Book Chapter: Verse

1501 Joha   7:17|         Deszelfs wil doen, die zal van deze leer bekennen, of zij uit
1502 Joha   7:25|               van Jeruzalem zeiden: Is Deze niet, Dien zij zoeken te
1503 Joha   7:26|           oversten waarlijk weten, dat Deze waarlijk is de Christus? ~
1504 Joha   7:31|            tekenen doen dan die, welke Deze gedaan heeft? ~
1505 Joha   7:35|          zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, dat wij Hem niet
1506 Joha   7:40|               Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden: Deze
1507 Joha   7:40|             deze rede horende, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet. ~
1508 Joha   7:41|                     41 Anderen zeiden: Deze is de Christus. En anderen
1509 Joha   7:46|            mens alzo gesproken, gelijk deze Mens. ~
1510 Joha   7:49|                                49 Maar deze schare, die de wet niet
1511 Joha   8:4 |           zeiden zij tot Hem: Meester, deze vrouw is op de daad zelve
1512 Joha   8:10|             tot haar: Vrouw, waar zijn deze uw beschuldigers? Heeft
1513 Joha   8:20|                                     20 Deze woorden sprak Jezus bij
1514 Joha   8:23|                van boven; gij zijt uit deze wereld, Ik ben niet uit
1515 Joha   8:23|                wereld, Ik ben niet uit deze wereld. ~
1516 Joha   8:28|              Mijzelven niets doe; maar deze dingen spreek Ik, gelijk
1517 Joha   8:30|                             30 Als Hij deze dingen sprak, geloofden
1518 Joha   9:2 |                wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij
1519 Joha   9:3 |               3 Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn
1520 Joha   9:8 |              hij blind was, zeiden: Is deze niet, die zat en bedelde? ~
1521 Joha   9:16|                uit de Farizeen zeiden: Deze Mens is van God niet, want
1522 Joha   9:19|             vraagden hun, zeggende: Is deze uw zoon, welken gij zegt,
1523 Joha   9:20|              en zeiden: Wij weten, dat deze onze zoon is, en dat hij
1524 Joha   9:24|             God de eer; wij weten, dat deze Mens een zondaar is. ~
1525 Joha   9:33|                              33 Indien Deze van God niet ware, Hij zou
1526 Joha   9:39|              Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degenen,
1527 Joha  10:6 |                                      6 Deze gelijkenis zeide Jezus tot
1528 Joha  10:16|              van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen;
1529 Joha  11:4 |             Jezus, dat horende, zeide: Deze krankheid is niet tot den
1530 Joha  11:29|                                     29 Deze, als zij dat hoorde, stond
1531 Joha  11:37|             heeft, niet maken, dat ook deze niet gestorven ware? ~
1532 Joha  11:47|              Wat zullen wij doen? want deze Mens doet vele tekenen. ~
1533 Joha  12:5 |                            5 Waarom is deze zalf niet verkocht voor
1534 Joha  12:25|              en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren
1535 Joha  12:27|          zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hierom ben Ik
1536 Joha  12:27|             ure! Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen. ~
1537 Joha  12:30|           zeide: Niet om Mijnentwil is deze stem geschied, maar om uwentwil. ~
1538 Joha  12:34|                verhoogd worden? Wie is deze Zoon des mensen? ~
1539 Joha  12:36|        kinderen des Lichts moogt zijn. Deze dingen sprak Jezus; en weggaande
1540 Joha  13:1 |               gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot
1541 Joha  13:17|                          17 Indien gij deze dingen weet, zalig zijt
1542 Joha  13:21|                              21 Jezus, deze dingen gezegd hebbende,
1543 Joha  13:25|                                  25 En deze, vallende op de borst van
1544 Joha  13:26|                   26 Jezus antwoordde: Deze is het, dien Ik de bete,
1545 Joha  14:12|               en zal meerder doen, dan deze; want Ik ga heen tot Mijn
1546 Joha  14:25|                                     25 Deze dingen heb Ik tot u gesproken,
1547 Joha  15:9 |             ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde. ~
1548 Joha  15:11|                                     11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken,
1549 Joha  15:13|               heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette
1550 Joha  15:21|                             21 Maar al deze dingen zullen zij doen om
1551 Joha  16:1 |                                      1 Deze dingen heb Ik tot u gesproken,
1552 Joha  16:3 |                                   3 En deze dingen zullen zij u doen,
1553 Joha  16:4 |                                 4 Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken,
1554 Joha  16:4 |               Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het
1555 Joha  16:6 |                        6 Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb,
1556 Joha  16:25|                                     25 Deze dingen heb Ik door gelijkenissen
1557 Joha  16:33|                                     33 Deze dingen heb Ik tot u gesproken,
1558 Joha  17:11|                meer in de wereld, maar deze zijn in de wereld, en Ik
1559 Joha  18:15|                 en een ander discipel. Deze discipel nu was den hogepriester
1560 Joha  18:30|              en zeiden tot hem: Indien Deze geen kwaaddoener ware, zo
1561 Joha  18:36|            Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk
1562 Joha  18:36|             Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn
1563 Joha  19:36|                                36 Want deze dingen zijn geschied, opdat
1564 Joha  20:4 |                                   4 En deze twee liepen tegelijk; en
1565 Joha  20:31|                                31 Maar deze zijn geschreven, opdat gij
1566 Joha  21:21|             Jezus: Heere, maar wat zal deze? ~
1567 Joha  21:23|                onder de broederen, dat deze discipel niet zou sterven.
1568 Joha  21:24|                                     24 Deze is de discipel, die van
1569 Joha  21:24|                is de discipel, die van deze dingen getuigt, en deze
1570 Joha  21:24|                deze dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft;
1571 Hand   1:5 |           gedoopt worden, niet lang na deze dagen. ~
1572 Hand   1:11|                ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen
1573 Hand   1:14|                                     14 Deze allen waren eendrachtelijk
1574 Hand   1:16|                    16 Mannen broeders, deze Schrift moest vervuld worden,
1575 Hand   1:18|                                     18 Deze dan heeft verworven een
1576 Hand   1:24|             harten van allen, wijs van deze twee een aan, dien Gij uitverkoren
1577 Hand   2:6 |                               6 En als deze stem geschied was, kwam
1578 Hand   2:15|                                15 Want deze zijn niet dronken, gelijk
1579 Hand   2:22|           Israelietische mannen, hoort deze woorden: Jezus den Nazarener,
1580 Hand   3:16|             dat door Hem is, heeft hem deze volmaakte gezondheid gegeven,
1581 Hand   3:24|              gesproken, die hebben ook deze dagen te voren verkondigd. ~
1582 Hand   4:10|                door Hem, zeg ik, staat deze hier voor u gezond. ~
1583 Hand   4:11|                                     11 Deze is de Steen, Die van u,
1584 Hand   5:3 |                                      3 Deze zag in een gezicht klaarlijk,
1585 Hand   5:6 |                                      6 Deze ligt te huis bij een Simon,
1586 Hand   5:6 |            zijn huis heeft bij de zee; deze zal u zeggen, wat gij doen
1587 Hand   5:9 |             des anderen daags, terwijl deze reisden, en nabij de stad
1588 Hand   5:30|              dagen was ik vastende tot deze ure toe, en ter negende
1589 Hand   5:32|               toegenaamd wordt Petrus; deze ligt te huis in het huis
1590 Hand   5:36|             vrede door Jezus Christus; deze is een Heere van allen. ~
1591 Hand   5:44|                      44 Als Petrus nog deze woorden sprak, viel de Heilige
1592 Hand   6:12|     twijfelende. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn
1593 Hand   7:7 |          Paulus, een verstandigen man. Deze, Barnabas en Saulus tot
1594 Hand   8:9 |                                      9 Deze hoorde Paulus spreken; welke
1595 Hand   8:15|                Mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook mensen
1596 Hand   8:15|           ulieden, dat gij u zoudt van deze ijdele dingen bekeren tot
1597 Hand   9:2 |       ouderlingen naar Jeruzalem, over deze vraag. ~
1598 Hand   9:6 |            vergaderden te zamen, om op deze zaak te letten. ~
1599 Hand   9:13|                            13 En nadat deze zwegen, antwoordde Jakobus,
1600 Hand   9:28|        meerderen last op te leggen dan deze noodzakelijke dingen: ~
1601 Hand  10:3 |                                      3 Deze wilde Paulus, dat met hem
1602 Hand  10:17|           achterna, en riep, zeggende: Deze mensen zijn dienstknechten
1603 Hand  10:20|           gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen beroeren onze stad,
1604 Hand  10:36|              stokbewaarder boodschapte deze woorden aan Paulus, zeggende:
1605 Hand  10:38|             stadsdienaars boodschapten deze woorden wederom den hoofdmannen;
1606 Hand  11:3 |           opstaan uit de doden, en dat deze Jezus is de Christus, Dien
1607 Hand  11:11|             dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren. ~
1608 Hand  11:18|          sommigen zeiden: Wat wil toch deze klapper zeggen? Maar anderen
1609 Hand  11:19|           Kunnen wij niet weten, welke deze nieuwe leer zij, daar gij
1610 Hand  11:24|                en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere des hemels
1611 Hand  12:10|              want Ik heb veel volks in deze stad. ~
1612 Hand  12:13|                           13 Zeggende: Deze raadt den mensen aan, dat
1613 Hand  12:15|              toezien; want ik wil over deze dingen geen rechter zijn. ~
1614 Hand  12:17|              Gallio trok zich geen van deze dingen aan. ~
1615 Hand  12:25|                                     25 Deze was in den weg des Heeren
1616 Hand  12:26|                                  26 En deze begon vrijmoediglijk te
1617 Hand  13:7 |                              7 En alle deze waren omtrent twaalf mannen. ~
1618 Hand  13:21|                              21 En als deze dingen volbracht waren,
1619 Hand  13:26|              En gij ziet en hoort, dat deze Paulus veel volk, niet alleen
1620 Hand  13:36|                          36 Dewijl dan deze dingen onwedersprekelijk
1621 Hand  13:37|                       37 Want gij hebt deze mannen hier gebracht, die
1622 Hand  13:40|                zullen kunnen geven van deze oploop. En dit gezegd hebbende,
1623 Hand  14:26|            Daarom betuig ik ulieden op deze huidigen dag, dat ik rein
1624 Hand  14:34|               34 En gijzelve weet, dat deze handen tot mijn nooddruft,
1625 Hand  15:5 |             het nu geschiedde, dat wij deze dagen doorgebracht hadden,
1626 Hand  15:9 |                                      9 Deze nu had vier dochters, nog
1627 Hand  15:11|          Heilige Geest: Den man, wiens deze gordel is, zullen de Joden
1628 Hand  15:28|   Israelietische mannen, komt te hulp! Deze is de mens, die tegen het
1629 Hand  15:28|                het volk, en de wet, en deze plaats allen man overal
1630 Hand  15:28|              tempel gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd. ~
1631 Hand  15:38|                de Egyptenaar, die voor deze dagen oproer verwekte, en
1632 Hand  16:3 |           Cilicie geboren, opgevoed in deze stad, aan de voeten van
1633 Hand  16:26|             wat gij te doen hebt; want deze mens is een Romein. ~
1634 Hand  17:16|                zoon van Paulus' zuster deze lage gehoord had, kwam hij
1635 Hand  17:18|                                     18 Deze dan nam hem en bracht hem
1636 Hand  17:27|                                27 Alzo deze man van de Joden gegrepen
1637 Hand  17:30|                de Joden een lage tegen deze man gelegd zou worden, zo
1638 Hand  18:3 |               vele loffelijke diensten deze volke geschieden door uw
1639 Hand  18:9 |         stemden het toe, zeggende, dat deze dingen alzo waren. ~
1640 Hand  19:9 |                en aldaar voor mij over deze dingen geoordeeld worden? ~
1641 Hand  19:20|               over de onderzoeking van deze zaak in twijfeling was,
1642 Hand  19:20|              Jeruzalem, en aldaar over deze dingen geoordeeld worden. ~
1643 Hand  20:24|                          24 En als hij deze dingen tot verantwoording
1644 Hand  20:26|                Want de koning weet van deze dingen, tot welken ik ook
1645 Hand  20:26|          geloof niet, dat hem iets van deze dingen verborgen is; want
1646 Hand  20:29|          gelijk als ik ben, uitgenomen deze banden. ~
1647 Hand  20:31|                tot elkander, zeggende: Deze mens doet niets des doods
1648 Hand  20:32|              Agrippa zeide tot Festus: Deze mens kon losgelaten worden,
1649 Hand  21:21|               zijn, en dezen hinder en deze schade verhoed te hebben; ~
1650 Hand  22:4 |               zeiden zij tot elkander: Deze mens is gewisselijk een
1651 Hand  22:20|                                  20 Om deze oorzaak dan heb ik u bij
1652 Hand  22:20|                hope Israels ben ik met deze keten omvangen.
1653 Hand  22:22|              wat gij gevoelt; want wat deze sekte aangaat, ons is bekend,
1654 Rom   4:9  |                                      9 Deze zaligspreking dan, is die
1655 Rom   5:2  |             hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan,
1656 Rom   7:21 |                      21 Zo vind ik dan deze wet in mij: als ik het goede
1657 Rom   8:31 |              31 Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor
1658 Rom   9:10 |                  10 En niet alleenlijk deze, maar ook Rebekka is daarvan
1659 Rom  10:5  |                 zeggende: De mens, die deze dingen doet, zal door dezelve
1660 Rom  11:24 |                 hoeveel te meer zullen deze, die natuurlijke takken
1661 Rom  11:25 |              wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (
1662 Rom  14:18 |                18 Want die Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk,
1663 Rom  15:23 |                plaats meer hebbende in deze gewesten, en van over vele
1664 Rom  15:28 |              dan dit volbracht, en hun deze vrucht verzegeld zal hebben,
1665 Rom  15:31 |         ongehoorzamen in Judea, en dat deze mijn dienst, dien ik aan
1666 1Kor   3:18|              dunkt, dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas,
1667 1Kor   4:6 |                                   6 En deze dingen, broeders, heb ik
1668 1Kor   4:11|                              11 Tot op deze tegenwoordige ure lijden
1669 1Kor   4:14|                          14 Ik schrijf deze dingen niet om u te beschamen,
1670 1Kor   5:2 |             van u weggedaan worde, die deze daad begaan heeft? ~
1671 1Kor   5:13|              oordeelt God. En doet gij deze boze uit ulieden weg. ~  ~  ~ 
1672 1Kor   7:31|                              31 En die deze wereld gebruiken, als niet
1673 1Kor   8:9 |                   9 Maar ziet toe, dat deze uw macht niet enigerwijze
1674 1Kor   9:3 |            onderzoek over mij doen, is deze. ~
1675 1Kor   9:12|                      12 Indien anderen deze macht over u deelachtig
1676 1Kor   9:12|              meer wij? Doch wij hebben deze macht niet gebruikt, maar
1677 1Kor   9:15|                15 Maar ik heb geen van deze dingen gebruikt. En ik heb
1678 1Kor  10:6 |                                   6 En deze dingen zijn geschied ons
1679 1Kor  10:11|                                  11 En deze dingen alle zijn hunlieden
1680 1Kor  11:21|               zijn eigen avondmaal; en deze is hongerig, en de andere
1681 1Kor  11:25|              des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe
1682 1Kor  12:11|                                11 Doch deze dingen alle werkt een en
1683 1Kor  13:13|                geloof, hoop en liefde, deze drie; doch de meeste van
1684 1Kor  13:13|               drie; doch de meeste van deze is de liefde. ~  ~
1685 2Kor   1:12|                   12 Want onze roem is deze, namelijk de getuigenis
1686 2Kor   2:6 |                      6 Den zodanige is deze bestraffing genoeg, die
1687 2Kor   2:16|               ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam? ~
1688 2Kor   3:10|            dezen dele, ten aanzien van deze uitnemende heerlijkheid. ~
1689 2Kor   4:1 |                    1 Daarom dewijl wij deze bediening hebben, naar de
1690 2Kor   4:15|                             15 Want al deze dingen zijn om uwentwil,
1691 2Kor   5:18|                               18 En al deze dingen zijn uit God, Die
1692 2Kor   7:1 |                       1 Dewijl wij dan deze beloften hebben, geliefden,
1693 2Kor   7:11|                bewezen rein te zijn in deze zaak. ~
1694 2Kor   8:6 |         begonnen had, hij ook alzo nog deze gave bij u voleinden zou. ~
1695 2Kor   8:7 |              ons, ziet, dat gij ook in deze gave overvloedig zijt. ~
1696 2Kor   8:19|               om met ons te reizen met deze gave, die van ons bediend
1697 2Kor   9:3 |                          3 Maar ik heb deze broeders gezonden, opdat
1698 2Kor   9:4 |               gij) beschaamd worden in deze vasten grond der roeming. ~
1699 2Kor   9:5 |                Ik heb dan nodig geacht deze broeders te vermanen, dat
1700 2Kor  10:12|               zichzelven prijzen; maar deze verstaan niet, dat zij zichzelven
1701 2Kor  11:10|                Christus is in mij, dat deze roem in de gewesten van
1702 2Kor  11:17|             maar als in onwijsheid, in deze vasten grond der roeming. ~
1703 2Kor  13:10|          Daarom schrijf ik, afwezende, deze dingen, opdat ik niet, tegenwoordig
1704 Gal   1:4  |                Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld,
1705 Gal   3:12 |              geloof; maar de mens, die deze dingen doet, zal door dezelve
1706 Gal   4:23 |            vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door
1707 Gal   4:24 |          andere beduiding hebben; want deze zijn de twee verbonden;
1708 Gal   5:17 |              Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo
1709 Efez   1:21|          genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende; ~
1710 Efez   2:14|            Want Hij is onze vrede, Die deze beiden een gemaakt heeft,
1711 Efez   3:1 |                                   1 Om deze oorzaak ben ik Paulus de
1712 Efez   3:3 |        openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik
1713 Efez   3:4 |           bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus), ~
1714 Efez   3:8 |     allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, om onder
1715 Efez   3:14|                                  14 Om deze oorzaak buig ik mijn knieen
1716 Efez   5:6 |                ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods
1717 Efez   5:13|                             13 Maar al deze dingen, van het licht bestraft
1718 Efez   5:32|                                     32 Deze verborgenheid is groot;
1719 Fili   1:23|                    23 Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende
1720 Kol   4:11 |               uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn mijn medearbeiders
1721 Kol   4:16 |                          16 En wanneer deze zendbrief van u zal gelezen
1722 1The   3:1 |                              1 Daarom, deze begeerte niet langer kunnende
1723 1The   3:3 |               niemand bewogen worde in deze verdrukkingen; want gij
1724 1The   3:5 |                           5 Daarom ook deze begeerte niet langer kunnende
1725 1The   4:18|                 vertroost elkander met deze woorden. ~  ~
1726 1The   5:27|             ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen
1727 2The   2:5 |                ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb? ~
1728 2The   3:14|          indien iemand ons woord, door deze brief geschreven, niet gehoorzaam
1729 1Tim   3:10|                              10 En dat deze ook eerst beproefd worden,
1730 1Tim   3:14|                                     14 Deze dingen schrijf ik u, hopende
1731 1Tim   4:6 |                              6 Als gij deze dingen den broederen voorstelt,
1732 1Tim   4:11|                              11 Beveel deze dingen, en leer ze. ~
1733 1Tim   4:15|                              15 Bedenk deze dingen, wees hierin bezig,
1734 1Tim   5:21|           uitverkoren engelen, dat gij deze dingen onderhoudt, zonder
1735 1Tim   6:2 |               en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig
1736 1Tim   6:2 |       deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen. ~
1737 1Tim   6:11|                gij, o mens Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid,
1738 1Tim   6:17|                17 Beveel den rijken in deze tegenwoordige wereld, dat
1739 2Tim   1:12|                Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijde, maar word
1740 2Tim   2:14|                               14 Breng deze dingen in gedachtenis, en
1741 2Tim   2:21|              dan iemand zichzelven van deze reinigt, die zal een vat
1742 2Tim   3:8 |           tegenstonden, alzo staan ook deze de waarheid tegen; mensen,
1743 2Tim   5:13|                                     13 Deze getuigenis is waar. Daarom
1744 Tit   1:13 |                                     13 Deze getuigenis is waar. Daarom
1745 Tit   2:12 |               godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld; ~
1746 Tit   3:8  |               is een getrouw woord, en deze dingen wil ik, dat gij ernstelijk
1747 Tit   3:8  |            goede werken voor te staan; deze dingen zijn het, die goed
1748 File   1:19|                 heb het geschreven met deze mijn hand, ik zal het betalen;
1749 Heb   1:1  |             door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken
1750 Heb   3:3  |                                 3 Want Deze is zoveel meerder heerlijkheid
1751 Heb   4:5  |                                5 En in deze plaats wederom: Indien zij
1752 Heb   4:14 |              Zoon van God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden. ~
1753 Heb   7:1  |                                 1 Want deze Melchizedek was koning van
1754 Heb   7:4  |               4 Aanmerkt nu, hoe groot deze geweest zij, aan denwelken
1755 Heb   7:13 |                   13 Want Hij, op Wien deze dingen gezegd worden, behoort
1756 Heb   7:21 |                                21 Maar Deze met eedzwering, door Dien,
1757 Heb   7:24 |                                24 Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid
1758 Heb   8:3  |              noodzakelijk was, dat ook Deze wat had, dat Hij zou offeren. ~
1759 Heb   9:5  |                        5 En boven over deze ark waren de cherubijnen
1760 Heb   9:6  |                                      6 Deze dingen nu, aldus toebereid
1761 Heb   9:23 |               in de hemelen zijn, door deze dingen gereinigd werden,
1762 Heb   9:23 |             door betere offeranden dan deze. ~
1763 Heb  10:12 |                                12 Maar Deze, een slachtoffer voor de
1764 Heb  11:13 |                                     13 Deze allen zijn in het geloof
1765 Heb  11:39 |                                  39 En deze allen, hebbende door het
1766 Heb  12:10 |            goed dacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons nut,
1767 Jako   1:25|        vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder
1768 Jako   1:25|              maar een dader des werks, deze, zeg ik, zal gelukzalig
1769 Jako   1:27|               voor God en den Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken
1770 Jako   3:15|                                     15 Deze is de wijsheid niet, die
1771 1Pet   1:12|         zichzelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend
1772 1Pet   1:20|                 maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil, ~
1773 1Pet   2:7 |           bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd
1774 1Pet   5:12|          vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige genade
1775 2Pet   1:8 |                              8 Want zo deze dingen bij u zijn, en in
1776 2Pet   1:9 |                      9 Want bij welken deze dingen niet zijn, die is
1777 2Pet   1:13|            recht te zijn, zolang ik in deze tabernakel ben, dat ik u
1778 2Pet   1:15|                gij na mijn uitgang van deze dingen gedachtenis moogt
1779 2Pet   1:17|    heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Deze is Mijn geliefde Zoon, in
1780 2Pet   1:18|                                  18 En deze stem hebben wij gehoord,
1781 2Pet   2:8 |                                8 (Want deze rechtvaardige man, wonende
1782 2Pet   3:8 |                                 8 Doch deze ene zaak zij u niet onbekend,
1783 2Pet   3:11|                          11 Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen
1784 2Pet   3:14|                geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat
1785 2Pet   3:16|                zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke
1786 1Joh   1:3 |           gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij
1787 1Joh   1:4 |                                   4 En deze dingen schrijven wij u,
1788 1Joh   2:1 |               kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt.
1789 1Joh   2:22|              dat Jezus is de Christus? Deze is de antichrist, die den
1790 1Joh   3:3 |                 3 En een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt
1791 1Joh   4:17|                Hij is, wij ook zijn in deze wereld. ~
1792 1Joh   5:6 |                                      6 Deze is het, Die gekomen is door
1793 1Joh   5:7 |                en de Heilige Geest; en deze Drie zijn Een. ~
1794 1Joh   5:13|                                     13 Deze dingen heb ik u geschreven,
1795 1Joh   5:20|              Zijn Zoon Jezus Christus. Deze is de waarachtige God, en
1796 2Joh   1:7 |               in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist. ~
1797 2Joh   1:9 |              leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en
1798 2Joh   1:10|            iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt
1799 Jud   1:7  |               die op gelijke wijze als deze gehoereerd hebben, en ander
1800 Open   2:24|         Thyatire zijn, zovelen, als er deze leer niet hebben, en die
1801 Open   9:18|                                18 Door deze drie werd het derde deel
1802 Open   9:20|              die niet gedood zijn door deze plagen, hebben zich niet
1803 Open  11:10|               geschenken zenden; omdat deze twee profeten degenen, die
1804 Open  15:1 |                laatste plagen; want in deze is de toorn Gods geeindigd. ~
1805 Open  16:9 |             Gods, Die macht heeft over deze plagen; en zij bekeerden
1806 Open  18:18|              en zeggende: Wat stad was deze grote stad gelijk? ~
1807 Open  19:9 |            Lams. En hij zeide tot mij: Deze zijn de waarachtige woorden
1808 Open  19:20|               deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen
1809 Open  20:5 |         duizend jaren geeindigd waren. Deze is de eerste opstanding. ~
1810 Open  20:6 |                eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen
1811 Open  21:5 |           zeide tot mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig
1812 Open  22:6 |                6 En hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en
1813 Open  22:8 |              Johannes, ben degene, die deze dingen gezien en gehoord
1814 Open  22:8 |             voeten des engels, die mij deze dingen toonde. ~
1815 Open  22:16|              engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de
1816 Open  22:18|               hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal
1817 Open  22:20|                                 20 Die deze dingen getuigt, zegt: Ja,