Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
oudwijfse 1
oven 28
ovens 7
over 2262
overal 26
overambtman 1
overbleef 4
Frequency    [«  »]
2288 nu
2279 dan
2273 koning
2262 over
2206 zoon
2140 toen
2077 heeren

Bijbel

IntraText - Concordances

over

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2262

     Book Chapter: Verse
1501 Jer 36:2 | Ik tot u gesproken heb, over Israel, en over Juda, en 1502 Jer 36:2 | gesproken heb, over Israel, en over Juda, en over al de volken, 1503 Jer 36:2 | Israel, en over Juda, en over al de volken, van den dag 1504 Jer 36:31 | 31      En Ik zal over hem, en over zijn zaad, 1505 Jer 36:31 | En Ik zal over hem, en over zijn zaad, en over zijn 1506 Jer 36:31 | hem, en over zijn zaad, en over zijn knechten hunlieder 1507 Jer 36:31 | ongerechtigheid bezoeken; en Ik zal over hen, en over de inwoners 1508 Jer 36:31 | en Ik zal over hen, en over de inwoners van Jeruzalem, 1509 Jer 36:31 | inwoners van Jeruzalem, en over de mannen van      Juda, 1510 Jer 37:10 | hen enige verwonde mannen over, zo zouden zich die, een 1511 Jer 39:14 | der bewaring, en gaven hem over aan Gedalia, den zoon van 1512 Jer 39:16 | zal Mijn woorden brengen over deze stad, ten      kwade 1513 Jer 40:2 | uw God, heeft dit kwaad over deze plaats gesproken. ~ 1514 Jer 40:5 | dien de koning van Babel over de steden van Juda gesteld 1515 Jer 40:7 | Gedalia, den zoon van Ahikam, over het land gesteld had, en 1516 Jer 40:11 | Ahikam, den zoon van Safan, over hen gesteld had; ~ 1517 Jer 41:2 | dien de koning van Babel over het land gesteld had. ~ 1518 Jer 41:10 | en toog henen, om      over te gaan tot de kinderen 1519 Jer 41:14 | zij keerden zich en gingen over tot Johanan, den zoon van 1520 Jer 41:18 | de      koning van Babel over het land gesteld had. ~  ~ 1521 Jer 42:10 | uitrukken; want Ik heb berouw over het kwaad, dat Ik u aangedaan 1522 Jer 42:17 | ontkome van het kwaad, dat Ik over hen zal brengen. ~ 1523 Jer 42:18 | grimmigheid is uitgestort over de inwoners van Jeruzalem, 1524 Jer 42:18 | alzo zal Mijn grimmigheid over      ulieden uitgestort 1525 Jer 44:2 | kwaad, dat Ik gebracht heb over Jeruzalem en over alle steden 1526 Jer 44:2 | gebracht heb over Jeruzalem en over alle steden van Juda; en 1527 Jer 44:13 | Want Ik zal bezoeking doen over degenen, die in Egypteland 1528 Jer 44:13 | Ik bezoeking gedaan heb over Jeruzalem, door het zwaard, 1529 Jer 44:27 | 27      Ziet, Ik zal over hen waken ten kwade en niet 1530 Jer 44:29 | HEERE, dat Ik in deze plaats over u bezoeking zal doen; opdat 1531 Jer 44:29 | dat Mijn woorden zekerlijk over u bestaan zullen ten kwade; ~ 1532 Jer 45:5 | zie, Ik breng een kwaad over alle vlees, spreekt de HEERE; 1533 Jer 46:21 | dag huns verderfs      is over hen gekomen, de tijd hunner 1534 Jer 46:25 | Ziet, Ik zal bezoeking doen over de menigte van No, en over 1535 Jer 46:25 | over de menigte van No, en over Farao, en over Egypte, en 1536 Jer 46:25 | van No, en over Farao, en over Egypte, en over haar goden, 1537 Jer 46:25 | Farao, en over Egypte, en over haar goden, en over haar 1538 Jer 46:25 | en over haar goden, en over haar koningen,      ja, 1539 Jer 46:25 | haar koningen,      ja, over Farao, en over degenen, 1540 Jer 46:25 | ja, over Farao, en over degenen, die op hem vertrouwen. ~ 1541 Jer 48:1 | de God Israels, alzo: Wee over Nebo, want zij is verstoord; 1542 Jer 48:8 | de verstoorder zal komen over elke stad, dat niet een 1543 Jer 48:21 | En het oordeel is gekomen over het vlakke land; over Holon, 1544 Jer 48:21 | gekomen over het vlakke land; over Holon, en over Jahza, en 1545 Jer 48:21 | vlakke land; over Holon, en over Jahza, en over Mefaath. ~ 1546 Jer 48:21 | Holon, en over Jahza, en over Mefaath. ~ 1547 Jer 48:22 | 22      En over Dibon, en over Nebo, en 1548 Jer 48:22 | 22      En over Dibon, en over Nebo, en over Beth-Diblathaim, ~ 1549 Jer 48:22 | Dibon, en over Nebo, en over Beth-Diblathaim, ~ 1550 Jer 48:23 | 23      En over Kirjathaim, en over Beth-Gamul, 1551 Jer 48:23 | En over Kirjathaim, en over Beth-Gamul, en over Beth-Meon, ~ 1552 Jer 48:23 | en over Beth-Gamul, en over Beth-Meon, ~ 1553 Jer 48:24 | 24      En over Kerioth, en over Bozra; 1554 Jer 48:24 | En over Kerioth, en over Bozra; ja, over alle steden 1555 Jer 48:24 | Kerioth, en over Bozra; ja, over alle steden van Moabs land, 1556 Jer 48:31 | 31      Daarom zal Ik over Moab huilen, ja, om gans 1557 Jer 48:31 | gans Moab zal Ik krijten; over de lieden van Kir-heres 1558 Jer 48:32 | Sibma! uw wijnranken zijn over zee gegaan, zij hebben gereikt 1559 Jer 48:36 | Daarom zal Mijn hart over Moab getier maken als de 1560 Jer 48:36 | fluiten; ook zal Mijn hart over de lieden van Kir-heres 1561 Jer 48:40 | en hij zal zijn vleugelen over Moab uitbreiden. ~ 1562 Jer 48:43 | en de kuil, en de strik, over u, gij inwoner van Moab! 1563 Jer 48:44 | gevangen worden; want Ik zal over haar, over Moab, het jaar 1564 Jer 48:44 | want Ik zal over haar, over Moab, het jaar van hunlieder 1565 Jer 49:2 | spreekt de HEERE, dat Ik over Rabba der kinderen Ammons 1566 Jer 49:5 | Ziet, Ik zal vreze over u brengen, spreekt de HEERE, 1567 Jer 49:8 | want Ik heb Ezau's verderf over hem gebracht, den tijd, 1568 Jer 49:17 | zich ontzetten, en fluiten over al haar plagen. ~ 1569 Jer 49:20 | HEEREN raadslag, dien Hij over Edom heeft beraadslaagd, 1570 Jer 49:20 | gedachten, die Hij gedacht heeft over de inwoners van Theman: 1571 Jer 49:22 | arend, en zijn vleugelen over Bozra uitbreiden; en het 1572 Jer 49:36 | de vier hoeken des hemels over Elam aanbrengen, en zal 1573 Jer 49:37 | zoeken, en zal een kwaad over hen brengen, de hittigheid      1574 Jer 50:13 | ontzetten, en fluiten      over al haar plagen. ~ 1575 Jer 50:15 | 15      Juicht over haar rondom, zij heeft haar 1576 Jer 50:18 | Ziet, Ik zal bezoeking doen over den koning van Babel en 1577 Jer 50:18 | den koning van Babel en over zijn land, gelijk als Ik 1578 Jer 50:18 | Ik bezoeking gedaan heb over den      koning van Assur. ~ 1579 Jer 50:27 | afgaan ter slachting; wee over hen, want hun dag is gekomen, 1580 Jer 50:35 | Het zwaard zal zijn over de Chaldeen, spreekt de 1581 Jer 50:35 | Chaldeen, spreekt de HEERE; en over de inwoners van Babel, en 1582 Jer 50:35 | de inwoners van Babel, en over haar vorsten, en over haar 1583 Jer 50:35 | en over haar vorsten, en over haar wijzen. ~ 1584 Jer 50:36 | Het zwaard zal zijn over de leugenaars, dat zij zot 1585 Jer 50:36 | worden; het zwaard zal zijn over haar helden, dat zij versagen; ~ 1586 Jer 50:37 | Het zwaard zal zijn over zijn paarden en over zijn 1587 Jer 50:37 | zijn over zijn paarden en over zijn wagenen, en over den 1588 Jer 50:37 | en over zijn wagenen, en over den gansen gemengden hoop, 1589 Jer 50:37 | worden; het zwaard zal zijn over      haar schatten, dat 1590 Jer 50:38 | 38      Droogte zal zijn over haar wateren, dat zij uitdrogen; 1591 Jer 50:45 | raadslag des HEEREN, dien Hij over Babel heeft beraadslaagd, 1592 Jer 50:45 | gedachten, die Hij gedacht heeft over het land der Chaldeen: Zo 1593 Jer 51:8 | gevallen en verbroken; huilt over haar, neemt balsem tot haar 1594 Jer 51:12 | heeft Hij gedaan, wat Hij over de      inwoners van Babel 1595 Jer 51:14 | elkander een vreugdegeschrei over u      toeroepen! ~ 1596 Jer 51:42 | 42      Een zee is over Babel gerezen, door de veelheid 1597 Jer 51:44 | En Ik zal bezoeking doen over Bel te Babel, en Ik zal 1598 Jer 51:46 | geweld zijn in het land, heer over heer. ~ 1599 Jer 51:47 | dat Ik bezoeking zal doen over de gesneden beelden van 1600 Jer 51:48 | daarin is, zullen juichen over Babel; want van het noorden 1601 Jer 51:51 | bedekt; omdat uitlandsen over de      heiligdommen van 1602 Jer 51:52 | dat Ik bezoeking doen zal over haar gesneden beelden; en 1603 Jer 51:56 | Want de verstoorder komt over haar, over Babel, en haar 1604 Jer 51:56 | verstoorder komt over haar, over Babel, en haar helden zullen 1605 Jer 51:60 | schreef al het kwaad, dat over Babel komen zou, in een 1606 Jer 51:62 | zeggen: O HEERE, Gij hebt over deze plaats gesproken, dat 1607 Jer 51:64 | vanwege het kwaad, dat Ik over haar zal brengen, en zij 1608 Jer 52:16 | overste der trawanten, enigen over tot wijngaardeniers en tot 1609 Jer 52:23 | granaatappelen waren honderd, over het net rondom. ~ 1610 Jer 52:25 | nam hij een hoveling, die over de krijgslieden gesteld 1611 Klaa 1:2 | nachts, en haar tranen lopen over haar kinnebakken; zij heeft 1612 Klaa 1:12 | niet aan, gij allen, die over weg gaat? Schouwt het aan 1613 Klaa 1:15 | Hij heeft een bijeenkomst over mij uitgeroepen, om mijn 1614 Klaa 1:37 | Samech. Allen, die over weg gaan, klappen met de 1615 Klaa 1:37 | gaan, klappen met de handen over u, zij fluiten en schudden 1616 Klaa 1:37 | fluiten en schudden hun hoofd over de dochter Jeruzalems, zeggende: 1617 Klaa 1:38 | vijanden sperren hun mond op over u, zij fluiten en knersen 1618 Klaa 1:39 | Hij heeft den      vijand over u verblijd, Hij heeft den 1619 Klaa 1:50 | plaatsen, als degenen, die over lang dood zijn. ~ 1620 Klaa 1:91 | De vreze en de kuil zijn over ons gekomen, de verwoesting 1621 Klaa 1:98 | Tsade. De wateren zwommen over mijn hoofd; ik zeide: Ik 1622 Klaa 1:109| des harten; Uw vloek zij over hen! ~ 1623 Klaa 1:116| geen handen hadden arbeid over haar. ~ 1624 Klaa 2:8 | 8      Knechten heersen over ons; er is niemand, die 1625 Eze 1:22 | 22      En over de hoofden der dieren was 1626 Eze 1:22 | vreselijke kristal, van boven af over hun hoofden uitgespreid. ~ 1627 Eze 3:17 | tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult 1628 Eze 5:1 | hetwelk gij zult laten gaan over uw hoofd en over uw baard; 1629 Eze 5:1 | laten gaan over uw hoofd en over uw baard; daarna zult gij 1630 Eze 5:15 | rondom u zijn, wanneer Ik over u gerichten in toorn, en 1631 Eze 5:16 | verderven; zo zal Ik den honger over u vermeerderen, en u      1632 Eze 5:17 | kinderen beroven zullen, zal Ik over u zenden; ook zal pestilentie 1633 Eze 5:17 | omgaan; en het zwaard zal Ik over u brengen; Ik, de      HEERE, 1634 Eze 6:3 | dalen: Ziet, Ik, Ik breng over u      het zwaard, en Ik 1635 Eze 6:9 | walging aan zichzelven hebben over de boosheden, die zij in 1636 Eze 6:11 | met uw voet, en zeg: Ach, over alle gruwelen der boosheden 1637 Eze 6:14 | Daarom zal Ik Mijn hand over hen uitstrekken, en zal 1638 Eze 7:2 | er, het einde is gekomen over de vier hoeken des lands. ~ 1639 Eze 7:3 | 3      Nu is het einde over u; want Ik zal Mijn toorn 1640 Eze 7:8 | in kort Mijn grimmigheid over u uitgieten, en Mijn toorn 1641 Eze 7:11 | gedruis, en geen klage zal over hen zijn. ~ 1642 Eze 7:12 | want een brandende toorn is over de gehele menigte van het 1643 Eze 7:14 | Mijn brandende toorn is over de gehele menigte van het 1644 Eze 7:18 | gruwen zal ze bedekken, en over alle aangezichten zal schaamte 1645 Eze 8:1 | Heeren HEEREN daar over mij viel. ~ 1646 Eze 9:4 | zuchten en uitroepen      over al deze gruwelen, die in 1647 Eze 9:8 | grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem? ~ 1648 Eze 10:1 | uitspansel, hetwelk was over het hoofd der cherubs, was 1649 Eze 10:2 | cherubs, en strooi      ze over de stad; en hij ging in 1650 Eze 10:19 | Gods Israels was van boven over hen. ~ 1651 Eze 11:8 | gevreesd; en het zwaard zal Ik over u brengen, spreekt de Heere 1652 Eze 11:22 | des Gods van Israel was over hen van boven. ~ 1653 Eze 12:13 | Ik zal ook Mijn net over hem uitspreiden, dat hij 1654 Eze 13:3 | zegt de Heere HEERE: Wee over die dwaze profeten, die 1655 Eze 14:17 | als Ik het zwaard brenge over datzelve land, en zegge: 1656 Eze 14:22 | gij zult vertroost worden over het kwaad, dat Ik over Jeruzalem 1657 Eze 14:22 | worden over het kwaad, dat Ik over Jeruzalem gebracht zal hebben, 1658 Eze 14:22 | wat Ik zal gebracht hebben over haar. ~ 1659 Eze 16:5 | Geen oog had medelijden over u, om u een van deze dingen 1660 Eze 16:5 | dingen te doen, om zich over u te erbarmen; maar gij 1661 Eze 16:8 | breidde Ik Mijn vleugel over u uit, en dekte uw naaktheid; 1662 Eze 16:27 | daarom strekte Ik Mijn hand over u uit, en verminderde uw 1663 Eze 16:27 | bescheiden deel; en Ik gaf u over in den lust dergenen, die 1664 Eze 16:63 | voor u verzoening doen zal over al hetgeen gij gedaan hebt, 1665 Eze 17:20 | En Ik zal Mijn net over hem uitspreiden, dat hij 1666 Eze 17:20 | zal daar met hem rechten over zijn overtreding, waardoor 1667 Eze 19:1 | hef gij een weeklage op over de vorsten van Israel, ~ 1668 Eze 19:8 | en zij spreidden hun net over hem uit; in hun groeve werd 1669 Eze 20:8 | dat Ik Mijn grimmigheid over hen uitgieten zou, om Mijn 1670 Eze 20:13 | grimmigheid te zullen uitgieten over hen in de woestijn, om hen 1671 Eze 20:21 | grimmigheid te zullen uitgieten over hen, volbrengende Mijn toorn 1672 Eze 20:28 | in het land gebracht had, over hetwelk Ik Mijn hand opgeheven 1673 Eze 20:33 | een uitgegoten grimmigheid over u zal regeren! ~ 1674 Eze 20:43 | zelven een walging hebben over al uw boosheden, die      1675 Eze 21:31 | 31      En Ik zal over u Mijn gramschap uitgieten, 1676 Eze 22:22 | HEERE, Mijn grimmigheid      over u uitgegoten heb. ~ 1677 Eze 22:31 | Daarom heb Ik Mijn gramschap over hen uitgegoten; door het 1678 Eze 23:8 | hadden hun      hoererij over haar uitgestort. ~ 1679 Eze 23:9 | de hand van haar boelen over, in de hand der kinderen 1680 Eze 23:10 | nadat men      gerichten over haar geoefend had. ~ 1681 Eze 24:6 | daaruit, en laat het lot      over hem niet vallen. ~ 1682 Eze 25:3 | Omdat gij gezegd hebt: Heah! over Mijn heiligdom, als het 1683 Eze 25:3 | ontheiligd werd, en      over het land Israels, als het 1684 Eze 25:3 | als het verwoest werd, en over het huis van Juda, als zij 1685 Eze 25:6 | geweest in al uw plundering, over het land Israels; ~ 1686 Eze 26:16 | elken ogenblik sidderen, en over u ontzet zijn; ~ 1687 Eze 26:17 | zij zullen een klaaglied over u opheffen, en tot u zeggen: 1688 Eze 26:19 | worden; als Ik een afgrond over u zal doen opkomen, en de 1689 Eze 27:2 | mensenkind! hef een klaaglied op over Tyrus; ~ 1690 Eze 27:30 | En zij zullen hun stem over u laten horen, en bitterlijk 1691 Eze 27:31 | En zij zullen zich over u gans kaal maken, en zakken 1692 Eze 27:31 | zakken aangorden; en zullen over u wenen met bitterheid der 1693 Eze 27:32 | hun gekerm een klaaglied over u opheffen, en over u weeklagen, 1694 Eze 27:32 | klaaglied over u opheffen, en over u weeklagen, zeggende: Wie 1695 Eze 27:35 | inwoners der eilanden zijn over u ontzet, en hun koningen 1696 Eze 28:7 | Daarom zie, Ik zal vreemden over u brengen, de tirannigste 1697 Eze 28:7 | hun zwaarden uittrekken over de schoonheid uwer wijsheid, 1698 Eze 28:12 | Mensenkind! hef een klaaglied op over den koning van Tyrus, en 1699 Eze 28:17 | Uw hart verheft zich over uw schoonheid; gij hebt 1700 Eze 28:19 | kennen onder de volken, zijn over u ontzet; gij zijt een grote 1701 Eze 29:8 | Zie, Ik zal het zwaard over u brengen, en Ik zal uit 1702 Eze 29:15 | zij niet zullen heersen over de heidenen. ~ 1703 Eze 30:15 | Mijn grimmigheid uitgieten over Sin, de sterkte van Egypte; 1704 Eze 30:25 | gegeven, en hij datzelve over Egypteland zal hebben uitgestrekt. ~ 1705 Eze 31:10 | Omdat gij u verheven hebt over uw stam, ja, hij stak zijn 1706 Eze 31:10 | en zijn hart verhief zich over zijn hoogte; ~ 1707 Eze 31:14 | waterrijke bomen verheffen over hun stam, en hun top niet 1708 Eze 32:2 | Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, 1709 Eze 32:3 | Ik zal daarom Mijn net over u uitspreiden door een vergadering 1710 Eze 32:8 | en Ik zal een duisternis over uw land maken, spreekt de 1711 Eze 32:10 | maken, dat zich vele volken over u ontzetten, en hun koningen 1712 Eze 32:10 | koningen zullen de haren over u te berge staan, als Ik 1713 Eze 32:16 | zullen het klagelijk zingen over Egypte en over haar ganse 1714 Eze 32:16 | klagelijk zingen over Egypte en over haar ganse menigte,      1715 Eze 32:18 | Mensenkind! weeklaag over de menigte van Egypte, en 1716 Eze 32:31 | henlieden zien, en zich troosten over zijn ganse menigte; de verslagenen 1717 Eze 33:2 | hen: Wanneer Ik het zwaard over enig land breng, en het 1718 Eze 33:3 | hij het zwaard ziet komen over het land, en blaast met 1719 Eze 33:7 | tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult 1720 Eze 34:4 | niet; maar gij heerst      over hen met strengheid en met 1721 Eze 34:23 | Ik zal een enigen Herder over hen verwekken, en Hij zal 1722 Eze 35:15 | Gelijk gij u verblijd hebt over de erfenis van het huis 1723 Eze 36:15 | schimp der heidenen niet meer over u hore, en gij zult den 1724 Eze 36:18 | goot Ik Mijn grimmigheid over hen uit, om des bloeds wil, 1725 Eze 36:31 | walging van u zelf hebben over uw ongerechtigheden en over 1726 Eze 36:31 | over uw ongerechtigheden en over uw gruwelen. ~ 1727 Eze 37:4 | zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot 1728 Eze 37:6 | doen opkomen, en een huid over u trekken, en den geest 1729 Eze 37:8 | Hij trok een huid boven over dezelve, maar er was geen 1730 Eze 37:24 | Knecht David zal Koning over hen zijn; en zij zullen 1731 Eze 38:21 | Want Ik zal het zwaard over hem roepen op al Mijn bergen, 1732 Eze 39:25 | wederbrengen, en zal Mij ontfermen over het ganse huis Israels, 1733 Eze 39:25 | Israels, en Ik zal ijveren over Mijn heiligen Naam; ~ 1734 Eze 39:29 | verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israels zal hebben 1735 Eze 44:24 | 24      En over een twistzaak zullen zij 1736 Eze 45:15 | dankofferen om verzoening over hen te doen, spreekt de      1737 Eze 47:14 | een zowel als de ander; over hetwelk Ik Mijn hand heb 1738 Dan 1:11 | kamerlingen gesteld had over Daniel, Hananja, Misael 1739 Dan 2:18 | barmhartigheden verzochten over deze verborgenheid, dat 1740 Dan 2:31 | uitnemend), staande tegen u over; en zijn gedaante was schrikkelijk. ~ 1741 Dan 2:38 | gesteld tot een heerser over al dezelve; gij      zijt 1742 Dan 2:39 | koper, hetwelk heersen zal over de gehele aarde. ~ 1743 Dan 2:48 | stelde hem tot een heerser over het ganse landschap van 1744 Dan 2:48 | overste der      overheden over al de wijzen van Babel. ~ 1745 Dan 2:49 | Sadrach, Mesach en Abed-nego over de bediening van het landschap 1746 Dan 3:12 | zijn Joodse mannen, die gij over de bediening van het landschap 1747 Dan 3:27 | beziende, omdat het vuur over hun lichamen niet geheerst      1748 Dan 4:16 | gegeven, en laat zeven tijden over hem voorbijgaan. ~ 1749 Dan 4:17 | Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken      der 1750 Dan 4:20 | den hemel reikte, en die over het ganse aardrijk gezien 1751 Dan 4:23 | totdat er zeven tijden over hem voorbijgaan; ~ 1752 Dan 4:24 | des Allerhoogsten, hetwelk over mijn heer, den koning komen 1753 Dan 4:25 | en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat gij 1754 Dan 4:25 | Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der mensen, 1755 Dan 4:32 | en er zullen zeven tijden over u      voorbijgaan, totdat 1756 Dan 4:32 | bekent, dat de Allerhoogste over de koninkrijken der mensen 1757 Dan 4:33 | werd dat woord volbracht over Nebukadnezar, want hij werd 1758 Dan 5:21 | Allerhoogste, Heerser is over de koninkrijken der mensen, 1759 Dan 5:21 | koninkrijken der mensen, en over dezelve      stelt, wien 1760 Dan 6:2 | dacht Darius goed, dat hij over het koninkrijk stelde honderd 1761 Dan 6:2 | twintig stadhouders, die over het ganse koninkrijk zijn 1762 Dan 6:3 | 3      En over dezelve drie vorsten, van 1763 Dan 6:4 | koning dacht hem te stellen over het gehele koninkrijk. ~ 1764 Dan 6:25 | of de leeuwen heersten over hen, zij vermorzelden ook 1765 Dan 7:16 | verzocht van hem de zekerheid over dit alles; en hij zeide 1766 Dan 8:5 | geitenbok van het westen over den gansen aardbodem, en 1767 Dan 8:27 | konings werk; en ik was ontzet over dit gezicht; maar niemand 1768 Dan 9:1 | die koning gemaakt was over het koninkrijk der Chaldeen; ~ 1769 Dan 9:11 | gehoorzaamden; daarom is over ons uitgestort die vloek, 1770 Dan 9:12 | ons richtten, brengende over ons een groot kwaad, hetwelk 1771 Dan 9:13 | is, alzo is al dat kwaad over ons gekomen; en wij smeekten 1772 Dan 9:14 | Daarom heeft de HEERE over het kwade gewaakt, en Hij 1773 Dan 9:14 | gewaakt, en Hij heeft het over ons gebracht; want de HEERE, 1774 Dan 9:17 | doe Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest 1775 Dan 9:24 | Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige 1776 Dan 9:24 | bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding 1777 Dan 9:27 | spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel 1778 Dan 9:27 | zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste. ~  ~ 1779 Dan 10:16 | wil keren zich mijn weeen over mij, zodat ik geen kracht 1780 Dan 11:39 | hij zal ze doen heersen over velen, en hij      zal het 1781 Dan 11:43 | En hij zal heersen over de verborgen schatten des 1782 Dan 11:43 | gouds en des zilvers, en over al de gewenste dingen van 1783 Hos 1:4 | bloedschulden van Jizreel bezoeken over het huis van Jehu, en zal 1784 Hos 1:6 | voortaan niet meer ontfermen over het huis Israels, maar Ik      1785 Hos 1:7 | 7      Maar over het huis van Juda zal Ik 1786 Hos 2:12 | 12      En Ik zal over haar bezoeken de dagen des 1787 Hos 2:22 | zaaien, en zal Mij ontfermen over Lo-Ruchama; en Ik zal zeggen 1788 Hos 4:9 | zijn; en Ik zal zijn wegen over hem bezoeken, en zijn handelingen 1789 Hos 4:14 | 14      Ik zal over uw dochteren geen bezoeking 1790 Hos 4:14 | omdat zij hoereren, en over uw bruiden, omdat zij overspel 1791 Hos 5:10 | verbolgenheid, als water, over hen uitgieten. ~ 1792 Hos 7:12 | henengaan, zal Ik Mijn net over hen uitspreiden, Ik zal 1793 Hos 7:13 | afgezworven; verstoring over hen, want zij hebben tegen 1794 Hos 10:5 | Samaria zullen verschrikt zijn over het kalf van Beth-Aven; 1795 Hos 10:5 | Beth-Aven; want zijn volk zal over hetzelve treuren, mitsgaders 1796 Hos 10:5 | zijn Chemarim (die zich over hetzelve verheugden),      1797 Hos 10:5 | hetzelve verheugden),      over zijn heerlijkheid, omdat 1798 Hos 10:11 | gaarne te dorsen, zo ben Ik over de schoonheid van haar hals 1799 Hos 10:12 | zoeken, totdat Hij kome, en over u de gerechtigheid regene. ~ 1800 Hos 12:3 | en Hij zal bezoeking doen over Jakob naar zijn wegen, naar 1801 Joe 1:6 | Want een volk is opgekomen over mijn land, machtig en zonder 1802 Joe 2:2 | de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en 1803 Joe 2:13 | en berouw      hebbende over het kwade. ~ 1804 Joe 2:17 | en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid,      1805 Joe 2:17 | smaadheid,      dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom 1806 Joe 2:18 | Zo zal de HEERE ijveren over Zijn land, en Hij zal Zijn 1807 Joe 2:28 | Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen 1808 Joe 2:29 | 29      Ja, ook over de dienstknechten, en over 1809 Joe 2:29 | over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik 1810 Joe 3:3 | 3      En hebben het lot over Mijn volk geworpen en een 1811 Joe 3:13 | en de perskuipen lopen over; want hunlieder boosheid 1812 Amos 1:1 | dewelke hij gezien heeft over Israel, in de dagen van 1813 Amos 1:6 | wegvoering,      om aan Edom over te leveren. ~ 1814 Amos 3:2 | Ik al uw ongerechtigheden over ulieden bezoeken. ~ 1815 Amos 3:14 | Ik Israels overtredingen over hem bezoeken zal, ook bezoeking 1816 Amos 3:14 | ook bezoeking zal doen over de altaren van Beth-El; 1817 Amos 4:2 | heiligheid, dat er, ziet, dagen over ulieden zullen komen, dat 1818 Amos 4:7 | oogst, en heb doen regenen over de ene stad, maar over de 1819 Amos 4:7 | regenen over de ene stad, maar over de andere stad niet doen      1820 Amos 5:1 | Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, 1821 Amos 5:5 | te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-Seba; want Gilgal 1822 Amos 5:9 | verkwikt door verwoesting over een sterke; zodat de verwoesting 1823 Amos 5:9 | zodat de verwoesting komt over een vesting. ~ 1824 Amos 6:2 | 2      Gaat over naar Kalne, en ziet toe; 1825 Amos 6:6 | maar bekommeren zich niet over de verbreking van Jozef. ~ 1826 Amos 6:13 | Gij, die blijde zijt over een nietig ding; gij, die 1827 Amos 6:14 | 14      Want ziet, Ik zal over ulieden, o huis Israels! 1828 Amos 8:2 | mij: Het einde is gekomen over Mijn volk Israel; Ik zal 1829 Amos 8:10 | in rouw, als er is      over een enigen zoon, en deszelfs 1830 Oba 1:11 | zijn poorten introkken, en over Jeruzalem het lot wierpen, 1831 Oba 1:12 | noch u verblijd hebben over de kinderen van Juda, ten 1832 Oba 1:15 | dag des HEEREN is nabij, over al de heidenen; gelijk als 1833 Jona 1:12 | storm ulieden om mijnentwil over komt. ~ 1834 Jona 2:3 | baren en Uw golven gingen over mij henen. ~ 1835 Jona 3:10 | weg; en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken 1836 Jona 4:2 | goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwaad. ~ 1837 Jona 4:6 | opdat er schaduw mocht zijn over zijn hoofd, om hem te redden 1838 Jona 4:6 | Jona verblijdde zich over den wonderboom met grote 1839 Jona 4:9 | toorn billijk ontstoken over den wonderboom? En hij zeide: 1840 Mic 1:1 | Juda; dat hij gezien heeft over Samaria en      Jeruzalem. ~ 1841 Mic 2:3 | Ziet, Ik denk een kwaad over dit geslacht, waaruit gijlieden 1842 Mic 2:4 | zal men een spreekwoord over ulieden opnemen; en men 1843 Mic 3:6 | waarzegging; en de zon zal over deze profeten ondergaan; 1844 Mic 3:6 | ondergaan; en de dag      zal over hen zwart worden. ~ 1845 Mic 4:7 | en de HEERE zal Koning over hen zijn op den berg      1846 Mic 7:8 | 8      Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin! wanneer 1847 Nah 3:3 | zijn der lichamen, men zal over hun lichamen struikelen; ~ 1848 Nah 3:10 | verpletterd geworden; en over haar geeerden hebben zij 1849 Nah 3:19 | horen, zullen de handen over u klappen; want over wien 1850 Nah 3:19 | handen over u klappen; want over wien is uw boosheid niet      1851 Zep 1:8 | dat Ik bezoeking zal doen over de vorsten, en over de kinderen 1852 Zep 1:8 | doen over de vorsten, en over de kinderen des konings, 1853 Zep 1:8 | kinderen des konings, en over allen, die zich kleden met      1854 Zep 1:9 | zelven dage bezoeking doen over al wie over den dorpel springt; 1855 Zep 1:9 | bezoeking doen over al wie over den dorpel springt; die 1856 Zep 1:12 | en Ik zal bezoeking doen over de mannen, die stijf geworden 1857 Zep 2:2 | hittigheid van des HEEREN toorn over ulieden nog niet komt; terwijl 1858 Zep 2:2 | van den toorn des HEEREN over ulieden      nog niet komt. ~ 1859 Zep 3:8 | koninkrijken te vergaderen, om over hen      Mijn gramschap, 1860 Zep 3:11 | vreugde opspringen over uw hovaardij, en gij zult 1861 Zep 3:17 | Die verlossen zal; Hij zal over u vrolijk zijn met blijdschap, 1862 Zep 3:17 | Zijn liefde, Hij zal Zich over u verheugen met      gejuich. ~ 1863 Zac 1:12 | zult Gij U niet ontfermen over Jeruzalem, en over de steden 1864 Zac 1:12 | ontfermen over Jeruzalem, en over de steden van Juda, op welke 1865 Zac 1:14 | der heirscharen: Ik ijver over Jeruzalem en over Sion met 1866 Zac 1:14 | ijver over Jeruzalem en over Sion met een groten ijver. ~ 1867 Zac 1:16 | het richtsnoer      zal over Jeruzalem uitgestrekt worden. ~ 1868 Zac 2:8 | heirscharen: Naar de heerlijkheid over u, heeft Hij mij gezonden 1869 Zac 2:9 | Want ziet, Ik zal Mijn hand over henlieden bewegen, en zij 1870 Zac 5:3 | de vloek, die uitgaan zal over het ganse land; want een 1871 Zac 5:6 | zeide Hij: Dit is het oog over henlieden in het ganse land. ~ 1872 Zac 8:2 | heirscharen: Ik heb geijverd over Sion met een groten ijver; 1873 Zac 8:2 | grote grimmigheid heb Ik over haar geijverd. ~ 1874 Zac 9:1 | van het woord des HEEREN over het land Chadrach en Damaskus, 1875 Zac 9:1 | want de HEERE heeft een oog over den mens, gelijk over al 1876 Zac 9:1 | oog over den mens, gelijk over al de stammen Israels. ~ 1877 Zac 9:14 | 14      En de HEERE zal over henlieden verschijnen, en 1878 Zac 10:3 | Mijn toorn ontstoken, en over de bokken heb Ik bezoeking 1879 Zac 11:8 | afgesneden; want mijn ziel was over hen verdrietig geworden, 1880 Zac 11:17 | der kudde! Het zwaard zal over zijn arm zijn, en over zijn 1881 Zac 11:17 | zal over zijn arm zijn, en over zijn rechteroog; zijn arm 1882 Zac 12:1 | van het woord des HEEREN over Israel. De HEERE spreekt, 1883 Zac 12:2 | rondom; ja, ook zal zij zijn over Juda, in de belegering tegen 1884 Zac 12:4 | met zinneloosheid; maar over het huis van Juda zal Ik 1885 Zac 12:10 | 10      Doch over het huis Davids, en over 1886 Zac 12:10 | over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, 1887 Zac 12:10 | hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met 1888 Zac 12:10 | rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij 1889 Zac 12:10 | enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk 1890 Zac 12:10 | gelijk men bitterlijk kermt over een      eerstgeborene. ~ 1891 Zac 14:9 | de HEERE zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te 1892 Zac 14:17 | te aanbidden, zo zal er over      henlieden geen regen 1893 Zac 14:18 | geslacht der Egyptenaren, over dewelke de. regen niet is, 1894 Zac 14:18 | komen, zo zal die plage over hen zijn, met dewelke de 1895 Matt 4:15 | Nafthali aan den weg der zee over de Jordaan, Galilea der 1896 Matt 4:25 | Jeruzalem, en van Judea, en van over de Jordaan. ~  ~ 1897 Matt 5:45 | Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent 1898 Matt 5:45 | bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. ~ 1899 Matt 7:28 | de scharen zich ontzetten over Zijn leer; ~ 1900 Matt 8:5 | kwam tot Hem een hoofdman over honderd, biddende Hem, ~ 1901 Matt 8:8 | 8 En de hoofdman over honderd, antwoordende, zeide: 1902 Matt 8:13 | Jezus zeide tot den hoofdman over honderd: Ga heen, en u geschiede, 1903 Matt 8:18 | beval aan de andere zijde over te varen. ~ 1904 Matt 8:28 | 28 En als Hij over aan de andere zijde was 1905 Matt 9:1 | gegaan zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En 1906 Matt 9:36 | innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid 1907 Matt 10:1 | heeft Hij hun macht gegeven over de onreine geesten, om dezelve 1908 Matt 10:13 | waardig is, zo kome uw vrede over hetzelve, maar indien het 1909 Matt 12:49 | Zijn hand uitstrekkende over Zijn discipelen, zeide Hij: 1910 Matt 13:44 | dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen 1911 Matt 14:14 | innerlijk met ontferming over hen bewogen, en genas hun 1912 Matt 15:32 | innerlijk met ontferming bewogen over de schare, omdat zij nu 1913 Matt 17:15 | 15 Heere! ontferm U over mijn zoon; want hij is maanziek, 1914 Matt 18:13 | hij zich meer verblijdt over hetzelve, dan over de negen 1915 Matt 18:13 | verblijdt over hetzelve, dan over de negen en negentig, die 1916 Matt 18:19 | samenstemmen op de aarde, over enige zaak, die zij zouden 1917 Matt 18:26 | zeggende: Heer! wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. ~ 1918 Matt 18:29 | zeggende: Wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. ~ 1919 Matt 18:33 | Behoordet gij ook niet u over uw mededienstknecht te ontfermen, 1920 Matt 18:33 | ontfermen, gelijk ik ook mij over u ontfermd heb? ~ 1921 Matt 18:34 | leverde hem den pijnigers over, totdat hij zou betaald 1922 Matt 19:1 | vertrok van Galilea, en kwam over de Jordaan, in de landpalen 1923 Matt 20:25 | volken heerschappij voeren over hen, en de groten gebruiken 1924 Matt 20:25 | de groten gebruiken macht over hen. ~ 1925 Matt 21:2 | in het vlek, dat tegen u over ligt, en gij zult terstond 1926 Matt 22:33 | horende, werden verslagen over Zijn leer. ~ 1927 Matt 23:36 | deze dingen zullen komen over dit geslacht. ~ 1928 Matt 24:45 | dienstknecht, denwelken zijn heer over zijn dienstboden gesteld 1929 Matt 24:47 | dat hij hem zal zetten over al zijn goederen. ~ 1930 Matt 25:14 | en gaf hun zijn goederen over. ~ 1931 Matt 25:21 | en getrouwe dienstknecht! over weinig zijt gij getrouw 1932 Matt 25:21 | zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga 1933 Matt 25:23 | en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw 1934 Matt 25:23 | zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga 1935 Matt 27:2 | zij Hem weg, en gaven Hem over aan Pontius Pilatus, den 1936 Matt 27:25 | zeide: Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen. ~ 1937 Matt 27:25 | bloed kome over ons, en over onze kinderen. ~ 1938 Matt 27:26 | gegeseld hebbende, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden. ~ 1939 Matt 27:27 | rechthuis, en vergaderden over Hem de ganse bende. ~ 1940 Matt 27:35 | verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding geworpen. ~ 1941 Matt 27:45 | ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de 1942 Matt 27:54 | 54 En de hoofdman over honderd, en die met hem 1943 Mark 1:22 | 22 En zij versloegen zich over Zijn leer; want Hij leerde 1944 Mark 3:5 | meteen bedroefd zijnde over de verharding van hun hart, 1945 Mark 3:8 | Jeruzalem, en van Idumea, en van over de Jordaan; en die van omtrent 1946 Mark 4:37 | wind, en de baren sloegen over in het schip, alzo dat het 1947 Mark 5:1 | 1 En zij kwamen over op de andere zijde der zee, 1948 Mark 6:6 | En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof, en omging 1949 Mark 6:7 | en twee, en gaf hun macht over de onreine geesten. ~ 1950 Mark 6:21 | zijn groten, en de oversten over duizend, en de voornaamsten 1951 Mark 6:34 | innerlijk met ontferming bewogen over hen; want zij waren als 1952 Mark 6:45 | aan de andere zijde tegen over Bethsaida, terwijl Hij de 1953 Mark 8:2 | innerlijk met ontferming bewogen over de schare; want zij zijn 1954 Mark 9:22 | met innerlijke ontferming over ons bewogen, en help ons. ~ 1955 Mark 10:22 | treurig geworden zijnde over dat woord, ging bedroefd 1956 Mark 10:24 | discipelen werden verbaasd over deze Zijn woorden. Maar 1957 Mark 10:42 | volken, heerschappij voeren over hen, en hun groten gebruiken 1958 Mark 10:42 | hun groten gebruiken macht over hen. ~ 1959 Mark 11:2 | in het vlek, dat tegen u over is; en terstond als gij 1960 Mark 11:18 | ganse schare ontzet was over Zijn leer. ~ 1961 Mark 12:17 | En zij verwonderden zich over Hem. ~ 1962 Mark 13:3 | Olijfberg, tegen de tempel over, vraagden Hem Petrus, en 1963 Mark 13:11 | zij u leiden zullen, om u over te leveren, zo zijt te voren 1964 Mark 14:51 | hebbende een lijnwaad omgedaan over het naakte lijf, en de jongelingen 1965 Mark 15:1 | en gaven Hem aan Pilatus over. ~ 1966 Mark 15:15 | losgelaten, en gaf Jezus over, als hij Hem gegeseld had, 1967 Mark 15:24 | klederen, werpende het lot over dezelve, wat een iegelijk 1968 Mark 15:33 | was, werd er duisternis over de gehele aarde, tot de 1969 Mark 15:39 | 39 En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover 1970 Mark 15:44 | gestorven was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen 1971 Mark 15:45 | hij het van den hoofdman over honderd verstaan had, schonk 1972 Luk 1:14 | zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden. ~ 1973 Luk 1:29 | werd zij zeer ontroerd over dit zijn woord, en overlegde, 1974 Luk 1:33 | 33 En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn 1975 Luk 1:35 | haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des 1976 Luk 1:50 | van geslacht tot geslacht over degenen, die Hem vrezen. ~ 1977 Luk 1:65 | 65 En er kwam vrees over allen, die rondom hen woonden; 1978 Luk 2:2 | geschiedde, als Cyrenius over Syrie stadhouder was. ~ 1979 Luk 2:8 | en hielden de nachtwacht over hun kudde. ~ 1980 Luk 2:18 | hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd 1981 Luk 2:20 | verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en 1982 Luk 2:33 | moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd. ~ 1983 Luk 2:40 | wijsheid; en de genade Gods was over Hem. ~ 1984 Luk 2:47 | hoorden, ontzetten zich over Zijn verstand en antwoorden. ~ 1985 Luk 3:1 | Pontius Pilatus stadhouder was over Judea, en Herodes een viervorst 1986 Luk 3:1 | en Herodes een viervorst over Galilea, en Filippus, zijn 1987 Luk 3:1 | zijn broeder, een viervorst over Iturea en over het land 1988 Luk 3:1 | viervorst over Iturea en over het land Trachonitis, en 1989 Luk 3:1 | en Lysanias een viervorst over Abilene; ~ 1990 Luk 3:19 | Filippus, zijn broeder, en over alle boze stukken, die Herodes 1991 Luk 4:22 | getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die 1992 Luk 4:25 | er grote hongersnood werd over het gehele land. ~ 1993 Luk 4:32 | 32 En zij versloegen zich over Zijn leer, want Zijn woord 1994 Luk 4:36 | er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen 1995 Luk 5:5 | hebben den gehelen nacht over gearbeid, en niet gevangen; 1996 Luk 5:9 | allen, die met hem waren, over de vangst der vissen, die 1997 Luk 6:12 | en Hij bleef den nacht over in het gebed tot God. ~ 1998 Luk 6:20 | Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, zeide: 1999 Luk 6:35 | want Hij is goedertieren over de ondankbaren en bozen. ~ 2000 Luk 7:2 | dienstknecht van een zeker hoofdman over honderd, die hem zeer waard


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2262

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License