1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1732
Book Chapter: Verse
1001 Hos 1:7 | noch door zwaard, noch door krijg, door paarden
1002 Hos 1:7 | zwaard, noch door krijg, door paarden noch door ruiteren. ~
1003 Hos 1:7 | door paarden noch door ruiteren. ~
1004 Hos 2:2 | een dor land, en dode ze door dorst; ~
1005 Hos 4:2 | overspel doen; zij breken door, en bloedschulden raken
1006 Hos 5:5 | en Efraim zullen vallen door hun ongerechtigheid; ook
1007 Hos 6:5 | Daarom heb Ik hen behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood
1008 Hos 6:5 | profeten; Ik heb ze gedood door de redenen Mijns monds;
1009 Hos 7:5 | vorsten maken hem krank door verhitting van den wijn;
1010 Hos 7:16 | boog; hun vorsten vallen door het zwaard; vanwege de gramschap
1011 Hos 12:11 | gezicht vermenigvuldigen; en door den dienst der profeten
1012 Hos 12:14 | voerde Israel op uit Egypte door een profeet, en door een
1013 Hos 12:14 | Egypte door een profeet, en door een profeet werd hij gehoed. ~
1014 Hos 14:1 | tegen haar God; zij zullen door het zwaard vallen, hun kinderkens
1015 Joe 2:9 | in de huizen; zij zullen door de vensteren inkomen als
1016 Joe 3:17 | vreemden zullen niet meer door haar doorgaan. ~
1017 Amos 3:10| paleizen schatten vergaderen door geweld en verstoring. ~
1018 Amos 4:3 | 3 En gij zult door de bressen uitgaan, een
1019 Amos 4:10| Egypte; Ik heb uw jongelingen door het zwaard gedood, en uw
1020 Amos 5:9 | 9 Die Zich verkwikt door verwoesting over een sterke;
1021 Amos 5:17| rouwklage zijn; want Ik zal door het midden van u doorgaan;
1022 Amos 6:13| zegt: Hebben wij ons niet door onze sterkte hoornen verkregen? ~
1023 Amos 7:11| zegt Amos: Jerobeam zal door het zwaard sterven, en Israel
1024 Amos 7:17| zonen en uw dochteren zullen door het zwaard vallen, en uw
1025 Amos 7:17| zwaard vallen, en uw land zal door het snoer uitgedeeld worden;
1026 Amos 8:8 | verdronken worden, als door de rivier van Egypte. ~
1027 Amos 9:5 | verdronken worde als door de rivier van Egypte. ~
1028 Amos 9:10| zondaars Mijns volks zullen door het zwaard sterven; die
1029 Oba 1:9 | ieder uit Ezau's gebergte door den moord worde uitgeroeid. ~
1030 Mic 1:11 | 11 Ga door, gij inwoneres van Safir!
1031 Mic 2:13 | zij zullen doorbreken, en door de poort gaan, en door dezelve
1032 Mic 2:13 | en door de poort gaan, en door dezelve uittrekken; en hun
1033 Nah 1:15 | voortaan niet meer door u doorgaan, hij is gans
1034 Nah 2:4 | 4 De wagens razen door de wijken, zij lopen ginds
1035 Nah 2:4 | der fakkelen, zij lopen door elkander henen als de bliksemen. ~
1036 Zep 1:18 | verbolgenheid des HEEREN; maar door het vuur Zijns ijvers zal
1037 Zep 3:8 | want dit ganse land zal door het vuur van Mijn ijver
1038 Zac 4:6 | Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld,
1039 Zac 4:6 | zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest
1040 Zac 4:6 | kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het
1041 Zac 7:7 | welke de HEERE uitriep door den dienst der vorige profeten,
1042 Zac 7:12 | heirscharen zond in Zijn Geest, door den dienst der vorige profeten,
1043 Zac 9:8 | opdat de drijver niet meer door hen doorga; want nu
1044 Zac 9:11 | U ook aangaande, o Sion! door het bloed uws verbonds,
1045 Zac 10:11 | 11 En Hij zal door de zee gaan, die benauwende,
1046 Zac 14:5 | Dan zult gijlieden vlieden door de vallei Mijner bergen (
1047 Mal 1:1 | woord des HEEREN tot Israel, door den dienst van Maleachi. ~
1048 Matt 1:22| den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: ~
1049 Matt 2:5 | want alzo is geschreven door den profeet: ~
1050 Matt 2:12| 12 En door Goddelijke openbaring vermaand
1051 Matt 2:12| Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar
1052 Matt 2:15| van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende: Uit
1053 Matt 2:17| geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende: ~
1054 Matt 2:22| hij daarheen te gaan; maar door Goddelijke openbaring vermaand
1055 Matt 2:23| vervuld zou worden, wat door de profeten gezegd is, dat
1056 Matt 2:26| van denwelken gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende:
1057 Matt 4:4 | maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat. ~
1058 Matt 4:14| worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende: ~
1059 Matt 5:21| die zal strafbaar zijn door het gericht. ~
1060 Matt 5:22| die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot
1061 Matt 5:22| die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie
1062 Matt 5:22| die zal strafbaar zijn door het helse vuur. ~
1063 Matt 6:7 | want zij menen, dat zij door hun veelheid van woorden
1064 Matt 7:13| 13 Gaat in door de enge poort; want wijd
1065 Matt 7:13| leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; ~
1066 Matt 8:17| worden, dat gesproken was door Jesaja, den profeet, zeggende:
1067 Matt 8:28| waren, alzo dat niemand door dien weg kon voorbij gaan. ~
1068 Matt 9:26| En dit gerucht ging uit door dat gehele land. ~
1069 Matt 9:31| hebben Hem ruchtbaar gemaakt door dat gehele land. ~
1070 Matt 9:34| Hij werpt de duivelen uit door den overste der duivelen. ~
1071 Matt 10:23| zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israels niet geeindigd
1072 Matt 12:1 | Jezus, op een sabbatdag, door het gezaaide, en Zijn discipelen
1073 Matt 12:17| worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende: ~
1074 Matt 12:24| de duivelen niet uit, dan door Beelzebul, den overste der
1075 Matt 12:27| 27 En indien Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp,
1076 Matt 12:27| Beelzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze dan uw zonen
1077 Matt 12:28| 28 Maar indien Ik door den Geest Gods de duivelen
1078 Matt 12:43| uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende
1079 Matt 13:3 | sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende:
1080 Matt 13:10| Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen? ~
1081 Matt 13:13| Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat zij
1082 Matt 13:34| tot de scharen gesproken door gelijkenissen, en zonder
1083 Matt 13:35| worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: Ik
1084 Matt 13:35| Ik zal Mijn mond opendoen door gelijkenissen; Ik zal voortbrengen
1085 Matt 15:3 | ook gij het gebod Gods, door uw inzetting? ~
1086 Matt 15:6 | gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting. ~
1087 Matt 17:21| geslacht vaart niet uit, dan door bidden en vasten. ~
1088 Matt 18:7 | komen; doch wee dien mens, door welken de ergernis komt! ~
1089 Matt 19:24| lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan
1090 Matt 21:4 | worde, hetgeen gesproken is door den profeet, zeggende: ~
1091 Matt 21:23| ouderlingen des volks, zeggende: Door wat macht doet Gij deze
1092 Matt 21:24| zo zal Ik u ook zeggen, door wat macht Ik deze dingen
1093 Matt 21:27| hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik dit doe. ~
1094 Matt 22:1 | antwoordende, sprak tot hen wederom door gelijkenissen, zeggende: ~
1095 Matt 24:15| verwoesting, waarvan gesproken is door Daniel, de profeet, staande
1096 Matt 26:24| is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen
1097 Matt 26:52| het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan. ~
1098 Matt 27:9 | geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende:
1099 Matt 27:18| Want hij wist, dat zij Hem door nijdigheid overgeleverd
1100 Matt 27:35| worden, hetgeen gezegd is door den profeet: Zij hebben
1101 Mark 1:34| Hij genas er velen, die door verscheidene ziekten kwalijk
1102 Mark 1:39| predikte in hun synagogen, door geheel Galilea, en wierp
1103 Mark 2:23| dat Hij op een sabbatdag door het gezaaide ging, en Zijn
1104 Mark 3:22| Hij heeft Beelzebul, en door den overste der duivelen
1105 Mark 4:2 | Hij leerde hun veel dingen door gelijkenissen, en Hij zeide
1106 Mark 4:11| geschieden al deze dingen door gelijkenissen; ~
1107 Mark 4:33| 33 En door vele zulke gelijkenissen
1108 Mark 6:2 | dat ook zulke krachten door Zijn handen geschieden? ~
1109 Mark 7:13| alzo Gods woord krachteloos door uw inzetting, die gij ingezet
1110 Mark 7:31| aan de zee van Galilea, door het midden der landpalen
1111 Mark 9:29| Dit geslacht kan nergens door uitgaan, dan door bidden
1112 Mark 9:29| nergens door uitgaan, dan door bidden en vasten. ~
1113 Mark 9:30| daar weggaande, reisden zij door Galilea; en Hij wilde niet,
1114 Mark 10:1 | de landpalen van Judea, door de overzijde van de Jordaan;
1115 Mark 10:25| lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan
1116 Mark 11:16| toe, dat iemand enig vat door den tempel droeg. ~
1117 Mark 11:28| 28 En zeiden tot Hem: Door wat macht doet Gij deze
1118 Mark 11:29| en zo zal Ik u zeggen, door wat macht Ik deze dingen
1119 Mark 11:33| hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze dingen
1120 Mark 12:1 | 1 En Hij begon door gelijkenissen tot hen te
1121 Mark 12:36| 36 Want David zelf heeft door den Heiligen Geest gezegd:
1122 Mark 13:14| der verwoesting, waarvan door den profeet Daniel gesproken
1123 Mark 14:21| is; maar wee dien mens, door welken de Zoon des mensen
1124 Mark 15:10| dat de overpriesters Hem door nijd overgeleverd hadden.) ~
1125 Mark 16:20| en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden.
1126 Luk 1:51 | een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid
1127 Luk 1:70 | Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige
1128 Luk 1:78 | 78 Door de innerlijke bewegingen
1129 Luk 2:26 | Goddelijke openbaring gedaan door den Heiligen Geest, dat
1130 Luk 2:27 | 27 En hij kwam door den Geest in den tempel.
1131 Luk 2:35 | 35 (En ook een zwaard zal door uw eigen ziel gaan) opdat
1132 Luk 4:1 | van de Jordaan, en werd door den Geest geleid in de woestijn; ~
1133 Luk 4:14 | En Jezus keerde wederom, door de kracht des Geestes, naar
1134 Luk 4:14 | gerucht van Hem ging uit door het gehele omliggende land. ~
1135 Luk 4:30 | 30 Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan
1136 Luk 5:15 | samen om Hem te horen, en door Hem genezen te worden van
1137 Luk 5:19 | op het dak, en lieten hem door de tichelen neder met het
1138 Luk 6:1 | eersten sabbat, dat Hij door het gezaaide ging; en Zijn
1139 Luk 8:4 | Hem kwamen, zo zeide Hij door gelijkenis: ~
1140 Luk 8:14 | heengaande verstikt worden door de zorgvuldigheden, en rijkdom,
1141 Luk 8:39 | heeft. En hij ging heen door de gehele stad, verkondigende,
1142 Luk 11:15 | Hij werpt de duivelen uit door Beelzebul, den overste der
1143 Luk 11:18 | Dewijl gij zegt, dat Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp. ~
1144 Luk 11:19 | 19 En indien Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp,
1145 Luk 11:19 | Beelzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze uw zonen
1146 Luk 11:20 | 20 Maar indien Ik door den vinger Gods de duivelen
1147 Luk 11:24 | uitgevaren is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende
1148 Luk 13:24 | 24 Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen,
1149 Luk 17:1 | ergernissen komen; doch wee hem, door welken zij komen; ~
1150 Luk 17:11 | Jeruzalem reisde, dat Hij door het midden van Samaria en
1151 Luk 18:25 | lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan
1152 Luk 18:31 | mensen, wat geschreven is door de profeten. ~
1153 Luk 19:1 | ingekomen zijnde, ging door Jericho. ~
1154 Luk 19:4 | mocht zien; want Hij zou door dien weg voorbijgaan. ~
1155 Luk 19:8 | en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb, dat
1156 Luk 20:2 | tot Hem zeggende: Zeg ons, door wat macht Gij deze dingen
1157 Luk 20:8 | hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze dingen
1158 Luk 21:24 | 24 En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards,
1159 Luk 22:22 | is; doch wee dien mens, door welken Hij verraden wordt! ~
1160 Luk 23:5 | beroert het volk, lerende door geheel Judea, begonnen hebbende
1161 Luk 23:45 | tempels scheurde midden door. ~
1162 Joha 1:3 | 3 Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder
1163 Joha 1:7 | getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden. ~
1164 Joha 1:10| wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld
1165 Joha 1:17| 17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade
1166 Joha 1:17| genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. ~
1167 Joha 3:17| zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. ~
1168 Joha 4:4 | 4 En Hij moest door Samaria gaan. ~
1169 Joha 6:57| gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; alzo die Mij
1170 Joha 6:57| Mij eet, dezelve zal leven door Mij. ~
1171 Joha 8:59| ging uit den tempel, gaande door het midden van hen; en ging
1172 Joha 10:1 | ulieden: Die niet ingaat door de deur in den stal der
1173 Joha 10:2 | 2 Maar die door de deur ingaat, is een herder
1174 Joha 10:9 | ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden
1175 Joha 11:4 | Gods; opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde. ~
1176 Joha 14:6 | komt tot den Vader, dan door Mij. ~
1177 Joha 16:25| 25 Deze dingen heb Ik door gelijkenissen tot u gesproken;
1178 Joha 16:25| ure komt, dat Ik niet meer door gelijkenissen tot u spreken
1179 Joha 17:20| maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven
1180 Hand 1:2 | opgenomen is, nadat Hij door den Heiligen Geest aan de
1181 Hand 1:16| welke de Heilige Geest door den mond Davids voorzegd
1182 Hand 1:18| heeft verworven een akker, door het loon der ongerechtigheid,
1183 Hand 2:16| is het, wat gesproken is door den profeet Joel: ~
1184 Hand 2:22| God, onder ulieden betoond door krachten, en wonderen, en
1185 Hand 2:22| wonderen, en tekenen, die God door Hem gedaan heeft, in het
1186 Hand 2:23| 23 Dezen, door den bepaalden raad en voorkennis
1187 Hand 2:23| zijnde, hebt gij genomen, en door de handen der onrechtvaardigen
1188 Hand 2:28| vervullen met verheuging door Uw aangezicht. ~
1189 Hand 2:33| 33 Hij dan, door de rechter hand Gods verhoogd
1190 Hand 2:43| wonderen en tekenen geschiedden door de apostelen. ~
1191 Hand 3:12| sterk op ons, alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid
1192 Hand 3:16| 16 En door het geloof in Zijn Naam
1193 Hand 3:16| kent; en het geloof, dat door Hem is, heeft hem deze volmaakte
1194 Hand 3:17| broeders, ik weet, dat gij het door onwetendheid gedaan hebt,
1195 Hand 3:18| alzo vervuld, hetgeen Hij door den mond van al Zijn profeten
1196 Hand 3:21| die God gesproken heeft door den mond van al Zijn heilige
1197 Hand 4:7 | gesteld hadden, vraagden zij: Door wat kracht, of door wat
1198 Hand 4:7 | zij: Door wat kracht, of door wat naam hebt gijlieden
1199 Hand 4:10| het ganse volk Israel, dat door den Naam van Jezus Christus,
1200 Hand 4:10| de doden heeft opgewekt, door Hem, zeg ik, staat deze
1201 Hand 4:12| onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig
1202 Hand 4:16| dat er een bekend teken door hen geschied is, is openbaar
1203 Hand 4:25| 25 Die door den mond van David Uw knecht,
1204 Hand 4:30| tekenen en wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind
1205 Hand 5:22| ganse volk der Joden, is door Goddelijke openbaring vermaand
1206 Hand 5:36| Israels, verkondigende vrede door Jezus Christus; deze is
1207 Hand 5:37| de zaak, die geschied is door geheel Judea, beginnende
1208 Hand 5:43| der zonden ontvangen zal door Zijn Naam. ~
1209 Hand 6:14| woorden tot u zal spreken, door welke gij zult zalig worden,
1210 Hand 6:19| nu, die verstrooid waren door de verdrukking, die over
1211 Hand 6:19| geschied was, gingen het land door tot Fenicie toe, en Cyprus,
1212 Hand 6:28| stond op, en gaf te kennen door den Geest, dat er een grote
1213 Hand 6:30| het tot de ouderlingen, door de hand van Barnabas en
1214 Hand 6:39| waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar
1215 Hand 6:40| 10 En als zij door de eerste en tweede wacht
1216 Hand 7:19| land Kanaan, heeft Hij hun door het lot het land derzelve
1217 Hand 7:38| bekend, mannen broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden
1218 Hand 7:39| kondet gerechtvaardigd worden door de wet van Mozes, door Dezen
1219 Hand 7:39| worden door de wet van Mozes, door Dezen een iegelijk, die
1220 Hand 7:49| het Woord des Heeren werd door het gehele land uitgebreid. ~
1221 Hand 8:3 | en wonderen geschiedden door hun handen. ~
1222 Hand 8:22| in het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen moeten
1223 Hand 9:3 | uitgeleid zijnde, reisden door Fenicie en Samarie, verhalende
1224 Hand 9:7 | verkoren heeft, dat de heidenen door mijn mond het woord des
1225 Hand 9:9 | gereinigd hebbende hun harten door het geloof. ~
1226 Hand 9:11| 11 Maar wij geloven, door de genade van den Heere
1227 Hand 9:12| tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan
1228 Hand 9:14| hen een volk aan te nemen door Zijn Naam. ~
1229 Hand 9:20| onthouden van de dingen, die door de afgoden besmet zijn,
1230 Hand 9:23| 23 En zij schreven door hen dit navolgende: De apostelen,
1231 Hand 11:1 | 1 En door Amfipolis en Apollonia hun
1232 Hand 11:29| steen gelijk zij, welke door mensenkunst en bedenking
1233 Hand 11:31| rechtvaardiglijk zal oordelen, door een Man, Dien Hij daartoe
1234 Hand 12:5 | afgekomen waren, werd Paulus door den Geest gedrongen, betuigende
1235 Hand 12:9 | de Heere zeide tot Paulus door een gezicht in den nacht:
1236 Hand 12:27| aan degenen, die geloofden door de genade. ~
1237 Hand 12:28| het openbaar, bewijzende door de Schriften, dat Jezus
1238 Hand 13:11| God deed ongewone krachten door de handen van Paulus; ~
1239 Hand 14:3 | hij van zin weder te keren door Macedonie. ~
1240 Hand 14:9 | Paulus lang tot hen sprak, door den slaap nederstortende,
1241 Hand 14:19| die mij overkomen zijn door de lagen der Joden; ~
1242 Hand 14:22| ziet, ik, gebonden zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem,
1243 Hand 14:28| welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed. ~
1244 Hand 15:4 | dewelke tot Paulus zeiden door den Geest, dat hij niet
1245 Hand 15:19| wat God onder de heidenen door zijn dienst gedaan had. ~
1246 Hand 18:3 | 3 Dat wij grote vrede door u bekomen, en dat vele loffelijke
1247 Hand 18:3 | diensten deze volke geschieden door uw voorzichtigheid, machtigste
1248 Hand 18:5 | verwekt onder al de Joden, door de ganse wereld, en een
1249 Hand 20:11| 11 En door al de synagogen heb ik hen
1250 Hand 20:18| erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij. ~
1251 Hand 22:3 | had, kwam er een adder uit door de hitte, en vatte zijn
1252 Hand 22:25| Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot
1253 Rom 1:2 | Hij te voren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige
1254 Rom 1:5 | 5 (Door Welken wij hebben ontvangen
1255 Rom 1:8 | Eerstelijk dank ik mijn God door Jezus Christus over u allen,
1256 Rom 1:10 | gelegenheid gegeven werd, door den wil van God, om tot
1257 Rom 1:12 | vertroost te worden onder u, door het onderlinge geloof, zo
1258 Rom 2:12 | gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden; ~
1259 Rom 2:16 | der mensen zal oordelen door Jezus Christus, naar mijn
1260 Rom 2:23 | wet roemt, onteert gij God door de overtreding der wet? ~
1261 Rom 2:27 | volbrengt, u niet oordelen, die door de letter en besnijdenis
1262 Rom 3:7 | indien de waarheid Gods door mijn leugen overvloediger
1263 Rom 3:20 | gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der
1264 Rom 3:22 | de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus,
1265 Rom 3:24 | gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus
1266 Rom 3:25 | heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed,
1267 Rom 3:25 | van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden,
1268 Rom 3:27 | roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen,
1269 Rom 3:27 | Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs. ~
1270 Rom 3:28 | besluiten dan, dat de mens door het geloof gerechtvaardigd
1271 Rom 3:30 | het geloof, en de voorhuid door het geloof. ~
1272 Rom 3:31 | Doen wij dan de wet te niet door het geloof? Dat zij verre;
1273 Rom 4:13 | Want de belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn
1274 Rom 4:13 | der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des
1275 Rom 4:20 | beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt
1276 Rom 5:1 | geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus; ~
1277 Rom 5:2 | 2 Door Welken wij ook de toeleiding
1278 Rom 5:2 | ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade,
1279 Rom 5:5 | onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die
1280 Rom 5:9 | zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door
1281 Rom 5:9 | door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van
1282 Rom 5:10 | zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel
1283 Rom 5:10 | zijnde, behouden worden door Zijn leven. ~
1284 Rom 5:11 | maar wij roemen ook in God, door onzen Heere Jezus Christus,
1285 Rom 5:11 | onzen Heere Jezus Christus, door Welken wij nu de verzoening
1286 Rom 5:12 | 12 Daarom, gelijk door een mens de zonde in de
1287 Rom 5:12 | wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo
1288 Rom 5:15 | genadegift, want indien, door de misdaad van een, velen
1289 Rom 5:15 | genade Gods, en de gave door de genade, die daar is van
1290 Rom 5:16 | niet, gelijk de schuld was door den een, die gezondigd heeft,
1291 Rom 5:17 | 17 Want indien door de misdaad van een de dood
1292 Rom 5:17 | een de dood geheerst heeft door dien enen, veel meer zullen
1293 Rom 5:17 | ontvangen, in het leven heersen door dien Enen, namelijk Jezus
1294 Rom 5:18 | 18 Zo dan, gelijk door een misdaad de schuld gekomen
1295 Rom 5:18 | tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid komt
1296 Rom 5:19 | 19 Want gelijk door de ongehoorzaamheid van
1297 Rom 5:19 | geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen
1298 Rom 5:21 | ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het
1299 Rom 5:21 | rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere. ~ ~ ~
1300 Rom 6:4 | zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat,
1301 Rom 6:23 | Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere. ~ ~ ~
1302 Rom 7:2 | den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man
1303 Rom 7:4 | zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus,
1304 Rom 7:5 | bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden,
1305 Rom 7:7 | kende de zonde niet dan door de wet; want ook had ik
1306 Rom 7:8 | oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft in mij
1307 Rom 7:11 | oorzaak genomen hebbende door het gebod, heeft mij verleid,
1308 Rom 7:11 | gebod, heeft mij verleid, en door hetzelve gedood. ~
1309 Rom 7:13 | zonde te zijn; werkende mij door het goede den dood; opdat
1310 Rom 7:13 | boven mate werd zondigende door het gebod. ~
1311 Rom 7:25 | 25 Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. ~
1312 Rom 8:3 | onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was,
1313 Rom 8:11 | sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont. ~
1314 Rom 8:13 | sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des
1315 Rom 8:14 | 14 Want zovelen als er door den Geest Gods geleid worden,
1316 Rom 8:15 | aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba,
1317 Rom 8:37 | wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. ~
1318 Rom 9:1 | mede getuigenis gevende door den Heiligen Geest), ~
1319 Rom 10:5 | die deze dingen doet, zal door dezelve leven. ~
1320 Rom 10:17 | het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods. ~
1321 Rom 10:19 | tot jaloersheid verwekken door degenen, die geen volk zijn;
1322 Rom 10:19 | degenen, die geen volk zijn; door een onverstandig volk zal
1323 Rom 11:6 | 6 En indien het door genade is, zo is het niet
1324 Rom 11:11 | zouden? Dat zij verre; maar door hun val is de zaligheid
1325 Rom 11:20 | 20 Het is wel; zij zijn door ongeloof afgebroken, en
1326 Rom 11:20 | afgebroken, en gij staat door het geloof. Zijt niet hooggevoelende,
1327 Rom 11:30 | barmhartigheid verkregen hebt door dezer ongehoorzaamheid; ~
1328 Rom 11:31 | ongehoorzaam geweest, opdat ook zij door uw barmhartigheid zouden
1329 Rom 11:36 | 36 Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle
1330 Rom 12:1 | Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat
1331 Rom 12:2 | gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds,
1332 Rom 12:3 | 3 Want door de genade, die mij gegeven
1333 Rom 12:21 | maar overwint het kwade door het goede. ~ ~ ~
1334 Rom 14:17 | en vrede, en blijdschap, door den Heiligen Geest. ~
1335 Rom 15:4 | voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting
1336 Rom 15:13 | overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes. ~
1337 Rom 15:16 | aangenaam worde, geheiligd door den Heiligen Geest. ~
1338 Rom 15:18 | zeggen, hetwelk Christus door mij niet gewrocht heeft,
1339 Rom 15:19 | 19 Door kracht van tekenen en wonderheden,
1340 Rom 15:19 | tekenen en wonderheden, en door de kracht van den Geest
1341 Rom 15:28 | verzegeld zal hebben, zo zal ik door ulieder stad naar Spanje
1342 Rom 15:30 | 30 En ik bid u, broeders, door onzen Heere Jezus Christus,
1343 Rom 15:30 | Heere Jezus Christus, en door de liefde des Geestes, dat
1344 Rom 15:32 | Opdat ik met blijdschap, door den wil van God, tot u mag
1345 Rom 16:18 | maar hun buik; en verleiden door schoonspreken en prijzen
1346 Rom 16:26 | Maar nu geopenbaard is, en door de profetische Schriften,
1347 Rom 16:27 | zelven alleen wijzen God zij door Jezus Christus de heerlijkheid
1348 1Kor 1:1 | apostel van Jezus Christus, door den wil van God, en Sosthenes,
1349 1Kor 1:9 | 9 God is getrouw, door Welken gij geroepen zijt
1350 1Kor 1:10| Maar ik bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere
1351 1Kor 1:11| gemaakt, mijn broeders, door die van het huisgezin van
1352 1Kor 1:21| wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het
1353 1Kor 1:21| heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking,
1354 1Kor 2:10| heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest
1355 1Kor 3:5 | Apollos, anders dan dienaars, door welken gij geloofd hebt,
1356 1Kor 3:13| het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig
1357 1Kor 3:15| behouden worden, doch alzo als door vuur. ~
1358 1Kor 4:15| Christus Jezus heb ik u door het Evangelie geteeld. ~
1359 1Kor 6:2 | oordelen zullen? En indien door u de wereld geoordeeld wordt,
1360 1Kor 6:11| van den Heere Jezus, en door den Geest onzes Gods; ~
1361 1Kor 6:14| opgewekt, en zal ons opwekken door Zijn kracht. ~
1362 1Kor 7:14| ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige
1363 1Kor 7:14| ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders waren
1364 1Kor 7:39| 39 Een vrouw is door de wet verbonden, zo langen
1365 1Kor 8:6 | een Heere, Jezus Christus, door Welken alle dingen zijn,
1366 1Kor 8:6 | alle dingen zijn, en wij door Hem. ~
1367 1Kor 8:11| de broeder, die zwak is, door uw kennis verloren gaan,
1368 1Kor 10:1 | de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan zijn; ~
1369 1Kor 10:30| 30 En indien ik door genade der spijze deelachtig
1370 1Kor 11:12| man is, alzo is ook de man door de vrouw; doch alle dingen
1371 1Kor 12:3 | bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt,
1372 1Kor 12:3 | Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest. ~
1373 1Kor 12:8 | 8 Want dezen wordt door den Geest gegeven het woord
1374 1Kor 12:8 | ander het woord der kennis, door denzelfden Geest; ~
1375 1Kor 12:9 | En een ander het geloof, door denzelfden Geest; en een
1376 1Kor 12:9 | gaven der gezondmakingen, door denzelfden Geest. ~
1377 1Kor 12:13| Want ook wij allen zijn door een Geest tot een lichaam
1378 1Kor 13:12| 12 Want wij zien nu door een spiegel in een duistere
1379 1Kor 14:9 | gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke rede
1380 1Kor 14:21| wet is geschreven: Ik zal door lieden van andere talen,
1381 1Kor 14:21| lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit volk
1382 1Kor 14:27| vreemde taal spreekt, dat het door twee, of ten meeste drie
1383 1Kor 15:2 | 2 Door hetwelk gij ook zalig wordt,
1384 1Kor 15:10| 10 Doch door de genade Gods ben ik, dat
1385 1Kor 15:21| 21 Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de
1386 1Kor 15:21| de opstanding der doden door een Mens. ~
1387 1Kor 15:57| ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus. ~
1388 1Kor 16:3 | gij zult bekwaam achten door brieven, zenden, om uw gave
1389 1Kor 16:5 | doorgegaan zijn, (want ik zal door Macedonie gaan); ~
1390 2Kor 1:1 | apostel van Jezus Christus, door den wil van God, en Timotheus,
1391 2Kor 1:4 | allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting, met welke
1392 2Kor 1:5 | overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus onze vertroosting
1393 2Kor 1:11| ook medearbeidt voor ons door het gebed, opdat over de
1394 2Kor 1:11| gebed, opdat over de gave, door vele personen aan ons teweeggebracht
1395 2Kor 1:11| ook voor ons dankzegging door velen gedaan worde. ~
1396 2Kor 1:16| 16 En door uw stad naar Macedonie gaan,
1397 2Kor 1:19| Jezus Christus, Die onder u door ons is gepredikt, namelijk
1398 2Kor 1:19| ons is gepredikt, namelijk door mij, en Silvanus, en Timotheus,
1399 2Kor 1:20| amen, Gode tot heerlijkheid door ons. ~
1400 2Kor 1:24| blijdschap; want gij staat door het geloof. ~ ~
1401 2Kor 2:7 | vertroosten, opdat de zodanige door al te overvloedige droefheid
1402 2Kor 2:14| en den reuk Zijner kennis door ons openbaar maakt in alle
1403 2Kor 3:3 | brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die
1404 2Kor 3:3 | geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods,
1405 2Kor 3:4 | een vertrouwen hebben wij door Christus bij God. ~
1406 2Kor 3:14| ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan
1407 2Kor 4:2 | Woord Gods vervalsende, maar door openbaring der waarheid
1408 2Kor 4:14| opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken, en met
1409 2Kor 4:15| vermenigvuldigde genade, door de dankzegging van velen,
1410 2Kor 5:7 | 7 (Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen.) ~
1411 2Kor 5:7 | wandelen door geloof en niet door aanschouwen.) ~
1412 2Kor 5:10| iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat
1413 2Kor 5:18| Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de
1414 2Kor 5:20| Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van
1415 2Kor 6:7 | waarheid, in de kracht van God, door de wapenen der gerechtigheid
1416 2Kor 6:8 | 8 Door eer en oneer, door kwaad
1417 2Kor 6:8 | 8 Door eer en oneer, door kwaad gerucht en goed gerucht;
1418 2Kor 7:6 | vertroost, heeft ons getroost door de komst van Titus. ~
1419 2Kor 7:7 | 7 En niet alleen door zijn komst, maar ook door
1420 2Kor 7:7 | door zijn komst, maar ook door de vertroosting, met welke
1421 2Kor 8:5 | Heere en daarna aan ons, door den wil van God. ~
1422 2Kor 8:8 | als gebiedende, maar als door de naarstigheid van anderen
1423 2Kor 8:9 | Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk
1424 2Kor 8:18| lof heeft in het Evangelie door al de Gemeenten; ~
1425 2Kor 8:22| en nu veel naarstiger, door het groot vertrouwen, dat
1426 2Kor 9:11| alle goeddadigheid, welke door ons werkt dankzegging tot
1427 2Kor 9:12| maar is ook overvloedig door vele dankzeggingen tot God; ~
1428 2Kor 9:13| 13 Dewijl zij door de beproeving dezer bediening
1429 2Kor 9:14| 14 En door hun gebed voor u, welke
1430 2Kor 10:1 | Voorts ik Paulus zelf bid u, door de zachtmoedigheid en goedertierenheid
1431 2Kor 10:4 | vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der
1432 2Kor 10:9 | zou schijnen, alsof ik u door de brieven wilde verschrikken. ~
1433 2Kor 10:11| hoedanigen wij zijn in het woord door brieven, als wij afwezig
1434 2Kor 11:3 | enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen
1435 2Kor 11:33| 33 En ik werd door een venster in een mand
1436 2Kor 12:7 | 7 En opdat ik mij door de uitnemendheid der openbaringen
1437 2Kor 12:17| 17 Heb ik door iemand dergenen, die ik
1438 2Kor 13:4 | Want hoewel Hij gekruist is door zwakheid, zo leeft Hij nochtans
1439 2Kor 13:4 | zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht Gods. Want ook
1440 2Kor 13:4 | maar zullen met Hem leven door de kracht Gods in u. ~
1441 Gal 1:1 | geroepen niet van mensen, noch door een mens, maar door Jezus
1442 Gal 1:1 | noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God den
1443 Gal 1:12 | ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus
1444 Gal 1:15 | afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade, ~
1445 Gal 1:16 | openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder de heidenen
1446 Gal 2:2 | 2 En ik ging op door een openbaring, en stelde
1447 Gal 2:13 | Barnabas mede afgetrokken werd door hun veinzing. ~
1448 Gal 2:16 | de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus,
1449 Gal 2:19 | 19 Want ik ben door de wet der wet gestorven,
1450 Gal 2:20 | vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van
1451 Gal 2:21 | indien de rechtvaardigheid door de wet is, zo is dan Christus
1452 Gal 3:11 | 11 En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt
1453 Gal 3:12 | die deze dingen doet, zal door dezelve leven. ~
1454 Gal 3:14 | Geestes verkrijgen zouden door het geloof. ~
1455 Gal 3:17 | bevestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd
1456 Gal 3:18 | maar God heeft ze Abraham door de beloftenis genadiglijk
1457 Gal 3:19 | het beloofd was; en zij is door de engelen besteld in de
1458 Gal 3:26 | zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus. ~
1459 Gal 4:7 | ook een erfgenaam van God door Christus. ~
1460 Gal 4:13 | 13 En gij weet, dat ik u door zwakheid des vleses het
1461 Gal 4:23 | deze, die uit de vrije was, door de beloftenis; ~
1462 Gal 5:4 | is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt
1463 Gal 5:5 | 5 Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof,
1464 Gal 5:6 | voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende. ~
1465 Gal 5:13 | vlees; maar dient elkander door de liefde. ~
1466 Gal 5:16 | 16 En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de
1467 Gal 5:18 | 18 Maar indien gij door den Geest geleid wordt,
1468 Gal 5:25 | 25 Indien wij door den Geest leven, zo laat
1469 Gal 5:25 | Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen. ~
1470 Gal 6:1 | een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die
1471 Gal 6:14 | onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd
1472 Efez 1:1 | apostel van Jezus Christus, door den wil van God, aan de
1473 Efez 1:5 | aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven,
1474 Efez 1:6 | heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd
1475 Efez 1:7 | wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de
1476 Efez 2:1 | gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden; ~
1477 Efez 2:4 | rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede
1478 Efez 2:5 | Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend
1479 Efez 2:7 | uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over
1480 Efez 2:8 | zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet
1481 Efez 2:13| verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. ~
1482 Efez 2:16| een lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap
1483 Efez 2:17| 17 En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd
1484 Efez 2:18| 18 Want door Hem hebben wij beiden den
1485 Efez 2:18| hebben wij beiden den toegang door een Geest tot den Vader. ~
1486 Efez 3:3 | 3 Dat Hij mij door openbaring heeft bekend
1487 Efez 3:5 | heilige apostelen en profeten, door den Geest; ~
1488 Efez 3:6 | Zijner belofte in Christus, door het Evangelie; ~
1489 Efez 3:8 | gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen
1490 Efez 3:9 | alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus; ~
1491 Efez 3:10| 10 Opdat nu, door de Gemeente, bekend gemaakt
1492 Efez 3:12| toegang met vertrouwen, door het geloof aan Hem. ~
1493 Efez 3:16| kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendigen
1494 Efez 3:17| 17 Opdat Christus door het geloof in uw harten
1495 Efez 3:21| heerlijkheid in de Gemeente, door Christus Jezus, in alle
1496 Efez 4:3 | de enigheid des Geestes door den band des vredes. ~
1497 Efez 4:6 | daar is boven allen, en door allen, en in u allen. ~
1498 Efez 4:14| met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen,
1499 Efez 4:14| bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk
1500 Efez 4:16| samen vastgemaakt zijnde, door alle voegselen der toebrenging,
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1732 |