Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
heah 5
heb 1805
hebbe 29
hebben 2440
hebbende 305
hebbenden 1
heber 25
Frequency    [«  »]
2776 al
2765 ook
2528 haar
2440 hebben
2336 worden
2288 nu
2279 dan

Bijbel

IntraText - Concordances

hebben

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2440

     Book Chapter: Verse
1501 Eze 22:12 | 12      Zij hebben geschenken in u genomen, 1502 Eze 23:37 | 37      Want zij hebben overspel gedaan, en er is 1503 Eze 23:37 | bloed in haar handen; en zij hebben met haar drekgoden overspel 1504 Eze 23:37 | overspel gedaan; daartoe hebben zij ook haar kinderen, die 1505 Eze 23:38 | 38      Nog hebben zij Mij dit gedaan; zij 1506 Eze 23:38 | zij Mij dit gedaan; zij hebben Mijn heiligdom ten zelven 1507 Eze 23:39 | ontheiligen; en ziet, alzo hebben zij gedaan in het      midden 1508 Eze 23:40 | er ook, dat zij gezonden hebben tot mannen, die van verre 1509 Eze 24:13 | grimmigheid      op u zal hebben doen rusten. ~ 1510 Eze 24:14 | niet verschonen noch berouw hebben; naar uw wegen en naar uw      1511 Eze 25:12 | zich zeer schuldig gemaakt hebben, dat zij zich aan hen      1512 Eze 25:12 | zich aan hen      gewroken hebben: ~ 1513 Eze 25:15 | Filistijnen door wraak gehandeld hebben, en van harte wraak geoefend 1514 Eze 25:15 | van harte wraak geoefend hebben door plundering, om te vernielen 1515 Eze 25:17 | wraak aan hen gedaan zal hebben. ~  ~  ~  ~ ~ 1516 Eze 27:4 | hart der zeeen; uw bouwers hebben uw schoonheid volkomen gemaakt. ~ 1517 Eze 27:5 | 5      Zij hebben al uw denningen uit dennebomen 1518 Eze 27:5 | dennebomen van Senir gebouwd; zij hebben cederen van den Libanon 1519 Eze 27:6 | 6      Zij hebben uw riemen uit eiken van 1520 Eze 27:6 | Basan gemaakt; uw berderen hebben zij gemaakt uw welbetreden 1521 Eze 27:26 | 26      Die u roeien, hebben u in grote wateren gevoerd; 1522 Eze 28:3 | zijt wijzer dan Daniel; zij hebben niets toegeslotens voor 1523 Eze 28:16 | veelheid uws koophandels hebben zij het midden van u met 1524 Eze 28:22 | gerichten in haar zal      hebben geoefend, en in haar geheiligd 1525 Eze 28:24 | noch wee doende distel meer hebben, van allen, die rondom hen 1526 Eze 28:25 | huis Israels zal vergaderd hebben uit de volken, onder dewelke 1527 Eze 28:26 | wonen; als Ik gerichten zal hebben geoefend tegen allen, die 1528 Eze 28:26 | die henlieden beroofd      hebben, van degenen, die rondom 1529 Eze 29:20 | omdat zij voor Mij gewrocht hebben, spreekt de Heere HEERE. ~ 1530 Eze 30:8 | Ik een vuur in Egypte zal hebben gelegd, en al haar helpers 1531 Eze 30:16 | Sin zal zeer grote pijn hebben, en No zal gespleten worden, 1532 Eze 30:25 | konings van Babel zal hebben gegeven, en hij datzelve 1533 Eze 30:25 | datzelve over Egypteland zal hebben uitgestrekt. ~ 1534 Eze 32:15 | Als Ik Egypteland zal hebben gesteld tot een verwoesting, 1535 Eze 32:15 | geworden, als Ik geslagen zal hebben allen, die daarin wonen; 1536 Eze 32:25 | het midden der verslagenen hebben zij haar een legerstede 1537 Eze 32:26 | omdat zij hun schrik gegeven hebben      in het land der levenden. ~ 1538 Eze 33:29 | en een schrik zal gesteld hebben, om al hun gruwelen, die 1539 Eze 33:29 | gruwelen, die zij gedaan hebben. ~ 1540 Eze 34:27 | disselbomen huns juks zal hebben verbroken, en hen gerukt 1541 Eze 35:11 | wanneer Ik u zal gericht hebben. ~ 1542 Eze 36:5 | zichzelven ten      erve gegeven hebben met blijdschap des gansen 1543 Eze 36:31 | zult een walging van u zelf hebben over uw ongerechtigheden 1544 Eze 37:13 | ben, als Ik uw graven zal hebben geopend, en als Ik u uit 1545 Eze 37:13 | als Ik u uit uw graven zal hebben doen opkomen, o Mijn volk! ~ 1546 Eze 37:20 | dewelke gij zult geschreven hebben, zullen in uw hand zijn 1547 Eze 37:22 | enigen Koning tot koning hebben; en zij zullen niet meer 1548 Eze 37:23 | dewelke      zij gezondigd hebben, en zal ze reinigen; zo 1549 Eze 37:24 | allen te zamen een Herder hebben; en zij zullen in Mijn rechten 1550 Eze 37:25 | waarin uw vaders gewoond hebben; ja, daarin zullen zij wonen, 1551 Eze 38:11 | en grendel noch deuren hebben. ~ 1552 Eze 38:17 | dagen geprofeteerd      hebben, jaren lang, dat Ik u tegen 1553 Eze 39:15 | doodgravers hetzelve zullen      hebben begraven in het dal van 1554 Eze 39:26 | schande zullen gedragen hebben, en al hun overtreding, 1555 Eze 39:26 | met dewelke zij tegen Mij hebben overtreden, toen zij in 1556 Eze 39:27 | 27      Als Ik hen zal hebben wedergebracht uit de volken, 1557 Eze 39:27 | volken, en hen vergaderd zal hebben uit de landen hunner vijanden, 1558 Eze 39:29 | over het huis Israels zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere 1559 Eze 42:14 | dewelke zij gediend      hebben, want die zijn een heiligheid; 1560 Eze 43:11 | vanwege alles, wat zij gedaan hebben, zo maak hun bekend den 1561 Eze 43:22 | gelijk als zij dat ontzondigd hebben met den var. ~ 1562 Eze 43:23 | gij een einde zult gemaakt hebben van het ontzondigen, dan 1563 Eze 43:27 | deze dagen zullen voleind hebben, dan zal het op den achtsten 1564 Eze 43:27 | welgevallen aan ulieden hebben, spreekt de Heere HEERE. ~  ~ 1565 Eze 44:12 | Omdat zij henlieden gediend hebben voor het aangezicht hunner 1566 Eze 44:13 | gruwelen, die zij gedaan hebben. ~ 1567 Eze 44:15 | de wacht Mijns heiligdoms hebben waargenomen, als de kinderen 1568 Eze 44:19 | in dewelke zij gediend hebben, uittrekken, en dezelve      1569 Eze 45:2 | en het zal vijftig ellen hebben tot een buitenruim rondom. ~ 1570 Eze 45:5 | des huizes, ook de lengte hebben van vijf en twintig duizend, 1571 Eze 45:7 | De vorst nu zal zijn deel hebben van deze en van gene zijde 1572 Eze 45:10 | rechte bath zult gijlieden hebben. ~ 1573 Eze 46:12 | gelijk als hij zal gedaan hebben op den sabbatdag; en als 1574 Eze 46:16 | erfenis, dat zullen zijn zonen hebben; het zal hun bezitting zijn 1575 Eze 46:17 | zijn knechten, die zal dat hebben tot het vrijjaar toe; dan 1576 Eze 46:17 | erfenis, zijn zonen zullen het hebben. ~ 1577 Eze 47:22 | van u      zullen gewonnen hebben; en zij zullen ulieden zijn, 1578 Eze 48:1 | oosterhoek en westerhoek hebben), zal Dan een snoer hebben. ~ 1579 Eze 48:1 | hebben), zal Dan een snoer hebben. ~ 1580 Eze 48:11 | van Zadok, die Mijn wacht hebben waargenomen; die niet gedwaald 1581 Eze 48:11 | waargenomen; die niet gedwaald hebben, als de kinderen Israels 1582 Eze 48:11 | andere Levieten gedwaald hebben. ~ 1583 Eze 48:13 | landpale der priesteren hebben de lengte van vijf en twintig 1584 Dan 2:21 | wetenschap dengenen, die verstand hebben; ~ 1585 Dan 2:23 | wat wij van U verzocht hebben, want Gij hebt ons des      1586 Dan 3:12 | en Abed-nego; deze mannen hebben, o koning! op u geen acht      1587 Dan 3:16 | koning Nebukadnezar: Wij hebben niet nodig u op deze zaak 1588 Dan 3:22 | de oven zeer heet was, zo hebben de vonken des vuurs die 1589 Dan 3:24 | zeide tot zijn raadsheren: Hebben wij niet drie mannen in 1590 Dan 3:28 | die op Hem vertrouwd      hebben, en des konings woord veranderd, 1591 Dan 3:28 | hun lichamen overgegeven hebben, opdat zij geen god eerden 1592 Dan 4:18 | koninkrijks mij de uitlegging niet hebben kunnen      bekend maken; 1593 Dan 4:26 | zijn, nadat gij zult bekend hebben, dat de Hemel heerst. ~ 1594 Dan 5:23 | vrouwen, en uw bijwijven hebben wijn      uit dezelve gedronken, 1595 Dan 6:8 | raadsheren en landvoogden hebben zich beraadslaagd een koninklijke 1596 Dan 6:23 | zij mij niet beschadigd hebben, omdat voor Hem onschuld 1597 Dan 8:23 | hoogste gebracht zullen hebben, zo zal er een koning staan, 1598 Dan 8:24 | verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij 1599 Dan 9:5 | 5      Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht 1600 Dan 9:5 | Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk 1601 Dan 9:6 | 6      En wij hebben niet gehoord naar Uw dienstknechten, 1602 Dan 9:7 | zij tegen U overtreden hebben. ~ 1603 Dan 9:8 | omdat wij tegen U gezondigd hebben. ~ 1604 Dan 9:9 | wij tegen Hem gerebelleerd hebben. ~ 1605 Dan 9:10 | 10      En wij hebben der stem des HEEREN, onzes 1606 Dan 9:11 | wij tegen Hem gezondigd hebben. ~ 1607 Dan 9:15 | hij is te dezen dage; wij hebben gezondigd, wij      zijn 1608 Dan 11:2 | zijn rijkdom zal versterkt hebben, zal hij ze allen verwekken 1609 Dan 11:6 | en die haar gebracht      hebben, en die haar gegenereerd 1610 Dan 11:24 | zijner vaderen, niet gedaan hebben; roof, en buit, en goederen, 1611 Dan 11:27 | want het zal nog een einde hebben ter      bestemder tijd. ~ 1612 Dan 11:38 | zijn vaders niet gekend hebben, zal hij eren met goud, 1613 Dan 11:45 | komen, en zal geen helper hebben. ~  ~ 1614 Dan 12:7 | en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des 1615 Hos 2:7 | zij tot den Baal gebruikt hebben. ~ 1616 Hos 2:11 | mij mijn boelen gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen 1617 Hos 4:7 | meerder geworden zijn, alzo hebben zij tegen Mij gezondigd; 1618 Hos 4:10 | uitbreken in menigte; want zij hebben nagelaten den HEERE in acht 1619 Hos 5:7 | 7      Zij hebben trouwelooslijk gehandeld 1620 Hos 5:7 | tegen den HEERE; want zij hebben vreemde kinderen gewonnen; 1621 Hos 6:7 | 7      Maar zij hebben het verbond overtreden als 1622 Hos 6:7 | overtreden als Adam; daar hebben zij trouwelooslijk tegen 1623 Hos 7:13 | verstoring over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden! Ik 1624 Hos 8:1 | omdat zij Mijn verbond hebben overtreden, en zijn tegen 1625 Hos 8:4 | 4      Zij hebben koningen gemaakt, maar niet 1626 Hos 8:4 | maar niet uit Mij; zij hebben vorsten gesteld, maar Ik 1627 Hos 8:4 | van hun zilver en hun goud hebben zij voor zichzelven afgoden 1628 Hos 8:7 | 7      Want zij hebben wind gezaaid, en zullen 1629 Hos 8:7 | het zal geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen 1630 Hos 8:9 | zichzelven is; die van Efraim hebben boelen om hoerenloon gehuurd. ~ 1631 Hos 8:10 | boelen om hoerenloon gehuurd hebben, zo zal Ik die nu ook verzamelen; 1632 Hos 8:10 | ook verzamelen; ja, zij hebben al een weinig begonnen, 1633 Hos 9:9 | 9      Zij hebben zich zeer diep verdorven, 1634 Hos 10:1 | goedheid zijns lands,      hebben zij de opgerichte beelden 1635 Hos 10:3 | nu zullen zij zeggen: Wij hebben geen koning; want wij hebben 1636 Hos 10:3 | hebben geen koning; want wij hebben den HEERE niet gevreesd; 1637 Hos 10:4 | 4      Zij hebben woorden gesproken, valselijk 1638 Hos 12:1 | 1      Die van Efraim hebben Mij omsingeld met leugen, 1639 Hos 13:2 | voortgevaren te zondigen, en hebben zich van hun zilver een 1640 Hos 13:6 | hun hart verheven; daarom hebben zij Mij vergeten. ~ 1641 Hos 14:7 | olijfbooms, en hij zal een reuk hebben als de Libanon. ~ 1642 Joe 1:18 | zijn bedwelmd, want zij hebben geen weide, ook zijn de 1643 Joe 2:14 | mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen 1644 Joe 3:2 | zij onder de      heidenen hebben verstrooid, en Mijn land 1645 Joe 3:3 | 3      En hebben het lot over Mijn volk geworpen 1646 Joe 3:15 | geworden, en de sterren hebben haar glans ingetrokken. ~ 1647 Joe 3:19 | onschuldig bloed vergoten      hebben. ~ 1648 Amos 1:3 | Gilead met ijzeren dorswagens hebben gedorst. ~ 1649 Amos 1:6 | zij Mijn volk gevankelijk hebben weggevoerd met een volkomen 1650 Amos 1:9 | een volkomen wegvoering hebben overgeleverd aan Edom, en      1651 Amos 1:13 | zwangere vrouwen van Gilead hebben opengesneden, om      hun 1652 Amos 2:4 | inzettingen niet bewaard hebben; en      hun leugenen hen 1653 Amos 2:4 | hun leugenen hen verleid hebben, die hun vaders hebben nagewandeld. ~ 1654 Amos 2:4 | verleid hebben, die hun vaders hebben nagewandeld. ~ 1655 Amos 5:10 | dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die 1656 Amos 5:16 | die verstand van kermen hebben. ~ 1657 Amos 6:13 | nietig ding; gij, die zegt: Hebben wij ons niet door onze sterkte 1658 Amos 7:2 | des lands geheel zouden hebben afgegeten, dat ik zeide: 1659 Oba 1:1 | Heere HEERE van Edom: Wij hebben een gerucht gehoord van 1660 Oba 1:5 | zouden zij niet gestolen hebben zoveel hun genoeg ware? 1661 Oba 1:5 | zouden zij niet een nalezing hebben overgelaten? 1662 Oba 1:7 | 7      Al uw bondgenoten hebben u tot aan de landpale uitgeleid; 1663 Oba 1:7 | uitgeleid; uw vredegenoten hebben u bedrogen, zij hebben u 1664 Oba 1:7 | vredegenoten hebben u bedrogen, zij hebben u overmocht; die uw brood 1665 Oba 1:12 | Toen zoudt gij niet gezien hebben op den dag uws broeders, 1666 Oba 1:12 | vervreemding; noch u verblijd hebben over de kinderen van Juda, 1667 Oba 1:12 | uw mond groot gemaakt hebben, ten dage der benauwdheid; ~ 1668 Oba 1:13 | huns verderfs; noch gezien hebben, ook gij, op zijn kwaad, 1669 Oba 1:13 | noch uw handen uitgestrekt hebben aan      zijn heir, ten 1670 Oba 1:14 | 14      Noch gestaan hebben op de wegscheiding, om zijn 1671 Oba 1:14 | overgeblevenen overgeleverd hebben, ten dage der benauwdheid. ~ 1672 Oba 1:18 | geen      overgeblevene zal hebben; want de HEERE heeft het 1673 Jona 3:9 | mocht Zich wenden, en berouw hebben; en Hij mocht Zich wenden 1674 Mic 2:5 | Daarom zult gij niemand hebben, die het snoer werpe in 1675 Mic 3:2 | Zij haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven 1676 Mic 3:4 | handelingen kwaad gemaakt      hebben. ~ 1677 Mic 5:11 | gij zult geen guichelaars hebben. ~ 1678 Mic 6:7 | de HEERE een welgevallen hebben aan duizenden van rammen, 1679 Mic 6:8 | en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen 1680 Nah 2:2 | Israels; want de ledigmakers hebben ze ledig gemaakt, en zij 1681 Nah 2:2 | ze ledig gemaakt, en zij hebben hun wijnranken verdorven. ~ 1682 Nah 3:7 | zal medelijden met haar hebben? Van waar zal ik u troosters 1683 Nah 3:10 | geworden; en over haar geeerden hebben zij het lot geworpen, en      1684 Zep 1:17 | als de blinden; want zij hebben tegen den HEERE gezondigd; 1685 Zep 2:7 | hun gevangenis zal gewend hebben. ~ 1686 Zep 2:8 | zij Mijn volk beschimpt hebben, en hebben zich groot gemaakt 1687 Zep 2:8 | volk beschimpt hebben, en hebben zich groot gemaakt tegen      1688 Zep 2:10 | 10      Dat zullen zij hebben in plaats van hun hoogmoed; 1689 Zep 2:10 | van hun hoogmoed; want zij hebben beschimpt, en hebben zich 1690 Zep 2:10 | zij hebben beschimpt, en hebben zich groot gemaakt tegen 1691 Zep 2:14 | haar cederwerk zal ontbloot hebben. ~ 1692 Zep 3:7 | bezocht hebbe, waarlijk, zij hebben zich vroeg      opgemaakt, 1693 Zep 3:7 | vroeg      opgemaakt, zij hebben al hun handelingen verdorven. ~ 1694 Zac 1:6 | den profeten, geboden had, hebben zij uw vaders niet getroffen? 1695 Zac 1:11 | mirten stond, en zeiden: Wij hebben het land doorwandeld, en 1696 Zac 1:15 | weinig toornig, maar zij hebben ten kwade geholpen. ~ 1697 Zac 1:19 | en Jeruzalem verstrooid hebben. ~ 1698 Zac 1:21 | hoornen, die Juda verstrooid hebben, zodat niemand zijn hoofd 1699 Zac 1:21 | welke den hoorn verheven hebben tegen het land van Juda, 1700 Zac 2:8 | heidenen, die ulieden beroofd hebben; want die ulieden aanraakt, 1701 Zac 4:9 | De handen van Zerubbabel hebben dit huis gegrondvest, zijn 1702 Zac 6:8 | zijn naar het Noorderland, hebben Mijn Geest doen rusten in 1703 Zac 7:13 | had, doch zij niet gehoord hebben, alzo riepen zij ook, maar 1704 Zac 8:4 | zal zijn stok in zijn hand hebben vanwege de      veelheid 1705 Zac 8:23 | met ulieden gaan, want wij hebben gehoord, dat God met ulieden 1706 Zac 9:5 | Gaza, en zal grote smart hebben, mitsgaders Ekron, dewijl 1707 Zac 9:13 | Efraim den boog zal gevuld hebben; en Ik uw kinderen, o Sion! 1708 Zac 9:13 | kinderen, o Sion! zal verwekt hebben tegen uw kinderen, o Griekenland! 1709 Zac 9:13 | Griekenland! en u gesteld zal      hebben als het zwaard van een held. ~ 1710 Zac 9:15 | zullen ten ondergebracht hebben; zij zullen ook drinken, 1711 Zac 11:11 | dage vernietigd, en alzo hebben de ellendigen onder de schapen, 1712 Zac 11:12 | niet, laat het na. En zij hebben mijn loon gewogen, dertig 1713 Zac 12:10 | Dien zij doorstoken      hebben, en zij zullen over Hem 1714 Zac 13:3 | moeder, die hem gegenereerd hebben, tot hem zullen zeggen: 1715 Zac 13:3 | moeder, die hem gegenereerd hebben, zullen hem doorsteken, 1716 Zac 14:12 | Jeruzalem krijg gevoerd zullen hebben: Hij zal een iegelijks vlees, 1717 Mal 1:8 | een      welgevallen aan u hebben? of zal hij uw aangezicht 1718 Mal 2:10 | 10      Hebben wij niet allen een Vader? 1719 Mal 3:13 | HEERE; maar gij zegt: Wat hebben wij tegen U gesproken? 1720 Matt 2:2 | Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het 1721 Matt 2:8 | als gij Het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat 1722 Matt 2:11 | moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; 1723 Matt 2:32 | bij uzelven te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader; want 1724 Matt 5:12 | in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, 1725 Matt 5:19 | mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd 1726 Matt 5:19 | dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden 1727 Matt 5:26 | laatsten penning zult betaald hebben. ~ 1728 Matt 6:2 | Voorwaar zeg Ik u: Zij hebben hun loon weg. ~ 1729 Matt 6:5 | u, dat zij hun loon weg hebben. ~ 1730 Matt 6:16 | u, dat zij hun loon weg hebben. 1731 Matt 7:22 | Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, 1732 Matt 7:25 | zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve 1733 Matt 7:27 | zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen hetzelve 1734 Matt 8:16 | als het laat geworden was, hebben zij velen, van den duivel 1735 Matt 8:20 | zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des 1736 Matt 8:25 | discipelen, bij Hem komende, hebben Hem opgewekt, zeggende: 1737 Matt 8:29 | Jezus, Gij Zone Gods! wat hebben wij met U te doen? Zijt 1738 Matt 9:8 | De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd, en God 1739 Matt 9:12 | tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet 1740 Matt 9:31 | Maar zij, uitgegaan zijnde, hebben Hem ruchtbaar gemaakt door 1741 Matt 9:36 | schapen, die geen herder hebben. ~ 1742 Matt 10:23 | steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal 1743 Matt 10:25 | Heere des huizes Beelzebul hebben geheten, hoeveel te meer 1744 Matt 10:33 | wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal 1745 Matt 10:39 | die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve 1746 Matt 11:13 | al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. ~ 1747 Matt 11:17 | 17 En zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, 1748 Matt 11:17 | gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, 1749 Matt 11:21 | eertijds in zak en as bekeerd hebben. ~ 1750 Matt 12:7 | onschuldigen niet veroordeeld hebben. ~ 1751 Matt 12:32 | enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, 1752 Matt 12:32 | Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven 1753 Matt 12:36 | mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen 1754 Matt 12:41 | hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking 1755 Matt 13:12 | hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van 1756 Matt 13:15 | is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord, 1757 Matt 13:15 | zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij 1758 Matt 13:17 | profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien de dingen, 1759 Matt 13:17 | dingen, die gij ziet, en hebben ze niet gezien; en te horen 1760 Matt 13:17 | dingen, die gij hoort, en hebben ze niet gehoord. ~ 1761 Matt 14:4 | niet geoorloofd haar te hebben. ~ 1762 Matt 14:17 | zij zeiden tot Hem: Wij hebben hier niet, dan vijf broden 1763 Matt 15:32 | bij Mij gebleven zijn, en hebben niet wat zij eten zouden; 1764 Matt 16:7 | geen broden mede genomen hebben. ~ 1765 Matt 16:28 | den Zoon des mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. ~  ~ 1766 Matt 17:12 | Elias nu gekomen is, en zij hebben hem niet gekend; doch zij 1767 Matt 17:12 | hem niet gekend; doch zij hebben aan hem gedaan, al wat zij 1768 Matt 17:12 | aan hem gedaan, al wat zij hebben gewild; alzo zal ook de 1769 Matt 17:16 | discipelen gebracht, en zij hebben hem niet kunnen genezen. ~ 1770 Matt 17:19 | alleen, en zeiden: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? ~ 1771 Matt 18:30 | hij de schuld zou betaald hebben. ~ 1772 Matt 18:34 | totdat hij zou betaald hebben al wat hij hem schuldig 1773 Matt 19:12 | die zichzelven gesneden hebben, om het Koninkrijk der hemelen. 1774 Matt 19:21 | armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; en kom herwaarts, 1775 Matt 19:27 | zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn 1776 Matt 19:29 | 29 En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of 1777 Matt 20:12 | Zeggende: Deze laatsten hebben maar een uur gearbeid, en 1778 Matt 20:12 | daags en de hitte gedragen hebben. ~ 1779 Matt 21:32 | tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; doch gij, zulks 1780 Matt 21:35 | nemende zijn dienstknechten, hebben den een geslagen, en den 1781 Matt 21:42 | de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een 1782 Matt 22:28 | van die zeven, want zij hebben ze allen gehad? ~ 1783 Matt 22:44 | Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. ~ 1784 Matt 23:16 | zegt: Zo wie gezworen zal hebben bij den tempel, dat is niets; 1785 Matt 23:16 | maar zo wie gezworen zal hebben bij het goud des tempels, 1786 Matt 23:18 | 18 En zo wie gezworen zal hebben bij het altaar, dat is niets; 1787 Matt 23:18 | maar zo wie gezworen zal hebben bij de gave, die daarop 1788 Matt 23:30 | hen geen gemeenschap gehad hebben aan het bloed der profeten. ~ 1789 Matt 23:31 | die de profeten gedood hebben. ~ 1790 Matt 24:43 | komen zou, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben 1791 Matt 24:43 | hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~ 1792 Matt 25:27 | geld den wisselaren gedaan hebben, en ik, komende, zou het 1793 Matt 25:27 | zou het mijne wedergenomen hebben met woeker. ~ 1794 Matt 25:29 | en hij zal overvloedig hebben; maar van dengene, die niet 1795 Matt 25:37 | zeggende: Heere! wanneer hebben wij U hongerig gezien, en 1796 Matt 25:38 | 38 En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien, 1797 Matt 25:39 | 39 En wanneer hebben wij U krank gezien, of in 1798 Matt 25:44 | zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of 1799 Matt 25:44 | of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? ~ 1800 Matt 26:15 | Hem u overleveren? En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren 1801 Matt 26:34 | eer de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen. 1802 Matt 26:36 | heenga, en aldaar zal gebeden hebben. ~ 1803 Matt 26:65 | heeft God gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? 1804 Matt 26:75 | Eer de haan gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. 1805 Matt 27:1 | morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de 1806 Matt 27:9 | Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren penningen 1807 Matt 27:9 | Denwelken zij gewaardeerd hebben; ~ 1808 Matt 27:10 | 10 En hebben dezelve gegeven voor den 1809 Matt 27:20 | overpriesters en de ouderlingen hebben den scharen aangeraden, 1810 Matt 27:35 | is door den profeet: Zij hebben Mijn klederen onder zich 1811 Matt 27:35 | onder zich verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding 1812 Matt 28:13 | zijn des nachts gekomen, en hebben Hem gestolen, als wij sliepen. ~ 1813 Mark 1:24 | 24 Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus 1814 Mark 2:12 | verheerlijkten God, zeggende: Wij hebben nooit zulks gezien! ~ 1815 Mark 2:17 | tot hen: Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet 1816 Mark 2:19 | zij den Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten. ~ 1817 Mark 3:6 | Farizeen, uitgegaan zijnde, hebben terstond met de Herodianen 1818 Mark 3:15 | 15 En om macht te hebben, de ziekten te genezen, 1819 Mark 3:28 | waarmede zij zullen gelasterd hebben; ~ 1820 Mark 3:29 | Maar zo wie zal gelasterd hebben tegen den Heiligen Geest, 1821 Mark 4:15 | en als zij het gehoord hebben, zo komt de satan terstond, 1822 Mark 4:16 | als zij het Woord gehoord hebben, terstond hetzelve met vreugde 1823 Mark 4:17 | 17 En hebben geen wortel in zichzelven, 1824 Mark 6:18 | huisvrouw uws broeders te hebben. ~ 1825 Mark 6:34 | schapen, die geen herder hebben; en Hij begon hun vele dingen 1826 Mark 6:36 | zichzelven mogen kopen; want zij hebben niet, wat zij eten zullen. ~ 1827 Mark 7:4 | zijn er, die zij aangenomen hebben te houden, als namelijk 1828 Mark 8:2 | dagen bij Mij gebleven, en hebben niet, wat zij eten zouden. ~ 1829 Mark 8:8 | 8 En zij hebben gegeten, en zijn verzadigd 1830 Mark 8:16 | is, omdat wij geen broden hebben. ~ 1831 Mark 8:38 | Mijner woorden zal geschaamd hebben, in dit overspelig en zondig 1832 Mark 9:1 | smaken, totdat zij zullen hebben gezien, dat het Koninkrijk 1833 Mark 9:13 | Elias gekomen is, en zij hebben hem gedaan al wat zij gewild 1834 Mark 9:13 | gedaan al wat zij gewild hebben, gelijk van hem geschreven 1835 Mark 9:18 | zouden uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~ 1836 Mark 9:28 | discipelen alleen: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen? ~ 1837 Mark 9:38 | zeggende: Meester! wij hebben een gezien, die de duivelen 1838 Mark 9:38 | welke ons niet volgt; en wij hebben het hem verboden, omdat 1839 Mark 10:21 | armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, 1840 Mark 10:23 | zullen degenen, die goed hebben, in het Koninkrijk Gods 1841 Mark 10:28 | Hem te zeggen: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn 1842 Mark 12:10 | de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een 1843 Mark 12:23 | dezen zijn? Want die zeven hebben haar tot een vrouw gehad. ~ 1844 Mark 12:33 | 33 En Hem lief te hebben uit geheel het hart, en 1845 Mark 12:33 | kracht; en den naaste lief te hebben als zichzelven, is meer 1846 Mark 12:36 | Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. ~ 1847 Mark 12:39 | 39 En de voorgestoelten hebben in de synagogen, en de vooraanzittingen 1848 Mark 12:43 | in de schatkist geworpen hebben. ~ 1849 Mark 12:44 | 44 Want zij allen hebben van hun overvloed daarin 1850 Mark 14:30 | haan tweemaal gekraaid zal hebben, gij Mij driemaal zult verloochenen. ~ 1851 Mark 14:32 | neder, totdat Ik gebeden zal hebben. ~ 1852 Mark 14:58 | 58 Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal 1853 Mark 14:63 | zijn klederen, zeide: Wat hebben wij nog getuigen van node? ~ 1854 Mark 14:72 | haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. 1855 Mark 16:16 | 16 Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal 1856 Mark 16:16 | maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden. ~ 1857 Mark 16:17 | degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: 1858 Luk 1:1 | Nademaal velen ter hand genomen hebben, om in orde te stellen een 1859 Luk 1:1 | onder ons volkomen zekerheid hebben; ~ 1860 Luk 1:2 | Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven 1861 Luk 2:30 | 30 Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, ~ 1862 Luk 2:48 | gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. ~ 1863 Luk 3:8 | zeggen bij uzelven: Wij hebben Abraham tot een vader; want 1864 Luk 4:23 | Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied 1865 Luk 4:34 | 34 Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus 1866 Luk 5:5 | zeide tot Hem: Meester, wij hebben den gehelen nacht over gearbeid, 1867 Luk 5:26 | met vreze, zeggende: Wij hebben heden ongelofelijke dingen 1868 Luk 5:31 | tot hen: Die gezond zijn, hebben den medicijnmeester niet 1869 Luk 6:32 | gij? Want ook de zondaars hebben lief degenen, die hen liefhebben. ~ 1870 Luk 6:49 | gehoord, en niet gedaan zal hebben, is gelijk een mens, die 1871 Luk 7:30 | Farizeen en de wetgeleerden hebben den raad Gods tegen zichzelven 1872 Luk 7:32 | toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, 1873 Luk 7:32 | gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, 1874 Luk 8:13 | wanneer zij het gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen; 1875 Luk 8:13 | vreugde ontvangen; en dezen hebben geen wortel, die maar voor 1876 Luk 8:14 | zijn dezen, die gehoord hebben, en heengaande verstikt 1877 Luk 8:18 | ook hetgeen hij meent te hebben, zal van hem genomen worden. ~ 1878 Luk 9:3 | iemand van u zal twee rokken hebben. ~ 1879 Luk 9:13 | eten. En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden, 1880 Luk 9:26 | Mijner woorden zal geschaamd hebben, diens zal de Zoon des mensen 1881 Luk 9:27 | Koninkrijk Gods zullen gezien hebben. ~ 1882 Luk 9:40 | zouden uitwerpen, en zij hebben niet gekund. ~ 1883 Luk 9:49 | antwoordde en zeide: Meester! wij hebben een gezien, die in Uw Naam 1884 Luk 9:49 | duivelen uitwierp, en wij hebben het hem verboden, omdat 1885 Luk 9:58 | zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des 1886 Luk 10:13 | as zittende, zich bekeerd hebben. ~ 1887 Luk 10:24 | vele profeten en koningen hebben begeerd te zien, hetgeen 1888 Luk 10:24 | zien, hetgeen gij ziet, en hebben het niet gezien; en te horen, 1889 Luk 10:24 | horen, hetgeen gij hoort, en hebben het niet gehoord. ~ 1890 Luk 11:5 | Wie van u zal een vriend hebben, en zal ter middernacht 1891 Luk 11:32 | hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking 1892 Luk 11:47 | der profeten, en uw vaders hebben dezelve gedood. ~ 1893 Luk 11:48 | werken uwer vaderen; want zij hebben ze gedood, en gij bouwt 1894 Luk 12:10 | Heiligen Geest gelasterd zal hebben, dien zal het niet vergeven 1895 Luk 12:24 | geen spijskamer noch schuur hebben, en God voedt dezelve; hoeveel 1896 Luk 12:39 | zou komen, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben 1897 Luk 12:39 | hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven. ~ 1898 Luk 12:59 | penningsken betaald zult hebben. ~  ~ 1899 Luk 13:2 | omdat zij zulks geleden hebben? 1900 Luk 13:8 | gegraven en mest gelegd zal hebben; ~ 1901 Luk 13:25 | en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten 1902 Luk 13:26 | beginnen te zeggen: Wij hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten 1903 Luk 14:14 | zalig zijn, omdat zij niet hebben, om u te vergelden; want 1904 Luk 15:7 | de bekering niet van node hebben. ~ 1905 Luk 15:17 | huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en 1906 Luk 16:29 | Abraham zeide tot hem: Zij hebben Mozes en de profeten, dat 1907 Luk 17:8 | zal gegeten en gedronken hebben; en eet en drink gij daarna? ~ 1908 Luk 17:10 | wanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, 1909 Luk 17:10 | dienstknechten; want wij hebben maar gedaan, hetgeen wij 1910 Luk 18:22 | armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, 1911 Luk 18:24 | zullen degenen, die goed hebben, in het Koninkrijk Gods 1912 Luk 18:28 | En Petrus zeide: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn 1913 Luk 19:27 | mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen 1914 Luk 20:17 | de bouwlieden verworpen hebben, deze is tot een hoofd des 1915 Luk 20:31 | desgelijks ook de zeven, en hebben geen kinderen nagelaten, 1916 Luk 20:33 | zij zijn? Want die zeven hebben dezelve tot een vrouw gehad. ~ 1917 Luk 20:43 | Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. ~ 1918 Luk 21:4 | 4 Want die allen hebben van hun overvloed geworpen 1919 Luk 22:25 | hen; en die macht over hen hebben, worden weldadige heren 1920 Luk 22:34 | driemaal zult verloochend hebben, dat gij Mij kent. ~ 1921 Luk 22:37 | van Mij geschreven zijn, hebben een einde. ~ 1922 Luk 22:61 | Eer de haan zal gekraaid hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. ~ 1923 Luk 22:71 | 71 En zij zeiden: Wat hebben wij nog getuigenis van node? 1924 Luk 22:71 | van node? Want wij zelven hebben het uit Zijn mond gehoord. ~  ~  ~  1925 Luk 23:2 | beschuldigen, zeggende: Wij hebben bevonden, dat Deze het volk 1926 Luk 23:29 | buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten, die niet 1927 Luk 23:29 | borsten, die niet gezoogd hebben. ~ 1928 Luk 23:41 | waardig hetgeen wij gedaan hebben; maar Deze heeft niets onbehoorlijks 1929 Luk 24:20 | oversten Denzelven overgeleverd hebben tot het oordeel des doods, 1930 Luk 24:20 | doods, en Hem gekruisigd hebben. ~ 1931 Luk 24:22 | sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg 1932 Luk 24:25 | hetgeen de profeten gesproken hebben! ~ 1933 Joha 1:11 | het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. ~ 1934 Joha 1:12 | Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven 1935 Joha 1:14 | onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, 1936 Joha 1:16 | 16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook 1937 Joha 1:22 | dengenen, die ons gezonden hebben; wat zegt gij van uzelven? ~ 1938 Joha 1:42 | Simon, en zeide tot hem: Wij hebben gevonden den Messias, hetwelk 1939 Joha 1:46 | Nathanael en zeide tot hem: Wij hebben Dien gevonden, van Welken 1940 Joha 2:3 | moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn. ~ 1941 Joha 3:11 | getuigen, wat Wij gezien hebben; en gijlieden neemt Onze 1942 Joha 3:19 | gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad 1943 Joha 4:10 | drinken, zo zoudt gij van Hem hebben begeerd, en Hij zoude u 1944 Joha 4:10 | zoude u levend water gegeven hebben. ~ 1945 Joha 4:14 | Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem 1946 Joha 4:20 | 20 Onze vaders hebben op deze berg aangebeden; 1947 Joha 4:38 | niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt 1948 Joha 4:42 | zeggens wil; want wij zelven hebben Hem gehoord, en weten, dat 1949 Joha 5:25 | Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven. ~ 1950 Joha 5:26 | Zoon gegeven, het leven te hebben in Zichzelven; ~ 1951 Joha 5:29 | uitgaan, die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens, 1952 Joha 5:29 | en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis. ~ 1953 Joha 5:39 | dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van 1954 Joha 5:40 | opdat gij het leven moogt hebben. ~ 1955 Joha 6:21 | 21 Zij hebben dan Hem gewilliglijk in 1956 Joha 6:31 | 31 Onze vaders hebben het Manna gegeten in de 1957 Joha 6:49 | 49 Uw vaders hebben het Manna gegeten in de 1958 Joha 6:58 | vaders het Manna gegeten hebben, en zijn gestorven. Die 1959 Joha 6:69 | 69 En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij 1960 Joha 8:12 | zal het licht des levens hebben. ~ 1961 Joha 8:28 | des mensen zult verhoogd hebben, dan zult gij verstaan, 1962 Joha 8:33 | Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand gediend; hoe 1963 Joha 8:36 | de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij 1964 Joha 8:41 | geboren uit hoererij; wij hebben een Vader, namelijk God. ~ 1965 Joha 8:51 | iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien 1966 Joha 8:52 | iemand Mijn woord bewaard zal hebben, die zal den dood niet smaken 1967 Joha 9:41 | zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; 1968 Joha 10:8 | moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord. ~ 1969 Joha 10:10 | gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben. ~ 1970 Joha 10:10 | leven hebben, en overvloed hebben. ~ 1971 Joha 11:8 | tot Hem: Rabbi! de Joden hebben U nu onlangs gezocht te 1972 Joha 12:34 | schare antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat 1973 Joha 12:47 | gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want 1974 Joha 13:29 | Koop, hetgeen wij van node hebben tot het feest, of, dat hij 1975 Joha 13:38 | driemaal verloochend zult hebben. ~  ~ 1976 Joha 14:2 | anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats 1977 Joha 14:3 | en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal 1978 Joha 14:7 | gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, 1979 Joha 15:20 | Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; 1980 Joha 15:20 | indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe 1981 Joha 15:22 | hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor 1982 Joha 15:24 | hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden 1983 Joha 15:25 | hun wet geschreven is: Zij hebben mij zonder oorzaak gehaat. ~ 1984 Joha 16:3 | zij den Vader niet gekend hebben, noch Mij. ~ 1985 Joha 16:13 | maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de 1986 Joha 16:33 | wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, 1987 Joha 17:6 | dezelve gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. ~ 1988 Joha 17:7 | 7 Nu hebben zij bekend, dat alles, wat 1989 Joha 17:8 | heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben 1990 Joha 17:8 | hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik 1991 Joha 17:8 | van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden 1992 Joha 17:13 | blijdschap vervuld mogen hebben in zichzelven. ~ 1993 Joha 17:25 | Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden 1994 Joha 18:21 | degenen, die het gehoord hebben, wat Ik tot hen gesproken 1995 Joha 18:30 | Hem u niet overgeleverd hebben. ~ 1996 Joha 18:34 | gij dit van uzelven, of hebben het u anderen van Mij gezegd? ~ 1997 Joha 18:35 | volk en de overpriesters hebben U aan mij overgeleverd; 1998 Joha 18:36 | Mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik den Joden niet 1999 Joha 19:7 | Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet 2000 Joha 19:11 | antwoordde: Gij zoudt geen macht hebben tegen Mij, indien het u


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2440

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License