1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1805
Book Chapter: Verse
1001 Jes 44:21 | gij zijt Mijn knecht, Ik heb u geformeerd; gij zijt Mijn
1002 Jes 44:22 | keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost. ~
1003 Jes 45:8 | uitspruiten; Ik, de HEERE, heb ze geschapen. ~
1004 Jes 45:12 | 12 Ik heb de aarde gemaakt, en Ik
1005 Jes 45:12 | de aarde gemaakt, en Ik heb den mens daarop geschapen;
1006 Jes 45:12 | hemelen uitgebreid, en Ik heb al hun heir bevel gegeven. ~
1007 Jes 45:13 | 13 Ik heb hem verwekt in gerechtigheid,
1008 Jes 45:19 | 19 Ik heb niet in het verborgene gesproken,
1009 Jes 45:19 | donkere plaats der aarde; Ik heb tot het zaad van Jakob niet
1010 Jes 45:23 | 23 Ik heb gezworen bij Mijzelven,
1011 Jes 46:4 | zal Ik ulieden dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal u
1012 Jes 46:11 | uit verren lande; ja, Ik heb het gesproken, Ik zal het
1013 Jes 46:11 | het ook doen opkomen; Ik heb het geformeerd, Ik zal het
1014 Jes 48:3 | 3 De vorige dingen heb Ik verkondigd van toen af,
1015 Jes 48:3 | zij voortgekomen, en Ik heb ze doen horen; Ik heb ze
1016 Jes 48:3 | Ik heb ze doen horen; Ik heb ze snellijk gedaan, en zij
1017 Jes 48:5 | 5 Daarom heb Ik het u van toen af verkondigd,
1018 Jes 48:5 | verkondigd, eer dat het kwam, heb Ik het u doen horen; opdat
1019 Jes 48:7 | misschien zeggen zoudt: Ziet, ik heb ze geweten. ~
1020 Jes 48:8 | geopend geweest; want Ik heb geweten, dat gij gans trouwelooslijk
1021 Jes 48:10 | 10 Ziet, Ik heb u gelouterd, doch niet als
1022 Jes 48:10 | doch niet als zilver, Ik heb u gekeurd in den smeltkroes
1023 Jes 48:15 | 15 Ik, Ik heb het gesproken, ook heb Ik
1024 Jes 48:15 | Ik heb het gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal
1025 Jes 48:16 | gijlieden tot Mij, hoort dit: Ik heb van den beginne niet in
1026 Jes 49:4 | 4 Doch Ik zeide: Ik heb te vergeefs gearbeid, Ik
1027 Jes 49:4 | te vergeefs gearbeid, Ik heb Mijn kracht onnuttelijk
1028 Jes 49:6 | bewaarden in Israel; Ik heb U ook gegeven tot een
1029 Jes 49:8 | dien tijd des welbehagens heb Ik U verhoord, en ten dage
1030 Jes 49:8 | verhoord, en ten dage des heils heb Ik U geholpen; en Ik zal
1031 Jes 49:16 | 16 Zie, Ik heb u in de beide handpalmen
1032 Jes 50:1 | waarmede Ik haar weggezonden heb? Of wie is er van Mijn schuldeisers,
1033 Jes 50:1 | aan wien Ik u verkocht heb? Ziet, om uw ongerechtigheden
1034 Jes 50:7 | niet te schande; daarom heb Ik Mijn aangezicht gesteld
1035 Jes 52:5 | 5 En nu, wat heb Ik hier te doen? spreekt
1036 Jes 54:7 | Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten; maar met
1037 Jes 54:8 | In een kleinen toorn heb Ik Mijn aangezicht van u
1038 Jes 54:9 | aarde zouden gaan; alzo heb Ik gezworen, dat Ik niet
1039 Jes 54:16 | 16 Zie, Ik heb den smid geschapen, die
1040 Jes 54:16 | voortbrengt tot zijn werk; ook heb Ik den verderver geschapen,
1041 Jes 55:4 | 4 Ziet, Ik heb hem tot een getuige der
1042 Jes 56:4 | 4 Ziet, Ik heb hem tot een getuige der
1043 Jes 57:4 | hetgeen, waartoe Ik lust heb, en vasthouden aan Mijn
1044 Jes 58:16 | de zielen, die Ik gemaakt heb. ~
1045 Jes 60:21 | die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond
1046 Jes 61:10 | want in Mijn verbolgenheid heb Ik u geslagen, maar in Mijn
1047 Jes 61:10 | maar in Mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd. ~
1048 Jes 62:8 | Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat
1049 Jes 63:6 | 6 O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld,
1050 Jes 64:3 | 3 Ik heb de pers alleen getreden,
1051 Jes 64:3 | de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn toorn,
1052 Jes 64:3 | getreden in Mijn toorn, en heb hen vertrapt in Mijn grimmigheid;
1053 Jes 64:3 | klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld. ~
1054 Jes 64:6 | 6 En Ik heb de volken vertreden in Mijn
1055 Jes 64:6 | vertreden in Mijn toorn, en Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn
1056 Jes 64:6 | Mijn grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde doen
1057 Jes 66:1 | Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet, hier
1058 Jes 66:2 | 2 Ik heb Mijn handen uitgebreid,
1059 Jes 66:12 | krommen, omdat Ik geroepen heb, maar gij hebt niet geantwoord,
1060 Jes 66:12 | geantwoord, Ik gesproken heb, maar gij hebt niet
1061 Jes 66:12 | hetgeen, waaraan Ik geen lust heb. ~
1062 Jes 67:4 | komen, omdat Ik geroepen heb, en niemand antwoordde,
1063 Jes 67:4 | antwoordde, Ik gesproken heb, en zij niet hoorden,
1064 Jer 1:5 | moeders buik formeerde, heb Ik u gekend, en eer gij
1065 Jer 1:5 | baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u
1066 Jer 1:5 | heb Ik u geheiligd; Ik heb u den volken tot een profeet
1067 Jer 2:23 | ben niet verontreinigd, ik heb de Baals niet nagewandeld?
1068 Jer 2:25 | buiten hoop; neen, want ik heb de vreemden lief, en die
1069 Jer 2:30 | 30 Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen;
1070 Jer 2:34 | in uw zomen gevonden; Ik heb dat niet met opgraven gevonden,
1071 Jer 2:35 | rechten, omdat gij zegt: Ik heb niet gezondigd. ~
1072 Jer 3:14 | spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd, en Ik zal u
1073 Jer 3:18 | vaderen ten erve gegeven heb. ~
1074 Jer 4:19 | ingewand, mijn ingewand! ik heb barenswee, o wanden mijns
1075 Jer 4:28 | zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen
1076 Jer 4:28 | Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen en het zal
1077 Jer 5:7 | zijn; als Ik hen verzadigd heb, zo bedrijven zij overspel,
1078 Jer 5:22 | zand tot een paal gesteld heb, met een eeuwige inzetting,
1079 Jer 6:2 | 2 Ik heb wel de dochter Sions bij
1080 Jer 6:17 | 17 Ik heb ook wachters over ulieden
1081 Jer 6:27 | 27 Ik heb u onder Mijn volk gesteld,
1082 Jer 7:7 | dat Ik uw vaderen gegeven heb, doen wonen van eeuw tot
1083 Jer 7:11 | der moordenaren? Ziet, Ik heb het ook gezien, spreekt
1084 Jer 7:12 | ziet, wat Ik daaraan gedaan heb vanwege de boosheid van
1085 Jer 7:13 | HEERE, en Ik tot u gesproken heb, vroeg op zijnde en sprekende,
1086 Jer 7:14 | u en uw vaderen gegeven heb, doen, gelijk als Ik aan
1087 Jer 7:14 | gelijk als Ik aan Silo gedaan heb. ~
1088 Jer 7:15 | van Efraim, weggeworpen heb. ~
1089 Jer 7:22 | 22 Want Ik heb met uw vaderen, ten dage
1090 Jer 7:23 | 23 Maar deze zaak heb Ik hun geboden, zeggende:
1091 Jer 7:25 | uitgegaan, tot op dezen dag, zo heb Ik tot u gezonden al Mijn
1092 Jer 7:31 | verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden, noch in Mijn
1093 Jer 8:6 | 6 Ik heb geluisterd en toegehoord,
1094 Jer 8:6 | boosheid, zeggende: Wat heb ik gedaan? Een ieder keert
1095 Jer 8:13 | die Ik hun gegeven heb, die overtreden zij. ~
1096 Jer 9:24 | want in die dingen heb Ik lust, spreekt de HEERE. ~
1097 Jer 11:4 | Dat Ik uw vaderen geboden heb, ten dage als Ik hen uit
1098 Jer 11:5 | dien Ik uw vaderen gezworen heb, hun te geven een land,
1099 Jer 11:7 | 7 Want Ik heb uw vaderen ernstiglijk betuigd,
1100 Jer 11:8 | hunlieder boos hart; daarom heb Ik over hen gebracht al
1101 Jer 11:8 | verbonds, dat Ik geboden heb te doen, maar zij niet gedaan
1102 Jer 11:10 | met hun vaderen gemaakt heb. ~
1103 Jer 11:20 | van hen zien; want aan U heb ik mijn twistzaak ontdekt. ~
1104 Jer 12:7 | 7 Ik heb Mijn huis verlaten, Ik heb
1105 Jer 12:7 | heb Mijn huis verlaten, Ik heb Mijn erfenis laten varen;
1106 Jer 12:7 | erfenis laten varen; Ik heb de beminde Mijner ziel in
1107 Jer 12:8 | tegen Mij verheven, daarom heb Ik haar gehaat. ~
1108 Jer 12:14 | Israel erfelijk gegeven heb; ziet, Ik zal hen uit hun
1109 Jer 13:6 | daar, dien Ik u geboden heb aldaar te versteken. ~
1110 Jer 13:11 | de lenden eens mans, alzo heb Ik het ganse huis Israels
1111 Jer 13:27 | heuvelen, in het veld; Ik heb uw verfoeiselen gezien;
1112 Jer 14:14 | profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch
1113 Jer 14:15 | daar Ik hen niet gezonden heb, en zij dan nog zeggen:
1114 Jer 15:7 | de poorten des lands; Ik heb Mijn volk van kinderen beroofd
1115 Jer 15:8 | geworden dan zand der zeeen; Ik heb hun over de moeder doen
1116 Jer 15:8 | verwoester op den middag; Ik heb hem haastelijk hen
1117 Jer 15:10 | krakeel den gansen lande! Ik heb hun niet op woeker gegeven,
1118 Jer 15:16 | woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en Uw woord
1119 Jer 15:17 | 17 Ik heb in den raad der bespotters
1120 Jer 15:17 | opgesprongen; vanwege Uw hand heb ik alleen gezeten, want
1121 Jer 15:20 | 20 Want Ik heb u tegen dit volk gesteld
1122 Jer 16:5 | henen om te rouwklagen, en heb geen medelijden met hen;
1123 Jer 16:5 | medelijden met hen; want Ik heb van dit volk (spreekt
1124 Jer 16:15 | dat Ik hun vaderen gegeven heb. ~
1125 Jer 17:4 | erfenis, die Ik u gegeven heb, en Ik zal u uw vijanden
1126 Jer 17:16 | 16 Ik heb toch niet aangedrongen,
1127 Jer 17:16 | herder achter U betaamde; ook heb ik den dodelijken dag niet
1128 Jer 17:22 | als Ik uw vaderen geboden heb. ~
1129 Jer 18:8 | hetwelk Ik zulks gesproken heb, zich van zijn boosheid
1130 Jer 18:20 | voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken,
1131 Jer 19:5 | geboden, noch gesproken heb, noch in Mijn hart
1132 Jer 19:15 | dat Ik over haar gesproken heb; omdat zij hun nek
1133 Jer 20:10 | 10 Want ik heb gehoord de naspraak van
1134 Jer 20:12 | wraak van hen zien, want ik heb U mijn twistzaak ontdekt. ~
1135 Jer 21:10 | 10 Want Ik heb Mijn aangezicht tegen deze
1136 Jer 22:5 | woorden niet zult horen, zo heb Ik bij Mij gezworen, spreekt
1137 Jer 23:3 | waarhenen Ik ze verdreven heb; en Ik zal ze wederbrengen
1138 Jer 23:13 | 13 Ik heb wel ongerijmdheid gezien
1139 Jer 23:21 | 21 Ik heb die profeten niet gezonden,
1140 Jer 23:21 | nochtans hebben zij gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken,
1141 Jer 23:25 | 25 Ik heb gehoord, wat de profeten
1142 Jer 23:25 | profeteren, zeggende: Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd. ~
1143 Jer 23:25 | zeggende: Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd. ~
1144 Jer 23:32 | gezonden, en hun niets bevolen heb, en zij dit volk gans geen
1145 Jer 23:38 | daar Ik tot u gezonden heb, zeggende: Gij zult niet
1146 Jer 23:39 | u en uw vaderen gegeven heb, van Mijn aangezicht laten
1147 Jer 24:5 | naar het land der Chaldeen heb weggeschikt, ten goede. ~
1148 Jer 25:3 | mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken, vroeg
1149 Jer 25:13 | die Ik daarover gesproken heb; al wat in dit boek geschreven
1150 Jer 26:2 | woorden, die Ik u geboden heb tot hen te spreken, doe
1151 Jer 26:4 | voor uw aangezicht gegeven heb; ~
1152 Jer 27:5 | 5 Ik heb gemaakt de aarde, den mens
1153 Jer 27:6 | 6 En nu, Ik heb al deze landen gegeven in
1154 Jer 27:6 | ook het gedierte des velds heb Ik hem gegeven, om hem te
1155 Jer 27:15 | 15 Want Ik heb ze niet gezonden, spreekt
1156 Jer 28:2 | God Israels, zeggende: Ik heb het juk des konings van
1157 Jer 28:14 | heirscharen, de God Israels: Ik heb een ijzeren juk gedaan aan
1158 Jer 28:14 | zullen hem dienen; ja, Ik heb hem ook het gedierte des
1159 Jer 29:4 | weggevoerd, die Ik gevankelijk heb doen wegvoeren van Jeruzalem
1160 Jer 29:7 | waarhenen Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren, en bidt
1161 Jer 29:9 | valselijk in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, spreekt
1162 Jer 29:14 | waarhenen Ik u gedreven heb, spreekt de HEERE; en Ik
1163 Jer 29:14 | van waar Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren. ~
1164 Jer 29:20 | van Jeruzalem naar Babel heb weggezonden! ~
1165 Jer 29:31 | Ik hem niet gezonden heb, en heeft gemaakt, dat gij
1166 Jer 30:2 | die Ik tot u gesproken heb, in een boek. ~
1167 Jer 30:3 | hun vaderen gegeven heb, en zij zullen het erfelijk
1168 Jer 30:11 | waarhenen Ik u verstrooid heb; maar met u zal Ik geen
1169 Jer 30:14 | vragen niet naar u; want Ik heb u geslagen met eens vijands
1170 Jer 30:15 | zonden machtig veel zijn, heb Ik u deze dingen gedaan. ~
1171 Jer 31:3 | van verre tijden! Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige
1172 Jer 31:3 | een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. ~
1173 Jer 31:18 | 18 Ik heb wel gehoord, dat zich Efraim
1174 Jer 31:19 | Zekerlijk, nadat ik bekeerd ben, heb ik berouw gehad, en nadat
1175 Jer 31:19 | mijzelven ben bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt, ik
1176 Jer 31:19 | smaadheid mijner jeugd gedragen heb. ~
1177 Jer 31:20 | sinds Ik tegen hem gesproken heb, denk Ik nog ernstelijk
1178 Jer 31:25 | 25 Want Ik heb de vermoeide ziel dronken
1179 Jer 31:25 | ziel dronken gemaakt, en Ik heb alle treurige ziel vervuld. ~
1180 Jer 31:28 | als Ik over hen gewaakt heb, om uit te rukken, en af
1181 Jer 31:32 | met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand
1182 Jer 32:35 | hetwelk Ik hun niet heb geboden, noch in Mijn hart
1183 Jer 32:42 | Ik over dit volk gebracht heb al dit grote kwaad, alzo
1184 Jer 33:5 | mensen, die Ik verslagen heb in Mijn toorn en in Mijn
1185 Jer 33:5 | van deze stad verborgen heb, om al hunlieder boosheid. ~
1186 Jer 33:14 | huis van Juda gesproken heb. ~
1187 Jer 33:25 | en der aarde niet gesteld heb; ~
1188 Jer 34:5 | Och heer! want Ik heb het woord gesproken, spreekt
1189 Jer 34:13 | HEERE, de God Israels: Ik heb een verbond gemaakt met
1190 Jer 35:14 | huns vaders gehoord; en Ik heb tot ulieden gesproken, vroeg
1191 Jer 35:15 | 15 En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten,
1192 Jer 35:15 | u en uw vaderen gegeven heb; maar gij hebt uw oor niet
1193 Jer 35:17 | tegen hen gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken
1194 Jer 35:17 | omdat Ik tot hen gesproken heb, maar zij niet gehoord hebben,
1195 Jer 35:17 | en Ik tot hen geroepen heb, maar zij niet hebben geantwoord. ~
1196 Jer 36:2 | die Ik tot u gesproken heb, over Israel, en over Juda,
1197 Jer 36:2 | Ik tot u gesproken heb, van de dagen van Josia
1198 Jer 36:31 | dat Ik tot hen gesproken heb; maar zij hebben niet gehoord. ~
1199 Jer 37:18 | den koning Zedekia: Wat heb ik tegen u, of tegen uw
1200 Jer 38:25 | dat ik met u gesproken heb, en tot u komen, en tot
1201 Jer 40:4 | 4 Nu dan, zie, ik heb u heden losgemaakt van de
1202 Jer 42:4 | Jeremia zeide tot hen: Ik heb het gehoord; ziet, ik zal
1203 Jer 42:10 | niet uitrukken; want Ik heb berouw over het kwaad, dat
1204 Jer 42:10 | kwaad, dat Ik u aangedaan heb. ~
1205 Jer 42:19 | ik heden tegen u betuigd heb. ~
1206 Jer 42:21 | 21 Nu heb ik het u heden bekend gemaakt;
1207 Jer 43:10 | stenen, die Ik verborgen heb; en hij zal zijn schone
1208 Jer 44:2 | het kwaad, dat Ik gebracht heb over Jeruzalem en over alle
1209 Jer 44:4 | 4 En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten,
1210 Jer 44:10 | aangezicht uwer vaderen gegeven heb. ~
1211 Jer 44:13 | als Ik bezoeking gedaan heb over Jeruzalem, door het
1212 Jer 44:30 | koning van Juda, gegeven heb in de hand van Nebukadrezar,
1213 Jer 45:4 | HEERE: Zie, dat Ik gebouwd heb, breek Ik af, en dat Ik
1214 Jer 45:4 | Ik af, en dat Ik geplant heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse
1215 Jer 48:33 | weggenomen is; want Ik heb den wijn doen ophouden uit
1216 Jer 48:38 | overal misbaar; want Ik heb Moab verbroken als een vat,
1217 Jer 49:8 | inwoners van Dedan! want Ik heb Ezau's verderf over hem
1218 Jer 49:8 | tijd, dat Ik hem bezocht heb. ~
1219 Jer 49:10 | 10 Maar Ik heb Ezau ontbloot, Ik heb zijn
1220 Jer 49:10 | Ik heb Ezau ontbloot, Ik heb zijn verborgene plaatsen
1221 Jer 49:13 | 13 Want Ik heb bij Mijzelven gezworen,
1222 Jer 49:14 | 14 Ik heb een gerucht gehoord van
1223 Jer 49:15 | 15 Want zie, Ik heb u klein gemaakt onder de
1224 Jer 50:18 | als Ik bezoeking gedaan heb over den koning van
1225 Jer 50:21 | alles, wat Ik u geboden heb. ~
1226 Jer 50:24 | 24 Ik heb u een strik gesteld, dies
1227 Jer 51:14 | mensen als met kevers vervuld heb, nochtans zullen zij elkander
1228 Klaa 1:21| horen, dat ik zucht, maar ik heb geen trooster; al mijn vijanden
1229 Klaa 1:44| handen gedragen en opgetogen heb, die heeft mijn vijand omgebracht. ~ ~
1230 Klaa 1:61| den vrede verstoten, ik heb het goede vergeten. ~
1231 Klaa 1:99| 55 Koph. HEERE! Ik heb Uw Naam aangeroepen uit
1232 Eze 3:8 | 8 Ziet, Ik heb uw aangezicht stijf gemaakt
1233 Eze 3:9 | 9 Uw voorhoofd heb Ik gemaakt als een diamant,
1234 Eze 3:17 | 17 Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld
1235 Eze 4:5 | 5 Want Ik heb u gegeven de jaren hunner
1236 Eze 4:6 | dragen veertig dagen; Ik heb u gegeven elken dag
1237 Eze 4:14 | verontreinigd geweest; want ik heb, van mijn jeugd af tot nu
1238 Eze 4:15 | Hij zeide tot mij: Zie, Ik heb u rundermest gegeven voor
1239 Eze 5:5 | midden der heidenen gezet heb, en landen rondom haar henen. ~
1240 Eze 5:9 | hetgeen Ik niet gedaan heb, en desgelijks Ik voortaan
1241 Eze 5:13 | in Mijn ijver gesproken heb, als Ik Mijn grimmigheid
1242 Eze 5:15 | oefenen zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~
1243 Eze 5:17 | brengen; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~ ~
1244 Eze 6:10 | dat Ik de HEERE ben; Ik heb niet tevergeefs gesproken,
1245 Eze 7:20 | verfoeiselen gemaakt; daarom heb Ik dat hun tot onreinigheid
1246 Eze 9:11 | bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij
1247 Eze 11:16 | onder de heidenen weggedaan heb, en hoewel Ik hen in de
1248 Eze 11:16 | in de landen verstrooid heb, nochtans zal Ik hun een
1249 Eze 12:6 | land niet ziet; want Ik heb u den huize Israels tot
1250 Eze 12:11 | wonderteken; gelijk als ik gedaan heb, alzo zal hun gedaan worden;
1251 Eze 12:28 | woord, hetwelk Ik gesproken heb, dat zal gedaan worden,
1252 Eze 13:7 | daar Ik niet gesproken heb? ~
1253 Eze 13:22 | hem geen smart aangedaan heb; en omdat gij de handen
1254 Eze 14:9 | zal hebben, Ik, de HEERE, heb dienzelven profeet overreed,
1255 Eze 14:23 | niet zonder oorzaak gedaan heb, al wat Ik in haar gedaan
1256 Eze 14:23 | al wat Ik in haar gedaan heb, spreekt de Heere HEERE. ~ ~
1257 Eze 16:7 | 7 Ik heb u tot tien duizend, als
1258 Eze 17:21 | de HEERE, gesproken heb. ~
1259 Eze 17:24 | den hogen boom vernederd heb, den nederigen boom verdroogd,
1260 Eze 17:24 | drogen boom bloeiende gemaakt heb; Ik, de HEERE, heb
1261 Eze 17:24 | heb; Ik, de HEERE, heb het gesproken, en zal het
1262 Eze 18:32 | 32 Want Ik heb geen lust aan den dood des
1263 Eze 20:9 | ogen, bekend gemaakt heb, om hen uit Egypteland uit
1264 Eze 20:36 | Gelijk als Ik gerecht heb met uw vaderen in de woestijn
1265 Eze 20:42 | waarover Ik Mijn hand opgeheven heb, om hetzelve uw vaderen
1266 Eze 20:48 | de HEERE, dat aangestoken heb; het zal niet uitgeblust
1267 Eze 21:5 | uit zijn schede getrokken heb; het zal niet meer wederkeren. ~
1268 Eze 21:15 | 15 Ik heb de punt des zwaards gezet
1269 Eze 21:17 | doen rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~
1270 Eze 21:32 | worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ ~ ~ ~ ~
1271 Eze 22:4 | uw jaren gekomen; daarom heb Ik u den heidenen overgegeven
1272 Eze 22:13 | 13 Ziet dan, Ik heb Mijn hand geslagen, om uw
1273 Eze 22:14 | handelen zal? Ik, de HEERE, heb het gesproken, en zal het
1274 Eze 22:22 | grimmigheid over u uitgegoten heb. ~
1275 Eze 22:31 | 31 Daarom heb Ik Mijn gramschap over hen
1276 Eze 22:31 | vuur Mijner verbolgenheid heb Ik hen verteerd; hun weg
1277 Eze 22:31 | Ik hen verteerd; hun weg heb Ik op hun hoofd gegeven,
1278 Eze 23:34 | zult gij afrukken; want Ik heb het gesproken, spreekt de
1279 Eze 24:8 | opgaan om wraak te oefenen, heb Ik ook haar bloed op een
1280 Eze 24:13 | schandelijkheid, omdat Ik u gereinigd heb, en gij niet gereinigd zijt,
1281 Eze 24:14 | 14 Ik, de HEERE, heb het gesproken; het zal komen,
1282 Eze 24:22 | doen, gelijk als ik gedaan heb; de bovenste lip zult gij
1283 Eze 26:5 | uitspreiding van netten; want Ik heb het gesproken, spreekt de
1284 Eze 26:14 | worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken, spreekt de
1285 Eze 28:10 | hand der vreemden; want Ik heb het gesproken, spreekt de
1286 Eze 28:17 | bedorven, vanwege uw glans; Ik heb u op de aarde henengeworpen,
1287 Eze 28:17 | aarde henengeworpen, Ik heb u voor het aangezicht der
1288 Eze 28:18 | heiligdommen ontheiligd; daarom heb Ik een vuur uit het midden
1289 Eze 28:18 | u heeft verteerd, en Ik heb u gemaakt tot as op de aarde,
1290 Eze 28:25 | knecht, aan Jakob, gegeven heb. ~
1291 Eze 29:3 | is de mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. ~
1292 Eze 29:5 | het gevogelte des hemels heb Ik u ter spijze gegeven. ~
1293 Eze 29:9 | De rivier is mijn, en ik heb die gemaakt. ~
1294 Eze 29:20 | tegen haar gediend heeft, heb Ik hem Egypteland gegeven,
1295 Eze 30:12 | vreemden: Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~
1296 Eze 30:21 | 21 Mensenkind! Ik heb den arm van Farao, den koning
1297 Eze 32:32 | 32 Want Ik heb ook Mijn schrik gegeven
1298 Eze 33:7 | Gij nu, o mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld
1299 Eze 33:11 | Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen!
1300 Eze 33:11 | goddelozen! maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze
1301 Eze 34:24 | midden van hen, Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~
1302 Eze 35:12 | al uw lasteringen gehoord heb, die gij tegen de bergen
1303 Eze 35:13 | Mij vermenigvuldigd; Ik heb het gehoord. ~
1304 Eze 36:5 | vuur Mijns ijvers gesproken heb tegen het overblijfsel der
1305 Eze 36:6 | de Heere HEERE: Ziet, Ik heb in Mijn ijver en in Mijn
1306 Eze 36:7 | zegt de Heere HEERE: Ik heb Mijn hand opgeheven; zo
1307 Eze 36:28 | dat Ik uw vaderen gegeven heb, en gij zult Mij tot een
1308 Eze 36:36 | beplant. Ik, de HEERE, heb het gesproken en zal het
1309 Eze 37:14 | dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE. ~
1310 Eze 37:25 | Mijn knecht Jakob gegeven heb, waarin uw vaders gewoond
1311 Eze 38:17 | verleden dagen gesproken heb, door den dienst Mijner
1312 Eze 38:19 | 19 Want Ik heb gesproken in Mijn ijver,
1313 Eze 39:4 | volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan
1314 Eze 39:5 | zult gij vallen; want Ik heb het gesproken, spreekt de
1315 Eze 39:8 | van welken Ik gesproken heb.
1316 Eze 39:17 | dat Ik voor u geslacht heb, een groot slachtoffer,
1317 Eze 39:19 | dat Ik voor u geslacht heb. ~
1318 Eze 39:21 | oordeel zien, dat Ik gedaan heb, en Mijn hand, die Ik aan
1319 Eze 39:21 | hand, die Ik aan hen gelegd heb. ~
1320 Eze 39:23 | voor hen verborgen heb, en heb ze overgegeven in
1321 Eze 39:23 | voor hen verborgen heb, en heb ze overgegeven in de hand
1322 Eze 39:24 | en naar hun overtredingen heb Ik met hen gehandeld, en
1323 Eze 39:24 | met hen gehandeld, en Ik heb Mijn aangezicht voor hen
1324 Eze 39:28 | dewijl Ik ze gevankelijk heb doen wegvoeren onder de
1325 Eze 39:28 | onder de heidenen, maar heb ze weder verzameld in hun
1326 Eze 39:28 | verzameld in hun land, en heb aldaar niemand van
1327 Eze 43:8 | deden; waarom Ik ze verteerd heb in Mijn toorn. ~
1328 Eze 44:12 | ongerechtigheid geweest zijn, daarom heb Ik Mijn hand tegen
1329 Eze 47:14 | over hetwelk Ik Mijn hand heb opgeheven, dat Ik het uw
1330 Dan 2:3 | koning zeide tot hen: Ik heb een droom gedroomd; en mijn
1331 Dan 2:25 | hij sprak alzo tot hem: Ik heb een man van de gevankelijk
1332 Dan 2:26 | den droom, dien ik gezien heb, en zijn uitlegging? ~
1333 Dan 3:14 | beeld, dat ik opgericht heb, niet aanbidt? ~
1334 Dan 3:15 | het beeld, dat ik gemaakt heb, zo is het wel; maar zo
1335 Dan 4:9 | mijns drooms, dien ik gezien heb, te weten zijn uitlegging. ~
1336 Dan 4:18 | 18 Dezen droom heb ik, koning Nebukadnezar
1337 Dan 4:30 | grote Babel, dat ik gebouwd heb tot een huis des koninkrijks,
1338 Dan 5:14 | 14 Ik heb toch van u gehoord, dat
1339 Dan 5:16 | 16 Doch van u heb ik gehoord, dat gij uitleggingen
1340 Dan 5:17 | en zeide voor den koning: Heb uw gaven voor uzelven, en
1341 Dan 6:23 | in mij gevonden is; ook heb ik, o koning! tegen
1342 Hos 2:7 | most, en de olie gegeven heb, en haar het zilver en goud
1343 Hos 2:7 | en goud vermenigvuldigd heb, dat zij tot den Baal gebruikt
1344 Hos 4:6 | de kennis verworpen hebt, heb Ik u ook verworpen, dat
1345 Hos 5:9 | onder de stammen Israels heb Ik bekend gemaakt, dat gewis
1346 Hos 6:5 | 5 Daarom heb Ik hen behouwen door de
1347 Hos 6:5 | behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood door de redenen
1348 Hos 6:6 | 6 Want Ik heb lust tot weldadigheid, en
1349 Hos 7:15 | 15 Ik heb hen wel getuchtigd, en hunlieder
1350 Hos 8:4 | vorsten gesteld, maar Ik heb het niet gekend; van hun
1351 Hos 9:15 | is te Gilgal, want daar heb Ik ze gehaat, om de boosheid
1352 Hos 11:1 | Israel een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik
1353 Hos 11:1 | Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte uitgeroepen. ~
1354 Hos 12:9 | ben ik rijk geworden, ik heb mij groot goed verkregen;
1355 Hos 13:5 | 5 Ik heb u gekend in de woestijn,
1356 Hos 14:9 | 9 Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te
1357 Hos 14:9 | met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op
1358 Joe 2:25 | dat Ik onder u gezonden heb. ~
1359 Amos 2:9 | 9 Ik daarentegen heb den Amoriet voor hunlieder
1360 Amos 2:9 | sterk als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van boven,
1361 Amos 2:10| 10 Ook heb Ik ulieden uit Egypteland
1362 Amos 2:10| Egypteland opgevoerd; en Ik heb u veertig jaren in de woestijn
1363 Amos 2:11| 11 En Ik heb sommigen uit uw zonen tot
1364 Amos 3:1 | geslacht, dat Ik uit Egypteland heb opgevoerd, zeggende: ~
1365 Amos 3:2 | geslachten des aardbodems heb Ik ulieden alleen gekend;
1366 Amos 4:6 | 6 Daarom heb Ik ulieden ook reinheid
1367 Amos 4:7 | 7 Daartoe heb Ik ook den regen van ulieden
1368 Amos 4:7 | waren tot den oogst, en heb doen regenen over de ene
1369 Amos 4:9 | 9 Ik heb ulieden geslagen met brandkoren
1370 Amos 4:10| 10 Ik heb de pestilentie onder ulieden
1371 Amos 4:10| de wijze van Egypte; Ik heb uw jongelingen door het
1372 Amos 4:10| gevankelijk laten wegvoeren; en Ik heb den stank uwer heirlegeren
1373 Amos 4:11| 11 Ik heb sommigen onder ulieden omgekeerd,
1374 Amos 5:22| mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen
1375 Amos 6:8 | God der heerscharen): Ik heb een gruwel van Jakobs hovaardij,
1376 Amos 9:7 | Israels? spreekt de HEERE. Heb Ik Israel niet opgevoerd
1377 Amos 9:15| dat Ik hunlieden gegeven heb, zegt de HEERE, uw God. ~
1378 Oba 1:2 | 2 Ziet, Ik heb u klein gemaakt onder de
1379 Jona 2:9 | dankzegging; wat ik beloofd heb, zal ik betalen. Het heil
1380 Mic 6:3 | 3 O Mijn volk! wat heb Ik u gedaan, en waarmede
1381 Mic 6:3 | Ik u gedaan, en waarmede heb Ik u vermoeid? Betuig tegen
1382 Mic 6:4 | 4 Immers heb Ik u uit Egypteland opgevoerd,
1383 Mic 6:4 | diensthuis verlost; en Ik heb voor uw aangezicht henen
1384 Mic 7:9 | gramschap dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd; totdat
1385 Nah 1:12 | en hij zal doorgaan; Ik heb u wel gedrukt, maar Ik zal
1386 Zep 2:8 | 8 Ik heb de beschimping van Moab
1387 Zep 3:6 | 6 Ik heb de heidenen uitgeroeid,
1388 Zep 3:6 | hoeken zijn verwoest, Ik heb hun straten eenzaam gemaakt,
1389 Zac 2:6 | spreekt de HEERE; want Ik heb ulieden uitgebreid naar
1390 Zac 3:4 | sprak Hij tot hem: Zie, Ik heb uw ongerechtigheid
1391 Zac 3:9 | steen, welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van
1392 Zac 7:3 | gelijk als ik gedaan heb nu zo vele jaren? ~
1393 Zac 7:14 | 14 Maar Ik heb hen weggestormd onder alle
1394 Zac 8:2 | HEERE der heirscharen: Ik heb geijverd over Sion met een
1395 Zac 8:2 | ja, met grote grimmigheid heb Ik over haar geijverd. ~
1396 Zac 8:14 | heirscharen: Gelijk als Ik gedacht heb ulieden kwaad te doen, toen
1397 Zac 9:8 | hen doorga; want nu heb Ik het met Mijn ogen aangezien. ~
1398 Zac 9:11 | het bloed uws verbonds, heb Ik uw gebondenen uit den
1399 Zac 10:3 | ontstoken, en over de bokken heb Ik bezoeking gedaan; maar
1400 Zac 10:6 | weder inzetten; want Ik heb Mij hunner ontfermd, en
1401 Zac 11:7 | 7 Dies heb ik deze slachtschapen geweid,
1402 Zac 11:7 | ellendige schapen zijn; en ik heb mij genomen twee stokken,
1403 Zac 11:7 | genomen twee stokken, den een heb ik genoemd LIEFELIJKHEID,
1404 Zac 11:7 | LIEFELIJKHEID, en den anderen heb ik genoemd SAMENBINDERS;
1405 Zac 11:7 | genoemd SAMENBINDERS; en ik heb die schapen geweid. ~
1406 Zac 11:8 | 8 En ik heb drie herders in een maand
1407 Mal 1:2 | 2 Ik heb u liefgehad, zegt de HEERE;
1408 Mal 1:2 | spreekt de HEERE; nochtans heb Ik Jakob liefgehad. ~
1409 Mal 1:3 | 3 En Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn
1410 Mal 1:3 | Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld tot
1411 Mal 1:10 | Mijn altaar om niet. Ik heb geen lust aan u, zegt de
1412 Mal 2:2 | zegeningen vervloeken; ja, Ik heb ook alrede elkeen derzelve
1413 Mal 2:4 | dit gebod tot u gezonden heb; opdat Mijn verbond met
1414 Mal 2:9 | 9 Daarom heb Ik ook u verachtelijk en
1415 Mal 4:4 | knecht, die Ik hen bevolen heb op Horeb aan gans Israel,
1416 Matt 2:15| profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen. ~
1417 Matt 2:40| Denwelken Ik Mijn welbehagen heb! ~ ~
1418 Matt 7:23| hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg
1419 Matt 8:10| volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot
1420 Matt 12:18| Knecht, Welken Ik verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken
1421 Matt 16:11| van geen brood gesproken heb, als Ik zeide, dat gij u
1422 Matt 17:5 | Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! ~
1423 Matt 17:16| 16 En ik heb hem tot Uw discipelen gebracht,
1424 Matt 18:32| dienstknecht, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, dewijl
1425 Matt 18:33| ook mij over u ontfermd heb? ~
1426 Matt 19:20| tot Hem: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn
1427 Matt 22:4 | Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid;
1428 Matt 23:37| gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen,
1429 Matt 24:25| 25 Ziet, Ik heb het u voorzegd! ~
1430 Matt 25:20| zie, andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen. ~
1431 Matt 25:22| zie, twee andere talenten heb ik boven dezelve gewonnen. ~
1432 Matt 25:25| zijnde, ben ik heengegaan, en heb uw talent verborgen in de
1433 Matt 25:26| maai, waar ik niet gezaaid heb, en van daar vergader, waar
1434 Matt 25:26| waar ik niet gestrooid heb. ~
1435 Matt 27:4 | 4 Zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het
1436 Matt 27:19| hem gezonden, zeggende: Heb toch niet te doen met dien
1437 Matt 27:19| dien Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden in den
1438 Matt 28:7 | zult gij Hem zien. Ziet, ik heb het ulieden gezegd. ~
1439 Matt 28:19| alles, wat Ik u geboden heb. ~
1440 Mark 1:8 | 8 Ik heb ulieden wel gedoopt met
1441 Mark 1:11| Denwelken Ik Mijn welbehagen heb! ~
1442 Mark 5:7 | roepende, zeide hij: Wat heb ik met U te doen, Jezus,
1443 Mark 6:16| Johannes, dien ik onthoofd heb; die is van de doden opgewekt. ~
1444 Mark 9:17| antwoordende, zeide: Meester, ik heb mijn zoon tot U gebracht,
1445 Mark 9:18| tanden, en verdort; en ik heb Uw discipelen gezegd dat
1446 Mark 10:20| Meester! al deze dingen heb ik onderhouden van mijn
1447 Mark 10:49| blinde, zeggende tot hem: Heb goeden moed; sta op; Hij
1448 Mark 13:23| gijlieden ziet toe; ziet, Ik heb u alles voorzegd! ~
1449 Luk 3:22 | Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! ~
1450 Luk 7:7 | 7 Daarom heb ik ook mijzelven niet waardig
1451 Luk 7:9 | volgde: Ik zeg ulieden: Ik heb zo groot een geloof zelfs
1452 Luk 7:40 | zeide tot hem: Simon! Ik heb u wat te zeggen. En hij
1453 Luk 8:28 | met een grote stem: Wat heb ik met U te doen, Jezus,
1454 Luk 8:46 | Mij aangeraakt; want Ik heb bekend, dat kracht van Mij
1455 Luk 9:9 | Herodes zeide: Johannes heb ik onthoofd; wie is nu Deze,
1456 Luk 9:40 | 40 En ik heb Uw discipelen gebeden, dat
1457 Luk 11:6 | tot mij gekomen is, en ik heb niet, dat ik hem voorzette; ~
1458 Luk 12:17 | Wat zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten
1459 Luk 13:34 | gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen,
1460 Luk 14:18 | eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht, en het
1461 Luk 14:19 | 19 En een ander zeide: Ik heb vijf juk ossen gekocht,
1462 Luk 14:20 | 20 En een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom
1463 Luk 15:6 | blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat
1464 Luk 15:9 | blijde met mij; want ik heb den penning gevonden, dien
1465 Luk 15:18 | tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel,
1466 Luk 15:21 | zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel,
1467 Luk 15:29 | dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden,
1468 Luk 16:28 | 28 Want ik heb vijf broeders; dat hij hun
1469 Luk 18:21 | hij zeide: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn
1470 Luk 19:8 | iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel
1471 Luk 19:17 | getrouw zijt geweest, zo heb macht over tien steden. ~
1472 Luk 19:22 | weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet
1473 Luk 19:22 | maaiende, wat ik niet gezaaid heb. ~
1474 Luk 22:15 | En Hij zeide tot hen: Ik heb grotelijks begeerd, dit
1475 Luk 22:32 | 32 Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof
1476 Luk 23:14 | afkerig maakt; en ziet, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid
1477 Luk 23:14 | tegenwoordigheid ondervraagd, en heb in dezen Mens geen schuld
1478 Luk 23:15 | ook Herodes niet; want ik heb ulieden tot hem gezonden,
1479 Luk 23:22 | Deze dan kwaads gedaan? Ik heb geen schuld des doods in
1480 Luk 24:39 | gelijk gij ziet, dat Ik heb. ~
1481 Joha 1:30| het, van Welken ik gezegd heb: Na mij komt een Man, Die
1482 Joha 1:32| Johannes getuigde, zeggende: Ik heb den Geest zien nederdalen
1483 Joha 1:34| 34 En ik heb gezien, en heb getuigd,
1484 Joha 1:34| 34 En ik heb gezien, en heb getuigd, dat Deze de Zoon
1485 Joha 1:51| tot hem: Omdat Ik u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgeboom,
1486 Joha 2:4 | zeide tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn ure
1487 Joha 3:7 | u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom
1488 Joha 3:12| de aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe
1489 Joha 3:28| getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet;
1490 Joha 4:17| antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide tot
1491 Joha 4:17| Gij hebt wel gezegd: Ik heb geen man. ~
1492 Joha 4:29| heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus? ~
1493 Joha 4:32| Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die
1494 Joha 4:38| 38 Ik heb u uitgezonden, om te maaien,
1495 Joha 4:39| gezegd alles, wat ik gedaan heb. ~
1496 Joha 5:7 | antwoordde Hem: Heere, ik heb geen mens, om mij te werpen
1497 Joha 5:36| 36 Maar Ik heb een getuigenis meerder,
1498 Joha 6:36| 36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook
1499 Joha 6:65| 65 En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand
1500 Joha 6:70| 70 Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren?
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1805 |