1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2288
Book Chapter: Verse
2001 Luk 23:35 | heeft Hij verlost, dat Hij nu Zichzelven verlosse, zo
2002 Luk 23:47 | 47 Als nu de hoofdman over honderd
2003 Joha 1:45 | 45 Filippus nu was van Bethsaida, uit de
2004 Joha 1:52 | voorwaar zeg Ik ulieden: Van nu aan zult gij den hemel zien
2005 Joha 2:8 | Hij zeide tot hen: Schept nu, en draagt het tot den hofmeester;
2006 Joha 2:9 | 9 Als nu de hofmeester het water,
2007 Joha 2:10 | hebt den goeden wijn tot nu toe bewaard. ~
2008 Joha 3:4 | een mens geboren worden, nu oud zijnde? Kan hij ook
2009 Joha 4:18 | mannen gehad, en dien gij nu hebt, is uw man niet; dat
2010 Joha 4:23 | Maar de ure komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders
2011 Joha 4:51 | 51 En als hij nu afging, kwamen hem zijn
2012 Joha 5:6 | liggen, en wetende, dat hij nu langen tijd gelegen had,
2013 Joha 5:17 | hun: Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook. ~
2014 Joha 5:25 | Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen
2015 Joha 6:61 | 61 Jezus nu, wetende bij Zichzelven,
2016 Joha 7:14 | 14 Doch als het nu in het midden van het feest
2017 Joha 7:26 | zeggen Hem niets. Zouden nu wel de oversten waarlijk
2018 Joha 8:40 | 40 Maar nu zoekt gij Mij te doden,
2019 Joha 8:52 | Joden dan zeiden tot Hem: Nu bekennen wij, dat Gij den
2020 Joha 9:19 | geboren is? Hoe ziet hij dan nu? ~
2021 Joha 9:21 | 21 Maar hoe hij nu ziet, weten wij niet; of
2022 Joha 9:25 | ik, dat ik blind was, en nu zie. ~
2023 Joha 9:41 | geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft
2024 Joha 11:2 | 2 (Maria nu was degene, die den Heere
2025 Joha 11:5 | 5 Jezus nu had Martha, en haar zuster,
2026 Joha 11:8 | Rabbi! de Joden hebben U nu onlangs gezocht te stenigen,
2027 Joha 11:17 | gekomen zijnde, vond, dat hij nu vier dagen in het graf geweest
2028 Joha 11:18 | 18 (Bethanie nu was nabij Jeruzalem, omtrent
2029 Joha 11:22 | 22 Maar ook nu weet ik, dat alles, wat
2030 Joha 11:30 | 30 (Jezus nu was nog in het vlek niet
2031 Joha 11:39 | tot Hem: Heere, hij riekt nu al, want hij heeft vier
2032 Joha 11:57 | 57 De overpriesters nu en de Farizeen hadden een
2033 Joha 12:27 | 27 Nu is Mijn ziel ontroerd; en
2034 Joha 12:31 | 31 Nu is het oordeel dezer wereld;
2035 Joha 12:31 | het oordeel dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld
2036 Joha 13:2 | avondmaal gedaan was,, toen nu de duivel in het hart van
2037 Joha 13:7 | hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het
2038 Joha 13:19 | 19 Van nu zeg Ik het ulieden, eer
2039 Joha 13:31 | uitgegaan was, zeide Jezus: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt,
2040 Joha 13:33 | komen; alzo zeg Ik ulieden nu ook. ~
2041 Joha 13:36 | Ik heenga, kunt gij Mij nu niet volgen; maar gij zult
2042 Joha 13:37 | Heere, waarom kan ik U nu niet volgen? Ik zal mijn
2043 Joha 14:7 | Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem
2044 Joha 14:29 | 29 En nu heb Ik het u gezegd, eer
2045 Joha 15:3 | 3 Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik
2046 Joha 15:22 | hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel
2047 Joha 15:24 | hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en
2048 Joha 16:5 | 5 En nu ga Ik heen tot Dengene,
2049 Joha 16:12 | zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen. ~
2050 Joha 16:22 | 22 En gij dan hebt nu wel droefheid; maar Ik zal
2051 Joha 16:29 | discipelen zeiden tot Hem: Zie, nu spreekt Gij vrijuit, en
2052 Joha 16:30 | 30 Nu weten wij, dat Gij alle
2053 Joha 16:31 | antwoordde hun: Gelooft gij nu? ~
2054 Joha 16:32 | Ziet, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid
2055 Joha 17:5 | 5 En nu verheerlijk Mij, Gij Vader,
2056 Joha 17:7 | 7 Nu hebben zij bekend, dat alles,
2057 Joha 17:13 | 13 Maar nu kom Ik tot U, en spreek
2058 Joha 18:14 | 14 Kajafas nu was degene, die den Joden
2059 Joha 18:15 | discipel. Deze discipel nu was den hogepriester bekend,
2060 Joha 18:36 | ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet
2061 Joha 19:23 | deel) en den rok. De rok nu was zonder naad, van boven
2062 Joha 19:26 | 26 Jezus nu, ziende Zijn moeder, en
2063 Joha 19:28 | Hierna Jezus, wetende, dat nu alles volbracht was, opdat
2064 Joha 19:33 | als zij zagen, dat Hij nu gestorven was, zo braken
2065 Joha 21:4 | 4 En als het nu morgenstond geworden was,
2066 Joha 21:10 | van den vissen, die gij nu gevangen hebt. ~
2067 Joha 21:14 | 14 Dit was nu de derde maal, dat Jezus
2068 Hand 1:15 | discipelen, en sprak (er was nu een schare bijeen van omtrent
2069 Hand 2:33 | dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort. ~
2070 Hand 3:1 | 1 Petrus nu en Johannes gingen te zamen
2071 Hand 3:17 | 17 En nu, broeders, ik weet, dat
2072 Hand 4:3 | anderen dag; want het was nu avond. ~
2073 Hand 4:13 | 13 Zij nu, ziende de vrijmoedigheid
2074 Hand 4:29 | 29 En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen,
2075 Hand 5:5 | 5 En nu, zend mannen naar Joppe,
2076 Hand 5:33 | zijt. Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor God,
2077 Hand 6:1 | 1 De apostelen nu, en de broeders, die in
2078 Hand 6:19 | 19 Degenen nu, die verstrooid waren door
2079 Hand 6:36 | 6 Toen hem nu Herodes zou voorbrengen,
2080 Hand 6:41 | zichzelven gekomen zijnde, zeide: Nu weet ik waarachtiglijk dat
2081 Hand 6:55 | 25 Barnabas nu en Saulus keerden wederom
2082 Hand 7:11 | 11 En nu zie, de hand des Heeren
2083 Hand 7:48 | 48 Als nu de heidenen dit hoorden,
2084 Hand 9:10 | 10 Nu dan, wat verzoekt gij God,
2085 Hand 9:32 | 32 Judas nu en Silas, die ook zelven
2086 Hand 9:36 | Paulus tot Barnabas: Laat ons nu wederkeren, en bezoeken
2087 Hand 10:10 | 10 Als hij nu dit gezicht gezien had,
2088 Hand 10:19 | 19 Als nu de heren van dezelve zagen,
2089 Hand 10:36 | losgelaten worden; gaat dan nu uit, en reist heen in vrede. ~
2090 Hand 10:37 | geworpen, en werpen zij ons nu heimelijk daaruit? Niet
2091 Hand 11:21 | 21 (Die van Athene nu allen, en de vreemdelingen,
2092 Hand 11:30 | overzien hebbende, verkondigt nu allen mensen alom, dat zij
2093 Hand 11:32 | 32 Als zij nu van de opstanding der doden
2094 Hand 12:6 | hoofd; ik ben rein; en van nu voortaan zal ik tot de heidenen
2095 Hand 13:14 | 14 Dezen nu waren zekere zeven zonen
2096 Hand 13:28 | 28 Als zij nu dit hoorden, werden zij
2097 Hand 13:38 | 38 Indien dan nu Demetrius, en die met hem
2098 Hand 14:1 | 1 Nadat nu het oproer gestild was,
2099 Hand 14:6 | 6 Wij nu scheepten af van Filippi
2100 Hand 14:22 | 22 En nu ziet, ik, gebonden zijnde
2101 Hand 14:25 | 25 En nu ziet, ik weet, dat gij allen,
2102 Hand 14:32 | 32 En nu, broeders, ik bevele u Gode,
2103 Hand 15:5 | 5 Toen het nu geschiedde, dat wij deze
2104 Hand 15:7 | 7 Wij nu, de scheepvaart volbracht
2105 Hand 15:9 | 9 Deze nu had vier dochters, nog maagden,
2106 Hand 15:12 | 12 Als wij nu dit hoorden, baden beiden
2107 Hand 15:27 | 27 Als nu de zeven dagen zouden voleindigd
2108 Hand 15:32 | liep af naar hen toe. Zij nu, den oversten en de krijgsknechten
2109 Hand 15:37 | 37 En als Paulus nu in de legerplaats zou geleid
2110 Hand 16:2 | 2 (Als zij nu hoorden, dat hij in de Hebreeuwse
2111 Hand 16:16 | 16 En nu, wat vertoeft gij? Sta op,
2112 Hand 16:22 | 22 Zij hoorden hem nu tot dit woord toe; en zij
2113 Hand 16:26 | 26 Als nu de hoofdman over honderd
2114 Hand 17:15 | 15 Gij dan nu, laat den overste weten
2115 Hand 17:19 | 19 De overste nu nam hem bij de hand, en
2116 Hand 17:21 | omgebracht hebben; en zij zijn nu gereed, verwachtende de
2117 Hand 18:10 | Dewijl ik weet, dat gij nu vele jaren over dit volk
2118 Hand 18:13 | bewijzen, waarvan zij mij nu beschuldigen. ~
2119 Hand 18:22 | 22 Toen nu Felix dit gehoord had, stelde
2120 Hand 20:6 | 6 En nu sta ik, en word geoordeeld
2121 Hand 20:17 | heidenen, tot dewelke Ik u nu zende; ~
2122 Hand 21:9 | tijd verlopen, en de vaart nu zorgelijk was, omdat ook
2123 Hand 21:9 | was, omdat ook de vasten nu voorbij was, vermaande hen
2124 Hand 21:27 | 27 Als nu de veertiende nacht gekomen
2125 Hand 21:37 | 37 Wij waren nu in het schip in alles tweehonderd
2126 Hand 21:42 | 42 De raadslag nu der krijgslieden was, dat
2127 Rom 3:5 | 5 Indien nu onze ongerechtigheid Gods
2128 Rom 3:19 | 19 Wij weten nu, dat al wat de wet zegt,
2129 Rom 3:21 | 21 Maar nu is de rechtvaardigheid Gods
2130 Rom 4:4 | 4 Nu dengene, die werkt, wordt
2131 Rom 4:23 | 23 Nu is het niet alleen om zijnentwil
2132 Rom 5:9 | 9 Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn
2133 Rom 5:11 | Christus, door Welken wij nu de verzoening gekregen hebben. ~
2134 Rom 6:8 | 8 Indien wij nu met Christus gestorven zijn,
2135 Rom 6:17 | zonde waart, maar dat gij nu van harte gehoorzaam geworden
2136 Rom 6:19 | ongerechtigheid, alzo stelt nu uw leden, om dienstbaar
2137 Rom 6:21 | die dingen, waarover gij u nu schaamt? Want het einde
2138 Rom 6:22 | 22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt
2139 Rom 7:6 | 6 Maar nu zijn wij vrijgemaakt van
2140 Rom 7:17 | 17 Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde,
2141 Rom 7:20 | dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar
2142 Rom 8:1 | 1 Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen,
2143 Rom 8:22 | als in barensnood is tot nu toe. ~
2144 Rom 8:24 | zalig geworden. De hoop nu, die gezien wordt, is geen
2145 Rom 11:30 | ongehoorzaam geweest zijt, maar nu barmhartigheid verkregen
2146 Rom 11:31 | 31 Alzo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geweest, opdat
2147 Rom 12:6 | 6 Hebbende nu verscheidene gaven, naar
2148 Rom 13:3 | maar den kwaden. Wilt gij nu de macht niet vrezen, doe
2149 Rom 13:11 | dat het de ure is, dat wij nu uit den slaap opwaken; want
2150 Rom 13:11 | want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst
2151 Rom 14:1 | 1 Dengene nu, die zwak is in het geloof,
2152 Rom 15:13 | 13 De God nu der hoop vervulle ulieden
2153 Rom 15:23 | 23 Maar nu geen plaats meer hebbende
2154 Rom 15:25 | 25 Maar nu reis ik naar Jeruzalem,
2155 Rom 16:25 | 25 Hem nu, Die machtig is u te bevestigen,
2156 Rom 16:26 | 26 Maar nu geopenbaard is, en door
2157 1Kor 3:2 | niet; ja, gij vermoogt ook nu nog niet. ~
2158 1Kor 4:13 | en aller afschrapsel tot nu toe. ~
2159 1Kor 5:11 | 11 Maar nu heb ik u geschreven, dat
2160 1Kor 6:7 | 7 Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u,
2161 1Kor 7:1 | 1 Aangaande nu de dingen, waarvan gij mij
2162 1Kor 7:14 | uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. ~
2163 1Kor 7:25 | 25 Aangaande de maagden nu, heb ik geen bevel des Heeren;
2164 1Kor 8:1 | 1 Aangaande nu de dingen, die den afgoden
2165 1Kor 8:8 | 8 De spijze nu maakt ons Gode niet aangenaam;
2166 1Kor 11:17 | 17 Dit nu, hetgeen ik u aanzegge,
2167 1Kor 11:34 | samenkomt. De overige dingen nu zal ik verordenen, als ik
2168 1Kor 12:18 | 18 Maar nu heeft God de leden gezet,
2169 1Kor 12:20 | 20 Maar nu zijn er wel vele leden,
2170 1Kor 13:12 | 12 Want wij zien nu door een spiegel in een
2171 1Kor 13:12 | aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan
2172 1Kor 13:13 | 13 En nu blijft geloof, hoop en liefde,
2173 1Kor 14:6 | 6 En nu, broeders, indien ik tot
2174 1Kor 15:12 | 12 Indien nu Christus gepredikt wordt,
2175 1Kor 15:20 | 20 Maar nu, Christus is opgewekt uit
2176 1Kor 15:56 | 56 De prikkel nu des doods is de zonde; en
2177 1Kor 16:1 | 1 Aangaande nu de verzameling, die voor
2178 1Kor 16:7 | 7 Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan,
2179 1Kor 16:10 | 10 Zo nu Timotheus komt, ziet, dat
2180 1Kor 16:12 | ganselijk zijn wil niet, dat hij nu zou komen; doch hij zal
2181 2Kor 2:10 | 10 Dien gij nu iets vergeeft, dien vergeef
2182 2Kor 3:17 | 17 De Heere nu is de Geest; en waar de
2183 2Kor 4:13 | 13 Dewijl wij nu denzelfden Geest des geloofs
2184 2Kor 5:5 | 5 Die ons nu tot ditzelfde bereid heeft,
2185 2Kor 5:16 | 16 Zo dan, wij kennen van nu aan niemand naar het vlees;
2186 2Kor 5:16 | nochtans kennen wij Hem nu niet meer naar het vlees. ~
2187 2Kor 6:2 | heb Ik u geholpen. Ziet, nu is het de welaangename tijd,
2188 2Kor 6:2 | welaangename tijd, ziet, nu is het de dag der zaligheid! ~
2189 2Kor 6:13 | 13 Nu, om dezelfde vergelding
2190 2Kor 7:9 | 9 Nu verblijde ik mij, niet omdat
2191 2Kor 8:11 | 11 Maar nu voleindigt ook het doen;
2192 2Kor 8:22 | dat hij naarstig is; en nu veel naarstiger, door het
2193 2Kor 13:2 | maal, en ik schrijf het nu afwezende aan degenen, die
2194 Gal 1:9 | gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand
2195 Gal 1:10 | 10 Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek
2196 Gal 1:20 | 20 Hetgeen nu ik u schrijf, ziet, ik getuig
2197 Gal 1:23 | eertijds vervolgde, verkondigt nu het geloof, hetwelk hij
2198 Gal 2:20 | leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef
2199 Gal 3:3 | begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees? ~
2200 Gal 3:16 | 16 Nu zo zijn de beloftenissen
2201 Gal 4:9 | 9 En nu, als gij God kent, ja, veelmeer
2202 Gal 4:20 | 20 Doch ik wilde, dat ik nu tegenwoordig bij u ware,
2203 Gal 4:25 | overeen met Jeruzalem, dat nu is, en dienstbaar is met
2204 Gal 4:29 | Geest geboren was, alzo ook nu. ~
2205 Gal 5:19 | 19 De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn
2206 Efez 2:2 | lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der
2207 Efez 2:13 | 13 Maar nu in Christus Jezus, zijt
2208 Efez 3:5 | bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn
2209 Efez 3:10 | 10 Opdat nu, door de Gemeente, bekend
2210 Efez 3:20 | 20 Hem nu, Die machtig is meer dan
2211 Efez 4:9 | 9 Nu dit: Hij is opgevaren; wat
2212 Efez 5:8 | eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere;
2213 Fili 1:5 | van den eersten dag af tot nu toe; ~
2214 Fili 1:20 | te allen tijd, alzo ook nu, Christus zal groot gemaakt
2215 Fili 1:30 | gij in mij gezien hebt, en nu in mij hoort. ~ ~ ~
2216 Fili 2:12 | tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezen, werkt uws
2217 Fili 3:18 | dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij
2218 Fili 4:10 | geweest in den Heere, dat gij nu eenmaal wederom verwakkerd
2219 Fili 4:20 | 20 Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid
2220 Kol 1:21 | verstand in de boze werken, nu ook verzoend, ~
2221 Kol 1:24 | 24 Die mij nu verblijd in mijn lijden
2222 Kol 1:26 | van alle geslachten, maar nu geopenbaard is aan Zijn
2223 Kol 3:4 | 4 Wanneer nu Christus zal geopenbaard
2224 Kol 3:8 | 8 Maar nu legt ook gij dit alles af,
2225 1The 3:6 | 6 Maar als Timotheus nu van ulieden tot ons gekomen
2226 1The 3:8 | 8 Want nu leven wij, indien gij vast
2227 1The 4:9 | Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node,
2228 2The 2:6 | 6 En nu, wat hem wederhoudt, weet
2229 2The 2:7 | gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem
2230 2The 3:16 | 16 De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede
2231 1Tim 1:17 | 17 Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken,
2232 1Tim 5:5 | 5 Die nu waarlijk weduwe is, en alleen
2233 2Tim 1:10 | 10 Doch nu geopenbaard is door de verschijning
2234 2Tim 3:8 | 8 Gelijkerwijs nu Jannes en Jambres Mozes
2235 2Tim 4:6 | 6 Want ik word nu tot een drankoffer geofferd,
2236 File 1:9 | Paulus, een oud man, en nu ook een gevangene van Jezus
2237 File 1:11 | eertijds u onnut was, maar nu u en mij zeer nuttig; denwelken
2238 File 1:16 | 16 Nu voortaan niet als een dienstknecht,
2239 Heb 2:8 | niet onderworpen zij; doch nu zien wij nog niet, dat hem
2240 Heb 3:17 | 17 Over welke nu is Hij vertoornd geweest
2241 Heb 7:4 | 4 Aanmerkt nu, hoe groot deze geweest
2242 Heb 7:7 | 7 Nu, zonder enig tegenspreken,
2243 Heb 7:11 | 11 Indien dan nu de volkomenheid door het
2244 Heb 8:1 | 1 De hoofdsom nu der dingen, waarvan wij
2245 Heb 8:6 | 6 En nu heeft Hij zoveel uitnemender
2246 Heb 8:13 | eerste oud gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd,
2247 Heb 9:5 | beschaduwden; van welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen
2248 Heb 9:6 | 6 Deze dingen nu, aldus toebereid zijnde,
2249 Heb 9:24 | in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het
2250 Heb 9:26 | grondlegging der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de voleinding
2251 Heb 10:3 | 3 Maar nu geschiedt in dezelve alle
2252 Heb 10:18 | 18 Waar nu vergeving derzelve is, daar
2253 Heb 11:1 | 1 Het geloof nu is een vaste grond der dingen,
2254 Heb 11:16 | 16 Maar nu zijn zij begerig naar een
2255 Heb 11:24 | het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd
2256 Heb 12:26 | toen de aarde bewoog; maar nu heeft Hij verkondigd, zeggende:
2257 Heb 13:20 | 20 De God nu des vredes, Die den grote
2258 Jako 2:11 | zult niet doden. Indien gij nu geen overspel zult doen,
2259 Jako 2:15 | 15 Indien er nu een broeder of zuster naakt
2260 Jako 2:24 | 24 Ziet gij dan nu, dat een mens uit de werken
2261 Jako 4:11 | oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt
2262 Jako 4:13 | 13 Welaan nu gij, die daar zegt: Wij
2263 Jako 4:16 | 16 Maar nu roemt gij in uw hoogmoed;
2264 Jako 5:1 | 1 Welaan nu, gij rijken, weent en huilt
2265 1Pet 1:6 | In welke gij u verheugt, nu een weinig tijds (zo het
2266 1Pet 1:8 | liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende,
2267 1Pet 1:12 | bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen,
2268 1Pet 2:10 | eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds
2269 1Pet 2:10 | niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden. ~
2270 1Pet 2:25 | dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder en
2271 1Pet 3:21 | tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een
2272 1Pet 4:2 | 2 Om nu niet meer naar de begeerlijkheden
2273 1Pet 5:10 | 10 De God nu aller genade, Die ons geroepen
2274 2Pet 3:1 | zendbrief, geliefden, schrijf ik nu aan u, in welke beide ik
2275 2Pet 3:7 | 7 Maar de hemelen, die nu zijn, en de aarde, zijn
2276 2Pet 3:18 | zij de heerlijkheid, beide nu en in de dag der eeuwigheid.
2277 1Joh 2:8 | waarachtige licht schijnt nu. ~
2278 1Joh 2:18 | antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden;
2279 1Joh 2:28 | 28 En nu, kinderkens, blijft in Hem;
2280 1Joh 3:2 | 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods,
2281 1Joh 3:17 | 17 Zo wie nu het goed der wereld heeft,
2282 1Joh 4:3 | hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld. ~
2283 2Joh 1:5 | 5 En nu bid ik u, uitverkoren vrouwe,
2284 Jud 1:24 | 24 Hem nu, Die machtig is u van struikelen
2285 Jud 1:25 | kracht en macht, beide nu en in alle eeuwigheid. Amen.~ ~
2286 Open 12:10 | zeggende in den hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht,
2287 Open 14:13 | in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest,
2288 Open 14:15 | want de ure om te maaien is nu gekomen, dewijl de oogst
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2288 |