Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
konijn 1
konijnen 2
konijntje 1
koning 2273
koningen 376
koningin 49
koninginnen 2
Frequency    [«  »]
2336 worden
2288 nu
2279 dan
2273 koning
2262 over
2206 zoon
2140 toen

Bijbel

IntraText - Concordances

koning

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2273

     Book Chapter: Verse
2001 Dan 1:1 | koninkrijks van Jojakim, den koning van Juda, kwam Nebukadnezar, 2002 Dan 1:1 | Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, te Jeruzalem, 2003 Dan 1:2 | de HEERE gaf Jojakim, den koning van Juda, in zijn hand, 2004 Dan 1:3 | 3      En de koning zeide tot Aspenaz, den overste 2005 Dan 1:5 | 5      En de koning verordende hun, wat men 2006 Dan 1:10 | Ik vreze mijn heer, den koning, die ulieder spijs, en ulieder 2007 Dan 1:10 | zoudt gij mijn hoofd bij den koning schuldig maken. ~ 2008 Dan 1:18 | nu der dagen, waarvan de koning gezegd had, dat men hen 2009 Dan 1:19 | 19      En de koning sprak met hen; doch er werd 2010 Dan 1:20 | verstandige wijsheid, die de koning hun afvroeg, zo vond hij 2011 Dan 1:21 | het eerste jaar van den koning Kores toe. ~  ~ 2012 Dan 2:2 | 2      Toen zeide de koning, dat men roepen zou de tovenaars, 2013 Dan 2:2 | en de Chaldeen, om den koning zijn dromen te kennen te 2014 Dan 2:3 | 3      En de koning zeide tot hen: Ik heb een 2015 Dan 2:4 | spraken de Chaldeen, tot den koning in het Syrisch: O koning, 2016 Dan 2:4 | koning in het Syrisch: O koning, leef in eeuwigheid! Zeg 2017 Dan 2:5 | 5      De koning antwoordde en zeide tot 2018 Dan 2:7 | tweeden male, en zeiden: De koning zegge zijn knechten den 2019 Dan 2:8 | 8      De koning antwoordde en zeide: Ik 2020 Dan 2:10 | Chaldeen antwoordden voor den koning, en zeiden: Er is geen mens 2021 Dan 2:10 | geven; daarom is er geen koning,      grote of heerser, 2022 Dan 2:11 | Want de zaak die de koning begeert, is te zwaar; en 2023 Dan 2:11 | anders, die dezelve voor den koning te kennen kan geven, dan 2024 Dan 2:12 | 12      Daarom werd de koning toornig en zeer verbolgen, 2025 Dan 2:16 | in, en verzocht van den koning, dat hij hem een bestemden 2026 Dan 2:16 | wilde geven, dat hij den koning de uitlegging te kennen 2027 Dan 2:24 | Daniel in tot Arioch, dien de koning gesteld had om de wijzen 2028 Dan 2:24 | maar breng mij in voor den koning, en ik zal den koning de 2029 Dan 2:24 | den koning, en ik zal den koning de uitlegging te kennen 2030 Dan 2:25 | haast Daniel in voor den koning, en hij sprak alzo tot hem: 2031 Dan 2:25 | van Juda gevonden, die den koning de      uitlegging zal bekend 2032 Dan 2:26 | 26      De koning antwoordde en zeide tot 2033 Dan 2:27 | Daniel antwoordde voor den koning, en zeide: De verborgenheid, 2034 Dan 2:27 | De verborgenheid, die de koning eist, kunnen de wijzen, 2035 Dan 2:27 | tovenaars, en de waarzeggers den koning niet te      kennen geven; ~ 2036 Dan 2:28 | openbaart, Die heeft den koning Nebukadnezar bekend gemaakt, 2037 Dan 2:29 | 29      Gij, o koning! op uw leger zijnde, klommen 2038 Dan 2:30 | maar daarom, opdat men den koning de uitlegging zou bekend 2039 Dan 2:31 | 31      Gij, o koning! zaagt, en ziet, er was 2040 Dan 2:36 | uitlegging nu zullen wij voor de koning zeggen. ~ 2041 Dan 2:37 | 37      Gij, o koning! zijt een koning der koningen; 2042 Dan 2:37 | Gij, o koning! zijt een koning der koningen; want de God 2043 Dan 2:45 | de grote God heeft den koning      bekend gemaakt, wat 2044 Dan 2:46 | 46      Toen viel de koning Nebukadnezar op zijn aangezicht, 2045 Dan 2:47 | 47      De koning antwoordde Daniel en zeide: 2046 Dan 2:48 | 48      Toen maakte de koning Daniel groot, en hij gaf 2047 Dan 2:49 | verzocht Daniel van den koning; en hij stelde Sadrach, 2048 Dan 3:1 | 1      De koning Nebukadnezar maakte een 2049 Dan 3:2 | 2      En de koning Nebukadnezar zond henen, 2050 Dan 3:2 | van het beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar had opgericht. ~ 2051 Dan 3:3 | van het beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar had opgericht; 2052 Dan 3:5 | gouden beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar heeft opgericht; ~ 2053 Dan 3:7 | gouden beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar had opgericht. ~ 2054 Dan 3:9 | antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnezar: O koning! 2055 Dan 3:9 | den koning Nebukadnezar: O koning! leef in der eeuwigheid! ~ 2056 Dan 3:10 | 10      Gij, o koning! hebt een bevel gegeven, 2057 Dan 3:12 | Abed-nego; deze mannen hebben, o koning! op u geen acht      gesteld; 2058 Dan 3:13 | werden die mannen voor den koning gebracht. ~ 2059 Dan 3:16 | antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnezar: Wij hebben 2060 Dan 3:17 | Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen. ~ 2061 Dan 3:18 | zo niet, u zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen 2062 Dan 3:24 | Toen ontzette zich de koning Nebukadnezar, en hij stond 2063 Dan 3:24 | antwoordden en zeiden tot den koning: Het is gewis, o koning! ~ 2064 Dan 3:24 | koning: Het is gewis, o koning! ~ 2065 Dan 3:30 | 30      Toen maakte de koning Sadrach, Mesach en Abed-nego 2066 Dan 4:1 | 1      De koning Nebukadnezar aan alle volken, 2067 Dan 4:18 | Dezen droom heb ik, koning Nebukadnezar gezien; gij 2068 Dan 4:19 | gedachten beroerden hem. De koning antwoordde en zeide: Beltsazar! 2069 Dan 4:22 | 22      Dat zijt gij, o koning! die groot en sterk zijt 2070 Dan 4:23 | 23      Dat nu de koning, een wachter, namelijk een 2071 Dan 4:24 | Dit is de beduiding, o koning! en dit is een besluit des 2072 Dan 4:24 | hetwelk over mijn heer, den koning komen zal: ~ 2073 Dan 4:27 | 27      Daarom, o koning! laat mijn raad u behagen, 2074 Dan 4:28 | Dit alles overkwam den koning Nebukadnezar. ~ 2075 Dan 4:30 | 30      Sprak de koning, en zeide: Is dit niet het 2076 Dan 4:31 | stem uit den hemel: U, o koning Nebukadnezar! wordt gezegd: 2077 Dan 4:37 | verhoog, en verheerlijk den Koning des hemels, omdat al Zijn 2078 Dan 5:1 | 1      De koning Belsazar maakte een groten 2079 Dan 5:2 | weggevoerd had; opdat de koning en zijn geweldigen, zijn 2080 Dan 5:3 | was, weggevoerd had; en de koning en zijn geweldigen, zijn      2081 Dan 5:5 | koninklijk paleis, en de koning zag het      deel der hand, 2082 Dan 5:7 | 7      Zodat de koning met kracht riep dat men 2083 Dan 5:7 | waarzeggers inbrengen zou; en de koning antwoordde en zeide tot 2084 Dan 5:8 | schrift niet lezen, noch den koning deszelfs uitlegging bekend 2085 Dan 5:9 | Toen verschrikte de koning Belsazar zeer, en zijn glans 2086 Dan 5:10 | koningin sprak en zeide: O koning, leef in eeuwigheid! laat 2087 Dan 5:11 | is; daarom stelde hem de koning Nebukadnezar, uw vader, 2088 Dan 5:11 | waarzeggers, uw vader, o koning! ~ 2089 Dan 5:12 | hem, in Daniel, dien de koning den naam van Beltsazar gaf; 2090 Dan 5:13 | Toen werd Daniel voor den koning ingebracht. De koning antwoordde 2091 Dan 5:13 | den koning ingebracht. De koning antwoordde en zeide tot 2092 Dan 5:13 | weggevoerden van Juda, die de koning, mijn      vader, uit Juda 2093 Dan 5:17 | Daniel, en zeide voor den koning: Heb uw gaven voor uzelven, 2094 Dan 5:17 | nochtans het schrift voor den koning lezen, en de      uitlegging 2095 Dan 5:18 | 18      Wat u aangaat, o koning! de allerhoogste God heeft 2096 Dan 5:30 | werd Belsazar, der Chaldeen koning, gedood. ~  ~  ~  ~ ~ 2097 Dan 6:3 | rekenschap geven, opdat de koning geen schade leed. ~ 2098 Dan 6:4 | geest in hem was; en de koning dacht hem te stellen over 2099 Dan 6:7 | stadhouders met hopen tot den koning, en zeiden aldus tot hem: 2100 Dan 6:7 | zeiden aldus tot hem: O koning Darius, leef in eeuwigheid! ~ 2101 Dan 6:8 | of mens, behalve van u, o koning! die zal in den kuil der 2102 Dan 6:9 | 9      Nu, o koning! gij zult een gebod bevestigen, 2103 Dan 6:10 | 10      Daarom tekende de koning Darius dat schrift en gebod. ~ 2104 Dan 6:13 | nader, en spraken voor den koning van het gebod des konings: 2105 Dan 6:13 | verzoeken zou, behalve van u, o koning! in den kuil der leeuwen 2106 Dan 6:13 | zou geworpen worden? De koning antwoordde en zeide: Het 2107 Dan 6:14 | zij, en zeiden voor den koning: Daniel, een van de gevankelijk 2108 Dan 6:14 | weggevoerden uit Juda heeft, o koning! op u geen acht gesteld, 2109 Dan 6:15 | 15      Toen de koning deze rede hoorde, was hij 2110 Dan 6:16 | mannen met hopen tot den koning, en zij zeiden tot den koning: 2111 Dan 6:16 | koning, en zij zeiden tot den koning: Weet, o koning! dat der 2112 Dan 6:16 | tot den koning: Weet, o koning! dat der Meden en der Perzen 2113 Dan 6:16 | ordonnantie, die      de koning verordend heeft, mag veranderd 2114 Dan 6:17 | 17      Toen beval de koning, en zij brachten Daniel 2115 Dan 6:17 | kuil der leeuwen; en de koning antwoordde en zeide tot 2116 Dan 6:18 | des kuils gelegd: en de koning verzegelde denzelven met 2117 Dan 6:19 | 19      Toen ging de koning naar zijn paleis, en overnachtte 2118 Dan 6:20 | 20      Toen stond de koning in den vroegen morgenstond 2119 Dan 6:21 | met een droeve stem; de koning antwoordde en zeide tot 2120 Dan 6:22 | Toen sprak Daniel tot den koning: O koning, leef in eeuwigheid! ~ 2121 Dan 6:22 | Daniel tot den koning: O koning, leef in eeuwigheid! ~ 2122 Dan 6:23 | gevonden is; ook heb      ik, o koning! tegen u geen misdaad gedaan. ~ 2123 Dan 6:24 | 24      Toen werd de koning bij zichzelven zeer vrolijk, 2124 Dan 6:25 | 25      Toen beval de koning, en zij brachten die mannen 2125 Dan 6:26 | 26      Toen schreef de koning Darius aan alle volken, 2126 Dan 7:1 | eerste jaar van Belsazar, den koning van Babel, zag Daniel een 2127 Dan 8:1 | des koninkrijks van den koning Belsazar, verscheen mij 2128 Dan 8:21 | Die harige bok nu, is de koning van Griekenland; en de grote 2129 Dan 8:21 | zijn ogen is, is de eerste koning. ~ 2130 Dan 8:23 | zullen hebben, zo zal er een koning staan, stijf van aangezicht, 2131 Dan 9:1 | het zaad der Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk 2132 Dan 10:1 | derde jaar van Kores, den koning van Perzie, werd aan Daniel, 2133 Dan 11:3 | Daarna zal er een geweldig koning opstaan, die met grote heerschappij 2134 Dan 11:5 | 5      En de koning van het Zuiden, die een 2135 Dan 11:6 | Zuiden zal komen tot den koning van het Noorden, om billijke      2136 Dan 11:8 | staande blijven boven den      koning van het Noorden. ~ 2137 Dan 11:9 | 9      Alzo zal de koning van het Zuiden in het koninkrijk 2138 Dan 11:11 | 11      En de koning van het Zuiden zal verbitterd 2139 Dan 11:11 | strijden tegen hem, tegen den koning van het Noorden, die ook 2140 Dan 11:13 | 13      Want de koning van het Noorden zal wederkeren, 2141 Dan 11:14 | velen opstaan tegen den koning van het Zuiden; en de scheurmakers 2142 Dan 11:15 | 15      En de koning van het Noorden zal komen, 2143 Dan 11:25 | hart verwekken tegen den koning van het Zuiden, met een 2144 Dan 11:25 | grote heirkracht; en de koning van het Zuiden zal zich 2145 Dan 11:36 | 36      En die koning zal doen naar zijn welgevallen, 2146 Dan 11:40 | tijd van het einde, zal de koning van het Zuiden tegen hem 2147 Dan 11:40 | met hoornen stoten; en de koning van het Noorden zal tegen 2148 Hos 1:1 | Jerobeam, zoon      van Joas, koning van Israel. ~ 2149 Hos 3:4 | dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder 2150 Hos 3:5 | hun God, en David, hun koning; en zij zullen vrezende 2151 Hos 5:13 | Assur, en hij zond tot den koning Jareb; maar die zal ulieden 2152 Hos 7:3 | Zij verblijden den koning met hun boosheid, en de 2153 Hos 8:10 | vanwege den last van den      koning der vorsten. ~ 2154 Hos 10:3 | zeggen: Wij hebben geen koning; want wij hebben den HEERE 2155 Hos 10:3 | gevreesd; wat zou ons dan een koning doen? ~ 2156 Hos 10:6 | tot een geschenk voor den koning Jareb; Efraim zal schaamte 2157 Hos 10:7 | 7      De koning van Samaria is afgehouwen, 2158 Hos 10:15 | boosheid uwer boosheid; Israels koning is in den dageraad ten enenmale 2159 Hos 11:5 | maar Assur, die zal zijn koning zijn; omdat zij zich weigerden 2160 Hos 13:10 | 10      Waar is uw koning nu? Dat hij u behoude in 2161 Hos 13:10 | van zeidet: Geef mij een koning en vorsten? ~ 2162 Hos 13:11 | 11      Ik gaf u een koning in Mijn toorn en nam hem 2163 Amos 1:1 | in de dagen van Uzzia, koning van Juda, en in de dagen 2164 Amos 1:1 | Jerobeam,      zoon van Joas, koning van Israel; twee jaren voor 2165 Amos 1:15| 15      En hunlieder koning zal gaan in gevangenis, 2166 Amos 7:10| Beth-El, tot Jerobeam, den koning van Israel, zeggende: Amos 2167 Jona 3:6 | dit woord geraakte tot den koning van Nineve, en hij stond 2168 Mic 2:13 | dezelve uittrekken; en hun koning zal voor hun aangezicht 2169 Mic 4:7 | machtig volk; en de HEERE zal Koning over hen zijn op den berg      2170 Mic 4:9 | geschrei maken? Is er geen Koning onder u? Is uw Raadgever 2171 Mic 6:5 | gedenk toch wat Balak, de koning van Moab, beraadslaagde, 2172 Nah 3:18 | herders zullen sluimeren, o koning van Assur! uw voortreffelijken 2173 Zep 1:1 | zoon van Amon, den koning van Juda. ~ 2174 Zep 3:15 | uw vijand weggevaagd; de Koning Israels, de HEERE, is in 2175 Zac 7:1 | het vierde jaar van den koning Darius, dat het woord des 2176 Zac 9:5 | te schande gemaakt; en de koning      van Gaza zal vergaan, 2177 Zac 9:9 | dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, 2178 Zac 14:5 | dagen van      Uzzia, den koning van Juda; den zal de HEERE, 2179 Zac 14:9 | En de HEERE zal tot Koning over de ganse aarde zijn; 2180 Zac 14:16 | optrekken om aan te bidden den Koning,      den HEERE der heirscharen, 2181 Zac 14:17 | optrekken naar Jeruzalem, om den Koning, den HEERE der heirscharen, 2182 Mal 1:14 | is! want Ik ben een groot Koning, zegt de HEERE der      2183 Matt 1:6 | Jessai gewon David, den koning; en David, den koning, gewon 2184 Matt 1:6 | den koning; en David, den koning, gewon Salomon bij degene, 2185 Matt 2:1 | Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, enige wijzen 2186 Matt 2:2 | Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben 2187 Matt 2:3 | 3 De koning Herodes nu, dit gehoord 2188 Matt 2:9 | 9 En zij, den koning gehoord hebbende, zijn heengereisd; 2189 Matt 2:22| dat Archelaus in Judea koning was, in de plaats van zijn 2190 Matt 14:9 | 9 En de koning werd bedroefd; doch om de 2191 Matt 18:23| vergeleken bij een zeker koning, die rekening met zijn dienstknechten 2192 Matt 21:5 | der dochter Sions: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig 2193 Matt 22:2 | hemelen is gelijk een zeker koning, die zijn zoon een bruiloft 2194 Matt 22:7 | 7 Als nu de koning dat hoorde, werd hij toornig, 2195 Matt 22:11| 11 En als de koning ingegaan was, om de aanzittende 2196 Matt 22:13| 13 Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn 2197 Matt 25:34| 34 Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen, die 2198 Matt 25:40| 40 En de Koning zal antwoorden en tot hen 2199 Matt 27:11| Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Jezus zeide 2200 Matt 27:29| zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! ~ 2201 Matt 27:37| geschreven: DEZE Is JEZUS, De KONING DER JODEN. ~ 2202 Matt 27:42| verlossen. Indien Hij de Koning Israels is, dat Hij nu afkome 2203 Mark 6:14| 14 En de koning Herodes hoorde het (want 2204 Mark 6:22| aanzaten, behaagde, zo zeide de koning tot het dochtertje: Eis 2205 Mark 6:25| met haast ingaande tot den koning, heeft het geeist, zeggende: 2206 Mark 6:26| 26 En de koning, zeer bedroefd geworden 2207 Mark 6:27| 27 En de koning zond terstond een scherprechter, 2208 Mark 15:2 | vraagde Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordende, 2209 Mark 15:9 | Wilt gij, dat ik u den Koning der Joden loslate? ~ 2210 Mark 15:12| Hem doen zal, Dien gij een Koning der Joden noemt? ~ 2211 Mark 15:18| zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! ~ 2212 Mark 15:26| boven Hem geschreven: De KONING DER JODEN. ~ 2213 Mark 15:32| 32 De Christus, de Koning Israels, kome nu af van 2214 Luk 1:5 | de dagen van Herodes, den koning van Judea, was een zeker 2215 Luk 1:33 | zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, 2216 Luk 14:31 | 31 Of wat koning, gaande naar den krijg, 2217 Luk 14:31 | krijg, om tegen een anderen koning te slaan, zit niet eerst 2218 Luk 19:14 | niet, dat deze over ons koning zij. ~ 2219 Luk 19:27 | gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt ze hier, 2220 Luk 19:38 | Zeggende: Gezegend is de Koning, Die daar komt in den Naam 2221 Luk 23:2 | dat Hij Zelf Christus, de Koning is. ~ 2222 Luk 23:3 | Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Hij antwoordde 2223 Luk 23:37 | En zeiden: Indien gij de Koning der Joden zijt, zo verlos 2224 Luk 23:38 | Hebreeuwse letters: DEZE Is De KONING DER JODEN. ~ 2225 Joha 1:50| de Zone Gods, Gij zijt de Koning Israels. ~ 2226 Joha 6:15| geweld nemen, opdat zij Hem Koning maakten, ontweek wederom 2227 Joha 12:13| des Heeren, Hij, Die is de Koning Israels! ~ 2228 Joha 12:15| gij dochter Sions, zie, uw Koning komt, zittende op het veulen 2229 Joha 18:33| zeide tot Hem: Zijt Gij de Koning der Joden? ~ 2230 Joha 18:37| tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, 2231 Joha 18:37| antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren 2232 Joha 18:39| Wilt gij dan, dat ik u den Koning der Joden loslate? ~ 2233 Joha 19:3 | zeiden: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! En zij gaven 2234 Joha 19:12| iegelijk, die zichzelven koning maakt, wederspreekt den 2235 Joha 19:14| zeide tot de Joden: Ziet, uw Koning! ~ 2236 Joha 19:15| zeide tot hen: Zal ik uw Koning kruisigen? De overpriesters 2237 Joha 19:15| antwoordden: Wij hebben geen koning, dan den keizer. ~ 2238 Joha 19:19| geschreven: JEZUS De NAZARENER De KONING DER JODEN. ~ 2239 Joha 19:21| Pilatus: Schrijf niet: De Koning der Joden; maar, dat Hij 2240 Joha 19:21| gezegd heeft: Ik ben de Koning der Joden. ~ 2241 Hand 6:31| denzelfden tijd sloeg de koning Herodes de handen aan sommigen 2242 Hand 7:21| toen aan begeerden zij een koning; en God gaf hun Saul, den 2243 Hand 7:22| verwekte Hij hun David tot een koning; denwelken Hij ook getuigenis 2244 Hand 11:7 | zeggende, dat er een andere Koning is, namelijk Jezus. ~ 2245 Hand 19:13| voorbijgegaan waren, kwamen de koning Agrippa en Bernice te Cesarea, 2246 Hand 19:14| zaken van Paulus aan den koning verhaald, zeggende: Hier 2247 Hand 19:24| 24 En Festus zeide: Koning Agrippa, en gij mannen allen, 2248 Hand 19:26| voorgebracht, en meest voor u, koning Agrippa, opdat ik, na gedane 2249 Hand 20:2 | acht mijzelven gelukkig, o koning Agrippa, dat ik mij heden 2250 Hand 20:7 | komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word 2251 Hand 20:13| 13 Zag ik, o koning, in het midden van den dag, 2252 Hand 20:19| 19 Daarom, o koning Agrippa, ben ik dat Hemels 2253 Hand 20:26| 26 Want de koning weet van deze dingen, tot 2254 Hand 20:27| 27 Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik 2255 Hand 20:30| dit gezegd had, stond de koning op, en de stadhouder, en 2256 1Kor 15:25| 25 Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de 2257 2Kor 11:32| 32 De stadhouder van den koning Aretas in Damaskus, bezette 2258 1Tim 1:17| 17 Den Koning nu der eeuwen, den onverderfelijken, 2259 1Tim 6:15| alleen machtige Heere, de Koning der koningen, en Heere der 2260 Heb 7:1 | Want deze Melchizedek was koning van Salem, een priester 2261 Heb 7:2 | vooreerst overgezet wordt, koning der gerechtigheid, en daarna 2262 Heb 7:2 | gerechtigheid, en daarna ook was een koning van Salem, hetwelk is een 2263 Heb 7:2 | van Salem, hetwelk is een koning des vredes; ~ 2264 1Pet 2:13| des Heeren wil; hetzij den koning, als de opperste macht hebbende; ~ 2265 1Pet 2:17| lief; vreest God; eert den koning. ~ 2266 Open 9:11| hadden over zich tot een koning den engel des afgronds; 2267 Open 11:15| Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid. ~ 2268 Open 11:17| hebt aangenomen, en als Koning hebt geheerst; ~ 2269 Open 15:3 | waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen! ~ 2270 Open 17:11| is, die is ook de achtste koning, en is uit de zeven en gaat 2271 Open 17:14| Heere der heren, en een Koning der koningen), en die met 2272 Open 19:6 | almachtige God, heeft als Koning geheerst. ~ 2273 Open 19:16| dij dezen Naam geschreven: Koning der koningen, en Heere der


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2273

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License