Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
heah 5
heb 1805
hebbe 29
hebben 2440
hebbende 305
hebbenden 1
heber 25
Frequency    [«  »]
2776 al
2765 ook
2528 haar
2440 hebben
2336 worden
2288 nu
2279 dan

Bijbel

IntraText - Concordances

hebben

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2440

     Book Chapter: Verse
1001 Psa 94:19 | vermenigvuldigd werden, hebben Uw vertroostingen mijn ziel 1002 Psa 95:5 | gemaakt; en Zijn handen hebben het droge geformeerd. ~ 1003 Psa 97:8 | en de dochteren van Juda hebben zich verheugd vanwege Uw 1004 Psa 98:3 | en al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods. ~ 1005 Psa 99:7 | hen in een wolkkolom; zij hebben Zijn getuigenissen onderhouden, 1006 Psa 102:15 | 15 Want Uw knechten hebben een welgevallen aan haar 1007 Psa 102:15 | welgevallen aan haar stenen, en hebben medelijden met haar gruis. ~ 1008 Psa 102:17 | HEERE Sion zal opgebouwd hebben, in Zijn heerlijkheid zal 1009 Psa 102:18 | 18 Zich gewend zal hebben tot het gebed desgenen, 1010 Psa 102:18 | ontbloot is, en niet versmaad hebben hunlieder gebed; ~ 1011 Psa 102:20 | hoogte Zijns heiligdoms zal hebben nederwaarts gezien; dat 1012 Psa 102:20 | op de aarde geschouwd zal hebben; ~ 1013 Psa 106:6 | 6 Wij hebben gezondigd, mitsgaders onze 1014 Psa 106:6 | mitsgaders onze vaderen, wij hebben verkeerdelijk gedaan; wij 1015 Psa 106:6 | verkeerdelijk gedaan; wij hebben goddelooslijk gehandeld. ~ 1016 Psa 106:7 | 7 Onze vaders in Egypte hebben niet gelet op Uw wonderen; 1017 Psa 106:28 | 28 Ook hebben zij zich gekoppeld aan Baal-Peor, 1018 Psa 106:28 | gekoppeld aan Baal-Peor, en zij hebben de offeranden der doden 1019 Psa 106:29 | 29 En zij hebben den HEERE tot toorn verwekt 1020 Psa 106:34 | 34 Zij hebben die volken niet verdelgd, 1021 Psa 106:37 | 37 Daarenboven hebben zij hun zonen en hun dochteren 1022 Psa 106:38 | 38 En zij hebben onschuldig bloed vergoten, 1023 Psa 106:38 | zij den afgoden van Kanaan hebben opgeofferd; zodat het land 1024 Psa 106:39 | door hun werken, en zij hebben gehoereerd door hun daden. ~ 1025 Psa 106:42 | 42 En hun vijanden hebben hen verdrukt, en zij zijn 1026 Psa 109:2 | tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een 1027 Psa 109:3 | En met hatelijke woorden hebben zij mij omsingeld; ja, zij 1028 Psa 109:3 | zij mij omsingeld; ja, zij hebben mij bestreden zonder oorzaak. ~ 1029 Psa 109:5 | 5 En zij hebben mij kwaad voor goed opgelegd, 1030 Psa 110:1 | Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwervoeten. ~ 1031 Psa 111:2 | van allen, die er lust in hebben. ~ 1032 Psa 111:10 | Schin. allen, die ze doen, hebben goed verstand; Thau. Zijn 1033 Psa 115:5 | 5 Zij hebben een mond, maar spreken niet; 1034 Psa 115:5 | maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; ~ 1035 Psa 115:6 | 6 Oren hebben zij, maar horen niet; zij 1036 Psa 115:6 | zij, maar horen niet; zij hebben een neus, maar zij rieken 1037 Psa 115:7 | 7 Hun handen hebben zij, maar tasten niet; hun 1038 Psa 119:7 | gerechtigheid geleerd zal hebben. ~ 1039 Psa 119:23 | zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen 1040 Psa 119:32 | Gij mijn hart verwijd zult hebben. ~ 1041 Psa 119:51 | 51  De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; 1042 Psa 119:61 | 61  De goddeloze hopen hebben mij beroofd; nochtans heb 1043 Psa 119:69 | 69  De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; 1044 Psa 119:73 | 73  Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; 1045 Psa 119:78 | met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden. ~ 1046 Psa 119:85 | 85  De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk 1047 Psa 119:87 | 87  Zij hebben mij bijna vernietigd op 1048 Psa 119:95 | 95  De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te 1049 Psa 119:110 | 110  De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans 1050 Psa 119:126 | dat Hij werke, want zij hebben Uw wet verbroken. ~ 1051 Psa 119:139 | wederpartijders Uw woorden vergeten hebben. ~ 1052 Psa 119:143 | 143  Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden 1053 Psa 119:161 | 161  Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; 1054 Psa 119:165 | 165  Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben 1055 Psa 119:165 | hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot. ~ 1056 Psa 119:171 | inzettingen zult geleerd hebben. ~ 1057 Psa 124:3 | zij ons levend verslonden hebben, als hun toorn tegen ons 1058 Psa 124:4 | ons de wateren overlopen hebben; een stroom zou over onze 1059 Psa 129:1 | 1Een lied Hammaaloth. Zij hebben mij dikwijls benauwd van 1060 Psa 129:2 | 2Zij hebben mij dikwijls van mijn jeugd 1061 Psa 129:2 | jeugd af benauwd; evenwel hebben zij mij niet overmocht. ~ 1062 Psa 129:3 | 3Ploegers hebben op mijn rug geploegd; zij 1063 Psa 129:3 | op mijn rug geploegd; zij hebben hun voren lang getogen. ~ 1064 Psa 132:5 | een plaats gevonden zal hebben, woningen voor den Machtige 1065 Psa 132:6 | 6 Ziet, wij hebben van haar gehoord in Efratha; 1066 Psa 132:6 | gehoord in Efratha; wij hebben haar gevonden in de velden 1067 Psa 135:16 | 16 Zij hebben een mond, maar spreken niet; 1068 Psa 135:16 | maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; ~ 1069 Psa 135:17 | 17 Oren hebben zij, maar horen niet; ook 1070 Psa 137:2 | 2Wij hebben onze harpen gehangen aan 1071 Psa 138:4 | wanneer zij gehoord zullen hebben de redenen Uws monds. ~ 1072 Psa 139:16 | 16 Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; 1073 Psa 139:21 | die U haten? en verdriet hebben in degenen, die tegen U 1074 Psa 140:6 | 6 De hovaardigen hebben mij een strik verborgen, 1075 Psa 140:6 | verborgen, en koorden; zij hebben een net uitgespreid aan 1076 Psa 140:6 | zijde des wegs; valstrikken hebben zij mij gezet. Sela. ~ 1077 Psa 141:6 | vrijgelaten geweest, en hebben gehoord mijn redenen, dat 1078 Psa 141:9 | striks, dien zij mij gelegd hebben, en voor de valstrikken 1079 Psa 142:4 | Gij mijn pad gekend. Zij hebben mij een strik verborgen 1080 Psa 142:8 | wel bij mij zult gedaan hebben.   ~ 1081 Spre 1:14 | zullen allen een buidel hebben. ~ 1082 Spre 1:29 | zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN 1083 Spre 1:29 | de vreze des HEEREN niet hebben verkoren. ~ 1084 Spre 1:30 | 30      Zij hebben in Mijn raad niet bewilligd; 1085 Spre 1:30 | bewilligd; al Mijn bestraffingen hebben zij versmaad; ~ 1086 Spre 4:16 | zo zij geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, 1087 Spre 4:16 | weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen. ~ 1088 Spre 8:36 | aan; allen, die Mij haten, hebben den dood lief. ~  ~ 1089 Spre 12:20 | degenen die vrede raden, hebben blijdschap. ~ 1090 Spre 13:25 | der goddelozen zal gebrek hebben. ~  ~ 1091 Spre 14:13 | ook in het lachen smart hebben; en het laatste van die 1092 Spre 18:13 | geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en 1093 Spre 22:28 | die uw vaderen gemaakt hebben. ~ 1094 Spre 24:20 | kwade zal geen beloning hebben, de lamp der goddelozen 1095 Spre 25:1 | van Juda, uitgeschreven hebben. ~ 1096 Spre 25:7 | prinsen, dien uw ogen gezien hebben. ~ 1097 Spre 25:8 | naaste u zou mogen beschaamd hebben. ~ 1098 Spre 27:27 | genoegzaamheid van geitenmelk hebben tot uw spijze, tot spijze 1099 Spre 28:27 | armen geeft, zal geen gebrek hebben; maar die zijn ogen verbergt, 1100 Spre 30:27 | 27      De sprinkhanen hebben geen koning; nochtans gaan 1101 Spre 31:29 | Resch. Vele dochteren hebben deugdelijke gehandeld; maar 1102 Pred 3:8 | Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; 1103 Pred 3:19 | sterft deze, en zij allen hebben enerlei      adem, en de 1104 Pred 4:8 | en doe mijn ziel gebrek hebben van het goede? Dit is ook 1105 Pred 4:9 | beter dan een; want zij hebben een goede beloning van hun 1106 Pred 4:11 | twee te zamen liggen, zo hebben zij warmte; maar hoe zou 1107 Pred 5:3 | gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te 1108 Pred 5:3 | zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het. ~ 1109 Pred 5:10 | het eten; wat nuttigheid hebben dan de bezitters daarvan, 1110 Pred 7:11 | die de zon aanschouwen, hebben voordeel daarvan. ~ 1111 Pred 7:29 | gemaakt heeft, maar zij hebben veel vonden gezocht.   ~ 1112 Pred 9:5 | doden weten niet met al; zij hebben ook geen loon meer, maar 1113 Pred 9:6 | nijdigheid vergaan; en zij hebben geen deel meer in deze eeuw 1114 Hoo 1:3 | uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief. ~ 1115 Hoo 1:4 | dan den wijn; de oprechten hebben U lief. ~ 1116 Hoo 1:6 | tegen mij ontstoken, zij hebben mij gezet tot een hoederin 1117 Hoo 2:15 | verderven, want onze wijngaarden hebben jonge druifjes. ~ 1118 Hoo 8:8 | 8      Wij hebben een kleine zuster, die nog 1119 Jes 1:2 | gemaakt en verhoogd; maar zij hebben tegen Mij overtreden. ~ 1120 Jes 1:4 | verdervende kinderen! Zij hebben den HEERE verlaten, zij 1121 Jes 1:4 | den HEERE verlaten, zij hebben den Heilige Israels      1122 Jes 1:4 | Israels      gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende 1123 Jes 2:8 | hetgeen hun vingeren gemaakt hebben. ~ 1124 Jes 4:4 | de Heere zal afgewassen hebben den drek der dochteren van 1125 Jes 4:4 | Jeruzalem zal verdreven hebben uit derzelver midden, door 1126 Jes 5:25 | geslagen, zodat de bergen hebben gebeefd, en hun      dode 1127 Jes 6:5 | lippen is; want mijn ogen hebben den      Koning, den HEERE 1128 Jes 7:21 | in het leven zal behouden hebben, en twee schapen; ~ 1129 Jes 8:20 | zij geen dageraad zullen hebben. ~ 1130 Jes 9:17 | wouds, die zich verheven hebben als de verheffing des      1131 Jes 10:7 | maar hij zal in zijn hart hebben te verdelgen, en uit te 1132 Jes 10:12 | HEERE een einde zal gemaakt hebben van al Zijn werk op den 1133 Jes 13:17 | goud zullen zij geen lust hebben. ~ 1134 Jes 14:32 | volks een toevlucht daarin hebben zouden. ~  ~ 1135 Jes 15:3 | 3   Op hun wijken hebben zij zakken aangegord; op 1136 Jes 15:7 | overvloed, dien zij vergaderd hebben, en hetgeen zij weggelegd 1137 Jes 15:7 | en hetgeen zij weggelegd hebben, aan de beek der wilgen 1138 Jes 16:6 | 6      Wij hebben gehoord de hovaardij van 1139 Jes 16:8 | Sibma, de heren der heidenen hebben zijn uitgelezen planten 1140 Jes 17:8 | hetgeen zijn vingeren gemaakt hebben, zal hij niet aanzien, noch 1141 Jes 17:9 | tak, welke zij verlaten hebben, om der kinderen Israels 1142 Jes 17:11 | als gij ze zult geplant hebben, zult gij die doen wassen, 1143 Jes 19:14 | het midden van hen, en zij hebben Egypte doen dwalen in al 1144 Jes 19:19 | zal de HEERE een altaar hebben in het midden van Egypteland, 1145 Jes 21:3 | grote krankheid, bange weeen hebben mij aangegrepen, gelijk 1146 Jes 23:12 | zult gij aldaar geen rust hebben. ~ 1147 Jes 23:18 | en dat zij durig deksel hebben. ~  ~ 1148 Jes 25:9 | Ziet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal 1149 Jes 25:9 | maken. Deze is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen 1150 Jes 26:1 | in het land van Juda; Wij hebben een sterke stad, God stelt 1151 Jes 26:8 | 8      Wij hebben ook in den weg Uwer gerichten, 1152 Jes 26:13 | andere heren, behalve Gij, hebben over ons geheerst; doch 1153 Jes 26:16 | HEERE! in benauwdheid hebben zij U bezocht; zij hebben 1154 Jes 26:16 | hebben zij U bezocht; zij hebben hun stil gebed uitgestort, 1155 Jes 26:18 | hadden de smarten, maar wij hebben niet dan wind gebaard; wij 1156 Jes 28:12 | de verkwikking; doch zij hebben niet willen horen. ~ 1157 Jes 28:15 | Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood 1158 Jes 28:15 | dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag 1159 Jes 28:15 | ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht 1160 Jes 28:15 | gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen. ~ 1161 Jes 29:19 | zullen vreugde op vreugde hebben in den HEERE; en de behoeftigen 1162 Jes 29:20 | Wanneer de tiran een einde zal hebben, en dat het met den bespotter 1163 Jes 30:32 | welken de HEERE dien zal hebben doen rusten), daar zal men 1164 Jes 33:1 | verwoesten zult volbracht hebben,      zult gij verwoest 1165 Jes 33:1 | trouweloos handelen zult voleind hebben, zal men trouwelooslijk 1166 Jes 33:2 | HEERE, wees ons genadig, wij hebben op U gewacht; wees hun arm 1167 Jes 33:24 | vergeving van ongerechtigheid hebben. ~  ~  ~  ~ ~ 1168 Jes 35:7 | draken, waar zij gelegen hebben, zal gras met riet en biezen      1169 Jes 36:18 | De HEERE zal ons redden; hebben de goden der volken, een 1170 Jes 36:19 | de goden van Sefarvaim? Hebben zij ook Samaria van mijn 1171 Jes 36:20 | land uit mijn hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem 1172 Jes 37:6 | van      Assyrie gelasterd hebben. ~ 1173 Jes 37:11 | Assyrie aan alle landen gedaan hebben, die verbannende; en zoudt 1174 Jes 37:12 | 12      Hebben de goden der volken die 1175 Jes 37:12 | die mijn vaders verdorven hebben, dezelven gered, als Gozan, 1176 Jes 37:18 | 18      Waarlijk, HEERE! hebben de koningen van Assyrie 1177 Jes 37:19 | 19      En hebben hun goden in het vuur geworpen; 1178 Jes 37:19 | mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven. ~ 1179 Jes 38:12 | Gij mij ten einde gebracht hebben. ~ 1180 Jes 38:13 | Gij mij ten einde gebracht hebben. ~ 1181 Jes 39:3 | Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van 1182 Jes 39:4 | 4   En hij zeide: Wat hebben zij gezien in uw huis? En 1183 Jes 39:4 | huis? En Hizkia zeide: Zij hebben alles gezien, wat in mijn 1184 Jes 39:6 | en wat uw vaders opgelegd hebben tot een schat tot op dezen 1185 Jes 42:4 | Hij het recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden 1186 Jes 42:16 | weg, dien zij niet geweten hebben, Ik zal ze doen treden door 1187 Jes 42:16 | paden, die zij niet geweten hebben; Ik zal de duisternis voor 1188 Jes 42:24 | tegen Wien wij gezondigd hebben? Want zij wilden niet wandelen 1189 Jes 43:8 | heeft, en de doven, die oren hebben. ~ 1190 Jes 43:27 | gezondigd, en uw uitleggers hebben tegen Mij overtreden. ~ 1191 Jes 45:11 | deszelfs Formeerder: Zij hebben Mij van toekomende dingen 1192 Jes 45:12 | Ik ben het! Mijn handen hebben de hemelen uitgebreid, en 1193 Jes 46:2 | nedergebogen, zij zijn gekromd, zij hebben den last niet kunnen redden, 1194 Jes 48:22 | Maar de goddelozen hebben geen vrede, zegt de HEERE. ~  ~ 1195 Jes 51:23 | hem dien, die u bedroefd hebben, in de hand zetten, die 1196 Jes 52:14 | velen zich over u ontzet hebben, alzo verdorven was Zijn 1197 Jes 52:15 | welken het niet      gehoord hebben, die zullen het verstaan. ~  ~  ~  ~ ~ 1198 Jes 53:2 | dat wij Hem zouden begeerd hebben. 1199 Jes 53:3 | was      veracht, en wij hebben Hem niet geacht. ~ 1200 Jes 53:10 | schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij 1201 Jes 57:6 | Naam des HEEREN lief te hebben, om Hem tot knechten te 1202 Jes 57:10 | slaperig, zij liggen neder, zij hebben het sluimeren lief. ~ 1203 Jes 58:21 | goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede. ~  ~ 1204 Jes 59:2 | dagelijks zoeken, en een lust hebben aan de kennis Mijner wegen, 1205 Jes 59:2 | rechten der gerechtigheid; zij hebben een lust tot God te naderen; ~ 1206 Jes 60:10 | en, gelijk die geen ogen hebben, tasten wij; wij stoten 1207 Jes 61:14 | dergenen, die u onderdrukt hebben, en allen, die u gelasterd 1208 Jes 61:14 | en allen, die u gelasterd hebben zullen zich nederbuigen 1209 Jes 62:7 | zij zullen eeuwige vreugde hebben. ~ 1210 Jes 64:10 | wederspannig geworden, en zij hebben Zijn Heiligen Geest smarten 1211 Jes 64:18 | bezeten; onze wederpartijders hebben Uw heiligdom vertreden. ~ 1212 Jes 65:5 | verbolgen, omdat wij gezondigd hebben; in dezelve is de      eeuwigheid, 1213 Jes 66:7 | zegt de HEERE, die gerookt hebben op de bergen, en Mij smaadheid 1214 Jes 66:7 | Mij smaadheid aangedaan hebben op de heuvelen;      daarom 1215 Jes 67:19 | Mijn heerlijkheid gezien hebben; en zij zullen Mijn heerlijkheid 1216 Jes 67:24 | die tegen Mij overtreden hebben; want hun worm zal niet 1217 Jer 1:16 | boosheid; dat zij Mij verlaten hebben, en anderen goden gerookt, 1218 Jer 1:16 | gerookt, en zich gebogen hebben voor de werken hunner      1219 Jer 2:5 | HEERE: Wat voor onrecht hebben uw vaders aan Mij gevonden, 1220 Jer 2:5 | van Mij geweken zijn, en hebben de ijdelheid nagewandeld, 1221 Jer 2:13 | Springader des levenden waters, hebben zij verlaten, om zichzelven 1222 Jer 2:15 | 15      De jonge leeuwen hebben over hem gebruld, zij hebben 1223 Jer 2:15 | hebben over hem gebruld, zij hebben hun stem verheven; en zij 1224 Jer 2:15 | hun stem verheven; en zij hebben zijn land gezet in verwoesting; 1225 Jer 2:16 | 16      Ook hebben u de kinderen van Nof en 1226 Jer 2:30 | uw kinderen geslagen; zij hebben de tucht niet aangenomen; 1227 Jer 3:21 | HEERE, hun God, vergeten hebben. ~ 1228 Jer 3:25 | schande overdekt ons, want wij hebben tegen den HEERE, onzen God, 1229 Jer 4:10 | zeggende: Gijlieden zult vrede hebben; daar het zwaard tot aan 1230 Jer 4:18 | Uw weg en uw handelingen hebben u deze dingen gedaan; dit 1231 Jer 5:3 | hebt hen geslagen, maar zij hebben geen pijn gevoeld; Gij hebt 1232 Jer 5:3 | hebt hen verteerd, maar zij hebben geweigerd de tucht aan te      1233 Jer 5:3 | tucht aan te      nemen; zij hebben hun aangezichten harder 1234 Jer 5:3 | gemaakt dan een steenrots, zij hebben geweigerd zich te bekeren. ~ 1235 Jer 5:11 | Israel en het huis van Juda hebben gans trouwelooslijk tegen 1236 Jer 5:21 | harteloos volk! die ogen hebben, maar zien niet, die oren 1237 Jer 5:21 | maar zien niet, die oren hebben, maar horen niet. ~ 1238 Jer 6:10 | is hun tot een smaad, zij hebben      geen lust daartoe. ~ 1239 Jer 6:15 | omdat zij gruwel bedreven hebben? Ja, zij schamen zich in 1240 Jer 6:24 | 24      Wij hebben zijn gerucht gehoord, onze 1241 Jer 7:24 | 24      Doch zij hebben niet gehoord, noch hun oor 1242 Jer 7:26 | 26      Doch zij hebben naar Mij niet gehoord, noch 1243 Jer 7:26 | hun oor geneigd; maar zij hebben hun nek verhard, zij hebben 1244 Jer 7:26 | hebben hun nek verhard, zij hebben het erger gemaakt dan hun 1245 Jer 7:30 | Want de kinderen van Juda hebben gedaan, dat kwaad is in 1246 Jer 7:30 | ogen, spreekt de HEERE; zij hebben hun verfoeiselen gesteld 1247 Jer 7:31 | 31      En zij hebben gebouwd de hoogten van Tofeth, 1248 Jer 8:2 | en die zij gezocht      hebben, en voor dewelke zij zich 1249 Jer 8:2 | dewelke zij zich nedergebogen hebben; zij zullen niet verzameld 1250 Jer 8:3 | hen      henengedreven zal hebben, spreekt de HEERE der heirscharen. ~ 1251 Jer 8:9 | verschrikt en gevangen; ziet, zij hebben des HEEREN woord verworpen, 1252 Jer 8:9 | wijsheid zouden zij dan hebben? ~ 1253 Jer 8:12 | omdat zij gruwel bedreven hebben? Ja, zij schamen zich in 1254 Jer 8:14 | tegen den HEERE gezondigd hebben. ~ 1255 Jer 8:19 | koning niet bij haar? Waarom hebben zij Mij vertoornd met      1256 Jer 9:13 | aangezicht gegeven had, verlaten hebben, en naar Mijn stem niet 1257 Jer 9:13 | noch daarnaar gewandeld hebben; ~ 1258 Jer 9:14 | 14      Maar hebben gewandeld naar het goeddunken 1259 Jer 9:16 | heidenen, die zij niet gekend hebben, zij noch hun vaders; en 1260 Jer 9:16 | totdat Ik hen verteerd zal hebben. ~ 1261 Jer 9:19 | beschaamd, omdat wij het land hebben verlaten, omdat zij onze 1262 Jer 9:19 | omdat zij onze woningen hebben      omgeworpen. ~ 1263 Jer 9:25 | degenen, die de voorhuid hebben; ~ 1264 Jer 9:26 | want al de      heidenen hebben de voorhuid, maar het ganse 1265 Jer 10:11 | en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde, 1266 Jer 10:21 | onvernuftig geworden, en hebben den HEERE niet gezocht; 1267 Jer 10:21 | HEERE niet gezocht; daarom hebben zij niet verstandiglijk 1268 Jer 10:25 | niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij 1269 Jer 10:25 | Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem      opgegeten, en hem 1270 Jer 11:8 | 8      Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor 1271 Jer 11:8 | noch hun oor geneigd, maar hebben gewandeld, een iegelijk 1272 Jer 11:8 | doen, maar zij niet gedaan hebben. ~ 1273 Jer 11:10 | die Mijn woorden geweigerd hebben te horen; en zij hebben 1274 Jer 11:10 | hebben te horen; en zij hebben andere goden nagewandeld, 1275 Jer 11:10 | Israels en het huis van Juda hebben Mijn verbond gebroken, dat 1276 Jer 11:12 | goden, dien zij gerookt hebben; maar zij zullen hen gans 1277 Jer 11:23 | zullen geen overblijfsel hebben; want Ik zal een kwaad brengen 1278 Jer 12:1 | voorspoedig, waarom      hebben zij rust, allen, die trouwelooslijk 1279 Jer 12:10 | 10      Veel herders hebben Mijn wijngaard verdorven, 1280 Jer 12:10 | wijngaard verdorven, zij hebben Mijn akker vertreden; zij 1281 Jer 12:10 | Mijn akker vertreden; zij hebben Mijn gewensten akker gesteld 1282 Jer 12:13 | 13      Zij hebben tarwe gezaaid, maar doornen 1283 Jer 12:13 | maar doornen gemaaid; zij hebben zich gepijnigd, maar niet 1284 Jer 12:15 | nadat Ik hen zal uitgerukt hebben, zo zal Ik wederkeren, en 1285 Jer 12:16 | als zij Mijn volk geleerd hebben te      zweren bij Baal, 1286 Jer 13:11 | tot heerlijkheid; maar zij hebben niet gehoord. ~ 1287 Jer 13:22 | zomen ontdekt, en uw hielen hebben geweld      geleden. ~ 1288 Jer 14:7 | afkeringen zijn menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd. ~ 1289 Jer 14:10 | HEERE van dit volk: Zij hebben zo liefgehad te zwerven, 1290 Jer 14:10 | liefgehad te zwerven, zij hebben hun voeten niet bedwongen; 1291 Jer 14:12 | aan hen geen welgevallen hebben; maar door het zwaard, en 1292 Jer 14:13 | en gij zult geen honger hebben; maar Ik zal u een gewissen 1293 Jer 14:20 | ongerechtigheid, want wij hebben tegen U gezondigd. ~ 1294 Jer 15:5 | wie zou medelijden met u hebben, of wie zou aftreden, om 1295 Jer 15:10 | niet op woeker gegeven, ook hebben zij mij niet op      woeker 1296 Jer 16:2 | geen zonen noch dochteren hebben in deze plaats. ~ 1297 Jer 16:10 | HEERE, onzen God, gezondigd hebben? ~ 1298 Jer 16:11 | Omdat uw vaders Mij verlaten hebben, spreekt de HEERE, en hebben 1299 Jer 16:11 | hebben, spreekt de HEERE, en hebben andere goden nagewandeld, 1300 Jer 16:11 | en Mijn wet niet gehouden hebben; ~ 1301 Jer 16:18 | zij Mijn land ontheiligd hebben; zij hebben Mijn erfenis 1302 Jer 16:18 | land ontheiligd hebben; zij hebben Mijn erfenis met de dode 1303 Jer 16:19 | en zeggen: Immers      hebben onze vaders leugen erfelijk 1304 Jer 17:23 | 23      Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor 1305 Jer 17:23 | hun oor geneigd; maar zij hebben hun nek verhard, om niet 1306 Jer 18:8 | bekeert, zo zal Ik berouw hebben over het kwaad, dat Ik hetzelve 1307 Jer 18:10 | hoort, zo zal Ik berouw hebben over het goede, met hetwelk 1308 Jer 18:15 | der ijdelheid; want zij hebben hen doen aanstoten op hun 1309 Jer 18:20 | vergolden worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; 1310 Jer 18:22 | dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te vangen, en strikken      1311 Jer 19:4 | andere goden daarin gerookt hebben die zij niet gekend hebben, 1312 Jer 19:4 | hebben die zij niet gekend hebben, zij, noch hun vaderen, 1313 Jer 19:4 | koningen van Juda; en      hebben deze plaats vervuld met 1314 Jer 19:5 | 5      Want zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, 1315 Jer 19:13 | goden drankofferen geofferd hebben. ~ 1316 Jer 19:15 | zij hun nek      verhard hebben, om Mijn woorden niet te 1317 Jer 20:11 | verstandiglijk gehandeld hebben; het zal een eeuwige schande 1318 Jer 22:9 | verbond des HEEREN, huns Gods, hebben verlaten, en hebben zich 1319 Jer 22:9 | Gods, hebben verlaten, en hebben zich voor andere goden nedergebogen, 1320 Jer 22:12 | waarhenen zij hem gevankelijk hebben weggevoerd, zal hij sterven, 1321 Jer 23:17 | gesproken, gijlieden zult vrede hebben; en tot al wie naar zijns 1322 Jer 23:20 | afwenden, totdat Hij zal hebben gedaan, en totdat Hij zal 1323 Jer 23:20 | gedaan, en totdat Hij zal hebben daargesteld de gedachten 1324 Jer 23:21 | niet gezonden, nochtans hebben zij gelopen; Ik heb tot 1325 Jer 23:21 | niet gesproken, nochtans hebben zij geprofeteerd. ~ 1326 Jer 23:22 | zij Mijn volk Mijn woorden hebben doen horen, en zouden hen 1327 Jer 23:22 | en zouden hen afgekeerd hebben van hun bozen weg, en van 1328 Jer 23:27 | vaders Mijn Naam vergeten hebben door      Baal. ~ 1329 Jer 24:9 | waarhenen Ik hen gedreven zal hebben; ~ 1330 Jer 26:3 | bozen weg; zo zou Ik berouw hebben over het kwaad, dat Ik hun 1331 Jer 26:19 | 19      Hebben ook Hizkia, de koning van 1332 Jer 27:8 | totdat Ik ze zal verteerd hebben door zijn hand. ~ 1333 Jer 28:8 | van ouds geweest zijn, die hebben tegen veel landen en tegen 1334 Jer 28:9 | profeet, die geprofeteerd zal hebben van vrede, als het woord 1335 Jer 29:7 | haar vrede zult gij vrede hebben. ~ 1336 Jer 29:18 | Ik ze henengedreven zal hebben; ~ 1337 Jer 29:19 | Mijn woorden niet gehoord hebben, spreekt de HEERE, als Ik 1338 Jer 29:32 | zijn zaad; hij zal niemand hebben, die in het midden dezes 1339 Jer 30:14 | 14      Al uw liefhebbers hebben u vergeten, zij vragen niet 1340 Jer 30:24 | totdat Hij daargesteld zal hebben de gedachten Zijns harten; 1341 Jer 31:29 | niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, 1342 Jer 31:32 | Mijn verbond zij vernietigd hebben,      hoewel Ik hen getrouwd 1343 Jer 31:37 | om alles, wat zij gedaan hebben, spreekt de HEERE. ~ 1344 Jer 32:5 | zult toch geen geluk      hebben.) ~ 1345 Jer 32:23 | zijn er ook ingekomen en hebben het erfelijk bezeten, maar 1346 Jer 32:23 | het erfelijk bezeten, maar hebben Uwer stem niet gehoorzaamd, 1347 Jer 32:23 | wet niet gewandeld; zij hebben niets gedaan van alles, 1348 Jer 32:29 | goden drankofferen geofferd hebben, om Mij te vertoornen. ~ 1349 Jer 32:30 | en de kinderen van Juda hebben van hun jeugd aan alleenlijk 1350 Jer 32:30 | want de kinderen Israels hebben Mij door het werk      hunner 1351 Jer 32:31 | af, dat zij haar gebouwd hebben, tot op dezen dag toe; opdat 1352 Jer 32:32 | van Juda, die zij gedaan hebben om Mij te vertoornen, zij, 1353 Jer 32:33 | 33      Die Mij den nek hebben toegekeerd en niet het aangezicht; 1354 Jer 32:34 | 34      Maar zij hebben hun verfoeiselen gesteld 1355 Jer 32:35 | 35      En zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, 1356 Jer 32:37 | waarhenen Ik hen zal verdreven hebben in Mijn toorn, en in Mijn 1357 Jer 33:8 | zij tegen Mij gezondigd hebben; en Ik zal vergeven al hun 1358 Jer 33:8 | zij tegen Mij overtreden hebben. ~ 1359 Jer 34:18 | overgeven, die Mijn verbond hebben overtreden, die niet bevestigd 1360 Jer 34:18 | overtreden, die niet bevestigd hebben de woorden des verbonds, 1361 Jer 35:7 | wijngaard planten, noch hebben; maar gij zult in tenten 1362 Jer 35:8 | 8      Zo hebben wij der stemme van Jonadab, 1363 Jer 35:9 | bouwen tot onze woning; ook hebben wij geen wijngaard, noch 1364 Jer 35:10 | 10      En wij hebben in tenten gewoond; alzo 1365 Jer 35:10 | in tenten gewoond; alzo hebben wij gehoord en gedaan naar 1366 Jer 35:14 | zijn bevestigd; want zij hebben geen wijn gedronken tot 1367 Jer 35:16 | geboden heeft, bevestigd hebben, maar dit volk naar Mij 1368 Jer 35:17 | heb, maar zij niet gehoord hebben, en Ik tot hen geroepen 1369 Jer 35:17 | geroepen heb, maar zij niet hebben geantwoord. ~ 1370 Jer 36:30 | koning van Juda: Hij zal geen hebben, die op Davids troon zitte; 1371 Jer 36:31 | gesproken heb; maar zij hebben niet gehoord. ~ 1372 Jer 37:19 | profeten, die u geprofeteerd hebben, zeggende: De koning van 1373 Jer 38:2 | zijn ziel      tot een buit hebben, en zal leven. ~ 1374 Jer 38:9 | heer koning! deze mannen hebben kwalijk gehandeld in alles, 1375 Jer 38:9 | in alles, wat zij gedaan hebben aan den profeet Jeremia, 1376 Jer 38:9 | zij in den kuil geworpen hebben; daar hij toch in zijn      1377 Jer 38:22 | zeggen: Uw      vredegenoten hebben u aangehitst, en hebben 1378 Jer 38:22 | hebben u aangehitst, en hebben u overmocht; uw voeten zijn 1379 Jer 39:18 | zult uw ziel tot een buit hebben, omdat gij op Mij vertrouwd 1380 Jer 41:8 | Dood ons niet, want wij hebben verborgen schatten in het 1381 Jer 42:17 | pestilentie; en zij zullen niemand hebben, die overblijve of ontkome 1382 Jer 44:3 | boosheid, die zij gedaan hebben, om Mij te tergen, gaande 1383 Jer 44:5 | 5      Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor 1384 Jer 44:9 | vrouwen,      die zij gedaan hebben in het land van Juda en 1385 Jer 44:10 | verbrijzeld van hart, en zij hebben niet gevreesd, noch gewandeld 1386 Jer 44:12 | hun aangezichten gesteld hebben, om in Egypteland te gaan, 1387 Jer 44:14 | vreemdelingen te verkeren, geen zal hebben, die ontkome, of overblijve; 1388 Jer 44:17 | offerende, gelijk als wij gedaan hebben, wij      en onze vaders, 1389 Jer 44:18 | toen af, dat wij opgehouden hebben aan Melecheth des hemels 1390 Jer 44:18 | drankofferen te offeren, hebben wij van alles gebrek gehad, 1391 Jer 44:25 | Aangaande u en uw vrouwen, zij hebben toch met uw mond gesproken, 1392 Jer 44:25 | geloften, die wij beloofd hebben, ganselijk houden, rokende 1393 Jer 44:25 | drankofferen offerende; nu, zij hebben uw      geloften volkomenlijk 1394 Jer 46:12 | 12      De volken hebben uw schande gehoord, en het 1395 Jer 46:12 | van uw gekrijt; want zij hebben zich gestoten, held tegen 1396 Jer 46:21 | gemeste kalveren; maar die hebben zich ook gewend, zij zijn 1397 Jer 46:21 | zijn te zamen gevlucht, zij hebben niet gestaan; want de dag 1398 Jer 46:23 | 23      Zij hebben haar woud afgehouwen, spreekt 1399 Jer 46:28 | waarhenen Ik u gedreven zal hebben, doch      met u zal Ik 1400 Jer 48:2 | Hesbon is er niet meer; zij hebben kwaad tegen haar gedacht, 1401 Jer 48:4 | verbroken; haar kleine kinderen hebben een gekrijt laten horen. ~ 1402 Jer 48:5 | den afgang van Horonaim hebben Moabs wederpartijders een 1403 Jer 48:29 | 29      Wij hebben Moabs hovaardij gehoord ( 1404 Jer 48:32 | zijn over zee gegaan, zij hebben gereikt tot aan Jaezers 1405 Jer 48:34 | Eleale toe, tot Jahaz toe, hebben zij hun stem verheven, van 1406 Jer 49:9 | zouden zij niet een nalezing hebben overgelaten? Zo er dieven 1407 Jer 49:9 | zouden zij niet verdorven hebben zoveel hun      genoeg ware? ~ 1408 Jer 49:23 | een boos gerucht gehoord hebben, zijn zij gesmolten; bij 1409 Jer 49:24 | als van een barende vrouw hebben haar      bevangen; ~ 1410 Jer 49:37 | totdat Ik hen verteerd zal hebben. ~ 1411 Jer 50:7 | Wij zullen geen schuld hebben; daarom dat zij gezondigd 1412 Jer 50:7 | daarom dat zij gezondigd hebben tegen den HEERE, in de woning 1413 Jer 50:17 | dat de leeuwen verjaagd hebben; de eerste, die hem heeft 1414 Jer 50:26 | laat ze geen overblijfsel hebben. ~ 1415 Jer 50:33 | die hen gevangen hadden, hebben hen vast      gehouden; 1416 Jer 50:33 | vast      gehouden; zij hebben hen geweigerd los te laten. ~ 1417 Jer 50:39 | geen verblijf meer      hebben in eeuwigheid, en zij zal 1418 Jer 51:7 | dronken maakte; de volken hebben van haar wijn gedronken, 1419 Jer 51:9 | 9      Wij hebben Babel gemeesterd, maar zij 1420 Jer 51:24 | boosheid, die zij gedaan hebben aan Sion, voor ulieder ogen, 1421 Jer 51:30 | 30      Babels helden hebben opgehouden te strijden, 1422 Jer 51:30 | tot wijven geworden; zij hebben hun woningen aangestoken, 1423 Jer 51:51 | beschaamd geworden, want wij hebben versmaadheid gehoord, schaamroodheid 1424 Jer 51:58 | ten vure zullen gearbeid hebben, dat zij mat worden. ~ 1425 Jer 51:63 | als gij geeindigd zult hebben dit boek te lezen, dan zult 1426 Klaa 1:2 | liefhebbers; al haar vrienden hebben trouwelooslijk met haar      1427 Klaa 1:8 | haar naaktheid gezien      hebben; zij zucht ook, en zij is 1428 Klaa 1:11 | zucht, brood zoekende, zij hebben hun gewenste dingen voor 1429 Klaa 1:19 | mijn liefhebbers, maar zij hebben mij bedrogen; mijn priesters 1430 Klaa 1:19 | priesters en mijn oudsten hebben in de stad den geest gegeven, 1431 Klaa 1:21 | den dag zult voortgebracht hebben,      dien Gij uitgeroepen 1432 Klaa 1:29 | vijands hand overgegeven; zij hebben in het huis des      HEEREN 1433 Klaa 1:32 | werpen stof op hun hoofd, zij hebben zakken aangegord; de jonge 1434 Klaa 1:36 | 14      Nun. Uw profeten hebben u ijdelheid en ongerijmdheid 1435 Klaa 1:36 | ongerijmdheid gezien, en zij hebben u uw ongerechtigheid niet 1436 Klaa 1:36 | gevangenis af te wenden, maar zij hebben voor u      gezien ijdele 1437 Klaa 1:38 | tanden, zij zeggen: Wij hebben haar verslonden; dit is 1438 Klaa 1:38 | de dag, dien wij verwacht hebben, wij      hebben hem gevonden, 1439 Klaa 1:38 | verwacht hebben, wij      hebben hem gevonden, wij hebben 1440 Klaa 1:38 | hebben hem gevonden, wij hebben hem gezien. ~ 1441 Klaa 1:66 | barmhartigheden geen einde hebben; ~ 1442 Klaa 1:86 | 42      Nun. Wij hebben overtreden, en wij zijn 1443 Klaa 1:90 | Pe. Al onze vijanden hebben hun mond tegen ons opgesperd. ~ 1444 Klaa 1:96 | vijanden zijn zonder oorzaak, hebben mij als een vogeltje dapperlijk 1445 Klaa 1:97 | 53      Tsade. Zij hebben mijn leven in een kuil uitgeroeid, 1446 Klaa 1:97 | kuil uitgeroeid, en zij hebben een steen op mij geworpen. ~ 1447 Klaa 1:120| der barmhartige vrouwen hebben haar kinderen gekookt; zij 1448 Klaa 1:122| zouden het niet geloofd hebben, noch al de inwoners der 1449 Klaa 1:123| rechtvaardigen vergoten hebben. ~ 1450 Klaa 1:126| voortaan niet meer aanzien; zij hebben het aangezicht der priesteren 1451 Klaa 1:126| priesteren niet geeerd, zij hebben den ouden geen genade      1452 Klaa 1:128| 18      Tsade. Zij hebben onze gangen nagespeurd, 1453 Klaa 1:129| arenden des hemels; zij hebben ons op de bergen hittiglijk 1454 Klaa 1:129| vervolgd, in de woestijn hebben zij ons lagen gelegd. ~ 1455 Klaa 2:6 | 6      Wij hebben den Egyptenaar de hand gegeven, 1456 Klaa 2:7 | 7      Onze vaders hebben gezondigd, en zijn niet 1457 Klaa 2:11 | 11      Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht, 1458 Klaa 2:13 | 13      Zij hebben de jongelingen weggenomen, 1459 Klaa 2:16 | onzer, dat wij zo gezondigd hebben! ~ 1460 Eze 2:3 | die tegen Mij gerebelleerd hebben; zij en hun vaderen hebben 1461 Eze 2:3 | hebben; zij en hun vaderen hebben overtreden tegen Mij      1462 Eze 3:6 | gezonden had, naar u gehoord hebben? ~ 1463 Eze 4:17 | broods en des waters gebrek hebben, en de een met den ander 1464 Eze 5:6 | rondom haar zijn; want zij hebben Mijn rechten      verworpen, 1465 Eze 5:6 | en in Mijn inzettingen hebben zij niet gewandeld. ~ 1466 Eze 5:13 | tegen hen volbracht zal hebben. ~ 1467 Eze 6:8 | laten, als gij enigen zult hebben, die het zwaard ontkomen 1468 Eze 6:9 | een walging aan zichzelven hebben over de boosheden, die zij 1469 Eze 6:9 | in al hun gruwelen gedaan hebben. ~ 1470 Eze 7:14 | 14      Zij hebben met de trompet getrompet, 1471 Eze 7:14 | de trompet getrompet, en hebben alles bereid, maar niemand 1472 Eze 7:20 | overtreffelijkheid gezet; maar zij hebben daarin beelden hunner gruwelen 1473 Eze 8:17 | met geweld      vervuld hebben, zo keren zij zich, om Mij 1474 Eze 11:15 | inwoners van Jeruzalem gezegd hebben:      Maakt u verre af van 1475 Eze 12:2 | wederspannig huis, dewelke ogen hebben om te zien, en niet zien, 1476 Eze 12:2 | zien, en niet zien, oren hebben om te horen, en niet horen, 1477 Eze 13:3 | hetgeen zij niet gezien hebben! ~ 1478 Eze 14:3 | Mensenkind, deze mannen hebben hun drekgoden in hun hart 1479 Eze 14:3 | in hun hart opgezet, en hebben den aanstoot hunner ongerechtigheid 1480 Eze 14:9 | zijn, en iets gesproken zal hebben, Ik, de HEERE, heb dienzelven 1481 Eze 14:13 | tegen Mij gezondigd zal hebben, zwaarlijk overtredende, 1482 Eze 14:21 | pestilentie gezonden zal hebben tegen      Jeruzalem, om 1483 Eze 14:22 | over Jeruzalem gebracht zal hebben, ja, al wat Ik zal gebracht 1484 Eze 14:22 | al wat Ik zal gebracht hebben over haar. ~ 1485 Eze 15:7 | tegen   hen gesteld zal hebben. ~ 1486 Eze 15:8 | zij zwaarlijk overtreden hebben, spreekt de Heere HEERE. ~  ~ 1487 Eze 16:45 | zusteren, die de walg gehad hebben van haar mannen en van      1488 Eze 18:2 | Israels, zeggende: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, 1489 Eze 18:23 | Zou Ik enigzins lust hebben aan den dood des goddelozen, 1490 Eze 20:27 | Heere HEERE: Hiermede nog hebben Mij uw vaderen gesmaad, 1491 Eze 20:27 | tegen Mij      overtreden hebben. ~ 1492 Eze 20:42 | landschap Israels gebracht zal hebben, in het land, waarover Ik 1493 Eze 20:43 | van u zelven een walging hebben over al uw boosheden, die      1494 Eze 20:44 | als Ik met u gedaan zal hebben, om Mijns Naams wil, niet 1495 Eze 22:7 | 7      Vader en moeder hebben zij in u licht geacht; met 1496 Eze 22:7 | geacht; met den vreemdeling hebben zij in het midden van u 1497 Eze 22:7 | verdrukking gehandeld; zij hebben in u den wees en de weduwe      1498 Eze 22:9 | bloed te vergieten, en in u hebben zij op de bergen gegeten, 1499 Eze 22:9 | op de bergen gegeten, zij hebben schandelijkheid in het midden 1500 Eze 22:10 | onrein was door afzondering, hebben zij in u verkracht. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2440

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License