Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
wies 21
wiesen 10
wiest 2
wij 1859
wijd 25
wijde 4
wijden 1
Frequency    [«  »]
2044 kinderen
1976 zich
1948 huis
1859 wij
1852 waren
1817 deze
1816 tegen

Bijbel

IntraText - Concordances

wij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1859

     Book Chapter: Verse
1501 2Kor 7:2 | hebben niemand verdorven, wij hebben bij niemand ons voordeel 1502 2Kor 7:5 | 5 Want ook, als wij in Macedonie gekomen zijn, 1503 2Kor 7:5 | vlees geen rust gehad; maar wij waren in alles verdrukt; 1504 2Kor 7:13 | 13 Daarom zijn wij vertroost geworden over 1505 2Kor 7:14 | beschaamd geworden; maar gelijk wij alles met waarheid tot u 1506 2Kor 8:1 | 1 Voorts maken wij u bekend, broeders, de genade 1507 2Kor 8:4 | vermaning biddende, dat wij wilden aannemen de gave 1508 2Kor 8:5 | deden niet alleen, gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven 1509 2Kor 8:6 | 6 Alzo dat wij Titus vermaanden, dat, gelijk 1510 2Kor 8:18 | 18 En wij hebben ook met hem gezonden 1511 2Kor 8:22 | 22 Wij hebben ook met hen gezonden 1512 2Kor 8:22 | gezonden onzen broeder, welken wij in vele dingen dikmaals 1513 2Kor 9:3 | gezonden, opdat onze roem, dien wij over u hebben, niet zou 1514 2Kor 9:4 | kwamen, en u onbereid vonden, wij (opdat wij niet zeggen: 1515 2Kor 9:4 | onbereid vonden, wij (opdat wij niet zeggen: gij) beschaamd 1516 2Kor 10:2 | sommigen, die ons achten, alsof wij naar het vlees wandelden. ~ 1517 2Kor 10:3 | wandelende in het vlees, voeren wij den krijg niet naar het 1518 2Kor 10:5 | 5 Dewijl wij de overleggingen ter nederwerpen, 1519 2Kor 10:7 | van Christus is, alzo ook wij van Christus zijn. ~ 1520 2Kor 10:11 | bedenke dit, dat hoedanigen wij zijn in het woord door brieven, 1521 2Kor 10:11 | woord door brieven, als wij afwezig zijn, wij ook zodanigen 1522 2Kor 10:11 | brieven, als wij afwezig zijn, wij ook zodanigen zijn inderdaad, 1523 2Kor 10:11 | zodanigen zijn inderdaad, als wij tegenwoordig zijn. ~ 1524 2Kor 10:12 | 12 Want wij durven onszelven niet rekenen 1525 2Kor 10:13 | 13 Doch wij zullen niet roemen buiten 1526 2Kor 10:13 | buiten de maat; maar dat wij, naar de maat des regels, 1527 2Kor 10:14 | 14 Want wij strekken onszelven niet 1528 2Kor 10:14 | niet zouden komen; want wij zijn ook gekomen tot u toe, 1529 2Kor 10:15 | geloof zal gewassen zijn, dat wij onder ulieden overvloediglijk 1530 2Kor 11:4 | anderen Jezus predikte, dien wij niet gepredikt hebben, of 1531 2Kor 11:6 | wetenschap; maar alleszins zijn wij in alle dingen onder u openbaar 1532 2Kor 11:12 | mochten worden gelijk als wij. ~ 1533 2Kor 11:21 | dit naar oneer, gelijk of wij zwak waren geweest; maar 1534 2Kor 12:18 | voordeel gezocht? Hebben wij niet in denzelfden geest 1535 2Kor 12:18 | geest gewandeld? Hebben wij niet gewandeld in dezelfde 1536 2Kor 12:19 | 19 Meent gij wederom, dat wij ons bij u verontschuldigen? 1537 2Kor 12:19 | bij u verontschuldigen? Wij spreken in de tegenwoordigheid 1538 2Kor 13:4 | de kracht Gods. Want ook wij zijn zwak in Hem, maar zullen 1539 2Kor 13:6 | dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn. ~ 1540 2Kor 13:7 | geen kwaad doet; niet opdat wij beproefd zouden bevonden 1541 2Kor 13:7 | het goede zoudt doen, en wij als verwerpelijk zouden 1542 2Kor 13:8 | 8 Want wij vermogen niets tegen de 1543 2Kor 13:9 | 9 Want wij verblijden ons, wanneer 1544 2Kor 13:9 | verblijden ons, wanneer wij zwak zijn, en gij sterk 1545 2Kor 13:9 | zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen ook dit, namelijk 1546 Gal 1:8 | Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel 1547 Gal 1:8 | verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die 1548 Gal 1:9 | 9 Gelijk wij te voren gezegd hebben, 1549 Gal 2:4 | verspieden onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, 1550 Gal 2:5 | 5 Denwelken wij ook niet een uur hebben 1551 Gal 2:9 | hand der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij 1552 Gal 2:10 | 10 Alleenlijk, dat wij den armen zouden gedenken; 1553 Gal 2:15 | 15 Wij zijn van nature Joden, en 1554 Gal 2:16 | Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, 1555 Gal 2:16 | Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden 1556 Gal 2:17 | 17 Maar indien wij, die in Christus zoeken 1557 Gal 3:14 | Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen 1558 Gal 3:23 | eer het geloof kwam, waren wij onder de wet in bewaring 1559 Gal 3:24 | geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd 1560 Gal 3:25 | geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester. ~ 1561 Gal 4:3 | 3 Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, 1562 Gal 4:3 | 3 Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren 1563 Gal 4:3 | kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder 1564 Gal 4:5 | verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen 1565 Gal 4:28 | 28 Maar wij, broeders, zijn kinderen 1566 Gal 4:31 | 31 Zo dan, broeders, wij zijn niet kinderen der dienstmaagd, 1567 Gal 5:5 | 5 Want wij verwachten door den Geest, 1568 Gal 5:25 | 25 Indien wij door den Geest leven, zo 1569 Gal 6:9 | want te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen. ~ 1570 Gal 6:9 | tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen. ~ 1571 Gal 6:10 | 10 Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed 1572 Efez 1:4 | grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk 1573 Efez 1:7 | 7 In Welken wij hebben de verlossing door 1574 Efez 1:11 | 11 In Hem, in Welken wij ook een erfdeel geworden 1575 Efez 1:11 | een erfdeel geworden zijn, wij, die te voren verordineerd 1576 Efez 1:12 | 12 Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner 1577 Efez 1:12 | prijs Zijner heerlijkheid, wij, die eerst in Christus gehoopt 1578 Efez 2:3 | 3 Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd 1579 Efez 2:3 | vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen 1580 Efez 2:5 | 5 Ook toen wij dood waren door de misdaden, 1581 Efez 2:10 | 10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen 1582 Efez 2:10 | voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. 1583 Efez 2:18 | 18 Want door Hem hebben wij beiden den toegang door 1584 Efez 3:12 | 12 In Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, 1585 Efez 3:20 | overvloediglijk te doen, boven al wat wij bidden of denken, naar de 1586 Efez 4:13 | 13 Totdat wij allen zullen komen tot de 1587 Efez 4:14 | 14 Opdat wij niet meer kinderen zouden 1588 Efez 4:25 | iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden. ~ 1589 Efez 5:30 | 30 Want wij zijn leden Zijns lichaams, 1590 Efez 6:12 | 12 Want wij hebben den strijd niet tegen 1591 Fili 3:3 | 3 Want wij zijn de besnijding, wij, 1592 Fili 3:3 | wij zijn de besnijding, wij, die God in den Geest dienen, 1593 Fili 3:15 | 15 Zovelen dan als wij volmaakt zijn, laat ons 1594 Fili 3:16 | 16 Doch, daar wij toe gekomen zijn, laat ons 1595 Fili 3:20 | is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, 1596 Kol 1:3 | 3 Wij danken den God en Vader 1597 Kol 1:4 | 4 Alzo wij van uw geloof in Christus 1598 Kol 1:9 | 9 Waarom ook wij, van dien dag af dat wij 1599 Kol 1:9 | wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet 1600 Kol 1:14 | 14 In Denwelke wij de verlossing hebben door 1601 Kol 1:28 | 28 Denwelken wij verkondigen, vermanende 1602 Kol 1:28 | in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens 1603 1The 1:2 | 2 Wij danken God altijd over u 1604 1The 1:5 | gelijk gij weet, hoedanigen wij onder u geweest zijn om 1605 1The 1:8 | God hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets 1606 1The 1:9 | van ons, hoedanigen ingang wij tot u hebben, en hoe gij 1607 1The 2:2 | 2 Maar, hoewel wij te voren geleden hadden, 1608 1The 2:2 | weet, te Filippi, zo hebben wij nochtans vrijmoedigheid 1609 1The 2:4 | 4 Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest, 1610 1The 2:4 | toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, 1611 1The 2:5 | 5 Want wij hebben nooit met pluimstrijkende 1612 1The 2:6 | noch van anderen; hoewel wij u tot last konden zijn als 1613 1The 2:7 | 7 Maar wij zijn vriendelijk geweest 1614 1The 2:8 | 8 Alzo wij, tot u zeer genegen zijnde, 1615 1The 2:9 | nacht en dag werkende, opdat wij niemand onder u zouden lastig 1616 1The 2:9 | zouden lastig zijn, hebben wij het Evangelie van God onder 1617 1The 2:10 | rechtvaardig, en onberispelijk wij u, die gelooft, geweest 1618 1The 2:11 | 11 Gelijk gij weet, hoe wij een iegelijk van u, als 1619 1The 2:13 | 13 Daarom danken wij ook God zonder ophouden, 1620 1The 2:17 | 17 Maar wij, broeders, van u beroofd 1621 1The 2:18 | 18 Daarom hebben wij tot u willen komen (immers 1622 1The 3:1 | kunnende verdragen, hebben wij gaarne willen te Athene 1623 1The 3:3 | want gij weet zelven, dat wij hiertoe gesteld zijn. ~ 1624 1The 3:4 | 4 Want ook, toen wij bij u waren, voorzeiden 1625 1The 3:4 | bij u waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt 1626 1The 3:4 | waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt worden, 1627 1The 3:6 | zijnde om ons te zien, gelijk wij ook om ulieden; ~ 1628 1The 3:7 | 7 Zo zijn wij daarom, broeders, over u 1629 1The 3:8 | 8 Want nu leven wij, indien gij vast staat in 1630 1The 3:9 | Want wat dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding wedergeven 1631 1The 3:9 | de blijdschap, waarmede wij ons om uwentwil verblijden 1632 1The 3:12 | en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens u; ~ 1633 1The 4:1 | 1 Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in 1634 1The 4:2 | Want gij weet, wat bevelen wij u gegeven hebben door den 1635 1The 4:6 | wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en 1636 1The 4:10 | geheel Macedonie zijn. Maar wij vermanen u, broeders, dat 1637 1The 4:11 | uw eigen handen, gelijk wij u bevolen hebben; ~ 1638 1The 4:14 | 14 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven 1639 1The 4:15 | 15 Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, 1640 1The 4:15 | het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven 1641 1The 4:17 | 17 Daarna wij, die levend overgebleven 1642 1The 4:17 | de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. ~ 1643 1The 5:5 | en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch 1644 1The 5:8 | 8 Maar wij, die des daags zijn, laat 1645 1The 5:10 | ons gestorven is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij 1646 1The 5:10 | is, opdat wij, hetzij dat wij waken, hetzij dat wij slapen, 1647 1The 5:10 | dat wij waken, hetzij dat wij slapen, te zamen met Hem 1648 1The 5:12 | 12 En wij bidden u, broeders, erkent 1649 1The 5:14 | 14 En wij bidden u, broeders, vermaant 1650 2The 1:3 | 3 Wij moeten God te allen tijd 1651 2The 1:4 | 4 Alzo dat wij zelven van u roemen in de 1652 2The 1:11 | 11 Waarom wij ook altijd bidden voor u, 1653 2The 2:1 | 1 En wij bidden u, broeders, door 1654 2The 2:13 | 13 Maar wij zijn schuldig altijd God 1655 2The 3:2 | 2 En opdat wij mogen verlost worden van 1656 2The 3:4 | 4 En wij vertrouwen van u in den 1657 2The 3:4 | Heere, dat gij, hetgeen wij u bevelen, ook doet, en 1658 2The 3:6 | 6 En wij bevelen u, broeders, in 1659 2The 3:7 | behoort na te volgen; want wij hebben ons niet ongeregeld 1660 2The 3:8 | 8 En wij hebben geen brood bij iemand 1661 2The 3:8 | nacht en dag werkende, opdat wij niet iemand van u zouden 1662 2The 3:9 | 9 Niet, dat wij de macht niet hebben, maar 1663 2The 3:9 | niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden 1664 2The 3:10 | 10 Want ook toen wij bij u waren, hebben wij 1665 2The 3:10 | wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand 1666 2The 3:11 | 11 Want wij horen, dat sommigen onder 1667 2The 3:12 | zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, 1668 1Tim 1:8 | 8 Doch wij weten, dat de wet goed is, 1669 1Tim 2:2 | in hoogheid zijn; opdat wij een gerust en stil leven 1670 1Tim 4:10 | 10 Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, 1671 1Tim 4:10 | en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden 1672 1Tim 6:7 | 7 Want wij hebben niets in de wereld 1673 1Tim 6:7 | gebracht, het is openbaar, dat wij ook niet kunnen iets daaruit 1674 1Tim 6:8 | 8 Maar als wij voedsel en deksel hebben, 1675 1Tim 6:8 | voedsel en deksel hebben, wij zullen daarmede vergenoegd 1676 2Tim 2:11 | getrouw woord; want indien wij met Hem gestorven zijn, 1677 2Tim 2:11 | gestorven zijn, zo zullen wij ook met Hem leven; ~ 1678 2Tim 2:12 | 12 Indien wij verdragen, wij zullen ook 1679 2Tim 2:12 | 12 Indien wij verdragen, wij zullen ook met Hem heersen; 1680 2Tim 2:12 | met Hem heersen; indien wij Hem verloochenen, Hij zal 1681 2Tim 2:13 | 13 Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft 1682 Tit 2:12 | 12 En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de 1683 Tit 3:3 | 3 Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, 1684 Tit 3:5 | der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar 1685 Tit 3:7 | 7 Opdat wij, gerechtvaardigd zijnde 1686 File 1:7 | 7 Want wij hebben grote vreugde en 1687 Heb 2:1 | 1 Daarom moeten wij ons te meer houden aan hetgeen 1688 Heb 2:1 | van ons gehoord is, opdat wij niet te eniger tijd doorvloeien. ~ 1689 Heb 2:3 | 3 Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op 1690 Heb 2:3 | zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen 1691 Heb 2:5 | toekomende wereld, van welke wij spreken. ~ 1692 Heb 2:8 | onderworpen zij; doch nu zien wij nog niet, dat hem alle dingen 1693 Heb 2:9 | 9 Maar wij zien Jezus met heerlijkheid 1694 Heb 3:6 | Zijn eigen huis; Wiens huis wij zijn, indien wij maar de 1695 Heb 3:6 | Wiens huis wij zijn, indien wij maar de vrijmoedigheid en 1696 Heb 3:14 | 14 Want wij zijn Christus deelachtig 1697 Heb 3:14 | deelachtig geworden, zo wij anders het beginsel van 1698 Heb 3:19 | 19 En wij zien, dat zij niet hebben 1699 Heb 4:3 | 3 Want wij, die geloofd hebben, gaan 1700 Heb 4:13 | ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben. ~ 1701 Heb 4:14 | 14 Dewijl wij dan een groten Hogepriester 1702 Heb 4:15 | 15 Want wij hebben geen hogepriester, 1703 Heb 4:15 | alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch 1704 Heb 4:16 | troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, 1705 Heb 5:11 | 11 Van Denwelken wij hebben vele dingen, en zwaar 1706 Heb 6:3 | 3 En dit zullen wij ook doen, indien het God 1707 Heb 6:9 | 9 Maar, geliefden! wij verzekeren ons van u betere 1708 Heb 6:9 | zaligheid gevoegd, hoewel wij alzo spreken. ~ 1709 Heb 6:11 | 11 Maar wij begeren, dat een iegelijk 1710 Heb 6:18 | 18 Opdat wij, door twee onveranderlijke 1711 Heb 6:18 | vertroosting zouden hebben, wij namelijk, die de toevlucht 1712 Heb 6:19 | 19 Welke wij hebben als een anker der 1713 Heb 7:19 | betere hoop, door welke wij tot God genaken. ~ 1714 Heb 8:1 | hoofdsom nu der dingen, waarvan wij spreken, is, dat wij hebben 1715 Heb 8:1 | waarvan wij spreken, is, dat wij hebben zodanigen Hogepriester, 1716 Heb 9:5 | beschaduwden; van welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet 1717 Heb 10:10 | 10 In welken wil wij geheiligd zijn, door de 1718 Heb 10:19 | 19 Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid 1719 Heb 10:21 | 21 En dewijl wij hebben een groten Priester 1720 Heb 10:26 | 26 Want zo wij willens zondigen, nadat 1721 Heb 10:26 | willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen 1722 Heb 10:30 | 30 Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: 1723 Heb 10:39 | 39 Maar wij zijn niet van degenen, die 1724 Heb 11:3 | Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het 1725 Heb 12:1 | 1 Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen 1726 Heb 12:9 | 9 Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses 1727 Heb 12:9 | tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij 1728 Heb 12:9 | wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader 1729 Heb 12:10 | kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden 1730 Heb 12:25 | antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden, zo wij 1731 Heb 12:25 | wij niet ontvlieden, zo wij ons van Dien afkeren, Die 1732 Heb 12:28 | 28 Daarom, alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk 1733 Heb 12:28 | vast houden, door dewelke wij welbehagelijk Gode mogen 1734 Heb 13:6 | 6 Zodat wij vrijmoediglijk durven zeggen: 1735 Heb 13:10 | 10 Wij hebben een altaar, van hetwelk 1736 Heb 13:14 | 14 Want wij hebben hier geen blijvende 1737 Heb 13:14 | geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. ~ 1738 Heb 13:18 | 18 Bidt voor ons; want wij vertrouwen, dat wij een 1739 Heb 13:18 | want wij vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben, 1740 Jako 1:18 | Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen 1741 Jako 3:1 | mijn broeders, wetende, dat wij te meerder oordeel zullen 1742 Jako 3:2 | 2 Want wij struikelen allen in vele. 1743 Jako 3:3 | 3 Ziet, wij leggen den paarden tomen 1744 Jako 3:3 | ons zouden gehoorzamen, en wij leiden daarmede hun gehele 1745 Jako 3:9 | 9 Door haar loven wij God en den Vader, en door 1746 Jako 3:9 | en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis 1747 Jako 4:13 | Welaan nu gij, die daar zegt: Wij zullen heden of morgen naar 1748 Jako 4:15 | Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen 1749 Jako 4:15 | leven zullen, zo zullen wij dit of dat doen. ~ 1750 Jako 5:11 | 11 Ziet, wij houden hen gelukzalig, die 1751 Jako 5:17 | van gelijke bewegingen als wij; en hij bad een gebed, dat 1752 1Pet 2:24 | heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven 1753 1Pet 4:3 | Want het is ons genoeg, dat wij den voorgaande tijd des 1754 1Pet 5:10 | in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen 1755 2Pet 1:16 | 16 Want wij zijn geen kunstelijk verdichte 1756 2Pet 1:16 | verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekend gemaakt hebben 1757 2Pet 1:16 | Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest 1758 2Pet 1:18 | 18 En deze stem hebben wij gehoord, als zij van de 1759 2Pet 1:18 | gebracht is geweest, toen wij met Hem op de heilige berg 1760 2Pet 1:19 | 19 En wij hebben het profetische woord, 1761 2Pet 3:13 | 13 Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, 1762 1Joh 1:1 | den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen 1763 1Joh 1:1 | gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, 1764 1Joh 1:1 | hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en onze 1765 1Joh 1:2 | Leven is geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij 1766 1Joh 1:2 | wij hebben het gezien, en wij getuigen, en verkondigen 1767 1Joh 1:3 | 3 Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, 1768 1Joh 1:3 | hebben, dat verkondigen wij u, opdat ook gij met ons 1769 1Joh 1:4 | En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap vervuld 1770 1Joh 1:5 | is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben, 1771 1Joh 1:5 | van Hem gehoord hebben, en wij u verkondigen, dat God een 1772 1Joh 1:6 | 6 Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap 1773 1Joh 1:6 | 6 Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, 1774 1Joh 1:6 | gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, 1775 1Joh 1:6 | duisternis wandelen, zo liegen wij, en doen de waarheid niet. ~ 1776 1Joh 1:7 | 7 Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk 1777 1Joh 1:7 | het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, 1778 1Joh 1:8 | 8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde 1779 1Joh 1:8 | 8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden 1780 1Joh 1:8 | zonde hebben, zo verleiden wij ons zelven, en de waarheid 1781 1Joh 1:9 | 9 Indien wij onze zonden belijden, Hij 1782 1Joh 1:10 | 10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd 1783 1Joh 1:10 | 10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zo 1784 1Joh 1:10 | gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en 1785 1Joh 2:1 | iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij 1786 1Joh 2:3 | 3 En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, 1787 1Joh 2:3 | hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij 1788 1Joh 2:3 | wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. ~ 1789 1Joh 2:5 | geworden; hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. ~ 1790 1Joh 2:5 | hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. ~ 1791 1Joh 2:18 | antichristen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste 1792 1Joh 2:28 | Hij zal geopenbaard zijn, wij vrijmoedigheid hebben, en 1793 1Joh 2:28 | vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt 1794 1Joh 3:1 | gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden 1795 1Joh 3:2 | 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is 1796 1Joh 3:2 | nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, 1797 1Joh 3:2 | wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard 1798 1Joh 3:2 | Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; 1799 1Joh 3:2 | zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk 1800 1Joh 3:11 | beginne gehoord hebt, dat wij elkander zouden liefhebben. ~ 1801 1Joh 3:14 | 14 Wij weten, dat wij overgegaan 1802 1Joh 3:14 | 14 Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit den 1803 1Joh 3:14 | dood in het leven, dewijl wij de broeders liefhebben; 1804 1Joh 3:16 | 16 Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij 1805 1Joh 3:16 | voor ons gesteld heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders 1806 1Joh 3:19 | 19 En hieraan kennen wij, dat wij uit de waarheid 1807 1Joh 3:19 | hieraan kennen wij, dat wij uit de waarheid zijn, en 1808 1Joh 3:19 | uit de waarheid zijn, en wij zullen onze harten verzekeren 1809 1Joh 3:21 | niet veroordeelt, zo hebben wij vrijmoedigheid tot God; ~ 1810 1Joh 3:22 | 22 En zo wat wij bidden, ontvangen wij van 1811 1Joh 3:22 | wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn 1812 1Joh 3:22 | ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en 1813 1Joh 3:23 | En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van 1814 1Joh 3:24 | denzelven. En hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, 1815 1Joh 4:6 | 6 Wij zijn uit God. Die God kent, 1816 1Joh 4:6 | ons niet. Hieruit kennen wij den geest der waarheid, 1817 1Joh 4:9 | heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. ~ 1818 1Joh 4:10 | Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar 1819 1Joh 4:11 | heeft gehad, zo zijn ook wij schuldig elkander lief te 1820 1Joh 4:12 | ooit God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, zo 1821 1Joh 4:13 | 13 Hieraan kennen wij, dat wij in Hem blijven, 1822 1Joh 4:13 | Hieraan kennen wij, dat wij in Hem blijven, en Hij in 1823 1Joh 4:14 | 14 En wij hebben het aanschouwd, en 1824 1Joh 4:16 | 16 En wij hebben gekend en geloofd 1825 1Joh 4:17 | bij ons volmaakt, opdat wij vrijmoedigheid mogen hebben 1826 1Joh 4:17 | namelijk dat gelijk Hij is, wij ook zijn in deze wereld. ~ 1827 1Joh 4:19 | 19 Wij hebben Hem lief, omdat Hij 1828 1Joh 4:21 | 21 En dit gebod hebben wij van Hem, namelijk dat die 1829 1Joh 5:2 | 2 Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen Gods 1830 1Joh 5:2 | Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, 1831 1Joh 5:2 | Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben, en Zijn 1832 1Joh 5:3 | dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en 1833 1Joh 5:9 | 9 Indien wij de getuigenis der mensen 1834 1Joh 5:14 | is de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat zo wij 1835 1Joh 5:14 | wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, 1836 1Joh 5:15 | 15 En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, 1837 1Joh 5:15 | dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, zo weten wij, 1838 1Joh 5:15 | wij ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen, 1839 1Joh 5:15 | bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen, die 1840 1Joh 5:15 | de beden verkrijgen, die wij van Hem gebeden hebben. ~ 1841 1Joh 5:18 | 18 Wij weten, dat een iegelijk, 1842 1Joh 5:19 | 19 Wij weten, dat wij uit God zijn, 1843 1Joh 5:19 | 19 Wij weten, dat wij uit God zijn, en dat de 1844 1Joh 5:20 | 20 Doch wij weten, dat de Zoon van God 1845 1Joh 5:20 | het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen; 1846 1Joh 5:20 | den Waarachtige kennen; en wij zijn in den Waarachtige, 1847 2Joh 1:4 | waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben 1848 2Joh 1:5 | nieuw gebod, maar hetgeen wij gehad hebben van den beginne, 1849 2Joh 1:5 | den beginne, namelijk dat wij elkander liefhebben. ~ 1850 2Joh 1:6 | En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden. 1851 2Joh 1:8 | Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen 1852 2Joh 1:8 | niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een 1853 3Joh 1:8 | 8 Wij dan zijn schuldig de zodanigen 1854 3Joh 1:8 | zodanigen te ontvangen, opdat wij medearbeiders mogen worden 1855 3Joh 1:12 | van de waarheid zelve; en wij getuigen ook, en gij weet, 1856 3Joh 1:14 | hoop u haast te zien, en wij zullen mond tot mond spreken. ~ 1857 Open 5:10 | koningen en priesteren; en wij zullen als koningen heersen 1858 Open 7:3 | zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes 1859 Open 11:17 | 17 Zeggende: Wij danken U, Heere God almachtig,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1859

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License