1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2440
Book Chapter: Verse
1501 Eze 22:12 | 12 Zij hebben geschenken in u genomen,
1502 Eze 23:37 | 37 Want zij hebben overspel gedaan, en er is
1503 Eze 23:37 | bloed in haar handen; en zij hebben met haar drekgoden overspel
1504 Eze 23:37 | overspel gedaan; daartoe hebben zij ook haar kinderen, die
1505 Eze 23:38 | 38 Nog hebben zij Mij dit gedaan; zij
1506 Eze 23:38 | zij Mij dit gedaan; zij hebben Mijn heiligdom ten zelven
1507 Eze 23:39 | ontheiligen; en ziet, alzo hebben zij gedaan in het midden
1508 Eze 23:40 | er ook, dat zij gezonden hebben tot mannen, die van verre
1509 Eze 24:13 | grimmigheid op u zal hebben doen rusten. ~
1510 Eze 24:14 | niet verschonen noch berouw hebben; naar uw wegen en naar uw
1511 Eze 25:12 | zich zeer schuldig gemaakt hebben, dat zij zich aan hen
1512 Eze 25:12 | zich aan hen gewroken hebben: ~
1513 Eze 25:15 | Filistijnen door wraak gehandeld hebben, en van harte wraak geoefend
1514 Eze 25:15 | van harte wraak geoefend hebben door plundering, om te vernielen
1515 Eze 25:17 | wraak aan hen gedaan zal hebben. ~ ~ ~ ~ ~
1516 Eze 27:4 | hart der zeeen; uw bouwers hebben uw schoonheid volkomen gemaakt. ~
1517 Eze 27:5 | 5 Zij hebben al uw denningen uit dennebomen
1518 Eze 27:5 | dennebomen van Senir gebouwd; zij hebben cederen van den Libanon
1519 Eze 27:6 | 6 Zij hebben uw riemen uit eiken van
1520 Eze 27:6 | Basan gemaakt; uw berderen hebben zij gemaakt uw welbetreden
1521 Eze 27:26 | 26 Die u roeien, hebben u in grote wateren gevoerd;
1522 Eze 28:3 | zijt wijzer dan Daniel; zij hebben niets toegeslotens voor
1523 Eze 28:16 | veelheid uws koophandels hebben zij het midden van u met
1524 Eze 28:22 | gerichten in haar zal hebben geoefend, en in haar geheiligd
1525 Eze 28:24 | noch wee doende distel meer hebben, van allen, die rondom hen
1526 Eze 28:25 | huis Israels zal vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke
1527 Eze 28:26 | wonen; als Ik gerichten zal hebben geoefend tegen allen, die
1528 Eze 28:26 | die henlieden beroofd hebben, van degenen, die rondom
1529 Eze 29:20 | omdat zij voor Mij gewrocht hebben, spreekt de Heere HEERE. ~
1530 Eze 30:8 | Ik een vuur in Egypte zal hebben gelegd, en al haar helpers
1531 Eze 30:16 | Sin zal zeer grote pijn hebben, en No zal gespleten worden,
1532 Eze 30:25 | konings van Babel zal hebben gegeven, en hij datzelve
1533 Eze 30:25 | datzelve over Egypteland zal hebben uitgestrekt. ~
1534 Eze 32:15 | Als Ik Egypteland zal hebben gesteld tot een verwoesting,
1535 Eze 32:15 | geworden, als Ik geslagen zal hebben allen, die daarin wonen;
1536 Eze 32:25 | het midden der verslagenen hebben zij haar een legerstede
1537 Eze 32:26 | omdat zij hun schrik gegeven hebben in het land der levenden. ~
1538 Eze 33:29 | en een schrik zal gesteld hebben, om al hun gruwelen, die
1539 Eze 33:29 | gruwelen, die zij gedaan hebben. ~
1540 Eze 34:27 | disselbomen huns juks zal hebben verbroken, en hen gerukt
1541 Eze 35:11 | wanneer Ik u zal gericht hebben. ~
1542 Eze 36:5 | zichzelven ten erve gegeven hebben met blijdschap des gansen
1543 Eze 36:31 | zult een walging van u zelf hebben over uw ongerechtigheden
1544 Eze 37:13 | ben, als Ik uw graven zal hebben geopend, en als Ik u uit
1545 Eze 37:13 | als Ik u uit uw graven zal hebben doen opkomen, o Mijn volk! ~
1546 Eze 37:20 | dewelke gij zult geschreven hebben, zullen in uw hand zijn
1547 Eze 37:22 | enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer
1548 Eze 37:23 | dewelke zij gezondigd hebben, en zal ze reinigen; zo
1549 Eze 37:24 | allen te zamen een Herder hebben; en zij zullen in Mijn rechten
1550 Eze 37:25 | waarin uw vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen zij wonen,
1551 Eze 38:11 | en grendel noch deuren hebben. ~
1552 Eze 38:17 | dagen geprofeteerd hebben, jaren lang, dat Ik u tegen
1553 Eze 39:15 | doodgravers hetzelve zullen hebben begraven in het dal van
1554 Eze 39:26 | schande zullen gedragen hebben, en al hun overtreding,
1555 Eze 39:26 | met dewelke zij tegen Mij hebben overtreden, toen zij in
1556 Eze 39:27 | 27 Als Ik hen zal hebben wedergebracht uit de volken,
1557 Eze 39:27 | volken, en hen vergaderd zal hebben uit de landen hunner vijanden,
1558 Eze 39:29 | over het huis Israels zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere
1559 Eze 42:14 | dewelke zij gediend hebben, want die zijn een heiligheid;
1560 Eze 43:11 | vanwege alles, wat zij gedaan hebben, zo maak hun bekend den
1561 Eze 43:22 | gelijk als zij dat ontzondigd hebben met den var. ~
1562 Eze 43:23 | gij een einde zult gemaakt hebben van het ontzondigen, dan
1563 Eze 43:27 | deze dagen zullen voleind hebben, dan zal het op den achtsten
1564 Eze 43:27 | welgevallen aan ulieden hebben, spreekt de Heere HEERE. ~ ~
1565 Eze 44:12 | Omdat zij henlieden gediend hebben voor het aangezicht hunner
1566 Eze 44:13 | gruwelen, die zij gedaan hebben. ~
1567 Eze 44:15 | de wacht Mijns heiligdoms hebben waargenomen, als de kinderen
1568 Eze 44:19 | in dewelke zij gediend hebben, uittrekken, en dezelve
1569 Eze 45:2 | en het zal vijftig ellen hebben tot een buitenruim rondom. ~
1570 Eze 45:5 | des huizes, ook de lengte hebben van vijf en twintig duizend,
1571 Eze 45:7 | De vorst nu zal zijn deel hebben van deze en van gene zijde
1572 Eze 45:10 | rechte bath zult gijlieden hebben. ~
1573 Eze 46:12 | gelijk als hij zal gedaan hebben op den sabbatdag; en als
1574 Eze 46:16 | erfenis, dat zullen zijn zonen hebben; het zal hun bezitting zijn
1575 Eze 46:17 | zijn knechten, die zal dat hebben tot het vrijjaar toe; dan
1576 Eze 46:17 | erfenis, zijn zonen zullen het hebben. ~
1577 Eze 47:22 | van u zullen gewonnen hebben; en zij zullen ulieden zijn,
1578 Eze 48:1 | oosterhoek en westerhoek hebben), zal Dan een snoer hebben. ~
1579 Eze 48:1 | hebben), zal Dan een snoer hebben. ~
1580 Eze 48:11 | van Zadok, die Mijn wacht hebben waargenomen; die niet gedwaald
1581 Eze 48:11 | waargenomen; die niet gedwaald hebben, als de kinderen Israels
1582 Eze 48:11 | andere Levieten gedwaald hebben. ~
1583 Eze 48:13 | landpale der priesteren hebben de lengte van vijf en twintig
1584 Dan 2:21 | wetenschap dengenen, die verstand hebben; ~
1585 Dan 2:23 | wat wij van U verzocht hebben, want Gij hebt ons des
1586 Dan 3:12 | en Abed-nego; deze mannen hebben, o koning! op u geen acht
1587 Dan 3:16 | koning Nebukadnezar: Wij hebben niet nodig u op deze zaak
1588 Dan 3:22 | de oven zeer heet was, zo hebben de vonken des vuurs die
1589 Dan 3:24 | zeide tot zijn raadsheren: Hebben wij niet drie mannen in
1590 Dan 3:28 | die op Hem vertrouwd hebben, en des konings woord veranderd,
1591 Dan 3:28 | hun lichamen overgegeven hebben, opdat zij geen god eerden
1592 Dan 4:18 | koninkrijks mij de uitlegging niet hebben kunnen bekend maken;
1593 Dan 4:26 | zijn, nadat gij zult bekend hebben, dat de Hemel heerst. ~
1594 Dan 5:23 | vrouwen, en uw bijwijven hebben wijn uit dezelve gedronken,
1595 Dan 6:8 | raadsheren en landvoogden hebben zich beraadslaagd een koninklijke
1596 Dan 6:23 | zij mij niet beschadigd hebben, omdat voor Hem onschuld
1597 Dan 8:23 | hoogste gebracht zullen hebben, zo zal er een koning staan,
1598 Dan 8:24 | verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij
1599 Dan 9:5 | 5 Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht
1600 Dan 9:5 | Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk
1601 Dan 9:6 | 6 En wij hebben niet gehoord naar Uw dienstknechten,
1602 Dan 9:7 | zij tegen U overtreden hebben. ~
1603 Dan 9:8 | omdat wij tegen U gezondigd hebben. ~
1604 Dan 9:9 | wij tegen Hem gerebelleerd hebben. ~
1605 Dan 9:10 | 10 En wij hebben der stem des HEEREN, onzes
1606 Dan 9:11 | wij tegen Hem gezondigd hebben. ~
1607 Dan 9:15 | hij is te dezen dage; wij hebben gezondigd, wij zijn
1608 Dan 11:2 | zijn rijkdom zal versterkt hebben, zal hij ze allen verwekken
1609 Dan 11:6 | en die haar gebracht hebben, en die haar gegenereerd
1610 Dan 11:24 | zijner vaderen, niet gedaan hebben; roof, en buit, en goederen,
1611 Dan 11:27 | want het zal nog een einde hebben ter bestemder tijd. ~
1612 Dan 11:38 | zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren met goud,
1613 Dan 11:45 | komen, en zal geen helper hebben. ~ ~
1614 Dan 12:7 | en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des
1615 Hos 2:7 | zij tot den Baal gebruikt hebben. ~
1616 Hos 2:11 | mij mijn boelen gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen
1617 Hos 4:7 | meerder geworden zijn, alzo hebben zij tegen Mij gezondigd;
1618 Hos 4:10 | uitbreken in menigte; want zij hebben nagelaten den HEERE in acht
1619 Hos 5:7 | 7 Zij hebben trouwelooslijk gehandeld
1620 Hos 5:7 | tegen den HEERE; want zij hebben vreemde kinderen gewonnen;
1621 Hos 6:7 | 7 Maar zij hebben het verbond overtreden als
1622 Hos 6:7 | overtreden als Adam; daar hebben zij trouwelooslijk tegen
1623 Hos 7:13 | verstoring over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden! Ik
1624 Hos 8:1 | omdat zij Mijn verbond hebben overtreden, en zijn tegen
1625 Hos 8:4 | 4 Zij hebben koningen gemaakt, maar niet
1626 Hos 8:4 | maar niet uit Mij; zij hebben vorsten gesteld, maar Ik
1627 Hos 8:4 | van hun zilver en hun goud hebben zij voor zichzelven afgoden
1628 Hos 8:7 | 7 Want zij hebben wind gezaaid, en zullen
1629 Hos 8:7 | het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen
1630 Hos 8:9 | zichzelven is; die van Efraim hebben boelen om hoerenloon gehuurd. ~
1631 Hos 8:10 | boelen om hoerenloon gehuurd hebben, zo zal Ik die nu ook verzamelen;
1632 Hos 8:10 | ook verzamelen; ja, zij hebben al een weinig begonnen,
1633 Hos 9:9 | 9 Zij hebben zich zeer diep verdorven,
1634 Hos 10:1 | goedheid zijns lands, hebben zij de opgerichte beelden
1635 Hos 10:3 | nu zullen zij zeggen: Wij hebben geen koning; want wij hebben
1636 Hos 10:3 | hebben geen koning; want wij hebben den HEERE niet gevreesd;
1637 Hos 10:4 | 4 Zij hebben woorden gesproken, valselijk
1638 Hos 12:1 | 1 Die van Efraim hebben Mij omsingeld met leugen,
1639 Hos 13:2 | voortgevaren te zondigen, en hebben zich van hun zilver een
1640 Hos 13:6 | hun hart verheven; daarom hebben zij Mij vergeten. ~
1641 Hos 14:7 | olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon. ~
1642 Joe 1:18 | zijn bedwelmd, want zij hebben geen weide, ook zijn de
1643 Joe 2:14 | mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen
1644 Joe 3:2 | zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land
1645 Joe 3:3 | 3 En hebben het lot over Mijn volk geworpen
1646 Joe 3:15 | geworden, en de sterren hebben haar glans ingetrokken. ~
1647 Joe 3:19 | onschuldig bloed vergoten hebben. ~
1648 Amos 1:3 | Gilead met ijzeren dorswagens hebben gedorst. ~
1649 Amos 1:6 | zij Mijn volk gevankelijk hebben weggevoerd met een volkomen
1650 Amos 1:9 | een volkomen wegvoering hebben overgeleverd aan Edom, en
1651 Amos 1:13 | zwangere vrouwen van Gilead hebben opengesneden, om hun
1652 Amos 2:4 | inzettingen niet bewaard hebben; en hun leugenen hen
1653 Amos 2:4 | hun leugenen hen verleid hebben, die hun vaders hebben nagewandeld. ~
1654 Amos 2:4 | verleid hebben, die hun vaders hebben nagewandeld. ~
1655 Amos 5:10 | dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die
1656 Amos 5:16 | die verstand van kermen hebben. ~
1657 Amos 6:13 | nietig ding; gij, die zegt: Hebben wij ons niet door onze sterkte
1658 Amos 7:2 | des lands geheel zouden hebben afgegeten, dat ik zeide:
1659 Oba 1:1 | Heere HEERE van Edom: Wij hebben een gerucht gehoord van
1660 Oba 1:5 | zouden zij niet gestolen hebben zoveel hun genoeg ware?
1661 Oba 1:5 | zouden zij niet een nalezing hebben overgelaten?
1662 Oba 1:7 | 7 Al uw bondgenoten hebben u tot aan de landpale uitgeleid;
1663 Oba 1:7 | uitgeleid; uw vredegenoten hebben u bedrogen, zij hebben u
1664 Oba 1:7 | vredegenoten hebben u bedrogen, zij hebben u overmocht; die uw brood
1665 Oba 1:12 | Toen zoudt gij niet gezien hebben op den dag uws broeders,
1666 Oba 1:12 | vervreemding; noch u verblijd hebben over de kinderen van Juda,
1667 Oba 1:12 | uw mond groot gemaakt hebben, ten dage der benauwdheid; ~
1668 Oba 1:13 | huns verderfs; noch gezien hebben, ook gij, op zijn kwaad,
1669 Oba 1:13 | noch uw handen uitgestrekt hebben aan zijn heir, ten
1670 Oba 1:14 | 14 Noch gestaan hebben op de wegscheiding, om zijn
1671 Oba 1:14 | overgeblevenen overgeleverd hebben, ten dage der benauwdheid. ~
1672 Oba 1:18 | geen overgeblevene zal hebben; want de HEERE heeft het
1673 Jona 3:9 | mocht Zich wenden, en berouw hebben; en Hij mocht Zich wenden
1674 Mic 2:5 | Daarom zult gij niemand hebben, die het snoer werpe in
1675 Mic 3:2 | Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven
1676 Mic 3:4 | handelingen kwaad gemaakt hebben. ~
1677 Mic 5:11 | gij zult geen guichelaars hebben. ~
1678 Mic 6:7 | de HEERE een welgevallen hebben aan duizenden van rammen,
1679 Mic 6:8 | en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen
1680 Nah 2:2 | Israels; want de ledigmakers hebben ze ledig gemaakt, en zij
1681 Nah 2:2 | ze ledig gemaakt, en zij hebben hun wijnranken verdorven. ~
1682 Nah 3:7 | zal medelijden met haar hebben? Van waar zal ik u troosters
1683 Nah 3:10 | geworden; en over haar geeerden hebben zij het lot geworpen, en
1684 Zep 1:17 | als de blinden; want zij hebben tegen den HEERE gezondigd;
1685 Zep 2:7 | hun gevangenis zal gewend hebben. ~
1686 Zep 2:8 | zij Mijn volk beschimpt hebben, en hebben zich groot gemaakt
1687 Zep 2:8 | volk beschimpt hebben, en hebben zich groot gemaakt tegen
1688 Zep 2:10 | 10 Dat zullen zij hebben in plaats van hun hoogmoed;
1689 Zep 2:10 | van hun hoogmoed; want zij hebben beschimpt, en hebben zich
1690 Zep 2:10 | zij hebben beschimpt, en hebben zich groot gemaakt tegen
1691 Zep 2:14 | haar cederwerk zal ontbloot hebben. ~
1692 Zep 3:7 | bezocht hebbe, waarlijk, zij hebben zich vroeg opgemaakt,
1693 Zep 3:7 | vroeg opgemaakt, zij hebben al hun handelingen verdorven. ~
1694 Zac 1:6 | den profeten, geboden had, hebben zij uw vaders niet getroffen?
1695 Zac 1:11 | mirten stond, en zeiden: Wij hebben het land doorwandeld, en
1696 Zac 1:15 | weinig toornig, maar zij hebben ten kwade geholpen. ~
1697 Zac 1:19 | en Jeruzalem verstrooid hebben. ~
1698 Zac 1:21 | hoornen, die Juda verstrooid hebben, zodat niemand zijn hoofd
1699 Zac 1:21 | welke den hoorn verheven hebben tegen het land van Juda,
1700 Zac 2:8 | heidenen, die ulieden beroofd hebben; want die ulieden aanraakt,
1701 Zac 4:9 | De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn
1702 Zac 6:8 | zijn naar het Noorderland, hebben Mijn Geest doen rusten in
1703 Zac 7:13 | had, doch zij niet gehoord hebben, alzo riepen zij ook, maar
1704 Zac 8:4 | zal zijn stok in zijn hand hebben vanwege de veelheid
1705 Zac 8:23 | met ulieden gaan, want wij hebben gehoord, dat God met ulieden
1706 Zac 9:5 | Gaza, en zal grote smart hebben, mitsgaders Ekron, dewijl
1707 Zac 9:13 | Efraim den boog zal gevuld hebben; en Ik uw kinderen, o Sion!
1708 Zac 9:13 | kinderen, o Sion! zal verwekt hebben tegen uw kinderen, o Griekenland!
1709 Zac 9:13 | Griekenland! en u gesteld zal hebben als het zwaard van een held. ~
1710 Zac 9:15 | zullen ten ondergebracht hebben; zij zullen ook drinken,
1711 Zac 11:11 | dage vernietigd, en alzo hebben de ellendigen onder de schapen,
1712 Zac 11:12 | niet, laat het na. En zij hebben mijn loon gewogen, dertig
1713 Zac 12:10 | Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem
1714 Zac 13:3 | moeder, die hem gegenereerd hebben, tot hem zullen zeggen:
1715 Zac 13:3 | moeder, die hem gegenereerd hebben, zullen hem doorsteken,
1716 Zac 14:12 | Jeruzalem krijg gevoerd zullen hebben: Hij zal een iegelijks vlees,
1717 Mal 1:8 | een welgevallen aan u hebben? of zal hij uw aangezicht
1718 Mal 2:10 | 10 Hebben wij niet allen een Vader?
1719 Mal 3:13 | HEERE; maar gij zegt: Wat hebben wij tegen U gesproken?
1720 Matt 2:2 | Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het
1721 Matt 2:8 | als gij Het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat
1722 Matt 2:11 | moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden;
1723 Matt 2:32 | bij uzelven te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader; want
1724 Matt 5:12 | in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten,
1725 Matt 5:19 | mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd
1726 Matt 5:19 | dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden
1727 Matt 5:26 | laatsten penning zult betaald hebben. ~
1728 Matt 6:2 | Voorwaar zeg Ik u: Zij hebben hun loon weg. ~
1729 Matt 6:5 | u, dat zij hun loon weg hebben. ~
1730 Matt 6:16 | u, dat zij hun loon weg hebben.
1731 Matt 7:22 | Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd,
1732 Matt 7:25 | zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve
1733 Matt 7:27 | zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve
1734 Matt 8:16 | als het laat geworden was, hebben zij velen, van den duivel
1735 Matt 8:20 | zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des
1736 Matt 8:25 | discipelen, bij Hem komende, hebben Hem opgewekt, zeggende:
1737 Matt 8:29 | Jezus, Gij Zone Gods! wat hebben wij met U te doen? Zijt
1738 Matt 9:8 | De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd, en God
1739 Matt 9:12 | tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet
1740 Matt 9:31 | Maar zij, uitgegaan zijnde, hebben Hem ruchtbaar gemaakt door
1741 Matt 9:36 | schapen, die geen herder hebben. ~
1742 Matt 10:23 | steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal
1743 Matt 10:25 | Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer
1744 Matt 10:33 | wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal
1745 Matt 10:39 | die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve
1746 Matt 11:13 | al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. ~
1747 Matt 11:17 | 17 En zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld,
1748 Matt 11:17 | gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen,
1749 Matt 11:21 | eertijds in zak en as bekeerd hebben. ~
1750 Matt 12:7 | onschuldigen niet veroordeeld hebben. ~
1751 Matt 12:32 | enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen,
1752 Matt 12:32 | Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven
1753 Matt 12:36 | mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen
1754 Matt 12:41 | hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking
1755 Matt 13:12 | hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van
1756 Matt 13:15 | is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord,
1757 Matt 13:15 | zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij
1758 Matt 13:17 | profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien de dingen,
1759 Matt 13:17 | dingen, die gij ziet, en hebben ze niet gezien; en te horen
1760 Matt 13:17 | dingen, die gij hoort, en hebben ze niet gehoord. ~
1761 Matt 14:4 | niet geoorloofd haar te hebben. ~
1762 Matt 14:17 | zij zeiden tot Hem: Wij hebben hier niet, dan vijf broden
1763 Matt 15:32 | bij Mij gebleven zijn, en hebben niet wat zij eten zouden;
1764 Matt 16:7 | geen broden mede genomen hebben. ~
1765 Matt 16:28 | den Zoon des mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. ~ ~
1766 Matt 17:12 | Elias nu gekomen is, en zij hebben hem niet gekend; doch zij
1767 Matt 17:12 | hem niet gekend; doch zij hebben aan hem gedaan, al wat zij
1768 Matt 17:12 | aan hem gedaan, al wat zij hebben gewild; alzo zal ook de
1769 Matt 17:16 | discipelen gebracht, en zij hebben hem niet kunnen genezen. ~
1770 Matt 17:19 | alleen, en zeiden: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? ~
1771 Matt 18:30 | hij de schuld zou betaald hebben. ~
1772 Matt 18:34 | totdat hij zou betaald hebben al wat hij hem schuldig
1773 Matt 19:12 | die zichzelven gesneden hebben, om het Koninkrijk der hemelen.
1774 Matt 19:21 | armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; en kom herwaarts,
1775 Matt 19:27 | zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn
1776 Matt 19:29 | 29 En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of
1777 Matt 20:12 | Zeggende: Deze laatsten hebben maar een uur gearbeid, en
1778 Matt 20:12 | daags en de hitte gedragen hebben. ~
1779 Matt 21:32 | tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; doch gij, zulks
1780 Matt 21:35 | nemende zijn dienstknechten, hebben den een geslagen, en den
1781 Matt 21:42 | de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een
1782 Matt 22:28 | van die zeven, want zij hebben ze allen gehad? ~
1783 Matt 22:44 | Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. ~
1784 Matt 23:16 | zegt: Zo wie gezworen zal hebben bij den tempel, dat is niets;
1785 Matt 23:16 | maar zo wie gezworen zal hebben bij het goud des tempels,
1786 Matt 23:18 | 18 En zo wie gezworen zal hebben bij het altaar, dat is niets;
1787 Matt 23:18 | maar zo wie gezworen zal hebben bij de gave, die daarop
1788 Matt 23:30 | hen geen gemeenschap gehad hebben aan het bloed der profeten. ~
1789 Matt 23:31 | die de profeten gedood hebben. ~
1790 Matt 24:43 | komen zou, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben
1791 Matt 24:43 | hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~
1792 Matt 25:27 | geld den wisselaren gedaan hebben, en ik, komende, zou het
1793 Matt 25:27 | zou het mijne wedergenomen hebben met woeker. ~
1794 Matt 25:29 | en hij zal overvloedig hebben; maar van dengene, die niet
1795 Matt 25:37 | zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en
1796 Matt 25:38 | 38 En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien,
1797 Matt 25:39 | 39 En wanneer hebben wij U krank gezien, of in
1798 Matt 25:44 | zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of
1799 Matt 25:44 | of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? ~
1800 Matt 26:15 | Hem u overleveren? En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren
1801 Matt 26:34 | eer de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen.
1802 Matt 26:36 | heenga, en aldaar zal gebeden hebben. ~
1803 Matt 26:65 | heeft God gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node?
1804 Matt 26:75 | Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen.
1805 Matt 27:1 | morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de
1806 Matt 27:9 | Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren penningen
1807 Matt 27:9 | Denwelken zij gewaardeerd hebben; ~
1808 Matt 27:10 | 10 En hebben dezelve gegeven voor den
1809 Matt 27:20 | overpriesters en de ouderlingen hebben den scharen aangeraden,
1810 Matt 27:35 | is door den profeet: Zij hebben Mijn klederen onder zich
1811 Matt 27:35 | onder zich verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding
1812 Matt 28:13 | zijn des nachts gekomen, en hebben Hem gestolen, als wij sliepen. ~
1813 Mark 1:24 | 24 Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus
1814 Mark 2:12 | verheerlijkten God, zeggende: Wij hebben nooit zulks gezien! ~
1815 Mark 2:17 | tot hen: Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet
1816 Mark 2:19 | zij den Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten. ~
1817 Mark 3:6 | Farizeen, uitgegaan zijnde, hebben terstond met de Herodianen
1818 Mark 3:15 | 15 En om macht te hebben, de ziekten te genezen,
1819 Mark 3:28 | waarmede zij zullen gelasterd hebben; ~
1820 Mark 3:29 | Maar zo wie zal gelasterd hebben tegen den Heiligen Geest,
1821 Mark 4:15 | en als zij het gehoord hebben, zo komt de satan terstond,
1822 Mark 4:16 | als zij het Woord gehoord hebben, terstond hetzelve met vreugde
1823 Mark 4:17 | 17 En hebben geen wortel in zichzelven,
1824 Mark 6:18 | huisvrouw uws broeders te hebben. ~
1825 Mark 6:34 | schapen, die geen herder hebben; en Hij begon hun vele dingen
1826 Mark 6:36 | zichzelven mogen kopen; want zij hebben niet, wat zij eten zullen. ~
1827 Mark 7:4 | zijn er, die zij aangenomen hebben te houden, als namelijk
1828 Mark 8:2 | dagen bij Mij gebleven, en hebben niet, wat zij eten zouden. ~
1829 Mark 8:8 | 8 En zij hebben gegeten, en zijn verzadigd
1830 Mark 8:16 | is, omdat wij geen broden hebben. ~
1831 Mark 8:38 | Mijner woorden zal geschaamd hebben, in dit overspelig en zondig
1832 Mark 9:1 | smaken, totdat zij zullen hebben gezien, dat het Koninkrijk
1833 Mark 9:13 | Elias gekomen is, en zij hebben hem gedaan al wat zij gewild
1834 Mark 9:13 | gedaan al wat zij gewild hebben, gelijk van hem geschreven
1835 Mark 9:18 | zouden uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~
1836 Mark 9:28 | discipelen alleen: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? ~
1837 Mark 9:38 | zeggende: Meester! wij hebben een gezien, die de duivelen
1838 Mark 9:38 | welke ons niet volgt; en wij hebben het hem verboden, omdat
1839 Mark 10:21 | armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts,
1840 Mark 10:23 | zullen degenen, die goed hebben, in het Koninkrijk Gods
1841 Mark 10:28 | Hem te zeggen: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn
1842 Mark 12:10 | de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een
1843 Mark 12:23 | dezen zijn? Want die zeven hebben haar tot een vrouw gehad. ~
1844 Mark 12:33 | 33 En Hem lief te hebben uit geheel het hart, en
1845 Mark 12:33 | kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer
1846 Mark 12:36 | Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. ~
1847 Mark 12:39 | 39 En de voorgestoelten hebben in de synagogen, en de vooraanzittingen
1848 Mark 12:43 | in de schatkist geworpen hebben. ~
1849 Mark 12:44 | 44 Want zij allen hebben van hun overvloed daarin
1850 Mark 14:30 | haan tweemaal gekraaid zal hebben, gij Mij driemaal zult verloochenen. ~
1851 Mark 14:32 | neder, totdat Ik gebeden zal hebben. ~
1852 Mark 14:58 | 58 Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal
1853 Mark 14:63 | zijn klederen, zeide: Wat hebben wij nog getuigen van node? ~
1854 Mark 14:72 | haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen.
1855 Mark 16:16 | 16 Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal
1856 Mark 16:16 | maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden. ~
1857 Mark 16:17 | degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen:
1858 Luk 1:1 | Nademaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een
1859 Luk 1:1 | onder ons volkomen zekerheid hebben; ~
1860 Luk 1:2 | Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven
1861 Luk 2:30 | 30 Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, ~
1862 Luk 2:48 | gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. ~
1863 Luk 3:8 | zeggen bij uzelven: Wij hebben Abraham tot een vader; want
1864 Luk 4:23 | Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied
1865 Luk 4:34 | 34 Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus
1866 Luk 5:5 | zeide tot Hem: Meester, wij hebben den gehelen nacht over gearbeid,
1867 Luk 5:26 | met vreze, zeggende: Wij hebben heden ongelofelijke dingen
1868 Luk 5:31 | tot hen: Die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet
1869 Luk 6:32 | gij? Want ook de zondaars hebben lief degenen, die hen liefhebben. ~
1870 Luk 6:49 | gehoord, en niet gedaan zal hebben, is gelijk een mens, die
1871 Luk 7:30 | Farizeen en de wetgeleerden hebben den raad Gods tegen zichzelven
1872 Luk 7:32 | toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld,
1873 Luk 7:32 | gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen,
1874 Luk 8:13 | wanneer zij het gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen;
1875 Luk 8:13 | vreugde ontvangen; en dezen hebben geen wortel, die maar voor
1876 Luk 8:14 | zijn dezen, die gehoord hebben, en heengaande verstikt
1877 Luk 8:18 | ook hetgeen hij meent te hebben, zal van hem genomen worden. ~
1878 Luk 9:3 | iemand van u zal twee rokken hebben. ~
1879 Luk 9:13 | eten. En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden,
1880 Luk 9:26 | Mijner woorden zal geschaamd hebben, diens zal de Zoon des mensen
1881 Luk 9:27 | Koninkrijk Gods zullen gezien hebben. ~
1882 Luk 9:40 | zouden uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~
1883 Luk 9:49 | antwoordde en zeide: Meester! wij hebben een gezien, die in Uw Naam
1884 Luk 9:49 | duivelen uitwierp, en wij hebben het hem verboden, omdat
1885 Luk 9:58 | zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des
1886 Luk 10:13 | as zittende, zich bekeerd hebben. ~
1887 Luk 10:24 | vele profeten en koningen hebben begeerd te zien, hetgeen
1888 Luk 10:24 | zien, hetgeen gij ziet, en hebben het niet gezien; en te horen,
1889 Luk 10:24 | horen, hetgeen gij hoort, en hebben het niet gehoord. ~
1890 Luk 11:5 | Wie van u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht
1891 Luk 11:32 | hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking
1892 Luk 11:47 | der profeten, en uw vaders hebben dezelve gedood. ~
1893 Luk 11:48 | werken uwer vaderen; want zij hebben ze gedood, en gij bouwt
1894 Luk 12:10 | Heiligen Geest gelasterd zal hebben, dien zal het niet vergeven
1895 Luk 12:24 | geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel
1896 Luk 12:39 | zou komen, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben
1897 Luk 12:39 | hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~
1898 Luk 12:59 | penningsken betaald zult hebben. ~ ~
1899 Luk 13:2 | omdat zij zulks geleden hebben?
1900 Luk 13:8 | gegraven en mest gelegd zal hebben; ~
1901 Luk 13:25 | en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten
1902 Luk 13:26 | beginnen te zeggen: Wij hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten
1903 Luk 14:14 | zalig zijn, omdat zij niet hebben, om u te vergelden; want
1904 Luk 15:7 | de bekering niet van node hebben. ~
1905 Luk 15:17 | huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en
1906 Luk 16:29 | Abraham zeide tot hem: Zij hebben Mozes en de profeten, dat
1907 Luk 17:8 | zal gegeten en gedronken hebben; en eet en drink gij daarna? ~
1908 Luk 17:10 | wanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is,
1909 Luk 17:10 | dienstknechten; want wij hebben maar gedaan, hetgeen wij
1910 Luk 18:22 | armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts,
1911 Luk 18:24 | zullen degenen, die goed hebben, in het Koninkrijk Gods
1912 Luk 18:28 | En Petrus zeide: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn
1913 Luk 19:27 | mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen
1914 Luk 20:17 | de bouwlieden verworpen hebben, deze is tot een hoofd des
1915 Luk 20:31 | desgelijks ook de zeven, en hebben geen kinderen nagelaten,
1916 Luk 20:33 | zij zijn? Want die zeven hebben dezelve tot een vrouw gehad. ~
1917 Luk 20:43 | Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. ~
1918 Luk 21:4 | 4 Want die allen hebben van hun overvloed geworpen
1919 Luk 22:25 | hen; en die macht over hen hebben, worden weldadige heren
1920 Luk 22:34 | driemaal zult verloochend hebben, dat gij Mij kent. ~
1921 Luk 22:37 | van Mij geschreven zijn, hebben een einde. ~
1922 Luk 22:61 | Eer de haan zal gekraaid hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. ~
1923 Luk 22:71 | 71 En zij zeiden: Wat hebben wij nog getuigenis van node?
1924 Luk 22:71 | van node? Want wij zelven hebben het uit Zijn mond gehoord. ~ ~ ~
1925 Luk 23:2 | beschuldigen, zeggende: Wij hebben bevonden, dat Deze het volk
1926 Luk 23:29 | buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten, die niet
1927 Luk 23:29 | borsten, die niet gezoogd hebben. ~
1928 Luk 23:41 | waardig hetgeen wij gedaan hebben; maar Deze heeft niets onbehoorlijks
1929 Luk 24:20 | oversten Denzelven overgeleverd hebben tot het oordeel des doods,
1930 Luk 24:20 | doods, en Hem gekruisigd hebben. ~
1931 Luk 24:22 | sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg
1932 Luk 24:25 | hetgeen de profeten gesproken hebben! ~
1933 Joha 1:11 | het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. ~
1934 Joha 1:12 | Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven
1935 Joha 1:14 | onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd,
1936 Joha 1:16 | 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook
1937 Joha 1:22 | dengenen, die ons gezonden hebben; wat zegt gij van uzelven? ~
1938 Joha 1:42 | Simon, en zeide tot hem: Wij hebben gevonden den Messias, hetwelk
1939 Joha 1:46 | Nathanael en zeide tot hem: Wij hebben Dien gevonden, van Welken
1940 Joha 2:3 | moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn. ~
1941 Joha 3:11 | getuigen, wat Wij gezien hebben; en gijlieden neemt Onze
1942 Joha 3:19 | gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad
1943 Joha 4:10 | drinken, zo zoudt gij van Hem hebben begeerd, en Hij zoude u
1944 Joha 4:10 | zoude u levend water gegeven hebben. ~
1945 Joha 4:14 | Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem
1946 Joha 4:20 | 20 Onze vaders hebben op deze berg aangebeden;
1947 Joha 4:38 | niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt
1948 Joha 4:42 | zeggens wil; want wij zelven hebben Hem gehoord, en weten, dat
1949 Joha 5:25 | Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven. ~
1950 Joha 5:26 | Zoon gegeven, het leven te hebben in Zichzelven; ~
1951 Joha 5:29 | uitgaan, die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens,
1952 Joha 5:29 | en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis. ~
1953 Joha 5:39 | dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van
1954 Joha 5:40 | opdat gij het leven moogt hebben. ~
1955 Joha 6:21 | 21 Zij hebben dan Hem gewilliglijk in
1956 Joha 6:31 | 31 Onze vaders hebben het Manna gegeten in de
1957 Joha 6:49 | 49 Uw vaders hebben het Manna gegeten in de
1958 Joha 6:58 | vaders het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die
1959 Joha 6:69 | 69 En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij
1960 Joha 8:12 | zal het licht des levens hebben. ~
1961 Joha 8:28 | des mensen zult verhoogd hebben, dan zult gij verstaan,
1962 Joha 8:33 | Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand gediend; hoe
1963 Joha 8:36 | de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij
1964 Joha 8:41 | geboren uit hoererij; wij hebben een Vader, namelijk God. ~
1965 Joha 8:51 | iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien
1966 Joha 8:52 | iemand Mijn woord bewaard zal hebben, die zal den dood niet smaken
1967 Joha 9:41 | zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien;
1968 Joha 10:8 | moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord. ~
1969 Joha 10:10 | gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben. ~
1970 Joha 10:10 | leven hebben, en overvloed hebben. ~
1971 Joha 11:8 | tot Hem: Rabbi! de Joden hebben U nu onlangs gezocht te
1972 Joha 12:34 | schare antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat
1973 Joha 12:47 | gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want
1974 Joha 13:29 | Koop, hetgeen wij van node hebben tot het feest, of, dat hij
1975 Joha 13:38 | driemaal verloochend zult hebben. ~ ~
1976 Joha 14:2 | anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats
1977 Joha 14:3 | en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal
1978 Joha 14:7 | gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem,
1979 Joha 15:20 | Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen;
1980 Joha 15:20 | indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe
1981 Joha 15:22 | hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor
1982 Joha 15:24 | hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden
1983 Joha 15:25 | hun wet geschreven is: Zij hebben mij zonder oorzaak gehaat. ~
1984 Joha 16:3 | zij den Vader niet gekend hebben, noch Mij. ~
1985 Joha 16:13 | maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de
1986 Joha 16:33 | wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed,
1987 Joha 17:6 | dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. ~
1988 Joha 17:7 | 7 Nu hebben zij bekend, dat alles, wat
1989 Joha 17:8 | heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben
1990 Joha 17:8 | hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik
1991 Joha 17:8 | van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden
1992 Joha 17:13 | blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. ~
1993 Joha 17:25 | Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden
1994 Joha 18:21 | degenen, die het gehoord hebben, wat Ik tot hen gesproken
1995 Joha 18:30 | Hem u niet overgeleverd hebben. ~
1996 Joha 18:34 | gij dit van uzelven, of hebben het u anderen van Mij gezegd? ~
1997 Joha 18:35 | volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd;
1998 Joha 18:36 | Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet
1999 Joha 19:7 | Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet
2000 Joha 19:11 | antwoordde: Gij zoudt geen macht hebben tegen Mij, indien het u
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2440 |