1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2140
Book Chapter: Verse
2001 Matt 17:25| 25 Hij zeide: Ja. En toen hij in huis gekomen was,
2002 Matt 18:21| 21 Toen kwam Petrus tot Hem, en
2003 Matt 18:32| 32 Toen heeft hem zijn heer tot
2004 Matt 19:1 | 1 En het geschiedde, toen Jezus deze woorden geeindigd
2005 Matt 19:13| 13 Toen werden kinderkens tot Hem
2006 Matt 19:27| 27 Toen antwoordde Petrus, en zeide
2007 Matt 20:20| 20 Toen kwam de moeder der zonen
2008 Matt 21:1 | Beth-fage, aan de Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen,
2009 Matt 21:34| 34 Toen nu de tijd der vruchten
2010 Matt 22:8 | 8 Toen zeide hij tot zijn dienstknechten:
2011 Matt 22:13| 13 Toen zeide de koning tot de dienaars:
2012 Matt 22:15| 15 Toen gingen de Farizeen heen,
2013 Matt 22:21| zeiden tot Hem: Des keizers. Toen zeide Hij tot hen: Geeft
2014 Matt 23:1 | 1 Toen sprak Jezus tot de scharen
2015 Matt 25:7 | 7 Toen stonden al die maagden op,
2016 Matt 26:3 | 3 Toen vergaderden de overpriesters
2017 Matt 26:14| 14 Toen ging een van de twaalven,
2018 Matt 26:16| 16 En van toen af zocht hij gelegenheid,
2019 Matt 26:21| 21 En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar,
2020 Matt 26:31| 31 Toen zeide Jezus tot hen: Gij
2021 Matt 26:36| 36 Toen ging Jezus met hen in een
2022 Matt 26:38| 38 Toen zeide Hij tot hen: Mijn
2023 Matt 26:45| 45 Toen kwam Hij tot Zijn discipelen,
2024 Matt 26:50| waartoe zijt gij hier! Toen kwamen zij toe, en sloegen
2025 Matt 26:52| 52 Toen zeide Jezus tot hem: Keer
2026 Matt 26:56| profeten zouden vervuld worden. Toen vluchtten al de discipelen,
2027 Matt 26:65| 65 Toen verscheurde de hogepriester
2028 Matt 26:67| 67 Toen spogen zij in Zijn aangezicht,
2029 Matt 26:74| 74 Toen begon hij zich te vervloeken,
2030 Matt 27:3 | 3 Toen heeft Judas, dien Hem verraden
2031 Matt 27:9 | 9 Toen is vervuld geworden, hetgeen
2032 Matt 27:13| 13 Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort
2033 Matt 27:16| 16 En zij hadden toen een welbekende gevangene,
2034 Matt 27:26| 26 Toen liet hij hun Bar-abbas los,
2035 Matt 27:27| 27 Toen namen de krijgsknechten
2036 Matt 27:31| 31 En toen zij Hem bespot hadden, deden
2037 Matt 27:35| 35 Toen zij nu Hem gekruisigd hadden,
2038 Matt 27:38| 38 Toen werden met Hem twee moordenaars
2039 Matt 27:58| begeerde het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus, dat hem het
2040 Matt 28:10| 10 Toen zeide Jezus tot haar: Vreest
2041 Mark 1:32| het nu avond geworden was, toen de zon onderging, brachten
2042 Mark 6:21| welgelegen dag gekomen was, toen Herodes, op den dag zijner
2043 Mark 6:38| Gaat heen en beziet het. En toen zij het vernomen hadden,
2044 Mark 7:17| 17 En toen Hij van de schare in huis
2045 Mark 8:19| 19 En gedenkt gij niet, toen Ik de vijf broden brak onder
2046 Mark 8:20| 20 En toen Ik de zeven brak onder de
2047 Mark 11:1 | 1 En toen zij Jeruzalem genaakten,
2048 Mark 15:41| 41 Welke ook, toen Hij in Galilea was, Hem
2049 Luk 2:42 | 42 En toen Hij twaalf jaren oud geworden
2050 Luk 2:43 | aldaar voleindigd hadden, toen zij wederkeerden, bleef
2051 Luk 3:21 | 21 En het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd,
2052 Luk 4:25 | Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes
2053 Luk 11:1 | 1 En het geschiedde, toen Hij in een zekere plaats
2054 Luk 14:21 | boodschapte deze dingen zijn heer. Toen werd de heer des huizes
2055 Luk 19:15 | 15 En het geschiedde, toen hij wederkwam, als hij het
2056 Luk 21:10 | 10 Toen zeide Hij tot hen: Het ene
2057 Luk 23:33 | 33 En toen zij kwamen op de plaats
2058 Luk 24:41 | 41 En toen zij het van blijdschap nog
2059 Luk 24:45 | 45 Toen opende Hij hun verstand,
2060 Joha 1:19| getuigenis van Johannes, toen de Joden enige priesters
2061 Joha 6:24| 24 Toen dan de schare zag, dat Jezus
2062 Joha 6:66| 66 Van toen af gingen velen Zijner discipelen
2063 Joha 7:10| broeders opgegaan waren, toen ging Hij ook Zelf op tot
2064 Joha 11:6 | had, dat hij krank was, toen bleef Hij nog twee dagen
2065 Joha 11:14| 14 Toen zeide dan Jezus tot hen
2066 Joha 12:16| Jezus verheerlijkt was, toen werden zij indachtig, dat
2067 Joha 12:41| 41 Dit zeide Jesaja, toen hij Zijn heerlijkheid zag,
2068 Joha 13:2 | het avondmaal gedaan was,, toen nu de duivel in het hart
2069 Joha 13:27| 27 En na de bete, toen voer de satan in hem. Jezus
2070 Joha 17:12| 12 Toen Ik met hen in de wereld
2071 Joha 19:1 | 1 Toen nam Pilatus dan Jezus, en
2072 Joha 19:8 | 8 Toen Pilatus dan dit woord hoorde,
2073 Joha 19:12| 12 Van toen af zocht Pilatus Hem los
2074 Joha 19:16| 16 Toen gaf hij Hem dan hun over,
2075 Joha 19:30| 30 Toen Jezus dan den edik genomen
2076 Joha 20:8 | 8 Toen ging dan ook de andere discipel
2077 Joha 20:24| Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam. ~
2078 Joha 21:15| 15 Toen zij dan het middagmaal gehouden
2079 Joha 21:18| Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet
2080 Hand 1:12| 12 Toen keerden zij wederom naar
2081 Hand 4:8 | 8 Toen zeide Petrus, vervuld zijnde
2082 Hand 5:46| talen, en God groot maken. Toen antwoordde Petrus: ~
2083 Hand 5:48| in den Naam des Heeren. Toen baden zij hem, dat hij enige
2084 Hand 6:2 | 2 En toen Petrus opgegaan was naar
2085 Hand 6:33| 3 En toen hij zag, dat het den Joden
2086 Hand 6:36| 6 Toen hem nu Herodes zou voorbrengen,
2087 Hand 7:3 | 3 Toen vastten en baden zij, en
2088 Hand 7:12| zag, hetgeen geschied was, toen geloofde hij, verslagen
2089 Hand 7:21| 21 En van toen aan begeerden zij een koning;
2090 Hand 9:22| 22 Toen heeft het den apostelen
2091 Hand 11:14| Doch de broeders zonden toen van stonde aan Paulus weg,
2092 Hand 15:5 | 5 Toen het nu geschiedde, dat wij
2093 Hand 15:26| 26 Toen nam Paulus de mannen met
2094 Hand 15:33| 33 Toen naderde de overste en greep
2095 Hand 16:20| 20 En toen het bloed van Stefanus,
2096 Hand 16:29| overste werd ook bevreesd, toen hij verstond, dat hij een
2097 Hand 17:3 | 3 Toen zeide Paulus tot hem: God
2098 Hand 18:22| 22 Toen nu Felix dit gehoord had,
2099 Hand 19:12| 12 Toen antwoordde Festus, als hij
2100 Hand 19:14| 14 En toen zij aldaar vele dagen doorgebracht
2101 Hand 20:1 | voor uzelven te spreken. Toen strekte Paulus de hand uit,
2102 Hand 21:21| zonder eten geweest was, toen stond Paulus op in het midden
2103 Hand 21:32| 32 Toen hieuwen de krijgsknechten
2104 Hand 21:39| 39 En toen het dag werd, kenden zij
2105 Hand 22:1 | als zij ontkomen waren, toen verstonden zij, dat het
2106 Hand 22:16| 16 En toen wij te Rome gekomen waren,
2107 Rom 6:20 | 20 Want toen gij dienstknechten waart
2108 Rom 6:21 | Wat vrucht dan hadt gij toen van die dingen, waarover
2109 Rom 7:5 | 5 Want toen wij in het vlees waren,
2110 Rom 13:11 | zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst geloofd hebben. ~
2111 1Kor 3:2 | spijs; want gij vermocht toen nog niet; ja, gij vermoogt
2112 1Kor 13:11| 11 Toen ik een kind was, sprak ik
2113 Gal 2:11 | 11 En toen Petrus te Antiochie gekomen
2114 Gal 2:12 | mede met de heidenen; maar toen zij gekomen waren, onttrok
2115 Gal 4:3 | 3 Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren
2116 Gal 4:8 | 8 Maar toen, als gij God niet kendet,
2117 Gal 4:29 | 29 Doch gelijkerwijs toen, die naar het vlees geboren
2118 Efez 2:5 | 5 Ook toen wij dood waren door de misdaden,
2119 Fili 4:15| het begin des Evangelies, toen ik van Macedonie vertrokken
2120 Kol 3:7 | eertijds hebt gewandeld, toen gij in dezelve leefdet. ~
2121 1The 3:4 | 4 Want ook, toen wij bij u waren, voorzeiden
2122 2The 3:10| 10 Want ook toen wij bij u waren, hebben
2123 Heb 10:7 | 7 Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in
2124 Heb 10:9 | 9 Toen sprak Hij: Zie, Ik kom,
2125 Heb 11:23 | Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden
2126 Heb 12:26 | 26 Wiens stem toen de aarde bewoog; maar nu
2127 2Pet 1:18| hemel gebracht is geweest, toen wij met Hem op de heilige
2128 2Pet 3:6 | Door welke de wereld, die toen was, met het water van den
2129 Jud 1:9 | Maar Michael, de archangel, toen hij met den duivel twistte,
2130 Open 1:17| 17 En toen ik Hem zag, viel ik als
2131 Open 6:1 | 1 En ik zag, toen het Lam een van de zegelen
2132 Open 6:3 | 3 En toen Het het tweede zegel geopend
2133 Open 6:5 | 5 En toen Het het derde zegel geopend
2134 Open 6:7 | 7 En toen Het het vierde zegel geopend
2135 Open 6:9 | 9 En toen Het het vijfde zegel geopend
2136 Open 6:12| 12 En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend
2137 Open 8:1 | 1 En toen Het het zevende zegel geopend
2138 Open 10:4 | 4 En toen de zeven donderslagen hun
2139 Open 12:13| 13 En toen de draak zag, dat hij op
2140 Open 22:8 | gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2140 |