Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hazor-hadattha 1
he 14
heah 5
heb 1805
hebbe 29
hebben 2440
hebbende 305
Frequency    [«  »]
1817 deze
1816 tegen
1807 had
1805 heb
1759 hebt
1757 er
1732 door

Bijbel

IntraText - Concordances

heb

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1805

     Book Chapter: Verse
1001 Jes 44:21 | gij zijt Mijn knecht, Ik heb u geformeerd; gij zijt Mijn 1002 Jes 44:22 | keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost. ~ 1003 Jes 45:8 | uitspruiten; Ik, de      HEERE, heb ze geschapen. ~ 1004 Jes 45:12 | 12      Ik heb de aarde gemaakt, en Ik 1005 Jes 45:12 | de aarde gemaakt, en Ik heb den mens daarop geschapen; 1006 Jes 45:12 | hemelen uitgebreid, en Ik heb al hun heir bevel gegeven. ~ 1007 Jes 45:13 | 13      Ik heb hem verwekt in gerechtigheid, 1008 Jes 45:19 | 19      Ik heb niet in het verborgene gesproken, 1009 Jes 45:19 | donkere plaats der aarde; Ik heb tot het zaad van Jakob niet 1010 Jes 45:23 | 23      Ik heb gezworen bij Mijzelven, 1011 Jes 46:4 | zal Ik ulieden dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal u 1012 Jes 46:11 | uit verren lande; ja, Ik heb het gesproken, Ik zal het 1013 Jes 46:11 | het ook doen opkomen; Ik heb het geformeerd, Ik zal het 1014 Jes 48:3 | 3      De vorige dingen heb Ik verkondigd van toen af, 1015 Jes 48:3 | zij voortgekomen, en Ik heb ze doen horen; Ik heb ze 1016 Jes 48:3 | Ik heb ze doen horen; Ik heb ze snellijk gedaan, en zij 1017 Jes 48:5 | 5      Daarom heb Ik het u van toen af verkondigd, 1018 Jes 48:5 | verkondigd, eer dat het kwam, heb Ik het u doen horen; opdat 1019 Jes 48:7 | misschien zeggen zoudt: Ziet, ik heb ze geweten. ~ 1020 Jes 48:8 | geopend geweest; want Ik heb geweten, dat gij gans trouwelooslijk 1021 Jes 48:10 | 10      Ziet, Ik heb u gelouterd, doch niet als 1022 Jes 48:10 | doch niet als zilver, Ik heb u gekeurd in den smeltkroes 1023 Jes 48:15 | 15      Ik, Ik heb het gesproken, ook heb Ik 1024 Jes 48:15 | Ik heb het gesproken, ook heb Ik hem geroepen; Ik zal 1025 Jes 48:16 | gijlieden tot Mij, hoort dit: Ik heb van den beginne niet in 1026 Jes 49:4 | 4      Doch Ik zeide: Ik heb te vergeefs gearbeid, Ik 1027 Jes 49:4 | te vergeefs gearbeid, Ik heb Mijn kracht onnuttelijk 1028 Jes 49:6 | bewaarden in Israel; Ik heb U ook      gegeven tot een 1029 Jes 49:8 | dien tijd des welbehagens heb Ik U verhoord, en ten dage 1030 Jes 49:8 | verhoord, en ten dage des heils heb Ik U geholpen; en Ik zal 1031 Jes 49:16 | 16      Zie, Ik heb u in de beide handpalmen 1032 Jes 50:1 | waarmede Ik haar weggezonden heb? Of wie is er van Mijn schuldeisers, 1033 Jes 50:1 | aan wien Ik u verkocht heb? Ziet, om      uw ongerechtigheden 1034 Jes 50:7 | niet te schande; daarom heb Ik Mijn aangezicht gesteld 1035 Jes 52:5 | 5      En nu, wat heb Ik hier te doen? spreekt 1036 Jes 54:7 | Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten; maar met 1037 Jes 54:8 | In een kleinen toorn heb Ik Mijn aangezicht van u 1038 Jes 54:9 | aarde zouden gaan; alzo heb Ik gezworen, dat Ik niet 1039 Jes 54:16 | 16      Zie, Ik heb den smid geschapen, die 1040 Jes 54:16 | voortbrengt tot zijn werk; ook heb Ik den verderver geschapen, 1041 Jes 55:4 | 4      Ziet, Ik heb hem tot een getuige der 1042 Jes 56:4 | 4      Ziet, Ik heb hem tot een getuige der 1043 Jes 57:4 | hetgeen, waartoe Ik lust heb, en vasthouden aan Mijn 1044 Jes 58:16 | de zielen, die Ik gemaakt heb. ~ 1045 Jes 60:21 | die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond 1046 Jes 61:10 | want in Mijn verbolgenheid heb Ik u geslagen, maar in Mijn 1047 Jes 61:10 | maar in Mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd. ~ 1048 Jes 62:8 | Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat 1049 Jes 63:6 | 6      O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, 1050 Jes 64:3 | 3      Ik heb de pers alleen getreden, 1051 Jes 64:3 | de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn toorn, 1052 Jes 64:3 | getreden in Mijn toorn, en heb hen vertrapt in Mijn grimmigheid; 1053 Jes 64:3 | klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld. ~ 1054 Jes 64:6 | 6      En Ik heb de volken vertreden in Mijn 1055 Jes 64:6 | vertreden in Mijn toorn, en Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn 1056 Jes 64:6 | Mijn grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde doen 1057 Jes 66:1 | Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet,      hier 1058 Jes 66:2 | 2      Ik heb Mijn handen uitgebreid, 1059 Jes 66:12 | krommen, omdat Ik geroepen heb, maar gij hebt niet geantwoord, 1060 Jes 66:12 | geantwoord, Ik gesproken heb, maar gij hebt niet      1061 Jes 66:12 | hetgeen, waaraan Ik geen lust heb. ~ 1062 Jes 67:4 | komen, omdat Ik geroepen heb, en niemand antwoordde, 1063 Jes 67:4 | antwoordde, Ik gesproken heb, en zij niet      hoorden, 1064 Jer 1:5 | moeders buik formeerde, heb Ik u gekend, en eer gij 1065 Jer 1:5 | baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u 1066 Jer 1:5 | heb Ik u geheiligd; Ik heb u den volken tot een profeet 1067 Jer 2:23 | ben niet verontreinigd, ik heb de Baals niet nagewandeld? 1068 Jer 2:25 | buiten hoop; neen, want ik heb de vreemden lief, en die 1069 Jer 2:30 | 30      Tevergeefs heb Ik uw kinderen geslagen; 1070 Jer 2:34 | in uw zomen gevonden; Ik heb dat niet met opgraven gevonden, 1071 Jer 2:35 | rechten, omdat gij zegt: Ik heb niet gezondigd. ~ 1072 Jer 3:14 | spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd, en Ik zal u 1073 Jer 3:18 | vaderen ten erve gegeven heb. ~ 1074 Jer 4:19 | ingewand, mijn ingewand! ik heb barenswee, o wanden mijns 1075 Jer 4:28 | zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen 1076 Jer 4:28 | Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen en het zal 1077 Jer 5:7 | zijn; als Ik hen verzadigd heb, zo bedrijven zij overspel, 1078 Jer 5:22 | zand tot een paal gesteld heb, met een eeuwige inzetting, 1079 Jer 6:2 | 2      Ik heb wel de dochter Sions bij 1080 Jer 6:17 | 17      Ik heb ook wachters over ulieden 1081 Jer 6:27 | 27      Ik heb u onder Mijn volk gesteld, 1082 Jer 7:7 | dat Ik uw vaderen gegeven heb, doen wonen van eeuw tot 1083 Jer 7:11 | der moordenaren? Ziet, Ik heb het ook gezien, spreekt 1084 Jer 7:12 | ziet, wat Ik daaraan gedaan heb vanwege de boosheid van 1085 Jer 7:13 | HEERE, en Ik tot u gesproken heb, vroeg op zijnde en sprekende, 1086 Jer 7:14 | u en uw vaderen gegeven heb, doen, gelijk als Ik aan 1087 Jer 7:14 | gelijk als Ik aan Silo gedaan heb. ~ 1088 Jer 7:15 | van Efraim, weggeworpen heb. ~ 1089 Jer 7:22 | 22      Want Ik heb met uw vaderen, ten dage 1090 Jer 7:23 | 23      Maar deze zaak heb Ik hun geboden, zeggende: 1091 Jer 7:25 | uitgegaan, tot op dezen dag, zo heb Ik tot u gezonden al Mijn 1092 Jer 7:31 | verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden,      noch in Mijn 1093 Jer 8:6 | 6      Ik heb geluisterd en toegehoord, 1094 Jer 8:6 | boosheid, zeggende: Wat heb ik gedaan? Een ieder keert 1095 Jer 8:13 | die Ik hun      gegeven heb, die overtreden zij. ~ 1096 Jer 9:24 | want in die dingen      heb Ik lust, spreekt de HEERE. ~ 1097 Jer 11:4 | Dat Ik uw vaderen geboden heb, ten dage als Ik hen uit 1098 Jer 11:5 | dien Ik uw vaderen gezworen heb, hun te geven een land, 1099 Jer 11:7 | 7      Want Ik heb uw vaderen ernstiglijk betuigd, 1100 Jer 11:8 | hunlieder boos hart; daarom heb Ik over hen gebracht al      1101 Jer 11:8 | verbonds, dat Ik geboden heb te doen, maar zij niet gedaan 1102 Jer 11:10 | met hun vaderen gemaakt heb. ~ 1103 Jer 11:20 | van hen zien; want aan U heb ik mijn twistzaak ontdekt. ~ 1104 Jer 12:7 | 7      Ik heb Mijn huis verlaten, Ik heb 1105 Jer 12:7 | heb Mijn huis verlaten, Ik heb Mijn erfenis laten varen; 1106 Jer 12:7 | erfenis laten varen; Ik heb de beminde Mijner ziel in 1107 Jer 12:8 | tegen Mij verheven, daarom heb Ik haar gehaat. ~ 1108 Jer 12:14 | Israel erfelijk gegeven heb; ziet, Ik zal hen uit hun 1109 Jer 13:6 | daar, dien Ik u geboden heb aldaar te      versteken. ~ 1110 Jer 13:11 | de lenden eens mans, alzo heb Ik het ganse huis Israels 1111 Jer 13:27 | heuvelen, in het veld; Ik heb uw verfoeiselen gezien; 1112 Jer 14:14 | profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch 1113 Jer 14:15 | daar Ik hen niet gezonden heb, en zij dan nog zeggen: 1114 Jer 15:7 | de poorten des lands; Ik heb Mijn volk van kinderen beroofd 1115 Jer 15:8 | geworden dan zand der zeeen; Ik heb hun over de moeder doen 1116 Jer 15:8 | verwoester op den middag; Ik heb hem haastelijk hen      1117 Jer 15:10 | krakeel den gansen lande! Ik heb hun niet op woeker gegeven, 1118 Jer 15:16 | woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en Uw woord 1119 Jer 15:17 | 17      Ik heb in den raad der bespotters 1120 Jer 15:17 | opgesprongen; vanwege Uw hand heb ik alleen gezeten, want 1121 Jer 15:20 | 20      Want Ik heb u tegen dit volk gesteld 1122 Jer 16:5 | henen om te rouwklagen, en heb geen medelijden met hen; 1123 Jer 16:5 | medelijden met hen; want Ik heb van dit      volk (spreekt 1124 Jer 16:15 | dat Ik hun vaderen gegeven heb. ~ 1125 Jer 17:4 | erfenis, die Ik u gegeven heb, en Ik zal u uw vijanden 1126 Jer 17:16 | 16      Ik heb toch niet aangedrongen, 1127 Jer 17:16 | herder achter U betaamde; ook heb ik den dodelijken dag niet 1128 Jer 17:22 | als Ik uw vaderen geboden heb. ~ 1129 Jer 18:8 | hetwelk Ik zulks gesproken heb, zich van zijn boosheid 1130 Jer 18:20 | voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken, 1131 Jer 19:5 | geboden, noch gesproken heb, noch in Mijn      hart 1132 Jer 19:15 | dat Ik over haar gesproken heb; omdat zij hun nek      1133 Jer 20:10 | 10      Want ik heb gehoord de naspraak van 1134 Jer 20:12 | wraak van hen zien, want ik heb U mijn twistzaak ontdekt. ~ 1135 Jer 21:10 | 10      Want Ik heb Mijn aangezicht tegen deze 1136 Jer 22:5 | woorden niet zult horen, zo heb Ik bij Mij gezworen, spreekt 1137 Jer 23:3 | waarhenen Ik ze verdreven heb; en Ik zal ze wederbrengen 1138 Jer 23:13 | 13      Ik heb wel ongerijmdheid gezien 1139 Jer 23:21 | 21      Ik heb die profeten niet gezonden, 1140 Jer 23:21 | nochtans hebben zij gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, 1141 Jer 23:25 | 25      Ik heb gehoord, wat de profeten 1142 Jer 23:25 | profeteren, zeggende: Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd. ~ 1143 Jer 23:25 | zeggende: Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd. ~ 1144 Jer 23:32 | gezonden, en hun niets bevolen heb, en zij dit volk gans geen 1145 Jer 23:38 | daar Ik tot u gezonden heb, zeggende: Gij zult niet 1146 Jer 23:39 | u en uw vaderen gegeven heb, van Mijn aangezicht laten 1147 Jer 24:5 | naar het land der Chaldeen heb      weggeschikt, ten goede. ~ 1148 Jer 25:3 | mij geschied; en      ik heb tot ulieden gesproken, vroeg 1149 Jer 25:13 | die Ik daarover gesproken heb; al wat in dit boek geschreven 1150 Jer 26:2 | woorden, die Ik      u geboden heb tot hen te spreken, doe 1151 Jer 26:4 | voor uw aangezicht gegeven heb; ~ 1152 Jer 27:5 | 5      Ik heb gemaakt de aarde, den mens 1153 Jer 27:6 | 6      En nu, Ik heb al deze landen gegeven in 1154 Jer 27:6 | ook het gedierte des velds heb Ik hem gegeven, om hem te      1155 Jer 27:15 | 15      Want Ik heb ze niet gezonden, spreekt 1156 Jer 28:2 | God Israels, zeggende: Ik heb het juk des konings van 1157 Jer 28:14 | heirscharen, de God Israels: Ik heb een ijzeren juk gedaan aan 1158 Jer 28:14 | zullen hem dienen; ja, Ik heb hem ook het gedierte des 1159 Jer 29:4 | weggevoerd, die Ik gevankelijk heb doen wegvoeren van Jeruzalem 1160 Jer 29:7 | waarhenen Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren, en bidt 1161 Jer 29:9 | valselijk in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, spreekt 1162 Jer 29:14 | waarhenen Ik u gedreven      heb, spreekt de HEERE; en Ik 1163 Jer 29:14 | van waar Ik u gevankelijk heb doen wegvoeren. ~ 1164 Jer 29:20 | van Jeruzalem naar Babel heb weggezonden! ~ 1165 Jer 29:31 | Ik hem niet      gezonden heb, en heeft gemaakt, dat gij 1166 Jer 30:2 | die Ik tot u gesproken heb, in een boek. ~ 1167 Jer 30:3 | hun      vaderen gegeven heb, en zij zullen het erfelijk 1168 Jer 30:11 | waarhenen Ik u verstrooid heb; maar met u zal Ik geen      1169 Jer 30:14 | vragen niet naar u; want Ik heb u geslagen met eens vijands 1170 Jer 30:15 | zonden machtig veel zijn, heb Ik u deze dingen gedaan. ~ 1171 Jer 31:3 | van verre tijden! Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige 1172 Jer 31:3 | een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. ~ 1173 Jer 31:18 | 18      Ik heb wel gehoord, dat zich Efraim 1174 Jer 31:19 | Zekerlijk, nadat ik bekeerd ben, heb ik berouw gehad, en nadat 1175 Jer 31:19 | mijzelven ben bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt, ik 1176 Jer 31:19 | smaadheid mijner jeugd gedragen heb. ~ 1177 Jer 31:20 | sinds Ik tegen hem gesproken heb, denk Ik nog ernstelijk 1178 Jer 31:25 | 25      Want Ik heb de vermoeide ziel dronken 1179 Jer 31:25 | ziel dronken gemaakt, en Ik heb alle treurige ziel vervuld. ~ 1180 Jer 31:28 | als Ik over hen gewaakt heb, om uit te rukken, en af 1181 Jer 31:32 | met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand 1182 Jer 32:35 | hetwelk Ik hun      niet heb geboden, noch in Mijn hart 1183 Jer 32:42 | Ik over dit volk gebracht heb al dit grote kwaad, alzo 1184 Jer 33:5 | mensen, die Ik verslagen heb in Mijn toorn en in Mijn      1185 Jer 33:5 | van deze stad verborgen heb, om al hunlieder boosheid. ~ 1186 Jer 33:14 | huis van Juda gesproken heb. ~ 1187 Jer 33:25 | en der aarde niet gesteld heb; ~ 1188 Jer 34:5 | Och heer!      want Ik heb het woord gesproken, spreekt 1189 Jer 34:13 | HEERE, de God Israels: Ik heb een verbond gemaakt met 1190 Jer 35:14 | huns vaders gehoord; en Ik heb tot ulieden gesproken, vroeg 1191 Jer 35:15 | 15      En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten, 1192 Jer 35:15 | u en uw vaderen gegeven heb; maar gij hebt uw oor niet 1193 Jer 35:17 | tegen hen      gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken 1194 Jer 35:17 | omdat Ik tot hen gesproken heb, maar zij niet gehoord hebben, 1195 Jer 35:17 | en Ik tot hen geroepen heb, maar zij niet hebben geantwoord. ~ 1196 Jer 36:2 | die Ik tot u gesproken heb, over Israel, en over Juda, 1197 Jer 36:2 | Ik tot u gesproken      heb, van de dagen van Josia 1198 Jer 36:31 | dat Ik tot hen gesproken heb; maar zij hebben niet gehoord. ~ 1199 Jer 37:18 | den koning Zedekia: Wat heb ik tegen u, of tegen uw 1200 Jer 38:25 | dat ik met u gesproken heb, en tot u komen, en tot 1201 Jer 40:4 | 4      Nu dan, zie, ik heb u heden losgemaakt van de 1202 Jer 42:4 | Jeremia zeide tot hen: Ik heb het gehoord; ziet, ik zal 1203 Jer 42:10 | niet uitrukken; want Ik heb berouw over het kwaad, dat 1204 Jer 42:10 | kwaad, dat Ik u aangedaan heb. ~ 1205 Jer 42:19 | ik heden tegen u betuigd heb. ~ 1206 Jer 42:21 | 21      Nu heb ik het u heden bekend gemaakt; 1207 Jer 43:10 | stenen, die Ik verborgen heb; en hij zal zijn schone 1208 Jer 44:2 | het kwaad, dat Ik gebracht heb over Jeruzalem en over alle 1209 Jer 44:4 | 4      En Ik heb tot u gezonden al Mijn knechten, 1210 Jer 44:10 | aangezicht uwer vaderen gegeven heb. ~ 1211 Jer 44:13 | als Ik bezoeking gedaan heb over Jeruzalem, door het 1212 Jer 44:30 | koning van Juda, gegeven heb in de hand van Nebukadrezar, 1213 Jer 45:4 | HEERE: Zie, dat Ik gebouwd heb, breek Ik af, en dat Ik 1214 Jer 45:4 | Ik af, en dat Ik geplant heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse 1215 Jer 48:33 | weggenomen is; want Ik heb den wijn doen ophouden uit 1216 Jer 48:38 | overal misbaar; want Ik heb Moab verbroken als een vat, 1217 Jer 49:8 | inwoners van Dedan! want Ik heb Ezau's verderf over hem 1218 Jer 49:8 | tijd, dat Ik hem bezocht heb. ~ 1219 Jer 49:10 | 10      Maar Ik heb Ezau ontbloot, Ik heb zijn 1220 Jer 49:10 | Ik heb Ezau ontbloot, Ik heb zijn verborgene plaatsen 1221 Jer 49:13 | 13      Want Ik heb bij Mijzelven gezworen, 1222 Jer 49:14 | 14      Ik heb een gerucht gehoord van 1223 Jer 49:15 | 15      Want zie, Ik heb u klein gemaakt onder de 1224 Jer 50:18 | als Ik bezoeking gedaan heb over den      koning van 1225 Jer 50:21 | alles, wat Ik u geboden      heb. ~ 1226 Jer 50:24 | 24      Ik heb u een strik gesteld, dies 1227 Jer 51:14 | mensen als met kevers vervuld heb, nochtans zullen zij elkander 1228 Klaa 1:21| horen, dat ik zucht, maar ik heb geen trooster; al mijn vijanden 1229 Klaa 1:44| handen gedragen en opgetogen heb, die heeft mijn vijand omgebracht. ~  ~ 1230 Klaa 1:61| den vrede verstoten, ik heb het goede vergeten. ~ 1231 Klaa 1:99| 55      Koph. HEERE! Ik heb Uw Naam aangeroepen uit 1232 Eze 3:8 | 8      Ziet, Ik heb uw aangezicht stijf gemaakt 1233 Eze 3:9 | 9      Uw voorhoofd heb Ik gemaakt als een diamant, 1234 Eze 3:17 | 17      Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld 1235 Eze 4:5 | 5      Want Ik heb u gegeven de jaren hunner 1236 Eze 4:6 | dragen veertig dagen; Ik heb u gegeven elken      dag 1237 Eze 4:14 | verontreinigd geweest; want ik heb, van mijn jeugd af tot nu 1238 Eze 4:15 | Hij zeide tot mij: Zie, Ik heb u rundermest gegeven voor 1239 Eze 5:5 | midden der heidenen gezet heb, en landen rondom haar henen. ~ 1240 Eze 5:9 | hetgeen Ik niet gedaan heb, en desgelijks Ik voortaan 1241 Eze 5:13 | in Mijn ijver gesproken heb, als Ik Mijn      grimmigheid 1242 Eze 5:15 | oefenen zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~ 1243 Eze 5:17 | brengen; Ik, de      HEERE, heb het gesproken! ~  ~ 1244 Eze 6:10 | dat Ik de HEERE ben; Ik heb niet tevergeefs gesproken, 1245 Eze 7:20 | verfoeiselen gemaakt; daarom heb Ik dat hun      tot onreinigheid 1246 Eze 9:11 | bescheid weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij 1247 Eze 11:16 | onder de heidenen weggedaan heb, en hoewel Ik hen in de 1248 Eze 11:16 | in de landen verstrooid heb, nochtans zal Ik hun een 1249 Eze 12:6 | land niet ziet; want Ik heb u den huize Israels tot      1250 Eze 12:11 | wonderteken; gelijk als ik gedaan heb, alzo zal hun gedaan worden; 1251 Eze 12:28 | woord, hetwelk Ik gesproken heb, dat zal gedaan worden, 1252 Eze 13:7 | daar Ik niet gesproken heb? ~ 1253 Eze 13:22 | hem geen smart aangedaan heb; en omdat gij de handen 1254 Eze 14:9 | zal hebben, Ik, de HEERE, heb dienzelven profeet overreed, 1255 Eze 14:23 | niet zonder oorzaak gedaan heb, al wat Ik in haar gedaan 1256 Eze 14:23 | al wat Ik in haar gedaan heb, spreekt de Heere      HEERE. ~  ~ 1257 Eze 16:7 | 7      Ik heb u tot tien duizend, als 1258 Eze 17:21 | de      HEERE, gesproken heb. ~ 1259 Eze 17:24 | den hogen boom vernederd heb, den nederigen boom verdroogd, 1260 Eze 17:24 | drogen boom bloeiende gemaakt heb; Ik, de      HEERE, heb 1261 Eze 17:24 | heb; Ik, de      HEERE, heb het gesproken, en zal het 1262 Eze 18:32 | 32      Want Ik heb geen lust aan den dood des 1263 Eze 20:9 | ogen, bekend      gemaakt heb, om hen uit Egypteland uit 1264 Eze 20:36 | Gelijk als Ik gerecht heb met uw vaderen in de woestijn 1265 Eze 20:42 | waarover Ik Mijn hand opgeheven heb, om hetzelve uw vaderen 1266 Eze 20:48 | de HEERE, dat aangestoken heb; het zal niet uitgeblust 1267 Eze 21:5 | uit zijn schede getrokken heb; het zal niet meer wederkeren. ~ 1268 Eze 21:15 | 15      Ik heb de punt des zwaards gezet 1269 Eze 21:17 | doen rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ 1270 Eze 21:32 | worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~  ~  ~  ~ ~ 1271 Eze 22:4 | uw jaren gekomen; daarom heb Ik u den heidenen overgegeven 1272 Eze 22:13 | 13      Ziet dan, Ik heb Mijn hand geslagen, om uw 1273 Eze 22:14 | handelen zal? Ik, de HEERE, heb het gesproken, en zal het 1274 Eze 22:22 | grimmigheid      over u uitgegoten heb. ~ 1275 Eze 22:31 | 31      Daarom heb Ik Mijn gramschap over hen 1276 Eze 22:31 | vuur Mijner verbolgenheid heb Ik hen verteerd; hun weg 1277 Eze 22:31 | Ik hen verteerd; hun weg heb Ik op hun hoofd gegeven, 1278 Eze 23:34 | zult gij afrukken; want Ik heb het gesproken, spreekt de 1279 Eze 24:8 | opgaan om wraak te oefenen, heb Ik ook haar bloed op een 1280 Eze 24:13 | schandelijkheid, omdat Ik u gereinigd heb, en gij niet gereinigd zijt, 1281 Eze 24:14 | 14      Ik, de HEERE, heb het gesproken; het zal komen, 1282 Eze 24:22 | doen, gelijk als ik gedaan heb; de bovenste lip zult gij 1283 Eze 26:5 | uitspreiding van netten; want Ik heb het gesproken, spreekt de 1284 Eze 26:14 | worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken, spreekt de 1285 Eze 28:10 | hand der vreemden; want Ik heb het gesproken, spreekt de 1286 Eze 28:17 | bedorven, vanwege uw glans; Ik heb u op de aarde henengeworpen, 1287 Eze 28:17 | aarde henengeworpen, Ik heb u voor het aangezicht der 1288 Eze 28:18 | heiligdommen ontheiligd; daarom heb Ik een vuur uit het midden 1289 Eze 28:18 | u heeft verteerd, en Ik heb u gemaakt tot as op de aarde, 1290 Eze 28:25 | knecht, aan Jakob, gegeven heb. ~ 1291 Eze 29:3 | is de      mijne, en ik heb die voor mij gemaakt. ~ 1292 Eze 29:5 | het gevogelte des hemels heb Ik u ter spijze gegeven. ~ 1293 Eze 29:9 | De rivier is mijn, en ik heb die gemaakt. ~ 1294 Eze 29:20 | tegen haar gediend heeft, heb Ik hem Egypteland gegeven, 1295 Eze 30:12 | vreemden: Ik, de HEERE, heb      het gesproken. ~ 1296 Eze 30:21 | 21      Mensenkind! Ik heb den arm van Farao, den koning 1297 Eze 32:32 | 32      Want Ik heb ook Mijn schrik gegeven 1298 Eze 33:7 | Gij nu, o mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld 1299 Eze 33:11 | Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! 1300 Eze 33:11 | goddelozen! maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze 1301 Eze 34:24 | midden van hen, Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ 1302 Eze 35:12 | al uw lasteringen gehoord heb, die gij tegen de bergen 1303 Eze 35:13 | Mij vermenigvuldigd; Ik heb het gehoord. ~ 1304 Eze 36:5 | vuur Mijns ijvers gesproken heb tegen het overblijfsel der 1305 Eze 36:6 | de Heere HEERE: Ziet, Ik heb in Mijn ijver en in Mijn      1306 Eze 36:7 | zegt de Heere HEERE: Ik heb Mijn hand opgeheven; zo 1307 Eze 36:28 | dat Ik uw vaderen gegeven heb, en gij zult Mij tot een 1308 Eze 36:36 | beplant. Ik, de HEERE,      heb het gesproken en zal het 1309 Eze 37:14 | dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE. ~ 1310 Eze 37:25 | Mijn knecht Jakob gegeven heb, waarin uw vaders gewoond 1311 Eze 38:17 | verleden dagen gesproken heb, door den dienst Mijner 1312 Eze 38:19 | 19      Want Ik heb gesproken in Mijn ijver, 1313 Eze 39:4 | volken, die met u zijn; Ik heb u aan de roofvogelen, aan 1314 Eze 39:5 | zult gij vallen; want Ik heb het gesproken, spreekt de 1315 Eze 39:8 | van welken Ik gesproken heb. 1316 Eze 39:17 | dat Ik voor u geslacht heb, een groot slachtoffer, 1317 Eze 39:19 | dat Ik voor u geslacht heb. ~ 1318 Eze 39:21 | oordeel zien, dat Ik gedaan heb, en Mijn hand, die Ik aan 1319 Eze 39:21 | hand, die Ik aan hen gelegd heb. ~ 1320 Eze 39:23 | voor hen verborgen heb, en heb ze overgegeven in 1321 Eze 39:23 | voor hen verborgen heb, en heb ze overgegeven in de hand 1322 Eze 39:24 | en naar hun overtredingen heb Ik met hen gehandeld, en 1323 Eze 39:24 | met hen gehandeld, en Ik heb Mijn aangezicht voor hen 1324 Eze 39:28 | dewijl Ik ze gevankelijk heb doen wegvoeren onder de 1325 Eze 39:28 | onder de heidenen, maar heb ze weder verzameld in hun 1326 Eze 39:28 | verzameld in hun land, en heb      aldaar niemand van 1327 Eze 43:8 | deden; waarom Ik ze verteerd heb in Mijn toorn. ~ 1328 Eze 44:12 | ongerechtigheid geweest zijn, daarom heb Ik Mijn hand      tegen 1329 Eze 47:14 | over hetwelk Ik Mijn hand heb opgeheven, dat Ik het uw 1330 Dan 2:3 | koning zeide tot hen: Ik heb een droom gedroomd; en mijn 1331 Dan 2:25 | hij sprak alzo tot hem: Ik heb een man van de gevankelijk 1332 Dan 2:26 | den droom, dien ik gezien heb, en zijn uitlegging? ~ 1333 Dan 3:14 | beeld, dat ik opgericht heb, niet      aanbidt? ~ 1334 Dan 3:15 | het beeld, dat ik gemaakt heb, zo is het wel; maar zo 1335 Dan 4:9 | mijns drooms, dien ik gezien heb, te weten zijn uitlegging. ~ 1336 Dan 4:18 | 18      Dezen droom heb ik, koning Nebukadnezar 1337 Dan 4:30 | grote Babel, dat ik gebouwd heb tot een huis des koninkrijks, 1338 Dan 5:14 | 14      Ik heb toch van u gehoord, dat 1339 Dan 5:16 | 16      Doch van u heb ik gehoord, dat gij uitleggingen 1340 Dan 5:17 | en zeide voor den koning: Heb uw gaven voor uzelven, en 1341 Dan 6:23 | in mij gevonden is; ook heb      ik, o koning! tegen 1342 Hos 2:7 | most, en de olie gegeven heb, en haar het zilver en goud 1343 Hos 2:7 | en goud vermenigvuldigd heb, dat zij tot den Baal gebruikt 1344 Hos 4:6 | de kennis verworpen hebt, heb Ik u ook verworpen, dat 1345 Hos 5:9 | onder de stammen Israels heb Ik bekend gemaakt, dat gewis 1346 Hos 6:5 | 5      Daarom heb Ik hen behouwen door de 1347 Hos 6:5 | behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood door de redenen 1348 Hos 6:6 | 6      Want Ik heb lust tot weldadigheid, en 1349 Hos 7:15 | 15      Ik heb hen wel getuchtigd, en hunlieder 1350 Hos 8:4 | vorsten gesteld, maar Ik heb het niet gekend; van hun 1351 Hos 9:15 | is te Gilgal, want daar heb Ik ze gehaat, om de boosheid 1352 Hos 11:1 | Israel een kind was, toen heb Ik hem liefgehad, en Ik 1353 Hos 11:1 | Ik hem liefgehad, en Ik heb Mijn zoon uit Egypte uitgeroepen. ~ 1354 Hos 12:9 | ben ik rijk geworden, ik heb mij groot goed verkregen; 1355 Hos 13:5 | 5      Ik heb u gekend in de woestijn, 1356 Hos 14:9 | 9      Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te 1357 Hos 14:9 | met de afgoden te doen? Ik heb hem verhoord, en zal op 1358 Joe 2:25 | dat Ik onder u gezonden heb. ~ 1359 Amos 2:9 | 9      Ik daarentegen heb den Amoriet voor hunlieder 1360 Amos 2:9 | sterk als de eiken; maar Ik heb zijn vrucht van      boven, 1361 Amos 2:10| 10      Ook heb Ik ulieden uit Egypteland 1362 Amos 2:10| Egypteland opgevoerd; en Ik heb u veertig jaren in de woestijn 1363 Amos 2:11| 11      En Ik heb sommigen uit uw zonen tot 1364 Amos 3:1 | geslacht, dat Ik uit Egypteland heb opgevoerd, zeggende: ~ 1365 Amos 3:2 | geslachten des aardbodems heb Ik ulieden alleen gekend; 1366 Amos 4:6 | 6      Daarom heb Ik ulieden ook reinheid 1367 Amos 4:7 | 7      Daartoe heb Ik ook den regen van ulieden 1368 Amos 4:7 | waren tot den oogst, en heb doen regenen over de ene 1369 Amos 4:9 | 9      Ik heb ulieden geslagen met brandkoren 1370 Amos 4:10| 10      Ik heb de pestilentie onder ulieden 1371 Amos 4:10| de wijze van Egypte; Ik heb uw jongelingen door het 1372 Amos 4:10| gevankelijk laten wegvoeren; en Ik heb      den stank uwer heirlegeren 1373 Amos 4:11| 11      Ik heb sommigen onder ulieden omgekeerd, 1374 Amos 5:22| mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen 1375 Amos 6:8 | God der heerscharen): Ik heb een gruwel van Jakobs hovaardij, 1376 Amos 9:7 | Israels? spreekt de HEERE. Heb Ik Israel niet opgevoerd 1377 Amos 9:15| dat Ik hunlieden gegeven heb, zegt de HEERE, uw God. ~ 1378 Oba 1:2 | 2      Ziet, Ik heb u klein gemaakt onder de 1379 Jona 2:9 | dankzegging; wat ik beloofd heb, zal ik betalen. Het heil 1380 Mic 6:3 | 3      O Mijn volk! wat heb Ik u gedaan, en waarmede 1381 Mic 6:3 | Ik u gedaan, en waarmede heb Ik u vermoeid? Betuig tegen 1382 Mic 6:4 | 4      Immers heb Ik u uit Egypteland opgevoerd, 1383 Mic 6:4 | diensthuis verlost; en Ik heb voor uw aangezicht henen 1384 Mic 7:9 | gramschap dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd; totdat 1385 Nah 1:12 | en hij zal doorgaan; Ik heb u wel gedrukt, maar Ik zal 1386 Zep 2:8 | 8      Ik heb de beschimping van Moab 1387 Zep 3:6 | 6      Ik heb de heidenen uitgeroeid, 1388 Zep 3:6 | hoeken zijn verwoest, Ik heb hun straten eenzaam gemaakt, 1389 Zac 2:6 | spreekt de HEERE; want Ik heb ulieden uitgebreid naar 1390 Zac 3:4 | sprak Hij tot hem: Zie, Ik heb uw      ongerechtigheid 1391 Zac 3:9 | steen, welken Ik gelegd heb voor het aangezicht van 1392 Zac 7:3 | gelijk als ik      gedaan heb nu zo vele jaren? ~ 1393 Zac 7:14 | 14      Maar Ik heb hen weggestormd onder alle 1394 Zac 8:2 | HEERE der heirscharen: Ik heb geijverd over Sion met een 1395 Zac 8:2 | ja, met grote grimmigheid heb Ik over haar geijverd. ~ 1396 Zac 8:14 | heirscharen: Gelijk als Ik gedacht heb ulieden kwaad te doen, toen 1397 Zac 9:8 | hen doorga; want nu      heb Ik het met Mijn ogen aangezien. ~ 1398 Zac 9:11 | het bloed uws verbonds, heb Ik uw gebondenen uit den 1399 Zac 10:3 | ontstoken, en over de bokken heb Ik bezoeking gedaan; maar 1400 Zac 10:6 | weder inzetten; want Ik heb Mij hunner ontfermd, en 1401 Zac 11:7 | 7      Dies heb ik deze slachtschapen geweid, 1402 Zac 11:7 | ellendige schapen zijn; en ik heb mij genomen twee stokken, 1403 Zac 11:7 | genomen twee stokken, den een heb ik genoemd LIEFELIJKHEID, 1404 Zac 11:7 | LIEFELIJKHEID, en den anderen heb      ik genoemd SAMENBINDERS; 1405 Zac 11:7 | genoemd SAMENBINDERS; en ik heb die schapen geweid. ~ 1406 Zac 11:8 | 8      En ik heb drie herders in een maand 1407 Mal 1:2 | 2      Ik heb u liefgehad, zegt de HEERE; 1408 Mal 1:2 | spreekt de HEERE; nochtans heb Ik Jakob liefgehad. ~ 1409 Mal 1:3 | 3      En Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn 1410 Mal 1:3 | Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld tot 1411 Mal 1:10 | Mijn altaar om niet. Ik heb geen lust aan u, zegt de 1412 Mal 2:2 | zegeningen vervloeken; ja, Ik heb ook alrede elkeen derzelve 1413 Mal 2:4 | dit gebod tot u gezonden heb; opdat Mijn verbond met 1414 Mal 2:9 | 9      Daarom heb Ik ook u verachtelijk en 1415 Mal 4:4 | knecht, die Ik hen bevolen heb op Horeb aan gans Israel, 1416 Matt 2:15| profeet, zeggende: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen. ~ 1417 Matt 2:40| Denwelken Ik Mijn welbehagen heb! ~  ~ 1418 Matt 7:23| hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg 1419 Matt 8:10| volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot 1420 Matt 12:18| Knecht, Welken Ik verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken 1421 Matt 16:11| van geen brood gesproken heb, als Ik zeide, dat gij u 1422 Matt 17:5 | Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! ~ 1423 Matt 17:16| 16 En ik heb hem tot Uw discipelen gebracht, 1424 Matt 18:32| dienstknecht, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, dewijl 1425 Matt 18:33| ook mij over u ontfermd heb? ~ 1426 Matt 19:20| tot Hem: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn 1427 Matt 22:4 | Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; 1428 Matt 23:37| gezonden zijn! hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, 1429 Matt 24:25| 25 Ziet, Ik heb het u voorzegd! ~ 1430 Matt 25:20| zie, andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen. ~ 1431 Matt 25:22| zie, twee andere talenten heb ik boven dezelve gewonnen. ~ 1432 Matt 25:25| zijnde, ben ik heengegaan, en heb uw talent verborgen in de 1433 Matt 25:26| maai, waar ik niet gezaaid heb, en van daar vergader, waar 1434 Matt 25:26| waar ik niet gestrooid heb. ~ 1435 Matt 27:4 | 4 Zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het 1436 Matt 27:19| hem gezonden, zeggende: Heb toch niet te doen met dien 1437 Matt 27:19| dien Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden in den 1438 Matt 28:7 | zult gij Hem zien. Ziet, ik heb het ulieden gezegd. ~ 1439 Matt 28:19| alles, wat Ik u geboden heb. ~ 1440 Mark 1:8 | 8 Ik heb ulieden wel gedoopt met 1441 Mark 1:11| Denwelken Ik Mijn welbehagen heb! ~ 1442 Mark 5:7 | roepende, zeide hij: Wat heb ik met U te doen, Jezus, 1443 Mark 6:16| Johannes, dien ik onthoofd heb; die is van de doden opgewekt. ~ 1444 Mark 9:17| antwoordende, zeide: Meester, ik heb mijn zoon tot U gebracht, 1445 Mark 9:18| tanden, en verdort; en ik heb Uw discipelen gezegd dat 1446 Mark 10:20| Meester! al deze dingen heb ik onderhouden van mijn 1447 Mark 10:49| blinde, zeggende tot hem: Heb goeden moed; sta op; Hij 1448 Mark 13:23| gijlieden ziet toe; ziet, Ik heb u alles voorzegd! ~ 1449 Luk 3:22 | Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen! ~ 1450 Luk 7:7 | 7 Daarom heb ik ook mijzelven niet waardig 1451 Luk 7:9 | volgde: Ik zeg ulieden: Ik heb zo groot een geloof zelfs 1452 Luk 7:40 | zeide tot hem: Simon! Ik heb u wat te zeggen. En hij 1453 Luk 8:28 | met een grote stem: Wat heb ik met U te doen, Jezus, 1454 Luk 8:46 | Mij aangeraakt; want Ik heb bekend, dat kracht van Mij 1455 Luk 9:9 | Herodes zeide: Johannes heb ik onthoofd; wie is nu Deze, 1456 Luk 9:40 | 40 En ik heb Uw discipelen gebeden, dat 1457 Luk 11:6 | tot mij gekomen is, en ik heb niet, dat ik hem voorzette; ~ 1458 Luk 12:17 | Wat zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten 1459 Luk 13:34 | gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, 1460 Luk 14:18 | eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht, en het 1461 Luk 14:19 | 19 En een ander zeide: Ik heb vijf juk ossen gekocht, 1462 Luk 14:20 | 20 En een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom 1463 Luk 15:6 | blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat 1464 Luk 15:9 | blijde met mij; want ik heb den penning gevonden, dien 1465 Luk 15:18 | tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, 1466 Luk 15:21 | zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, 1467 Luk 15:29 | dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden, 1468 Luk 16:28 | 28 Want ik heb vijf broeders; dat hij hun 1469 Luk 18:21 | hij zeide: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn 1470 Luk 19:8 | iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel 1471 Luk 19:17 | getrouw zijt geweest, zo heb macht over tien steden. ~ 1472 Luk 19:22 | weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet 1473 Luk 19:22 | maaiende, wat ik niet gezaaid heb. ~ 1474 Luk 22:15 | En Hij zeide tot hen: Ik heb grotelijks begeerd, dit 1475 Luk 22:32 | 32 Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof 1476 Luk 23:14 | afkerig maakt; en ziet, ik heb Hem in uw tegenwoordigheid 1477 Luk 23:14 | tegenwoordigheid ondervraagd, en heb in dezen Mens geen schuld 1478 Luk 23:15 | ook Herodes niet; want ik heb ulieden tot hem gezonden, 1479 Luk 23:22 | Deze dan kwaads gedaan? Ik heb geen schuld des doods in 1480 Luk 24:39 | gelijk gij ziet, dat Ik heb. ~ 1481 Joha 1:30| het, van Welken ik gezegd heb: Na mij komt een Man, Die 1482 Joha 1:32| Johannes getuigde, zeggende: Ik heb den Geest zien nederdalen 1483 Joha 1:34| 34 En ik heb gezien, en heb getuigd, 1484 Joha 1:34| 34 En ik heb gezien, en heb getuigd, dat Deze de Zoon 1485 Joha 1:51| tot hem: Omdat Ik u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgeboom, 1486 Joha 2:4 | zeide tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn ure 1487 Joha 3:7 | u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom 1488 Joha 3:12| de aardse dingen gezegd heb, en gij niet gelooft, hoe 1489 Joha 3:28| getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet; 1490 Joha 4:17| antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide tot 1491 Joha 4:17| Gij hebt wel gezegd: Ik heb geen man. ~ 1492 Joha 4:29| heeft alles, wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus? ~ 1493 Joha 4:32| Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die 1494 Joha 4:38| 38 Ik heb u uitgezonden, om te maaien, 1495 Joha 4:39| gezegd alles, wat ik gedaan heb. ~ 1496 Joha 5:7 | antwoordde Hem: Heere, ik heb geen mens, om mij te werpen 1497 Joha 5:36| 36 Maar Ik heb een getuigenis meerder, 1498 Joha 6:36| 36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook 1499 Joha 6:65| 65 En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand 1500 Joha 6:70| 70 Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren?


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1805

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License