:15 | 15 De HEERE zal ook Israel slaan, gelijk een
825 1Kon 14:23 | 23 Want ook zij bouwden zich hoogten,
826 1Kon 14:24 | 24 Er waren ook schandjongens in het land;
827 1Kon 14:26 | hij nam alles weg; hij nam ook al de gouden schilden weg,
828 1Kon 15:7 | koningen van Juda? Er was ook krijg tussen Abiam en tussen
829 1Kon 15:13 | moeder Maacha zette hij ook af, dat zij geen koningin
830 1Kon 15:13 | in een bos gemaakt had; ook roeide Asa uit haar afgrijselijken
831 1Kon 16:7 | 7 Alzo geschiedde ook het woord des HEEREN, door
832 1Kon 16:16 | verbintenis gemaakt, ja, heeft ook den koning verslagen; daarom
833 1Kon 16:33 | 33 Ook maakte Achab een bos, zodat
834 1Kon 17:11 | en zeide: Haal mij toch ook een bete broods in uw hand. ~
835 1Kon 17:20 | mijn God, hebt Gij dan ook deze weduwe, bij dewelke
836 1Kon 18:6 | een weg, en Obadja ging ook bijzonder op een weg. ~
837 1Kon 18:35 | liep; daartoe vulde hij ook de groeve met water. ~
838 1Kon 19:11 | aardbeving; de HEERE was ook in de aardbeving niet; ~
839 1Kon 19:12 | aardbeving een vuur; de HEERE was ook in het vuur niet; en na
840 1Kon 19:18 | 18 Ook heb Ik in Israel doen overblijven
841 1Kon 20:18 | grijpt hen levend; hetzij ook, dat zij ten strijde uitgetogen
842 1Kon 20:27 | kinderen Israels werden ook gemonsterd, en waren verzorgd
843 1Kon 20:30 | die overgebleven waren; ook vlood Benhadad, en kwam
844 1Kon 21:19 | Hebt gij doodgeslagen, en ook een erfelijke bezitting
845 1Kon 21:23 | 23 Verder ook over Izebel sprak de HEERE,
846 1Kon 21:27 | legde, en vastte; hij lag ook neder in den zak, en ging
847 1Kon 22:22 | zult overreden, en zult het ook vermogen; ga uit en doe
848 1Kon 22:47 | 47 Ook deed hij uit het land weg
849 2Kon 2:3 | En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil. ~
850 2Kon 2:5 | En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil. ~
851 2Kon 2:13 | 13 Hij hief ook Elia's mantel op, die van
852 2Kon 3:18 | ogen des HEEREN, Hij zal ook de Moabieten in ulieder
853 2Kon 3:24 | kwamen in het land, slaande ook de Moabieten. ~
854 2Kon 4:8 | 8 Het geschiedde ook op een dag, als Elisa naar
855 2Kon 6:22 | hen niet slaan; zoudt gij ook slaan, die gij met uw zwaard
856 2Kon 7:4 | hier blijven, wij zullen ook sterven; nu dan, komt, en
857 2Kon 7:8 | andere tent, namen van daar ook, en gingen henen, en verborgen
858 2Kon 7:19 | den hemel maakte, zou het ook naar dit woord geschieden
859 2Kon 8:1 | een honger geroepen, die ook in het land zeven jaren
860 2Kon 9:8 | uitroeien, wat mannelijk is, ook den beslotene en verlatene
861 2Kon 9:10 | 10 Ook zullen de honden Izebel
862 2Kon 9:22 | zag, dat hij zeide: Is het ook vrede, Jehu? Maar hij zeide:
863 2Kon 9:27 | achterna, en zeide: Slaat hem ook op den wagen, aan den opgang
864 2Kon 10:2 | van uw heer bij u zijn, ook de wagenen en de paarden
865 2Kon 10:21 | 21 Ook zond Jehu in het ganse Israel;
866 2Kon 10:27 | 27 Zij braken ook het opgerichte beeld van
867 2Kon 14:6 | daarin; en het bos bleef ook staan te Samaria.) ~
868 2Kon 15:25 | 25 Hij bracht ook weder de landpale van Israel
869 2Kon 16:16 | allen, die daarin waren, ook haar landpalen van Thirza
870 2Kon 17:3 | van Israel; ja, hij deed ook zijn zoon door het vuur
871 2Kon 17:4 | 4 Hij offerde ook en rookte op de hoogten
872 2Kon 17:4 | hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. ~
873 2Kon 18:3 | van Israel; ja, hij deed ook zijn zoon door het vuur
874 2Kon 18:4 | 4 Hij offerde ook en rookte op de hoogten
875 2Kon 18:4 | hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte. ~
876 2Kon 19:17 | 17 Ook deden zij hun zonen en hun
877 2Kon 19:32 | 32 Ook vreesden zij den HEERE,
878 2Kon 19:33 | vreesden den HEERE, en dienden ook hun goden, naar de wijze
879 2Kon 19:41 | dienden hun gesneden beelden; ook doen hun kinderen en hun
880 2Kon 21:32 | daar een pijl inschieten; ook zal hij met geen schild
881 2Kon 22:19 | gesproken hebt, is goed. Ook zeide hij: Zou het niet,
882 2Kon 23:7 | 7 Hij stelde ook een gesneden beeld van het
883 2Kon 23:11 | voor hem geweest zijn, ja, ook Juda door zijn drekgoden
884 2Kon 23:15 | van Egypte uitgegaan zijn, ook tot op dezen dag toe. ~
885 2Kon 23:16 | Daartoe vergoot Manasse ook zeer veel onschuldig bloed,
886 2Kon 24:10 | 10 Ook gaf Safan, de schrijver,
887 2Kon 24:19 | geweend hebt; zo heb Ik u ook verhoord, spreekt de HEERE. ~
888 2Kon 25:6 | 6 Hij bracht ook het beeld van het bos uit
889 2Kon 25:10 | 10 Hij verontreinigde ook Thofeth, dat in het dal
890 2Kon 25:13 | 13 De hoogten ook, die vooraan Jeruzalem waren,
891 2Kon 25:15 | 15 Daartoe ook het altaar, dat te Beth-El
892 2Kon 25:19 | 19 Daartoe nam Josia ook weg al de huizen der hoogten,
893 2Kon 25:24 | 24 En ook deed Josia weg de waarzeggers,
894 2Kon 25:27 | HEERE zeide: Ik zal Juda ook van Mijn aangezicht wegdoen,
895 2Kon 25:34 | 34 Ook maakte Farao Necho Eljakim,
896 2Kon 26:4 | 4 Als ook om het onschuldig bloed,
897 2Kon 27:14 | 14 Zij namen ook de potten, en de schoffelen,
898 2Kon 27:18 | 18 Ook nam de overste der trawanten
899 1Kro 2:24 | Hezrons huisvrouw, hem ook gebaard Aschur, de vader
900 1Kro 4:42 | 42 Ook gingen uit hen, te weten
901 1Kro 8:32 | Simea; en dezen woonden ook tegenover hun broederen
902 1Kro 9:18 | 18 Ook tot nog toe, aan de poort
903 1Kro 9:33 | 33 Uit dezen zijn ook de zangers, hoofden der
904 1Kro 9:38 | gewon Simeam; dezen woonden ook te Jeruzalem, tegenover
905 1Kro 10:5 | Saul dood was, zo viel hij ook in het zwaard en stierf. ~
906 1Kro 10:6 | Saul en zijn drie zonen; ook zijn ganse huis is tegelijk
907 1Kro 10:13 | hij niet gehouden had; en ook omdat hij de waarzegster
908 1Kro 11:2 | 2 Zelfs ook te voren, toen Saul nog
909 1Kro 11:2 | Israel uitgeleid en ingeleid; ook heeft de HEERE, uw God,
910 1Kro 11:3 | 3 Ook kwamen alle oudsten in Israel
911 1Kro 11:20 | de broeder van Joab, was ook het hoofd van drie; en hij,
912 1Kro 11:22 | sterke leeuwen van Moab; ook ging hij af, en versloeg
913 1Kro 11:23 | 23 Hij versloeg ook een Egyptischen man, een
914 1Kro 12:1 | zoon van Kis; zij waren ook onder de helden, die tot
915 1Kro 12:8 | 8 Ook scheidden zich van de Gadieten
916 1Kro 12:16 | 16 Er kwamen ook van de kinderen van Benjamin
917 1Kro 12:19 | 19 Er vielen ook van Manasse tot David, toen
918 1Kro 12:38 | maken over gans Israel. En ook was al het overige van Israel
919 1Kro 12:40 | 40 En ook de naasten aan hen, tot
920 1Kro 15:3 | 3 Ook vergaderde David gans Israel
921 1Kro 15:27 | mantel van fijn linnen; ook al de Levieten, die de ark
922 1Kro 15:27 | het opheffen der zangers; ook had David een lijfrok aan
923 1Kro 16:17 | 17 Welken Hij ook aan Jakob heeft gesteld
924 1Kro 16:21 | toe hen te onderdrukken; ook bestrafte Hij koningen om
925 1Kro 16:30 | aangezicht, gij, gehele aarde! Ook zal de wereld bevestigd
926 1Kro 17:10 | al uw vijanden vernederd; ook heb Ik u te kennen gegeven,
927 1Kro 18:2 | 2 Hij sloeg ook de Moabieten, alzo dat de
928 1Kro 18:3 | 3 David sloeg ook Hadar-ezer, den koning van
929 1Kro 18:8 | 8 Ook nam David zeer veel kopers
930 1Kro 18:11 | heiligde de koning David ook den HEERE, met het zilver
931 1Kro 18:12 | 12 Ook sloeg Abisai, de zoon van
932 1Kro 19:2 | 2 Hij sloeg ook de Moabieten, alzo dat de
933 1Kro 19:3 | 3 David sloeg ook Hadar-ezer, den koning van
934 1Kro 19:8 | 8 Ook nam David zeer veel kopers
935 1Kro 19:11 | heiligde de koning David ook den HEERE, met het zilver
936 1Kro 19:12 | 12 Ook sloeg Abisai, de zoon van
937 1Kro 20:7 | legerden zich voor Medeba; ook vergaderden de kinderen
938 1Kro 20:15 | Syriers vloden, zo vloden zij ook voor het aangezicht van
939 1Kro 21:3 | 3Hij voerde ook al het volk uit, dat daarin
940 1Kro 21:6 | vier en twintig, en hij was ook van Rafa geboren; ~
941 1Kro 23:3 | en tot de samenvoegingen; ook koper in menigte, zonder
942 1Kro 23:14 | is er in menigte; ik heb ook hout en stenen bereid; doe
943 1Kro 23:15 | 15 Ook zijn er bij u in menigte,
944 1Kro 23:17 | 17 Ook gebood David aan alle vorsten
945 1Kro 24:2 | al de vorsten van Israel, ook de priesters en de Levieten. ~
946 1Kro 24:26 | 26 En ook aangaande de Levieten, dat
947 1Kro 25:31 | 31 En zij wierpen ook loten, nevens hun broederen,
948 1Kro 27:4 | 4 Obed-Edom had ook kinderen: Semaja was de
949 1Kro 27:6 | 6 Ook werden zijn zoon Semaja
950 1Kro 27:20 | 20 Ook was, van de Levieten, Ahia
951 1Kro 27:28 | 28 Ook alles, wat Samuel, de ziener,
952 1Kro 28:4 | zijn verdeling was Mikloth ook voorganger; in zijn verdeling
953 1Kro 28:4 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
954 1Kro 28:5 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
955 1Kro 28:7 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
956 1Kro 28:8 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
957 1Kro 28:9 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
958 1Kro 28:10 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
959 1Kro 28:11 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
960 1Kro 28:12 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
961 1Kro 28:13 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
962 1Kro 28:14 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
963 1Kro 28:15 | zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend. ~
964 1Kro 28:32 | verstandig man; hij was ook schrijver; Jehiel nu, de
965 1Kro 29:14 | vaten van elken dienst; ook zilver tot alle zilveren
966 1Kro 29:15 | kandelaar en zijn lampen; ook tot de zilveren kandelaars,
967 1Kro 29:16 | 16 Ook gaf hij het goud naar het
968 1Kro 29:21 | wijsheid tot allen dienst, ook de vorsten, en het ganse
969 1Kro 30:9 | koning David verblijdde zich ook met grote blijdschap. ~
970 1Kro 30:12 | hand is kracht en macht; ook staat het in Uw hand alles
971 1Kro 30:21 | den HEERE slachtofferen; ook offerden zij den HEERE brandofferen,
972 1Kro 30:24 | vorsten, en helden, ja, ook al de zonen van den koning
973 2Kro 1:5 | 5 Ook was het koperen altaar,
974 2Kro 1:11 | de ziel uwer haters, noch ook vele dagen begeerd hebt;
975 2Kro 2:3 | daarin te wonen, zo doe ook met mij. ~
976 2Kro 2:8 | 8 Zend mij ook cederen, dennen, en algummimhout
977 2Kro 3:6 | 6 Hij overtoog ook het huis met kostelijke
978 2Kro 3:10 | 10 Ook maakte hij, in het huis
979 2Kro 3:14 | 14 Hij maakte ook den voorhang van hemelsblauw,
980 2Kro 3:16 | 16 Ook maakte hij ketenen, als
981 2Kro 4:1 | 1 Hij maakte ook een koperen altaar, van
982 2Kro 4:7 | 7 Hij maakte ook tien gouden kandelaren,
983 2Kro 4:8 | 8 Ook maakte hij tien tafelen,
984 2Kro 4:14 | 14 Hij maakte ook de stellingen; en wasvaten
985 2Kro 4:19 | 19 Ook maakte Salomo alle vaten,
986 2Kro 7:7 | 7 Het was ook in het hart van mijn vader
987 2Kro 7:24 | 24 Wanneer ook Uw volk Israel voor het
988 2Kro 7:32 | 32 Zelfs ook aangaande den vreemde, die
989 2Kro 8:6 | 6 Ook stonden de priesters in
990 2Kro 8:8 | 8 Salomo hield ook ter zelfder tijd het feest
991 2Kro 9:4 | 4 Hij bouwde ook Thadmor in de woestijn,
992 2Kro 9:5 | 5 Ook bouwde hij het hoge Beth-horon
993 2Kro 9:14 | 14 Hij stelde ook, naar de wijze zijns vaders
994 2Kro 10:10 | 10 Verder ook Hurams knechten, en Salomo'
995 2Kro 10:11 | voor de zangers; desgelijks ook was te voren in het land
996 2Kro 10:14 | de kooplieden inbrachten; ook brachten alle koningen van
997 2Kro 10:20 | 20 Ook waren alle drinkvaten van
998 2Kro 10:25 | 25 Ook had Salomo vier duizend
999 2Kro 10:27 | 27 Ook maakte de koning het zilver
1000 2Kro 11:17 | over die regeerde Rehabeam ook. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-2765 |