1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1757
Book Chapter: Verse
1001 Jer 21:9 | de pestilentie; maar die er uitgaat en valt tot de Chaldeen,
1002 Jer 22:30 | zijn in zijn dagen; want er zal niemand van zijn zaad
1003 Jer 23:26 | 26 Hoe lang? Is er dan een droom in het hart
1004 Jer 24:1 | deed mij zien, en ziet, er waren twee vijgenkorven,
1005 Jer 25:32 | heirscharen: Ziet, een kwaad gaat er uit van volk tot volk. en
1006 Jer 25:32 | en een groot onweder zal er verwekt worden van de zijden
1007 Jer 25:36 | 36 Er zal zijn een stem des geroeps
1008 Jer 26:2 | tot hen te spreken, doe er niet een woord af. ~
1009 Jer 26:9 | stad zal woest worden, dat er niemand wone? En het ganse
1010 Jer 26:17 | 17 Ook stonden er mannen op, van de oudsten
1011 Jer 26:20 | 20 Er was ook een man, die in
1012 Jer 30:5 | stem der verschrikking; er is vrees en geen vrede. ~
1013 Jer 30:10 | stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die hem
1014 Jer 30:13 | 13 Er is niemand, die uw zaak
1015 Jer 31:6 | 6 Want er zal een dag zijn, waarin
1016 Jer 31:15 | 15 Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord in Rama,
1017 Jer 31:16 | uw ogen van tranen; want er is loon voor uw arbeid,
1018 Jer 31:17 | 17 En er is verwachting voor uw nakomelingen,
1019 Jer 31:40 | een heiligheid zijn; er zal niets weder uitgerukt,
1020 Jer 32:15 | heirscharen, de God Israels: Er zullen nog huizen, en velden,
1021 Jer 32:23 | 23 Zij zijn er ook ingekomen en hebben
1022 Jer 32:29 | deze stad strijden, zullen er inkomen, en deze stad met
1023 Jer 32:43 | 43 En er zullen velden gekocht worden
1024 Jer 32:43 | zegt: Het is woest, dat er geen mens noch beest in
1025 Jer 33:5 | 5 Er zijn er wel ingekomen, om
1026 Jer 33:5 | 5 Er zijn er wel ingekomen, om te strijden
1027 Jer 33:10 | zegt: Zij is woest, dat er geen mens en geen beest
1028 Jer 33:10 | verwoest zijn, dat er geen mens, en geen inwoner,
1029 Jer 33:12 | plaats, die zo woest is, dat er geen mens, zelfs tot het
1030 Jer 34:22 | tot een verwoesting, dat er niemand in wone. ~ ~
1031 Jer 35:19 | heirscharen, de God Israels: Er zal Jonadab, den zoon van
1032 Jer 36:22 | in de negende maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht
1033 Jer 37:10 | die tegen u strijden, en er bleven van hen enige verwonde
1034 Jer 37:17 | verborgen, en zeide: Is er ook een woord van den HEERE?
1035 Jer 37:17 | En Jeremia zeide: Er is; en hij zeide: Gij zult
1036 Jer 38:28 | werd ingenomen; en hij was er nog, als Jeruzalem was ingenomen. ~ ~
1037 Jer 40:5 | ogen recht is te gaan, ga er henen. En de overste der
1038 Jer 41:5 | 5 Zo kwamen er lieden van Sichem, van Silo,
1039 Jer 44:14 | te wonen; maar zij zullen er niet wederkeren, behalve
1040 Jer 44:22 | ontzetting, en tot een vloek, dat er niemand in woont, gelijk
1041 Jer 46:5 | vlucht, en zien niet om; er is schrik van rondom, spreekt
1042 Jer 46:11 | vermenigvuldigt gij de medicijnen, er is geen heling voor u. ~
1043 Jer 46:14 | Tachpanhes; zegt: Stelt er u naar, en maakt u gereed,
1044 Jer 46:19 | zal verbrand worden, dat er niemand in wone. ~
1045 Jer 47:4 | 4 Vanwege den dag, die er komt om alle Filistijnen
1046 Jer 48:2 | Moabs roem van Hesbon is er niet meer; zij hebben kwaad
1047 Jer 48:3 | 3 Er is een stem des gekrijts
1048 Jer 48:19 | ontkomene vrouw; zeg: Wat is er geschied? ~
1049 Jer 49:7 | der heirscharen alzo: Is er dan geen wijsheid meer te
1050 Jer 49:9 | 9 Zo er wijnlezers tot u gekomen
1051 Jer 49:9 | nalezing hebben overgelaten? Zo er dieven bij nacht gekomen
1052 Jer 49:10 | zijn naburen, en hij is er niet meer. ~
1053 Jer 49:14 | gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt onder
1054 Jer 49:23 | is bekommernis, men kan er niet rusten. ~
1055 Jer 49:36 | diezelve winden verstrooien; en er zal geen volk zijn, waarhenen
1056 Jer 50:3 | zetten in verwoesting, dat er geen inwoner in zal zijn;
1057 Jer 50:20 | gezocht worden, maar zij zal er niet zijn, en de zonden
1058 Jer 50:22 | 22 Er is een krijgsgeschrei in
1059 Jer 50:28 | 28 Er is een stem der gevluchten
1060 Jer 50:32 | aanstoten en vallen, en er zal niemand zijn, die hem
1061 Jer 50:39 | daarin wonen; en men zal er geen verblijf meer
1062 Jer 51:16 | Hij Zijn stem geeft, zo is er een gedruis van wateren
1063 Jer 51:17 | gegoten beeld is leugen, en er is geen geest in hen. ~
1064 Jer 51:29 | tot een verwoesting, dat er geen inwoner zij. ~
1065 Jer 51:37 | ontzetting en aanfluiting, dat er geen inwoner zij. ~
1066 Jer 51:46 | worden in het land; want er zal een gerucht komen in
1067 Jer 51:46 | gerucht in het andere jaar; en er zal geweld zijn in het land,
1068 Jer 51:54 | 54 Er is een stem des gekrijts
1069 Jer 51:62 | ze zult uitroeien, zodat er geen inwoner in zij, van
1070 Klaa 1:12 | Schouwt het aan en ziet, of er een smart zij gelijk mijn
1071 Klaa 1:31 | zijn onder de heidenen; er is geen wet; haar profeten
1072 Klaa 1:44 | eens gezetten hoogtijds; en er is niemand aan den dag des
1073 Klaa 1:51 | heeft mij toegemuurd, dat ik er niet uit gaan kan; Hij heeft
1074 Klaa 1:64 | Zain. Mijn ziel gedenkt er wel terdege aan, en zij
1075 Klaa 1:73 | zeggende: Misschien is er verwachting. ~
1076 Klaa 1:88 | met een wolk bedekt, zodat er geen gebed doorkwam. ~
1077 Klaa 1:93 | kan niet ophouden, omdat er geen rust is; ~
1078 Klaa 1:114| kinderkens eisen brood, er is niemand, die het hun
1079 Klaa 1:119| doorstoken zijnde, omdat er geen vruchten der velden
1080 Klaa 1:125| de heidenen: Zij zullen er niet langer wonen. ~
1081 Klaa 2:8 | Knechten heersen over ons; er is niemand, die ons uit
1082 Eze 1:11 | opwaarts verdeeld; elkeen had er twee samengevoegd aan de
1083 Eze 1:15 | dieren zag, ziet, zo was er een rad op de aarde bij
1084 Eze 1:23 | aan den ander; ieder had er twee, die herwaarts hun
1085 Eze 1:23 | lichamen bedekten, en ieder had er twee, die ze derwaarts
1086 Eze 1:25 | 25 En er geschiedde een stem van
1087 Eze 2:9 | Toen zag ik, en ziet, er was een hand tot mij uitgestoken;
1088 Eze 7:2 | land Israels: Het einde is er, het einde is gekomen over
1089 Eze 7:6 | 6 Een einde is er gekomen, dat einde is gekomen,
1090 Eze 7:7 | der beroerte is nabij, en er is geen wederklank der bergen. ~
1091 Eze 7:25 | vrede zoeken, maar hij zal er niet zijn. ~
1092 Eze 7:26 | zal op ellende komen, en er zal gerucht op gerucht wezen;
1093 Eze 8:7 | voorhof. Toen zag ik, en ziet, er was een hol in den wand. ~
1094 Eze 8:10 | in, en ik zag, en ziet, er was alle beeltenis van kruipende
1095 Eze 8:17 | mensenkind, dat gezien? Is er iets lichter geacht bij
1096 Eze 10:8 | 8 Want er werd gezien aan de cherubs
1097 Eze 12:24 | Want geen ijdel gezicht zal er meer wezen, noch vleiende
1098 Eze 13:11 | pleisteren, dat hij omvallen zal; er zal een overstelpende plasregen
1099 Eze 13:13 | grimmigheid splijten, en er zal een overstelpende plasregen
1100 Eze 13:15 | ulieden zeggen: Die wand is er niet meer, en die hem
1101 Eze 13:15 | hem pleisterden, zijn er niet; ~
1102 Eze 14:15 | zodat het woest worde, dat er niemand doorga, vanwege
1103 Eze 17:7 | 7 Nog was er een grote arend, groot van
1104 Eze 20:1 | tienden derzelver maand, dat er mannen uit de oudsten van
1105 Eze 21:13 | 13 Als er beproeving was, wat was
1106 Eze 21:13 | was, wat was het toen? Zou er dan ook geen versmadende
1107 Eze 23:37 | hebben overspel gedaan, en er is bloed in haar handen;
1108 Eze 23:40 | 40 Dit is er ook, dat zij gezonden hebben
1109 Eze 24:14 | Ik zal het doen; Ik zal er niet van wijken, en Ik zal
1110 Eze 26:21 | schrik stellen, en gij zult er niet meer zijn; als gij
1111 Eze 27:36 | schrik geworden, en zult er niet meer zijn tot in eeuwigheid. ~ ~
1112 Eze 28:15 | gij geschapen zijt, totdat er ongerechtigheid in u gevonden
1113 Eze 28:19 | schrik geworden, en zult er niet meer zijn tot in eeuwigheid. ~
1114 Eze 30:4 | zal komen in Egypte, en er zal grote smart zijn in
1115 Eze 30:9 | Te dien dage zullen er boden van voor Mijn aangezicht
1116 Eze 30:9 | Morenland te verschrikken; en er zal grote smart bij hen
1117 Eze 30:13 | doen ophouden uit Nof; en er zal geen vorst meer zijn
1118 Eze 32:21 | de onbesnedenen liggen er, verslagen van het zwaard; ~
1119 Eze 33:21 | den vijfden der maand, dat er een tot mij kwam, die van
1120 Eze 33:28 | Israels zullen woest zijn, dat er niemand overga. ~
1121 Eze 33:33 | dan zullen zij weten, dat er een profeet in het midden
1122 Eze 34:5 | zijn zij verstrooid, omdat er geen herder is; en zij zijn
1123 Eze 34:6 | den gansen aardbodem; en er is niemand, die er naar
1124 Eze 34:6 | aardbodem; en er is niemand, die er naar vraagt, en niemand,
1125 Eze 34:8 | geworden zijn, omdat er geen herder is, en Mijn
1126 Eze 34:26 | plasregens van zegen zullen er zijn. ~
1127 Eze 34:28 | zij zullen zeker wonen, en er zal niemand zijn, die ze
1128 Eze 35:7 | hetzelve uitroeien dien, die er doorgaat, en dien, die wederkeert. ~
1129 Eze 36:34 | ogen van een ieder, die er doorging. ~
1130 Eze 37:2 | geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond
1131 Eze 37:7 | gelijk mij bevolen was, en er werd een geluid, als ik
1132 Eze 37:8 | En ik zag, en ziet, en er werden zenuwen op dezelve,
1133 Eze 37:8 | werden zenuwen op dezelve, en er kwam vlees op; en Hij trok
1134 Eze 37:8 | boven over dezelve, maar er was geen geest in hen. ~
1135 Eze 38:10 | het ook geschieden, dat er raadslagen in uw hart zullen
1136 Eze 38:19 | Mijner verbolgenheid: Zo er niet, te dien dage, een
1137 Eze 39:26 | hun land zeker woonden, en er niemand was, die hen
1138 Eze 40:3 | gebracht had, ziet, zo was er een man, wiens gedaante
1139 Eze 40:5 | 5 En ziet, er was een muur buiten aan
1140 Eze 40:12 | 12 En er was een ruim voor aan de
1141 Eze 40:16 | 16 En er waren gesloten vensters
1142 Eze 40:17 | buitenste voorhof, en ziet, er waren kameren, en een plaveisel,
1143 Eze 40:17 | henen, dertig kameren waren er op het plaveisel. ~
1144 Eze 40:24 | naar het zuiden; en ziet, er was een poort den weg naar
1145 Eze 40:27 | 27 Ook was er een poort in het binnenste
1146 Eze 40:30 | 30 En er waren voorhuizen rondom
1147 Eze 40:31 | buitenste voorhof, ook waren er palmbomen aan haar posten,
1148 Eze 40:34 | buitenste voorhof; ook waren er palmbomen aan haar posten,
1149 Eze 40:37 | buitenste voorhof; ook waren er palmbomen aan haar posten,
1150 Eze 40:40 | 40 Ook waren er aan de zijde van buiten
1151 Eze 40:44 | naar het zuiden; een was er aan de zijde van de oostpoort,
1152 Eze 40:49 | daarin opging; ook waren er pilaren aan de posten, een
1153 Eze 41:18 | cherubs en palmbomen; zodat er een palmboom was tussen
1154 Eze 41:24 | 24 En er waren twee bladen aan de
1155 Eze 41:25 | palmbomen gemaakt, gelijk als er aan de wanden gemaakt waren;
1156 Eze 42:12 | naar het zuiden waren, was er een deur in het hoofd van
1157 Eze 43:8 | post nevens Mijn post, dat er maar een wand tussen Mij
1158 Eze 44:5 | tot mij: Mensenkind! zet er uw hart op, en zie met uw
1159 Eze 46:23 | 23 En er was rondom in dezelve een
1160 Eze 46:23 | ringmuur, rondom deze vier; en er waren keukens gemaakt beneden
1161 Eze 47:1 | deur van het huis, en ziet, er vloten wateren uit, van
1162 Eze 47:3 | het oosten uitging, zo was er een meetsnoer in zijn hand;
1163 Eze 47:7 | wederkeerde, ziet, zo was er aan den oever der beek zeer
1164 Eze 47:9 | dat alle levende ziel, die er wemelt, overal, waarhenen
1165 Eze 47:10 | zal het geschieden, dat er vissers aan dezelve zullen
1166 Dan 1:19 | koning sprak met hen; doch er werd uit hen allen niemand
1167 Dan 2:10 | voor den koning, en zeiden: Er is geen mens op den aardbodem,
1168 Dan 2:10 | kennen geven; daarom is er geen koning, grote
1169 Dan 2:11 | begeert, is te zwaar; en er is niemand anders, die dezelve
1170 Dan 2:28 | 28 Maar er is een God in den hemel,
1171 Dan 2:28 | Nebukadnezar bekend gemaakt, wat er geschieden zal in het laatste
1172 Dan 2:29 | u te kennen gegeven, wat er geschieden zal. ~
1173 Dan 2:31 | koning! zaagt, en ziet, er was een groot beeld (dit
1174 Dan 2:34 | Dit zaagt gij, totdat er een steen afgehouwen werd
1175 Dan 2:35 | en de wind nam ze weg, en er werd geen plaats voor
1176 Dan 3:12 | 12 Er zijn Joodse mannen, die
1177 Dan 3:25 | het midden des vuurs, en er is geen verderf aan hen;
1178 Dan 3:29 | drekhoop gesteld worde; want er is geen ander God, Die alzo
1179 Dan 4:6 | 6 Daarom is er een bevel van mij gesteld,
1180 Dan 4:10 | waren deze: Ik zag, en ziet, er was een boom in het midden
1181 Dan 4:12 | en zijn vruchten vele, en er was spijze aan denzelve
1182 Dan 4:23 | gedierte des velds, totdat er zeven tijden over hem voorbijgaan; ~
1183 Dan 4:25 | hemels nat gemaakt worden, en er zullen zeven tijden over
1184 Dan 4:26 | 26 Dat er ook gezegd is, dat men den
1185 Dan 4:27 | bewijzen aan de ellendigen, of er verlenging van uw vrede
1186 Dan 4:31 | in des konings mond, viel er een stem uit den hemel:
1187 Dan 4:32 | geven, als den ossen, en er zullen zeven tijden over
1188 Dan 4:35 | de inwoners der aarde, en er is niemand, die Zijn hand
1189 Dan 5:5 | Ter zelfder ure kwamen er vingeren van eens mensen
1190 Dan 5:11 | 11 Er is een man in uw koninkrijk,
1191 Dan 5:14 | der goden in u is, en dat er licht, en verstand, en voortreffelijke
1192 Dan 6:18 | 18 En er werd een steen gebracht,
1193 Dan 6:24 | opgetrokken was, zo werd er geen schade aan hem
1194 Dan 7:3 | 3 En er klommen vier grote dieren
1195 Dan 7:6 | Daarna zag ik, en ziet, er was een ander dier, gelijk
1196 Dan 7:9 | Dit zag ik, totdat er tronen gezet werden, en
1197 Dan 7:13 | nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des
1198 Dan 8:4 | zijn aangezicht bestaan, en er was niemand, die uit
1199 Dan 8:5 | ik dit overlegde, ziet, er kwam een geitenbok van het
1200 Dan 8:7 | en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram
1201 Dan 8:8 | brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs plaats
1202 Dan 8:10 | des hemels; en hij wierp er sommigen van dat heir, namelijk
1203 Dan 8:15 | verstand deszelven, en ziet, er stond voor mij als de gedaante
1204 Dan 8:19 | zal u te kennen geven, wat er geschieden zal ten einde
1205 Dan 8:22 | 22 Dat er nu vier aan zijn plaats
1206 Dan 8:23 | gebracht zullen hebben, zo zal er een koning staan, stijf
1207 Dan 8:25 | en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal
1208 Dan 8:26 | van avond en morgen, dat er gezegd is, is de waarheid;
1209 Dan 8:26 | sluit dit gezicht toe, want er zijn nog vele dagen toe. ~
1210 Dan 9:26 | en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk
1211 Dan 10:5 | ogen op, en zag, en ziet, er was een Man met linnen bekleed,
1212 Dan 10:8 | zag dit grote gezicht, en er bleef in mij geen kracht
1213 Dan 10:21 | geschrift der waarheid; en er is niet een, die zich met
1214 Dan 11:2 | waarheid te kennen geven; ziet, er zullen nog drie koningen
1215 Dan 11:3 | 3 Daarna zal er een geweldig koning opstaan,
1216 Dan 11:7 | spruit van haar wortelen zal er een opstaan in zijn staat,
1217 Dan 11:12 | zich verheffen, en hij zal er enige tien duizenden nedervellen;
1218 Dan 11:14 | 14 Ook zullen er in die tijden velen opstaan
1219 Dan 11:15 | zijn uitgelezen volk, ja, er zal geen kracht zijn
1220 Dan 11:18 | eilanden keren, en hij zal er vele innemen; doch een overste
1221 Dan 11:20 | En in zijn staat zal er een opstaan, doende een
1222 Dan 11:21 | 21 Daarna zal er een verachte in zijn staat
1223 Dan 11:30 | 30 Want er zullen schepen van Chittim
1224 Dan 11:31 | 31 En er zullen armen uit hem ontstaan,
1225 Dan 11:33 | leraars des volks zullen er velen onderwijzen, en zij
1226 Dan 11:35 | En van de leraars zullen er sommigen vallen, om hen
1227 Dan 12:1 | benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat
1228 Dan 12:1 | niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is,
1229 Dan 12:3 | des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk
1230 Dan 12:5 | ik, Daniel, zag, en ziet, er stonden twee anderen, de
1231 Dan 12:6 | hoe lang zal het zijn, dat er een einde van deze wonderen
1232 Dan 12:10 | 10 Velen zullen er gereinigd en wit gemaakt,
1233 Hos 4:1 | inwoners des lands, omdat er geen trouw, en geen weldadigheid,
1234 Hos 5:14 | henengaan; Ik zal wegvoeren, en er zal geen redder zijn. ~
1235 Hos 7:1 | valsheid; en de dief gaat er in, de bende der straatschenders
1236 Hos 7:7 | al hun koningen vallen; er is niemand onder hen, die
1237 Hos 9:6 | ze begraven; begeerte zal er zijn naar hun zilver, netelen
1238 Hos 9:12 | mochten groot maken, Ik zal er hen toch van beroven, dat
1239 Hos 10:14 | 14 Daarom zal er een groot gedruis ontstaan
1240 Hos 10:14 | krijgs; de moeder werd er verpletterd met de zonen. ~
1241 Hos 13:4 | kennen dan Mij alleen, want er is geen Heiland dan Ik. ~
1242 Hos 13:15 | onder de broederen; doch er zal een oostenwind komen,
1243 Joe 2:3 | woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van hetzelve. ~
1244 Joe 3:18 | Juda vol van water gaan; en er zal een fontein uit
1245 Amos 2:7 | 7 Die er naar hijgen, dat het stof
1246 Amos 3:5 | op de aarde vallen, als er geen strik voor hem is?
1247 Amos 3:6 | het volk niet siddere? zal er een kwaad in de stad zijn,
1248 Amos 4:2 | bij Zijn heiligheid, dat er, ziet, dagen over ulieden
1249 Amos 4:7 | van ulieden geweerd, als er nog drie maanden waren tot
1250 Amos 5:2 | is verlaten op haar land, er is niemand, die haar opricht. ~
1251 Amos 5:6 | vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het blusse
1252 Amos 5:20 | licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan zij? ~
1253 Amos 5:22 | uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen aan;
1254 Amos 6:9 | En het zal geschieden, zo er tien mannen in enig huis
1255 Amos 6:10 | van het huis is: Zijn er nog meer bij u? En hij zal
1256 Amos 7:2 | HEERE! vergeef toch; wie zou er van Jakob blijven staan;
1257 Amos 7:5 | HEERE! houd toch op; wie zou er van Jakob blijven staan;
1258 Amos 8:3 | vele dode lichamen zullen er zijn, in alle plaatsen zal
1259 Amos 8:10 | land stellen in rouw, als er is over een enigen
1260 Amos 9:9 | en niet een steentje zal er ter aarde vallen. ~
1261 Oba 1:1 | gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt onder
1262 Oba 1:5 | 5 Zo er dieven, zo er nachtrovers
1263 Oba 1:5 | 5 Zo er dieven, zo er nachtrovers tot u gekomen
1264 Oba 1:5 | zoveel hun genoeg ware? Zo er wijnlezers tot u gekomen
1265 Oba 1:7 | gezwel onder u zetten, er is geen verstand in hem. ~
1266 Oba 1:16 | en zullen zijn alsof zij er niet geweest waren. ~
1267 Oba 1:21 | 21 En er zullen heilanden op den
1268 Jona 1:4 | groten wind op de zee; en er werd een grote storm in
1269 Jona 4:6 | opschieten boven Jona, opdat er schaduw mocht zijn over
1270 Mic 2:11 | 11 Zo er iemand is, die met wind
1271 Mic 3:7 | bovenste lip bewimpelen; want er zal geen antwoord Gods zijn. ~
1272 Mic 4:4 | onder zijn vijgeboom, en er zal niemand zijn, die ze
1273 Mic 4:9 | groot geschrei maken? Is er geen Koning onder u? Is
1274 Mic 6:10 | 10 Zijn er niet nog, in eens ieders
1275 Mic 7:1 | wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten;
1276 Mic 7:2 | vergaan uit het land, en er is niemand oprecht onder
1277 Nah 1:14 | heeft de HEERE bevolen, dat er van uw naam niemand meer
1278 Nah 2:9 | zilver, rooft goud, want er is geen einde des voorraads,
1279 Nah 2:11 | leeuwenwelp wandelde, en er was niemand, die hen verschrikte. ~
1280 Nah 3:2 | 2 Er is het geklap der zweep,
1281 Nah 3:3 | de bliksemende spies, en er zal veelheid der verslagenen
1282 Nah 3:3 | menigte der dode lichamen; ja, er zal geen einde zijn
1283 Nah 3:9 | Egypte waren haar macht, en er was geen einde; Put en Lybea
1284 Nah 3:16 | hebt meer handelaars, dan er sterren aan den hemel zijn;
1285 Nah 3:16 | kevers zullen invallen, en er van vliegen. ~
1286 Nah 3:19 | 19 Er is geen samentrekking voor
1287 Zep 1:10 | 10 En er zal te dien dage, spreekt
1288 Zep 2:5 | zal u verdoen, dat er geen inwoner zal zijn. ~
1289 Zep 3:5 | Zijn recht in het licht, er ontbreekt niet; doch de
1290 Zep 3:6 | steden zijn verstoord, zodat er niemand is, dat er
1291 Zep 3:6 | zodat er niemand is, dat er geen inwoner is. ~
1292 Zac 1:18 | ogen op, en zag; en ziet, er waren vier hoornen. ~
1293 Zac 2:1 | op, en ik zag; en ziet, er was een man, en in zijn
1294 Zac 5:5 | en zie, wat dit zij, dat er voortkomt. ~
1295 Zac 5:7 | lood werd opgeheven, en er was een vrouw, zittende
1296 Zac 6:1 | ziet, vier wangens gingen er uit van tussen twee bergen,
1297 Zac 7:14 | achter hen verwoest, zodat er niemand doorging, noch wederkeerde;
1298 Zac 8:4 | de HEERE der heirscharen: Er zullen nog oude mannen en
1299 Zac 10:2 | onderdrukt geworden; want er was geen herder. ~
1300 Zac 11:3 | 3 Er is een stem des gehuils
1301 Zac 13:1 | 1 Te dien dage zal er een Fontein geopend zijn
1302 Zac 14:4 | naar het westen, zodat er een zeer grote vallei zal
1303 Zac 14:6 | dien dage geschieden, dat er niet zal zijn het kostelijke
1304 Zac 14:8 | dien dage geschieden, dat er levende wateren uit Jeruzalem
1305 Zac 14:11 | zullen daarin wonen, en er zal geen verbanning meer
1306 Zac 14:13 | dien dage geschieden, dat er een groot gedruis van den
1307 Zac 14:17 | heirscharen, te aanbidden, zo zal er over henlieden geen
1308 Zac 14:21 | in dezelve koken; en er zal geen Kanaaniet meer
1309 Mal 1:10 | 10 Wie is er ook onder u, die de deuren
1310 Mal 2:6 | waarheid was in zijn mond, en er werd geen onrecht in zijn
1311 Mal 2:6 | rechtmatigheid, en hij bekeerde er velen van ongerechtigheid. ~
1312 Mal 2:8 | weg afgeweken, gij hebt er velen doen struikelen in
1313 Mal 2:11 | handelt trouwelooslijk, en er wordt een gruwel gedaan
1314 Mal 3:10 | in het schathuis, opdat er spijze zij in Mijn huis;
1315 Mal 3:10 | u zegen afgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen
1316 Mal 3:16 | zijn naaste: De HEERE merkt er toch op en hoort, en er
1317 Mal 3:16 | er toch op en hoort, en er is een gedenkboek voor Zijn
1318 Mal 4:2 | gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder
1319 Matt 4:4 | Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal
1320 Matt 4:6 | Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn
1321 Matt 4:7 | 7 Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij
1322 Matt 4:10 | hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere,
1323 Matt 5:18 | de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel
1324 Matt 5:31 | 31 Er is ook gezegd: Zo wie zijn
1325 Matt 5:43 | 43 Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste
1326 Matt 7:4 | uit uw oog uitdoe; en zie, er is een balk in uw oog? ~
1327 Matt 7:9 | 9 Of wat mens is er onder u, zo zijn zoon hem
1328 Matt 7:13 | verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; ~
1329 Matt 7:14 | leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden. ~
1330 Matt 7:25 | 25 En er is slagregen nedergevallen,
1331 Matt 8:19 | 19 En er kwam een zeker Schriftgeleerde
1332 Matt 8:24 | 24 En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid
1333 Matt 8:26 | de winden en de zee; en er werd grote stilte. ~
1334 Matt 9:16 | scheurt af van het kleed, en er wordt een ergere scheur. ~
1335 Matt 9:33 | verwonderden zich, zeggende: Er is nooit desgelijks in Israel
1336 Matt 10:26 | Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, hetwelk
1337 Matt 12:10 | 10 En ziet, er was een mens, die een dorre
1338 Matt 12:11 | zeide tot hen: Wat mens zal er zijn onder u, die een schaap
1339 Matt 12:19 | twisten, noch roepen, noch zal er iemand Zijn stem op de straten
1340 Matt 15:27 | eten ook van de brokjes die er vallen van de tafel hunner
1341 Matt 16:28 | 28 Voorwaar zeg Ik u: Er zijn sommigen van die hier
1342 Matt 18:19 | Wederom zeg Ik u: Indien er twee van u samenstemmen
1343 Matt 18:31 | verklaarden zij hunnen heer al wat er geschied was. ~
1344 Matt 19:12 | 12 Want er zijn gesnedenen, die uit
1345 Matt 19:12 | lijf alzo geboren zijn; en er zijn gesnedenen, die van
1346 Matt 19:12 | mensen gesneden zijn; en er zijn gesnedenen, die zichzelven
1347 Matt 19:16 | 16 En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide
1348 Matt 21:13 | 13 En Hij zeide tot hen: Er is geschreven: Mijn huis
1349 Matt 21:14 | 14 En er kwamen blinden en kreupelen
1350 Matt 21:33 | Hoort een andere gelijkenis. Er was een heer des huizes,
1351 Matt 22:9 | wegen, en zovelen als gij er zult vinden, roept ze tot
1352 Matt 22:23 | Sadduceen, die zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden
1353 Matt 22:25 | 25 Nu waren er bij ons zeven broeders;
1354 Matt 24:7 | het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden,
1355 Matt 24:10 | 10 En dan zullen er velen geergerd worden, en
1356 Matt 24:11 | zullen opstaan, en zullen er velen verleiden. ~
1357 Matt 24:24 | 24 Want er zullen valse christussen
1358 Matt 24:40 | 40 Alsdan zullen er twee op den akker zijn,
1359 Matt 24:41 | 41 Er zullen twee vrouwen malen
1360 Matt 25:9 | zeggende: Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor
1361 Matt 26:5 | Niet in het feest, opdat er geen oproer worde onder
1362 Matt 26:31 | worden in deze nacht; want er is geschreven: Ik zal den
1363 Matt 26:60 | 60 En hoewel er vele valse getuigen toegekomen
1364 Matt 26:73 | En een weinig daarna, die er stonden, bijkomende, zeiden
1365 Matt 27:24 | vorderde, maar veel meer dat er oproer werd, nam hij water
1366 Matt 27:45 | van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele
1367 Matt 28:2 | 2 En ziet, er geschiedde een grote aardbeving;
1368 Mark 1:11 | 11 En er geschiedde een stem uit
1369 Mark 1:23 | 23 En er was in hun synagoge een
1370 Mark 1:34 | 34 En Hij genas er velen, die door verscheidene
1371 Mark 2:3 | 3 En er kwamen sommigen tot Hem,
1372 Mark 2:21 | af van het oude kleed, en er wordt een ergere scheur. ~
1373 Mark 3:10 | 10 Want Hij had er velen genezen, alzo dat
1374 Mark 3:14 | 14 En Hij stelde er twaalf, opdat zij met Hem
1375 Mark 3:27 | 27 Er kan niemand in het huis
1376 Mark 4:1 | leren omtrent de zee; en er vergaderde een grote schare
1377 Mark 4:22 | 22 Want er is niets verborgen, dat
1378 Mark 4:22 | geopenbaard zal worden; en er is niets geschied, om verborgen
1379 Mark 4:36 | Hij in het schip was; en er waren nog andere scheepjes
1380 Mark 4:37 | 37 En er werd een grote storm van
1381 Mark 4:39 | de wind ging liggen, en er werd grote stilte. ~
1382 Mark 5:13 | af in de zee (daar waren er nu omtrent twee duizend),
1383 Mark 5:14 | te zien, wat het was, dat er geschied was. ~
1384 Mark 5:22 | 22 En ziet, er kwam een van de oversten
1385 Mark 5:36 | hebbende het woord, dat er gesproken werd, zeide tot
1386 Mark 6:21 | 21 En als er een welgelegen dag gekomen
1387 Mark 6:31 | en rust een weinig; want er waren velen, die kwamen
1388 Mark 6:56 | mochten; en zovelen, als er Hem aanraakten, werden gezond. ~ ~ ~
1389 Mark 7:4 | vele andere dingen zijn er, die zij aangenomen hebben
1390 Mark 7:15 | 15 Er is niets van buiten den
1391 Mark 8:1 | 1 In dezelfde dagen, als er een geheel grote schare
1392 Mark 9:1 | Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van degenen,
1393 Mark 9:7 | 7 En er kwam een wolk, die hen overschaduwde,
1394 Mark 9:39 | Verbiedt hem niet; want er is niemand, die een kracht
1395 Mark 10:29 | Voorwaar zeg Ik ulieden: Er is niemand, die verlaten
1396 Mark 11:17 | leerde, zeggende tot hen: Is er niet geschreven: Mijn huis
1397 Mark 12:18 | tot Hem, welke zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden
1398 Mark 12:20 | 20 Er waren nu zeven broeders,
1399 Mark 12:31 | liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter
1400 Mark 12:32 | der waarheid gezegd, dat er een enig God is, en er is
1401 Mark 12:32 | dat er een enig God is, en er is geen ander dan Hij; ~
1402 Mark 12:42 | 42 En er kwam een arme weduwe, die
1403 Mark 13:2 | gij deze grote gebouwen? Er zal niet een steen op den
1404 Mark 13:8 | het andere koninkrijk; en er zullen aardbevingen zijn
1405 Mark 13:8 | verscheidene plaatsen, en er zullen hongersnoden wezen,
1406 Mark 13:22 | 22 Want er zullen valse christussen,
1407 Mark 14:4 | 4 En er waren sommigen, die dat
1408 Mark 14:27 | Mij geergerd worden; want er is geschreven: Ik zal den
1409 Mark 15:7 | 7 En er was een, genaamd Bar-abbas,
1410 Mark 15:33 | zesde ure gekomen was, werd er duisternis over de gehele
1411 Mark 15:36 | 36 En er liep een, en vulde een spons
1412 Mark 15:40 | 40 En er waren ook vrouwen, van verre
1413 Luk 1:61 | En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap,
1414 Luk 1:65 | 65 En er kwam vrees over allen, die
1415 Luk 2:1 | in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den
1416 Luk 2:8 | 8 En er waren herders in diezelfde
1417 Luk 2:13 | 13 En van stonde aan was er met den engel een menigte
1418 Luk 2:15 | ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de
1419 Luk 2:25 | 25 En ziet, er was een mens te Jeruzalem,
1420 Luk 2:36 | 36 En er was Anna, een profetesse,
1421 Luk 3:12 | 12 En er kwamen ook tollenaars om
1422 Luk 3:22 | gelijk een duif; en dat er een stem geschiedde uit
1423 Luk 3:28 | van Elmodam, den zoon van Er, ~
1424 Luk 4:4 | antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens
1425 Luk 4:8 | weg van Mij, satan, want er is geschreven: Gij zult
1426 Luk 4:10 | 10 Want er is geschreven, dat Hij Zijn
1427 Luk 4:12 | antwoordende, zeide tot hem: Er is gezegd: Gij zult den
1428 Luk 4:25 | Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel
1429 Luk 4:25 | maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over
1430 Luk 4:27 | 27 En er waren vele melaatsen in
1431 Luk 4:36 | 36 En er kwam een verbaasdheid over
1432 Luk 4:41 | 41 En er voeren ook duivelen uit
1433 Luk 5:12 | een dier steden was, ziet, er was een man vol melaatsheid;
1434 Luk 5:17 | dagen, dat Hij leerde, en er zaten Farizeen en leraars
1435 Luk 5:17 | de kracht des Heeren was er om hen te genezen. ~
1436 Luk 5:29 | maaltijd aan, in zijn huis; en er was een grote schare van
1437 Luk 6:13 | discipelen tot Zich, en verkoos er twaalf uit hen, die Hij
1438 Luk 6:19 | zocht Hem aan te raken; want er ging kracht van Hem uit,
1439 Luk 7:21 | in dezelfde ure genas Hij er velen van ziekten en kwalen,
1440 Luk 8:17 | 17 Want er is niets verborgen, dat
1441 Luk 8:23 | voeren, viel Hij in slaap; en er kwam een storm van wind
1442 Luk 8:24 | watergolven, en zij hielden op, en er werd stilte. ~
1443 Luk 8:41 | 41 En ziet, er kwam een man, wiens naam
1444 Luk 8:49 | Als Hij nog sprak, kwam er een van het huis des oversten
1445 Luk 9:14 | 14 Want er waren omtrent vijf duizend
1446 Luk 9:17 | werden allen verzadigd; en er werd opgenomen, hetgeen
1447 Luk 9:27 | 27 En Ik zeg u waarlijk: Er zijn sommigen dergenen,
1448 Luk 9:35 | 35 En er geschiedde een stem uit
1449 Luk 9:46 | 46 En er rees een overlegging onder
1450 Luk 11:8 | hem geven zoveel als hij er behoeft. ~
1451 Luk 12:2 | 2 En er is niets bedekt, dat niet
1452 Luk 12:52 | 52 Want van nu aan zullen er vijf in een huis verdeeld
1453 Luk 12:54 | terstond zegt gijlieden: Er komt regen; en het geschiedt
1454 Luk 12:55 | ziet waaien, zo zegt gij: Er zal hitte zijn; en het geschiedt. ~
1455 Luk 13:1 | 1 En er waren te dierzelfder tijd
1456 Luk 13:11 | 11 En ziet, er was een vrouw, die een geest
1457 Luk 13:14 | en zeide tot de schare: Er zijn zes dagen, in welke
1458 Luk 13:23 | 23 En er zeide een tot Hem: Heere,
1459 Luk 13:23 | een tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen, die zalig
1460 Luk 13:29 | 29 En daar zullen er komen van Oosten en Westen,
1461 Luk 13:30 | 30 En ziet, er zijn laatsten, die de eersten
1462 Luk 13:30 | eersten zullen zijn; en er zijn eersten, die de laatsten
1463 Luk 13:31 | dienzelfden dage kwamen er enige Farizeen, zeggende
1464 Luk 14:2 | 2 En ziet, er was een zeker waterzuchtig
1465 Luk 14:16 | avondmaal, en hij noodde er velen. ~
1466 Luk 14:22 | bevolen hebt, en nog is er plaats. ~
1467 Luk 15:7 | 7 Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn
1468 Luk 15:10 | Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen
1469 Luk 15:14 | alles verteerd had, werd er een grote hongersnood in
1470 Luk 16:1 | ook tot Zijn discipelen: Er was een zeker rijk mens,
1471 Luk 16:19 | 19 En er was een zeker rijk mens,
1472 Luk 16:20 | 20 En er was een zeker bedelaar,
1473 Luk 16:31 | zij ook, al waren het, dat er iemand uit de doden opstond,
1474 Luk 17:1 | Het kan niet wezen, dat er geen ergernissen komen;
1475 Luk 17:18 | 18 En zijn er geen gevonden, die wederkeren,
1476 Luk 17:22 | zeide tot de discipelen: Er zullen dagen komen, wanneer
1477 Luk 18:2 | 2 Zeggende: Er was een zeker rechter in
1478 Luk 18:3 | 3 En er was een zekere weduwe in
1479 Luk 18:29 | Voorwaar, Ik zeg ulieden, dat er niemand is, die verlaten
1480 Luk 19:2 | 2 En zie, er was een man, met name geheten
1481 Luk 19:43 | 43 Want er zullen dagen over u komen,
1482 Luk 19:46 | 46 Zeggende tot hen: Er is geschreven: Mijn huis
1483 Luk 20:27 | tegensprekende zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden
1484 Luk 20:29 | 29 Er waren nu zeven broeders;
1485 Luk 21:6 | aangaat, die gij aanschouwt, er zullen dagen komen, in welke
1486 Luk 21:8 | wordt; want velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende:
1487 Luk 21:11 | 11 En er zullen grote aardbevingen
1488 Luk 21:11 | hongersnoden, en pestilentien; er zullen ook schrikkelijke
1489 Luk 21:16 | vrienden; en zij zullen er sommigen uit u doden. ~
1490 Luk 21:23 | vrouwen in die dagen, want er zal grote nood zijn in het
1491 Luk 21:25 | 25 En er zullen tekenen zijn in de
1492 Luk 22:24 | 24 En er werd ook twisting onder
1493 Luk 22:49 | bij Hem waren, ziende, wat er geschieden zou, zeiden tot
1494 Luk 23:15 | tot hem gezonden, en ziet, er is van Hem niets gedaan,
1495 Luk 23:29 | 29 Want ziet, er komen dagen, in welke men
1496 Luk 23:32 | 32 En er werden ook twee anderen,
1497 Luk 23:38 | 38 En er was ook een opschrift boven
1498 Luk 23:44 | omtrent de zesde ure, en er werd duisternis over de
1499 Luk 23:47 | hoofdman over honderd zag, wat er geschied was, verheerlijkte
1500 Luk 24:14 | van al deze dingen, die er gebeurd waren. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1757 |