1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2279
Book Chapter: Verse
1001 Spre 20:19 | het heimelijke; vermeng u dan niet met hem, die met zijn
1002 Spre 20:24 | zijn van den HEERE; hoe zou dan een mens zijn weg verstaan? ~
1003 Spre 21:3 | bij den HEERE uitgelezener dan offer. ~
1004 Spre 21:9 | op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw,
1005 Spre 21:19 | wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige
1006 Spre 22:1 | De naam is uitgelezener dan grote rijkdom, de goede
1007 Spre 22:1 | rijkdom, de goede gunst dan zilver en dan goud. ~
1008 Spre 22:1 | goede gunst dan zilver en dan goud. ~
1009 Spre 25:7 | zegge: Kom hier bovenaan, dan dat men u vernedere voor
1010 Spre 25:24 | op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw,
1011 Spre 26:12 | zot is meer verwachting dan van hem. ~
1012 Spre 26:16 | is wijzer in zijn ogen, dan zeven, die met rede antwoorden. ~
1013 Spre 27:3 | toornigheid des dwazen is zwaarder dan die beide. ~
1014 Spre 27:5 | Openbare bestraffing is beter dan verborgene liefde. ~
1015 Spre 27:10 | een gebuur die nabij is, dan een broeder, die verre
1016 Spre 28:6 | zijn oprechtheid, is beter, dan die verkeerd is van wegen,
1017 Spre 28:23 | achterna gunst vinden, meer dan die met de tong vleit. ~
1018 Spre 29:20 | zot is meer verwachting dan van hem. ~
1019 Spre 30:2 | Voorwaar, ik ben onvernuftiger dan iemand; en ik heb geen mensenverstand; ~
1020 Spre 30:9 | Opdat ik, zat zijnde, U dan niet verloochene, en zegge:
1021 Spre 30:9 | dat ik, verarmd zijnde, dan niet stele, en den Naam
1022 Pred 2:7 | runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem
1023 Pred 2:9 | groot, en nam toe, meer dan iemand, die voor mij te
1024 Pred 2:15 | bejegenen; waarom heb ik dan toen meer naar wijsheid
1025 Pred 2:16 | gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien
1026 Pred 2:24 | 24 Is het dan niet goed voor den mens,
1027 Pred 2:25 | zich daartoe haasten, meer dan ik zelf?) ~
1028 Pred 3:12 | beters voor henlieden is, dan zich te verblijden, en goed
1029 Pred 3:22 | dat er niets beters is, dan dat de mens zich verblijde
1030 Pred 4:3 | 3 Ja, hij is beter dan die beiden, die nog niet
1031 Pred 4:6 | hand vol met rust is beter, dan beide de vuisten vol met
1032 Pred 4:9 | 9 Twee zijn beter dan een; want zij hebben een
1033 Pred 4:13 | een arm en wijs jongeling, dan een oud en zot koning, die
1034 Pred 4:17 | liever nabij om te horen, dan om der zotten slachtoffer
1035 Pred 5:4 | beter, dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet
1036 Pred 5:7 | want die hoger is dan de hoge, neemt er acht op;
1037 Pred 5:10 | eten; wat nuttigheid hebben dan de bezitters daarvan, dan
1038 Pred 5:10 | dan de bezitters daarvan, dan het gezicht hunner ogen? ~
1039 Pred 6:3 | dat een misdracht beter is dan hij. ~
1040 Pred 6:5 | bekend; zij heeft meer rust dan hij. ~
1041 Pred 6:8 | wat heeft de wijze meer dan de zot? Wat heeft de arme
1042 Pred 6:9 | is het aanzien der ogen, dan het wandelen der begeerlijkheid.
1043 Pred 6:10 | met dien, die sterker is dan hij. ~
1044 Pred 7:1 | Beter is een goede naam, dan goede olie, en de dag des
1045 Pred 7:1 | olie, en de dag des doods, dan de dag dat iemand geboren
1046 Pred 7:2 | te gaan in het klaaghuis, dan te gaan in het huis des
1047 Pred 7:3 | Het treuren is beter dan het lachen; want door de
1048 Pred 7:5 | het bestraffen des wijzen, dan dat iemand hore het gezang
1049 Pred 7:8 | einde van een ding is beter dan zijn begin; de lankmoedige
1050 Pred 7:8 | de lankmoedige is beter dan de hoogmoedige. ~
1051 Pred 7:10 | dagen beter geweest zijn, dan deze? Want gij zoudt naar
1052 Pred 7:19 | versterkt den wijze meer dan tien heerschappers, die
1053 Pred 7:26 | vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker
1054 Pred 8:15 | beters heeft onder de zon, dan te eten, en te drinken,
1055 Pred 9:4 | een levende hond is beter dan een dode leeuw. ~
1056 Pred 9:7 | 7 Ga dan heen, eet uw brood met vreugde,
1057 Pred 9:16 | zeide ik: Wijsheid is beter dan kracht, hoewel de wijsheid
1058 Pred 9:17 | aangehoord worden, meer dan het geroep desgenen, die
1059 Pred 9:18 | De wijsheid is beter dan de krijgswapenen, maar een
1060 Pred 10:10 | hij slijpt de snede niet, dan moet hij meerder kracht
1061 Pred 10:11 | der bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid voor
1062 Pred 11:10 | 10 Zo doe dan de toornigheid wijken van
1063 Pred 12:2 | 2 Eer dan de zon, en het licht, en
1064 Hoo 1:2 | uitnemende liefde is beter dan wijn. ~
1065 Hoo 1:4 | liefde vermelden, meer dan den wijn; de oprechten hebben
1066 Hoo 4:10 | is uw uitnemende liefde dan wijn, en de reuk uwer olien
1067 Hoo 4:10 | wijn, en de reuk uwer olien dan alle specerijen! ~
1068 Hoo 5:9 | Wat is uw Liefste meer dan een ander liefste, o gij
1069 Hoo 5:9 | wat is uw Liefste meer dan een ander liefste, dat gij
1070 Hoo 7:8 | takken grijpen; zo zullen dan uw borsten zijn als druif
1071 Jes 1:18 | 18 Komt dan, en laat ons samen rechten,
1072 Jes 2:6 | met goddeloosheid, meer dan het oosten, en zij zijn
1073 Jes 2:19 | 19 Dan zullen zij in de spelonken
1074 Jes 2:22 | 22 Laat gijlieden dan af van den mens, wiens adem
1075 Jes 5:3 | 3 Nu dan, gij inwoners van Jeruzalem,
1076 Jes 5:5 | 5 Nu dan, Ik zal ulieden nu bekend
1077 Jes 5:15 | 15 Dan zal de gemene man nedergebogen
1078 Jes 5:30 | als het bruisen der zee. Dan zal men de aarde aanzien,
1079 Jes 8:14 | 14 Dan zal Hij ulieden tot een
1080 Jes 8:19 | 19 Wanneer zij dan tot ulieden zeggen zullen:
1081 Jes 8:21 | hij zeer toornig zal zijn, dan zal hij vloeken op zijn
1082 Jes 10:10 | gesneden beelden beter zijn, dan die van Jeruzalem, en dan
1083 Jes 10:10 | dan die van Jeruzalem, en dan die van Samaria; ~
1084 Jes 10:12 | berg Sion en te Jeruzalem, dan zal Ik te huis zoeken de
1085 Jes 13:12 | man dierbaarder zal zijn dan dicht goud, en een mens
1086 Jes 13:12 | dicht goud, en een mens dan fijn goud van Ofir. ~
1087 Jes 14:4 | 4 Dan zult gij deze spreuk opnemen
1088 Jes 14:27 | raad besloten, wie zal het dan breken? en Zijn hand is
1089 Jes 14:27 | uitgestrekt, wie zal ze dan keren? ~
1090 Jes 14:32 | 32 Wat zal men dan antwoorden den boden des
1091 Jes 16:12 | geworden op de hoogten, dan zal hij in zijn heiligdom
1092 Jes 16:14 | de jaren eens huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam
1093 Jes 19:3 | raad zal Ik verslinden; dan zullen zij hun afgoden vragen,
1094 Jes 19:11 | geworden; hoe kunt gijlieden dan zeggen tot Farao; Ik ben
1095 Jes 20:6 | Assyrie; hoe zullen wij dan ontkomen? ~ ~
1096 Jes 26:18 | smarten, maar wij hebben niet dan wind gebaard; wij deden
1097 Jes 27:13 | bazuin geblazen zal worden; dan zullen die komen, die in
1098 Jes 28:9 | 9 Wien zou Hij dan de kennis leren, en wien
1099 Jes 28:18 | overvloeiende gesel doortrekken zal, dan zult gijlieden van
1100 Jes 28:20 | het bed zal korter zijn, dan dat men zich daarop uitstrekken
1101 Jes 28:22 | 22 Nu dan, drijft den spot niet, opdat
1102 Jes 28:25 | hetzelve effen gemaakt heeft, dan strooit hij wikken, en spreidt
1103 Jes 29:4 | 4 Dan zult gij vernederd worden,
1104 Jes 30:8 | 8 Nu dan, ga henen, schrijf voor
1105 Jes 30:23 | 23 Dan zal Hij uw zaad, waarmede
1106 Jes 32:15 | de Geest uit de hoogte; dan zal de woestijn tot een
1107 Jes 33:4 | 4 Dan zal ulieder buit verzameld
1108 Jes 33:23 | het zeil niet uitspannen; dan zal de roof van een overvloedigen
1109 Jes 36:8 | 8 Nu dan, wed toch met mijn heer,
1110 Jes 36:9 | 9 Hoe zoudt gij dan het aangezicht van een enigen
1111 Jes 37:4 | God, gehoord heeft; hef dan een gebed op voor het overblijfsel,
1112 Jes 37:20 | 20 Nu dan, HEERE, onze God, verlos
1113 Jes 40:17 | worden bij Hem geacht minder dan niet, en ijdelheid. ~
1114 Jes 40:18 | 18 Bij wien dan zult gij God vergelijken,
1115 Jes 40:25 | 25 Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken,
1116 Jes 40:27 | 27 Waarom zegt gij dan, o Jakob! en spreekt, o
1117 Jes 41:1 | laat ze toetreden, laat ze dan spreken; laat ons samen
1118 Jes 41:24 | Ziet, gijlieden zijt minder dan niet, en ulieder werk is
1119 Jes 41:24 | en ulieder werk is erger dan een adder; hij is een gruwel,
1120 Jes 44:15 | 15 Dan is het voor den mens om
1121 Jes 44:15 | den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt
1122 Jes 45:21 | een Heiland, niemand is er dan Ik. ~
1123 Jes 47:8 | 8 Nu dan, hoor dit, gij weelderige!
1124 Jes 47:8 | ben het, en niemand meer dan ik: ik zal geen weduwe zitten,
1125 Jes 47:10 | het, en niemand meer dan ik. ~
1126 Jes 49:21 | weggeweken; wie heeft mij dan deze opgevoed? Ziet, ik
1127 Jes 49:22 | Ik Mijn banier opsteken; dan zullen zij uw zonen in de
1128 Jes 51:13 | om te verderven? Waar is dan de grimmigheid des benauwers? ~
1129 Jes 52:14 | verdorven was Zijn gelaat, meer dan van iemand, en Zijn gedaante,
1130 Jes 52:14 | en Zijn gedaante, meer dan van andere mensenkinderen; ~
1131 Jes 54:1 | kinderen der eenzame zijn meer, dan de kinderen der getrouwde,
1132 Jes 55:9 | gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn
1133 Jes 55:9 | alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten
1134 Jes 55:9 | wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten. ~
1135 Jes 56:9 | gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn
1136 Jes 56:9 | alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten
1137 Jes 56:9 | wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten. ~
1138 Jes 57:5 | en een naam geven, beter dan der zonen en dan der dochteren;
1139 Jes 57:5 | beter dan der zonen en dan der dochteren; een eeuwigen
1140 Jes 59:8 | 8 Dan zal uw licht voortbreken
1141 Jes 59:9 | 9 Dan zult gij roepen, en de HEERE
1142 Jes 59:10 | bedrukte ziel verzadigt; dan zal uw licht in de duisternis
1143 Jes 59:14 | 14 Dan zult gij u verlustigen in
1144 Jes 60:19 | 19 Dan zullen zij den Naam des
1145 Jes 61:5 | 5 Dan zult gij het zien en samenvloeien,
1146 Jes 66:5 | niet, want ik ben heiliger dan gij. Dezen zijn een rook
1147 Jes 67:12 | als een overlopende beek; dan zult gijlieden zuigen; gij
1148 Jes 67:14 | groenen als het tedere gras; dan zal de hand des HEEREN bekend
1149 Jer 1:4 | Het woord des HEEREN dan geschiedde tot mij, zeggende: ~
1150 Jer 1:17 | 17 Gij dan, gord uw lendenen, en maakt
1151 Jer 2:14 | 14 Is dan Israel een knecht, of is
1152 Jer 2:14 | des huizes? Waarom is hij dan ten roof geworden? ~
1153 Jer 2:19 | zullen u straffen; weet dan en ziet, dat het kwaad en
1154 Jer 2:21 | getrouw zaad; hoe zijt gij Mij dan veranderd in verbasterde
1155 Jer 2:28 | 28 Waar zijn dan uw goden, die gij u gemaakt
1156 Jer 2:31 | donkerheid? Waarom zegt dan Mijn volk: Wij zijn heren,
1157 Jer 3:11 | ziel gerechtvaardigd, meer dan de trouweloze Juda. ~
1158 Jer 4:13 | zijn paarden zijn sneller dan arenden; wee ons, want wij
1159 Jer 4:15 | een stem verkondigt van Dan af, en doet ellende horen
1160 Jer 4:30 | 30 Wat zult gij dan doen, gij verwoeste? Al
1161 Jer 5:3 | aangezichten harder gemaakt dan een steenrots, zij hebben
1162 Jer 6:20 | 20 Waartoe zal dan de wierook voor Mij uit
1163 Jer 7:10 | 10 En dan komen en staan voor Mijn
1164 Jer 7:11 | 11 Is dan dit huis, dat naar Mijn
1165 Jer 7:16 | 16 Gij dan, bid niet voor dit volk,
1166 Jer 7:26 | hebben het erger gemaakt dan hun vaders. ~
1167 Jer 8:5 | 5 Waarom keert dan dit volk te Jeruzalem af
1168 Jer 8:8 | 8 Hoe zegt gij dan: Wij zijn wijs en de wet
1169 Jer 8:9 | wat wijsheid zouden zij dan hebben? ~
1170 Jer 8:16 | 16 Van Dan af wordt het gesnuif zijner
1171 Jer 8:19 | uit zeer verren lande: Is dan de HEERE niet te Sion, is
1172 Jer 9:4 | want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend
1173 Jer 9:20 | 20 Hoort dan des HEEREN woord, gij vrouwen!
1174 Jer 11:3 | 3 Zeg dan tot hen: Zo zegt de HEERE,
1175 Jer 11:11 | kunnen uitkomen; als zij dan tot Mij zullen roepen, zal
1176 Jer 11:12 | 12 Dan zullen de steden van Juda
1177 Jer 11:14 | 14 Gij dan, bid niet voor dit volk,
1178 Jer 11:15 | Wanneer gij kwaad doet, dan springt gij op van
1179 Jer 12:5 | u moede; hoe zult gij u dan mengen met de paarden? Zo
1180 Jer 12:5 | vrede, hoe zult gij het dan maken in de verheffing
1181 Jer 13:12 | met wijn gevuld worden. Dan zullen zij tot u zeggen:
1182 Jer 13:17 | Zult gijlieden dat dan nog niet horen, zo zal mijn
1183 Jer 13:22 | 22 Wanneer gij dan in uw hart zult zeggen:
1184 Jer 14:15 | niet gezonden heb, en zij dan nog zeggen: Er zal geen
1185 Jer 14:19 | 19 Hebt Gij dan Juda ganselijk verworpen?
1186 Jer 15:8 | zijn Mij meerder geworden dan zand der zeeen; Ik heb hun
1187 Jer 16:12 | gijlieden erger gedaan hebt dan uw vaderen; want ziet, gijlieden
1188 Jer 17:9 | Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk
1189 Jer 17:16 | niet aangedrongen, meer dan een herder achter U betaamde;
1190 Jer 17:24 | 24 Het zal dan geschieden, indien gij vlijtiglijk
1191 Jer 18:11 | 11 Nu dan, spreek nu tot de mannen
1192 Jer 18:20 | 20 Zal dan kwaad voor goed vergolden
1193 Jer 19:10 | 10 Dan zult gij de kruik verbreken
1194 Jer 20:10 | zal hij overreed worden, dan zullen wij hem overmogen,
1195 Jer 20:12 | 12 Gij dan, o HEERE der heirscharen,
1196 Jer 22:8 | 8 Dan zullen veel heidenen voorbij
1197 Jer 22:17 | ogen en uw hart zijn niet dan op uw gierigheid, en op
1198 Jer 22:22 | zullen in de gevangenis gaan; dan zult gij zekerlijk beschaamd
1199 Jer 22:28 | 28 Is dan deze man Chonia een veracht,
1200 Jer 23:26 | 26 Hoe lang? Is er dan een droom in het hart der
1201 Jer 23:33 | 33 Wanneer dan dit volk, of een profeet,
1202 Jer 25:12 | zeventig jaren vervuld zijn, dan zal Ik over den koning van
1203 Jer 25:27 | 27 Gij zult dan tot hen zeggen: Zo zegt
1204 Jer 25:30 | 30 Gij zult dan al deze woorden tot hen
1205 Jer 25:34 | en van uw verstrooiingen, dan zult gij vervallen
1206 Jer 26:4 | 4 Zeg dan tot hen: Zo zegt de HEERE:
1207 Jer 26:13 | 13 Nu dan, maakt uw wegen en uw handelingen
1208 Jer 26:19 | tegen hen gesproken had? Wij dan doen een groot kwaad tegen
1209 Jer 27:7 | zijns eigenen lands kome; dan zullen zich machtige volken
1210 Jer 27:9 | 9 Gijlieden dan, hoort niet naar uw profeten,
1211 Jer 27:14 | 14 Hoort dan niet naar de woorden der
1212 Jer 27:22 | bezoeken zal, spreekt de HEERE; dan zal Ik ze opvoeren, en zal
1213 Jer 28:9 | woord van dien profeet komt, dan zal die profeet bekend worden,
1214 Jer 29:12 | 12 Dan zult gij Mij aanroepen,
1215 Jer 29:20 | 20 Gij dan, hoort des HEEREN woord,
1216 Jer 29:27 | 27 Nu dan, waarom hebt gij Jeremia,
1217 Jer 30:6 | manspersoon baart? Waarom zie Ik dan eens iegelijken mans handen
1218 Jer 30:10 | 10 Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht
1219 Jer 31:11 | desgenen, die sterker was dan hij. ~
1220 Jer 31:13 | 13 Dan zal zich de jonkvrouw verblijden
1221 Jer 32:6 | 6 Jeremia dan zeide: Des HEEREN woord
1222 Jer 34:10 | doen dienen; zij hoorden dan, en lieten hen gaan; ~
1223 Jer 34:14 | gediend heeft; gij zult hem dan van u laten vrijgaan;
1224 Jer 35:16 | 16 Dewijl dan de kinderen van Jonadab,
1225 Jer 36:20 | 20 Zij dan gingen in tot den koning
1226 Jer 36:32 | 32 Jeremia dan nam een andere rol, en gaf
1227 Jer 37:20 | 20 Nu dan, hoor toch, o mijn heer
1228 Jer 38:17 | 17 Jeremia dan zeide tot Zedekia: Zo zegt
1229 Jer 38:23 | 23 Zij zullen dan al uw vrouwen en al uw zonen
1230 Jer 38:27 | 27 Als dan al de vorsten tot Jeremia
1231 Jer 39:14 | 14 Zij zonden dan henen en namen Jeremia uit
1232 Jer 40:4 | 4 Nu dan, zie, ik heb u heden losgemaakt
1233 Jer 40:10 | zullen komen; gijlieden dan verzamelt wijn, en zomervruchten,
1234 Jer 41:10 | Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja,
1235 Jer 42:6 | 6 Hetzij dan goed of kwaad, wij zullen
1236 Jer 42:15 | 15 Nu dan, daarom hoort des HEEREN
1237 Jer 46:23 | onderzoeken; want zij zijn meerder dan de sprinkhanen, zodat men
1238 Jer 46:28 | 28 Gij dan Mijn knecht Jakob! vrees
1239 Jer 49:1 | zegt de HEERE alzo: Heeft dan Israel geen kinderen? Heeft
1240 Jer 49:1 | geen erfgenaam? Waarom is dan Malcham erfgenaam van Gad,
1241 Jer 49:7 | heirscharen alzo: Is er dan geen wijsheid meer te Theman?
1242 Jer 50:32 | 32 Dan zal de trotse aanstoten
1243 Jer 51:9 | niet genezen; verlaat haar dan, en laat ons een iegelijk
1244 Jer 51:29 | 29 Dan zal het land beven en pijn
1245 Jer 51:33 | ze trede; nog een weinig, dan zal haar de tijd des oogstes
1246 Jer 51:63 | hebben dit boek te lezen, dan zult gij een steen daaraan
1247 Jer 52:9 | 9 Zij dan grepen den koning, en voerden
1248 Klaa 1:42 | alzo gedaan hebt; zullen dan de vrouwen haar vrucht eten,
1249 Klaa 1:42 | de handen draagt? Zullen dan de profeet en de priester
1250 Klaa 1:83 | 39 Mem. Wat klaagt dan een levend mens? Een ieder
1251 Klaa 1:116| dochter mijns volks is groter dan de zonden van Sodom, dat
1252 Klaa 1:117| bijzondersten waren reiner dan de sneeuw, zij waren witter
1253 Klaa 1:117| sneeuw, zij waren witter dan melk; zij waren roder van
1254 Klaa 1:117| waren roder van lichaam dan robijnen, gladder dan een
1255 Klaa 1:117| lichaam dan robijnen, gladder dan een saffier. ~
1256 Klaa 1:119| het zwaard zijn gelukkiger dan de verslagenen van den honger;
1257 Klaa 1:129| vervolgers zijn sneller geweest dan de arenden des hemels; zij
1258 Eze 3:9 | als een diamant, harder dan een rots; vrees hen niet,
1259 Eze 5:2 | belegering vervuld worden; dan zult gij een derde deel
1260 Eze 5:6 | veranderd in goddeloosheid meer dan de heidenen, en Mijn inzettingen
1261 Eze 5:6 | en Mijn inzettingen meer dan de landen, die rondom haar
1262 Eze 5:7 | gijlieden dies meer gemaakt hebt dan de heidenen, die rondom
1263 Eze 6:8 | 8 Ik zal dan nog een overblijfsel laten,
1264 Eze 6:9 | 9 Dan zullen uw ontkomenen Mijner
1265 Eze 6:13 | 13 Dan zult gij weten, dat Ik de
1266 Eze 6:14 | woest maken, ja, woester dan de woestijn naar Diblath
1267 Eze 7:26 | gerucht op gerucht wezen; dan zullen zij het gezicht van
1268 Eze 8:15 | wederom grotere gruwelen zien dan deze. ~
1269 Eze 8:17 | geacht bij het huis van Juda, dan deze gruwelen te doen, die
1270 Eze 11:5 | 5 Zo viel dan de Geest des HEEREN op mij,
1271 Eze 12:4 | 4 Gij zult dan uw gereedschap bij dag voor
1272 Eze 13:12 | wand zal gevallen zijn, zal dan niet tot u gezegd worden:
1273 Eze 14:3 | aangezichten gesteld; word Ik dan ernstiglijk van hen
1274 Eze 15:2 | hout des wijnstoks meer dan alle hout, of de wijnrank
1275 Eze 15:2 | hout, of de wijnrank meer dan dat onder het hout eens
1276 Eze 15:5 | het verbrand is, zal het dan nog tot een stuk werks gemaakt
1277 Eze 16:46 | uw zuster, die kleiner is dan gij, die tegen uw rechterhand
1278 Eze 16:47 | hebt het meer verdorven dan zij, in al uw wegen. ~
1279 Eze 16:51 | gij hebt uw gruwelen meer dan zij vermenigvuldigd, en
1280 Eze 16:52 | 52 Draag gij dan ook uw schande, gij, die
1281 Eze 16:52 | gruwelijker gemaakt hebt dan zij; zij zijn rechtvaardiger
1282 Eze 16:52 | zij zijn rechtvaardiger dan gij; wees gij dan ook
1283 Eze 16:52 | rechtvaardiger dan gij; wees gij dan ook beschaamd, en draag
1284 Eze 16:53 | Samaria en haar dochteren, dan zal Ik wederbrengen
1285 Eze 16:61 | 61 Dan zult gij uwer wegen gedenken
1286 Eze 16:61 | zusteren, die groter zijn dan gij, aannemen zult; want
1287 Eze 20:43 | 43 Daar zult gij dan gedenken aan uw wegen, en
1288 Eze 21:4 | 4 Omdat Ik dan van u uitroeien zal den
1289 Eze 21:10 | een glinster hebbe; of wij dan zullen vrolijk zijn? het
1290 Eze 21:13 | wat was het toen? Zou er dan ook geen versmadende roede
1291 Eze 22:13 | 13 Ziet dan, Ik heb Mijn hand geslagen,
1292 Eze 23:11 | zij haar minne nog meer dan zij, en haar hoererijen
1293 Eze 23:11 | en haar hoererijen meer dan de hoererijen van haar zuster. ~
1294 Eze 23:20 | En zij werd verliefd meer dan derzelver bijwijven, welker
1295 Eze 23:45 | Rechtvaardige mannen dan, die zullen haar richten
1296 Eze 24:22 | 22 Dan zult gijlieden doen, gelijk
1297 Eze 24:24 | gij doen; als dit komt, dan zult gij weten, dat Ik de
1298 Eze 26:20 | 20 Dan zal Ik u doen nederdalen
1299 Eze 27:2 | 2 Gij dan, mensenkind! hef een klaaglied
1300 Eze 27:19 | 19 Ook leverden Dan en Javan, de omreizer, op
1301 Eze 28:3 | Zie, gij zijt wijzer dan Daniel; zij hebben niets
1302 Eze 28:9 | 9 Zult gij dan enigszins, voor het aangezicht
1303 Eze 28:25 | zal geheiligd zijn, dan zullen zij in hun land wonen,
1304 Eze 29:15 | En het zal nederiger zijn dan de andere koninkrijken,
1305 Eze 31:5 | Daarom werd zijn stam hoger dan alle bomen des velds; en
1306 Eze 32:4 | 4 Dan zal Ik u laten op het land,
1307 Eze 32:14 | 14 Dan zal Ik hunlieder wateren
1308 Eze 33:10 | versmachten, hoe zouden wij dan leven? ~
1309 Eze 33:12 | 12 Gij dan, o mensenkind! zeg tot de
1310 Eze 33:29 | 29 Dan zullen zij weten, dat Ik
1311 Eze 33:33 | komt (zie, het zal komen!) dan zullen zij weten, dat er
1312 Eze 34:19 | 19 Mijn schapen dan, zullen zij afweiden, wat
1313 Eze 36:11 | zal het beter maken dan in uw beginselen; en gij
1314 Eze 36:25 | 25 Dan zal Ik rein water op u sprengen,
1315 Eze 36:31 | 31 Dan zult gij gedenken aan uw
1316 Eze 36:33 | al uw ongerechtigheden, dan zal Ik de steden doen bewonen,
1317 Eze 36:36 | 36 Dan zullen de heidenen, die
1318 Eze 37:17 | 17 Doe gij ze dan naderen, het een tot het
1319 Eze 37:21 | 21 Spreek dan tot hen: Zo zegt de Heere
1320 Eze 38:9 | 9 Dan zult gij optrekken, gij
1321 Eze 38:15 | 15 Gij zult dan komen uit uw plaats, uit
1322 Eze 38:16 | dagen zal het geschieden; dan zal Ik u aanbrengen tegen
1323 Eze 39:17 | 17 Gij dan, mensenkind! zo zegt de
1324 Eze 39:28 | 28 Dan zullen zij weten, dat Ik,
1325 Eze 42:5 | de galerijen hoger waren dan dezelve), dan de onderste
1326 Eze 42:5 | hoger waren dan dezelve), dan de onderste en dan de middelste
1327 Eze 42:5 | dezelve), dan de onderste en dan de middelste des gebouws. ~
1328 Eze 42:6 | daarom waren zij benauwder dan de onderste en dan de middelste
1329 Eze 42:6 | benauwder dan de onderste en dan de middelste van de aarde
1330 Eze 43:23 | hebben van het ontzondigen, dan zult gij een var, een volkomen
1331 Eze 43:27 | dagen zullen voleind hebben, dan zal het op den achtsten
1332 Eze 46:15 | 15 Zij zullen dan het lam, en het spijsoffer,
1333 Eze 46:17 | hebben tot het vrijjaar toe; dan zal het tot den vorst wederkeren;
1334 Eze 48:1 | westerhoek hebben), zal Dan een snoer hebben. ~
1335 Eze 48:2 | En aan de landpale van Dan, van den oosterhoek tot
1336 Eze 48:32 | Benjamin, een poort van Dan. ~
1337 Dan 1:10 | aangezichten droeviger zien, dan der jongelingen, die in
1338 Dan 1:15 | zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen, die de
1339 Dan 2:7 | zijn knechten den droom, dan zullen wij de uitlegging
1340 Dan 2:9 | daarom zegt mij den droom, dan zal ik weten, dat gij mij
1341 Dan 2:11 | koning te kennen kan geven, dan de goden, welker woning
1342 Dan 2:13 | 13 Die wet dan ging uit, en de wijzen werden
1343 Dan 2:39 | koninkrijk opstaan, lager dan het uwe; daarna een ander,
1344 Dan 3:15 | 15 Nu dan, zo gijlieden gereed zijt,
1345 Dan 3:19 | zevenmaal meer heet zou maken dan men dien pleegt heet te
1346 Dan 3:22 | 22 Daarom dan, dewijl het woord des konings
1347 Dan 3:28 | god eerden noch aanbaden, dan hun God. ~
1348 Dan 7:20 | wiens aanzien groter was, dan van zijn metgezellen. ~
1349 Dan 8:2 | landschap Elam is) ik zag dan in een gezicht, dat ik aan
1350 Dan 8:3 | hoog, en de een was hoger dan de andere, en de hoogste
1351 Dan 8:14 | driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd
1352 Dan 9:4 | 4 Ik bad dan tot den HEERE, mijn God,
1353 Dan 9:23 | zeer gewenst man; versta dan dit woord, en merk op dit
1354 Dan 9:25 | 25 Weet dan, en versta: van den uitgang
1355 Dan 10:8 | 8 Ik dan werd alleen overgelaten,
1356 Dan 10:21 | Mij versterkt tegen dezen, dan uw vorst Michael. ~ ~ ~ ~ ~
1357 Dan 11:2 | met grote rijkdom, meer dan al de anderen; en nadat
1358 Dan 11:4 | worden, en dat voor anderen dan deze. ~
1359 Dan 11:5 | ander zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen;
1360 Dan 11:13 | hij zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten;
1361 Hos 1:2 | HEEREN door Hosea. De HEERE dan zeide tot Hosea: Ga henen,
1362 Hos 2:6 | zoeken, maar niet vinden; dan zal zij zeggen: Ik zal henengaan,
1363 Hos 2:6 | want toen was mij beter dan nu. ~
1364 Hos 4:14 | snoodste hoeren; het volk dan, dat geen verstand heeft
1365 Hos 4:18 | afvallig; zij doen niet dan hoereren; hun schilden (
1366 Hos 5:6 | hun runderen zullen zij dan gaan, om den HEERE te zoeken,
1367 Hos 6:3 | 3 Dan zullen wij kennen, wij zullen
1368 Hos 6:6 | tot de kennis Gods, meer dan tot brandofferen. ~
1369 Hos 8:2 | 2 Dan zullen zij tot Mij roepen:
1370 Hos 8:10 | 10 Dewijl zij dan onder de heidenen boelen
1371 Hos 9:5 | Wat zult gijlieden dan doen op een gezetten hoogtijdsdag,
1372 Hos 10:3 | niet gevreesd; wat zou ons dan een koning doen? ~
1373 Hos 11:10 | wanneer Hij brullen zal, dan zullen de kinderen van de
1374 Hos 12:7 | 7 Gij dan, bekeer u tot uw God, bewaar
1375 Hos 13:4 | zoudt gij geen God kennen dan Mij alleen, want er is geen
1376 Hos 13:4 | want er is geen Heiland dan Ik. ~
1377 Joe 2:12 | 12 Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert
1378 Joe 3:2 | 2 Dan zal Ik alle heidenen vergaderen,
1379 Amos 4:12 | doen, o Israel! omdat Ik u dan dit doen zal, zo schik u,
1380 Amos 5:20 | 20 Zal dan niet des HEEREN dag duisternis
1381 Amos 6:2 | Filistijnen; of zij beter zijn dan deze koninkrijken, of hun
1382 Amos 6:2 | hun landpale groter dan uw landpale? ~
1383 Amos 6:10 | hij zal zeggen: Niemand. Dan zal hij zeggen: Zwijg! want
1384 Amos 7:16 | 16 Nu dan, hoor des HEEREN woord:
1385 Amos 8:6 | nooddruftige om een paar schoenen; dan zullen wij het kaf van het
1386 Amos 8:14 | waarachtig als uw God van Dan leeft, en de weg van Ber-seba
1387 Jona 3:4 | zeide: Nog veertig dagen, dan zal Nineve worden omgekeerd. ~
1388 Jona 4:3 | 3 Nu dan, HEERE! neem toch mijn ziel
1389 Jona 4:3 | is mij beter te sterven dan te leven. ~
1390 Jona 4:8 | is mij beter te sterven dan te leven. ~
1391 Jona 4:11 | verschonen? waarin veel meer dan honderd en twintig duizend
1392 Mic 2:7 | Jakobs huis geheten zijt! Is dan de Geest des HEEREN verkort?
1393 Mic 2:10 | 10 Maakt u dan op, en gaat henen; want
1394 Mic 5:2 | baren zal, gebaard hebbe; dan zullen de overigen Zijner
1395 Mic 6:8 | wat eist de HEERE van u, dan recht te doen, en weldadigheid
1396 Mic 7:4 | de oprechtste is scherper dan een doornheg; de dag uwer
1397 Mic 7:14 | 14 Gij dan, weid Uw volk met Uw staf,
1398 Nah 3:8 | 8 Zijt gij beter dan No, de volkrijke, gelegen
1399 Nah 3:16 | Gij hebt meer handelaars, dan er sterren aan den hemel
1400 Zep 3:9 | 9 Gewisselijk, dan zal Ik tot de volken een
1401 Zac 2:12 | 12 Dan zal de HEERE Juda erven
1402 Zac 8:19 | vrolijke hoogtijden wezen; hebt dan de waarheid en den vrede
1403 Zac 10:11 | rivieren zullen verdrogen; dan zal de hoogmoed van Assur
1404 Zac 12:5 | 5 Dan zullen de leidslieden van
1405 Zac 14:5 | 5 Dan zult gijlieden vlieden door
1406 Mal 1:6 | knecht zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn
1407 Mal 1:9 | 9 Nu dan, smeekt toch het aangezicht
1408 Mal 2:4 | 4 Dan zult gij weten, dat Ik dit
1409 Mal 2:10 | geschapen? Waarom handelen wij dan trouwelooslijk de een tegen
1410 Mal 3:3 | als goud, en als zilver; dan zullen zij den HEERE spijsoffer
1411 Mal 3:4 | 4 Dan zal het spijsoffer van Juda
1412 Mal 3:10 | der heirscharen, of Ik u dan niet opendoen zal de vensteren
1413 Mal 3:18 | 18 Dan zult gijlieden wederom zien,
1414 Mal 4:1 | brandende als een oven, dan zullen alle hoogmoedigen,
1415 Matt 1:17 | 17 Al de geslachten dan, van Abraham tot David,
1416 Matt 1:24 | 24 Jozef dan, opgewekt zijnde van den
1417 Matt 2:14 | 14 Hij dan opgestaan zijnde, nam het
1418 Matt 2:21 | 21 Hij dan, opgestaan zijnde, heeft
1419 Matt 2:30 | 7 Hij dan, ziende velen van de Farizeen
1420 Matt 2:31 | 8 Brengt dan vruchten voort, der bekering
1421 Matt 2:33 | bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt,
1422 Matt 2:34 | na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet
1423 Matt 4:20 | 20 Zij dan, terstond de netten verlatende,
1424 Matt 4:22 | 22 Zij dan, terstond verlatende het
1425 Matt 5:13 | deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van
1426 Matt 5:19 | 19 Zo wie dan een van deze minste geboden
1427 Matt 5:20 | gerechtigheid overvloediger zij, dan der Schriftgeleerden en
1428 Matt 5:23 | 23 Zo gij dan uw gave zult op het altaar
1429 Matt 5:24 | met uw broeder, en komt dan en offert uw gave. ~
1430 Matt 5:29 | 29 Indien dan uw rechteroog u ergert,
1431 Matt 5:32 | vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzaak van hoererij,
1432 Matt 5:48 | 48 Weest dan gijlieden volmaakt, gelijk
1433 Matt 6:2 | 2 Wanneer gij dan aalmoes doet, zo laat voor
1434 Matt 6:8 | 8 Wordt dan hun niet gelijk; want uw
1435 Matt 6:9 | 9 Gij dan bidt aldus: Onze Vader,
1436 Matt 6:22 | lichaams is het oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zo
1437 Matt 6:23 | lichaam duister zijn. Indien dan het licht, dat in u is,
1438 Matt 6:25 | is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam
1439 Matt 6:25 | voedsel, en het lichaam dan de kleding? ~
1440 Matt 6:34 | 34 Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen;
1441 Matt 7:5 | den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om den
1442 Matt 7:11 | 11 Indien dan gij, die boos zijt, weet
1443 Matt 7:12 | 12 Alle dingen dan, die gij wilt, dat u de
1444 Matt 7:20 | 20 Zo zult gij dan dezelve aan hun vruchten
1445 Matt 7:23 | 23 En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen:
1446 Matt 7:24 | 24 Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort
1447 Matt 9:15 | zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten. ~
1448 Matt 9:38 | 38 Bidt dan den Heere des oogstes, dat
1449 Matt 10:15 | in den dag des oordeels, dan dezelve stad. ~
1450 Matt 10:16 | midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen,
1451 Matt 10:23 | 23 Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen,
1452 Matt 10:26 | 26 Vreest dan hen niet; want er is niets
1453 Matt 10:31 | 31 Vreest dan niet; gij gaat vele musjes
1454 Matt 10:32 | 32 Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor
1455 Matt 11:9 | Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet. ~
1456 Matt 11:11 | niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch
1457 Matt 11:11 | der hemelen, is meerder dan hij. ~
1458 Matt 11:22 | in den dag des oordeels, dan ulieden. ~
1459 Matt 11:24 | in den dag des oordeels, dan u. ~
1460 Matt 11:27 | en niemand kent den Zoon dan de Vader, noch iemand kent
1461 Matt 11:27 | noch iemand kent den Vader dan de Zoon, en dien het de
1462 Matt 12:6 | zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is. ~
1463 Matt 12:12 | schaap te boven? Zo is het dan op de sabbatdagen geoorloofd
1464 Matt 12:24 | werpt de duivelen niet uit, dan door Beelzebul, den overste
1465 Matt 12:26 | zichzelf verdeeld; hoe zal dan zijn rijk bestaan? ~
1466 Matt 12:27 | uitwerp, door wien werpen ze dan uw zonen uit? Daarom zullen
1467 Matt 12:28 | duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot
1468 Matt 12:39 | geen teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den
1469 Matt 12:41 | van Jonas; en ziet, meer dan Jonas is hier! ~
1470 Matt 12:42 | van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier! ~
1471 Matt 12:44 | 44 Dan zegt hij: Ik zal wederkeren
1472 Matt 12:45 | 45 Dan gaat hij heen en neemt met
1473 Matt 12:45 | zeven andere geesten, bozer dan hijzelf, en ingegaan zijnde,
1474 Matt 12:45 | denzelven mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het
1475 Matt 13:18 | 18 Gij dan, hoort de gelijkenis van
1476 Matt 13:27 | gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid? ~
1477 Matt 13:28 | zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve
1478 Matt 13:32 | wanneer het opgewassen is, dan is 't het meeste van de
1479 Matt 13:40 | 40 Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en
1480 Matt 13:43 | 43 Dan zullen de rechtvaardigen
1481 Matt 13:56 | allen bij ons? Van waar komt dan Dezen dit alles? ~
1482 Matt 13:57 | profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in
1483 Matt 14:17 | Hem: Wij hebben hier niet, dan vijf broden en twee vissen. ~
1484 Matt 15:24 | zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen
1485 Matt 16:4 | geen teken gegeven worden, dan het teken van Jona, den
1486 Matt 17:8 | opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen.
1487 Matt 17:10 | Hem, zeggende: Wat zeggen dan de Schriftgeleerden, dat
1488 Matt 17:21 | geslacht vaart niet uit, dan door bidden en vasten. ~
1489 Matt 17:26 | Jezus zeide tot hem: Zo zijn dan de zonen vrij. ~
1490 Matt 18:4 | 4 Zo wie dan zichzelven zal vernederen,
1491 Matt 18:8 | 8 Indien dan uw hand of uw voet u ergert,
1492 Matt 18:8 | kreupel of verminkt zijnde, dan twee handen of twee voeten
1493 Matt 18:9 | tot het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het
1494 Matt 18:13 | verblijdt over hetzelve, dan over de negen en negentig,
1495 Matt 18:26 | 26 De dienstknecht dan, nedervallende, aanbad hem,
1496 Matt 18:29 | 29 Zijn mededienstknecht dan, nedervallende aan zijn
1497 Matt 19:6 | maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft,
1498 Matt 19:7 | zeiden tot hem: Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief
1499 Matt 19:9 | zijn vrouw verlaat, anders dan om hoererij, en een andere
1500 Matt 19:17 | Mij goed? Niemand is goed dan Een, namelijk God. Doch
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2279 |