Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
emmaus 1
emmer 1
emmeren 1
en 46573
en-dor 1
en-eglaim 1
en-gannim 3
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het

Bijbel

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

      Book Chapter: Verse
7501 Num 26:62 | mannelijk is, van een maand oud en daarboven; want dezen werden 7502 Num 26:63 | zijn de getelden van Mozes en Eleazar, den priester, die 7503 Num 26:64 | 64 En onder dezen was niemand 7504 Num 26:64 | uit de getelden van Mozes en Aaron, den priester, als 7505 Num 26:65 | gewisselijk zouden sterven; en er was niemand van hen overgebleven, 7506 Num 26:65 | Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun. ~  ~  ~  ~ 7507 Num 27:1 | Manasse, den zoon van Jozef (en dit zijn de namen zijner 7508 Num 27:1 | dochteren: Machla, Noa, en Hogla, en Milka, en Tirza); ~ 7509 Num 27:1 | Machla, Noa, en Hogla, en Milka, en Tirza); ~ 7510 Num 27:1 | Noa, en Hogla, en Milka, en Tirza); ~ 7511 Num 27:2 | 2 En zij stonden voor het aangezicht 7512 Num 27:2 | het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht van 7513 Num 27:2 | van Eleazar, den priester, en voor het aangezicht van 7514 Num 27:2 | aangezicht van de oversten, en van de ganse vergadering, 7515 Num 27:3 | gestorven in de woestijn, en hij is niet geweest in het 7516 Num 27:3 | in zijn zonde gestorven, en had geen zonen. ~ 7517 Num 27:5 | 5 En Mozes bracht haar rechtzaak 7518 Num 27:6 | 6 En de HEERE sprak tot Mozes, 7519 Num 27:7 | broederen haars vaders; en gij zult de erfenis haars 7520 Num 27:8 | 8 En tot de kinderen Israels 7521 Num 27:8 | Wanneer iemand sterft, en geen zoon heeft, zo zult 7522 Num 27:9 | 9 En indien hij geen dochter 7523 Num 27:12 | Klim op dezen berg Abarim, en zie dat land, hetwelk Ik 7524 Num 27:17 | voor hun aangezicht uitga, en die voor hun aangezicht 7525 Num 27:17 | voor hun aangezicht inga, en die hen uitleide, en die 7526 Num 27:17 | inga, en die hen uitleide, en die hen inleide; opdat de 7527 Num 27:18 | man, in wien de Geest is; en leg uw hand op hem; ~ 7528 Num 27:19 | 19 En stel hem voor het aangezicht 7529 Num 27:19 | van Eleazar, den priester, en voor het aangezicht der 7530 Num 27:19 | aangezicht der ganse vergadering; en geef hem bevel voor hun 7531 Num 27:20 | 20 En leg op hem van uw heerlijkheid, 7532 Num 27:21 | 21 En hij zal voor het aangezicht 7533 Num 27:21 | mond zullen zij uitgaan, en naar zijn mond zullen zij 7534 Num 27:21 | zullen zij ingaan, hij, en al de kinderen Israels met 7535 Num 27:21 | kinderen Israels met hem, en de ganse vergadering. ~ 7536 Num 27:22 | 22 En Mozes deed, gelijk als de 7537 Num 27:22 | had; want hij nam Jozua, en stelde hem voor het aangezicht 7538 Num 27:22 | van Eleazar, den priester, en voor het aangezicht der 7539 Num 27:23 | 23 En hij legde zijn handen op 7540 Num 27:23 | legde zijn handen op hem, en gaf hem bevel; gelijk als 7541 Num 28:2 | Gebied den kinderen Israels, en zeg tot hen: Mijn offerande, 7542 Num 28:3 | 3 En gij zult tot hen zeggen: 7543 Num 28:4 | gij bereiden des morgens; en het andere lam zult gij 7544 Num 28:5 | 5 En een tiende deel ener efa 7545 Num 28:7 | 7 En zijn drankoffer zal zijn 7546 Num 28:8 | 8 En het andere lam zult gij 7547 Num 28:8 | spijsoffer des morgens, en gelijk zijn drankoffer zult 7548 Num 28:9 | volkomen eenjarige lammeren, en twee tienden meelbloem, 7549 Num 28:10 | het gedurig brandoffer, en zijn drankoffer. ~ 7550 Num 28:11 | 11 En in de beginselen uwer maanden 7551 Num 28:11 | offeren: twee jonge varren, en een ram, zeven volkomen 7552 Num 28:12 | 12 En drie tienden meelbloem ten 7553 Num 28:12 | gemengd, tot den enen var; en twee tienden meelbloem ten 7554 Num 28:13 | 13 En tot elk tiende deel meelbloem 7555 Num 28:14 | 14 En hun drankofferen zullen 7556 Num 28:14 | van een hin tot een var, en een derde deel van een hin 7557 Num 28:14 | van een hin tot een ram, en een vierendeel van een hin 7558 Num 28:16 | 16 En in de eerste maand, op den 7559 Num 28:17 | 17 En op den vijftienden dag derzelve 7560 Num 28:19 | offeren: twee jonge varren, en een ram, daartoe zeven eenjarige 7561 Num 28:20 | 20 En hun spijsoffer zal zijn 7562 Num 28:20 | drie tienden tot een var, en twee tienden tot een ram 7563 Num 28:25 | 25 En op den zevenden dag zult 7564 Num 28:28 | 28 En hun spijsoffer van meelbloem, 7565 Num 28:31 | het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, zult gij 7566 Num 29:3 | 3 En hun spijsoffer van meelbloem, 7567 Num 29:4 | 4 En een tiende tot een lam, 7568 Num 29:5 | 5 En een geitenbok ten zondoffer, 7569 Num 29:6 | het brandoffer der maand, en zijn spijsoffer, en het 7570 Num 29:6 | maand, en zijn spijsoffer, en het gedurig brandoffer, 7571 Num 29:6 | het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun 7572 Num 29:7 | 7 En op den tienden dezer zevende 7573 Num 29:7 | heilige samenroeping hebben, en gij zult uw zielen verootmoedigen; 7574 Num 29:9 | 9 En hun spijsoffer van meelbloem, 7575 Num 29:11 | zondoffer der verzoeningen, en het gedurig brandoffer; 7576 Num 29:11 | het gedurig brandoffer; en zijn spijsoffer, met hun 7577 Num 29:13 | 13 En gij zult een brandoffer 7578 Num 29:14 | 14 En hun spijsoffer van meelbloem, 7579 Num 29:15 | 15 En tot elke een tiende tot 7580 Num 29:16 | 16 En een geitenbok ten zondoffer; 7581 Num 29:16 | brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer. ~ 7582 Num 29:18 | 18 En hun spijsoffer, en hun drankofferen 7583 Num 29:18 | 18 En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de 7584 Num 29:18 | de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun 7585 Num 29:19 | 19 En een geitenbok ten zondoffer; 7586 Num 29:19 | het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun 7587 Num 29:20 | 20 En op den dertienden dag: elf 7588 Num 29:21 | 21 En hun spijsofferen, en hun 7589 Num 29:21 | 21 En hun spijsofferen, en hun drankofferen tot de 7590 Num 29:21 | de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun 7591 Num 29:22 | 22 En een bok ten zondoffer; behalve 7592 Num 29:22 | het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn 7593 Num 29:22 | brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer. ~ 7594 Num 29:24 | 24 Hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de 7595 Num 29:24 | de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun 7596 Num 29:25 | 25 En een geitenbok ten zondoffer; 7597 Num 29:25 | brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer. ~ 7598 Num 29:26 | 26 En op den vijfden dag: negen 7599 Num 29:26 | negen varren, twee rammen, en veertien volkomen eenjarige 7600 Num 29:27 | 27 En hun spijsoffer, en hun drankofferen 7601 Num 29:27 | 27 En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de 7602 Num 29:27 | de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun 7603 Num 29:28 | 28 En een bok ten zondoffer; behalve 7604 Num 29:28 | het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn 7605 Num 29:28 | brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer. ~ 7606 Num 29:30 | 30 En hun spijsoffer, en hun drankofferen 7607 Num 29:30 | 30 En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de 7608 Num 29:30 | de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun 7609 Num 29:31 | 31 En een bok ten zondoffer; behalve 7610 Num 29:31 | brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankofferen. ~ 7611 Num 29:32 | 32 En op den zevenden dag: zeven 7612 Num 29:33 | 33 En hun spijsoffer, en hun drankofferen 7613 Num 29:33 | 33 En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de 7614 Num 29:33 | de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun 7615 Num 29:34 | 34 En een bok ten zondoffer; behalve 7616 Num 29:34 | brandoffer, zijn spijsoffer, en zijn drankoffer. ~ 7617 Num 29:36 | 36 En gij zult een brandoffer 7618 Num 29:37 | 37 Hun spijsoffer, en hun drankofferen tot den 7619 Num 29:37 | tot den var, tot den ram, en tot de lammeren, in hun 7620 Num 29:38 | 38 En een bok ten zondoffer; behalve 7621 Num 29:38 | het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn 7622 Num 29:38 | brandoffer, en zijn spijsoffer, en zijn drankoffer. ~ 7623 Num 29:39 | hoogtijden; behalve uw geloften, en uw vrijwillige offeren, 7624 Num 29:39 | offeren, met uw brandofferen, en met uw spijsofferen, en 7625 Num 29:39 | en met uw spijsofferen, en met uw drankofferen, en 7626 Num 29:39 | en met uw drankofferen, en met uw dankofferen. ~ 7627 Num 29:40 | 40 En Mozes sprak tot de kinderen 7628 Num 30:1 | 1 En Mozes sprak tot de hoofden 7629 Num 30:3 | gelofte zal beloofd hebben, en zich met een verbintenis 7630 Num 30:4 | 4 En haar vader haar gelofte, 7631 Num 30:4 | haar vader haar gelofte, en haar verbintenis, waarmede 7632 Num 30:4 | verbonden heeft, zal horen, en haar vader tegen haar zal 7633 Num 30:4 | al haar geloften bestaan, en alle verbintenis, waarmede 7634 Num 30:5 | hoort, al haar geloften, en haar verbintenissen, waarmede 7635 Num 30:6 | zij immers een man heeft, en haar geloften op haar zijn, 7636 Num 30:7 | 7 En haar man dat zal horen, 7637 Num 30:7 | haar man dat zal horen, en ten dage als hij het hoort, 7638 Num 30:7 | zullen haar geloften bestaan, en haar verbintenissen, waarmede 7639 Num 30:8 | hoorde, dat zal breken, en haar gelofte, die op haar 7640 Num 30:11 | 11 En haar man dat gehoord, en 7641 Num 30:11 | En haar man dat gehoord, en tegen haar stil zal gezwegen 7642 Num 30:12 | gegaan is, van haar gelofte, en van de verbintenis harer 7643 Num 30:12 | heeft ze te niet gemaakt, en de HEERE zal het haar vergeven. ~ 7644 Num 30:13 | 13 Alle gelofte, en allen eed der verbintenis, 7645 Num 30:16 | geboden heeft, tussen een man en zijn huisvrouw, tussen een 7646 Num 30:16 | huisvrouw, tussen een vader en zijn dochter, zijnde in 7647 Num 31:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, 7648 Num 31:3 | u ten strijde toerusten, en dat zij tegen de Midianieten 7649 Num 31:6 | 6 En Mozes zond hen ten strijde, 7650 Num 31:6 | duizend van elken stam, hen en Pinehas, den zoon van Eleazar, 7651 Num 31:6 | strijde, met de heilige vaten, en de trompetten des geklanks 7652 Num 31:7 | 7 En zij streden tegen de Midianieten, 7653 Num 31:7 | HEERE Mozes geboden had, en zij doodden al wat mannelijk 7654 Num 31:8 | koningen der Midianieten, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en 7655 Num 31:8 | Midianieten, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, vijf 7656 Num 31:8 | Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, vijf koningen 7657 Num 31:8 | en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, vijf koningen der 7658 Num 31:9 | vrouwen der Midianieten, en hun kinderkens gevangen; 7659 Num 31:9 | roofden ook al hun beesten, en al hun vee, en al hun vermogen. ~ 7660 Num 31:9 | beesten, en al hun vee, en al hun vermogen. ~ 7661 Num 31:10 | steden met hun woonplaatsen, en al hun burchten verbrandden 7662 Num 31:11 | 11 En zij namen al den roof, en 7663 Num 31:11 | En zij namen al den roof, en al den buit, van mensen 7664 Num 31:11 | al den buit, van mensen en van beesten. ~ 7665 Num 31:12 | brachten zij de gevangenen, en den buit, en den roof, tot 7666 Num 31:12 | gevangenen, en den buit, en den roof, tot Mozes en tot 7667 Num 31:12 | en den roof, tot Mozes en tot Eleazar, den priester, 7668 Num 31:12 | tot Eleazar, den priester, en tot de vergadering der kinderen 7669 Num 31:13 | 13 Maar Mozes en Eleazar, de priester, en 7670 Num 31:13 | en Eleazar, de priester, en alle oversten der vergadering, 7671 Num 31:14 | 14 En Mozes werd grotelijks vertoornd 7672 Num 31:14 | hoofdlieden der duizenden, en de hoofdlieden der honderden, 7673 Num 31:15 | 15 En Mozes zeide tot hen: Hebt 7674 Num 31:17 | is onder de kinderkens; en doodt alle vrouw, die door 7675 Num 31:19 | 19 En gijlieden, legert u buiten 7676 Num 31:19 | ieder, die een mens gedood, en een ieder, die een verslagene 7677 Num 31:19 | zult u op den derden dag en op den zevenden dag ontzondigen, 7678 Num 31:19 | zevenden dag ontzondigen, gij en uw gevangenen. ~ 7679 Num 31:20 | Ook zult gij alle kleding, en alle gereedschap van vellen, 7680 Num 31:20 | gereedschap van vellen, en alle geiten haren werk, 7681 Num 31:20 | alle geiten haren werk, en gereedschap van hout, ontzondigen. ~ 7682 Num 31:21 | 21 En Eleazar, de priester, zeide 7683 Num 31:22 | 22 Alleen het goud en het zilver, en het koper, 7684 Num 31:22 | het goud en het zilver, en het koper, het ijzer, het 7685 Num 31:22 | koper, het ijzer, het tin en het lood; ~ 7686 Num 31:24 | wassen, dat gij rein wordt; en daarna zult gij in het leger 7687 Num 31:26 | der gevangenen van mensen en van beesten; gij en Eleazar, 7688 Num 31:26 | mensen en van beesten; gij en Eleazar, de priester, en 7689 Num 31:26 | en Eleazar, de priester, en de hoofden van de vaderen 7690 Num 31:27 | 27 En deel den buit in twee helften 7691 Num 31:27 | den strijd uitgegaan zijn, en tussen de ganse vergadering. ~ 7692 Num 31:28 | een ziel, uit de mensen en uit de runderen, en uit 7693 Num 31:28 | mensen en uit de runderen, en uit de ezelen, en uit de 7694 Num 31:28 | runderen, en uit de ezelen, en uit de schapen. ~ 7695 Num 31:29 | helft zult gij het nemen, en den priester Eleazar geven 7696 Num 31:30 | runderen, uit de ezelen, en uit de schapen, uit al de 7697 Num 31:30 | schapen, uit al de beesten; en gij zult ze aan de Levieten 7698 Num 31:31 | 31 En Mozes, en Eleazar, de priester, 7699 Num 31:31 | 31 En Mozes, en Eleazar, de priester, deden, 7700 Num 31:32 | had, was zeshonderd vijf en zeventig duizend schapen; ~ 7701 Num 31:33 | 33 En twee en zeventig duizend 7702 Num 31:33 | 33 En twee en zeventig duizend runderen; ~ 7703 Num 31:34 | 34 En een en zestig duizend ezelen; ~ 7704 Num 31:34 | 34 En een en zestig duizend ezelen; ~ 7705 Num 31:35 | 35 En der mensen zielen, uit de 7706 Num 31:35 | alle zielen waren twee en dertig duizend. ~ 7707 Num 31:36 | 36 En de helft, te weten het deel 7708 Num 31:36 | getal driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd 7709 Num 31:36 | zeven en dertig duizend en vijfhonderd schapen. ~ 7710 Num 31:37 | 37 En de schatting voor den HEERE 7711 Num 31:37 | schapen was zeshonderd vijf en zeventig. ~ 7712 Num 31:38 | 38 En de runderen waren zes en 7713 Num 31:38 | En de runderen waren zes en dertig duizend, en hun schatting 7714 Num 31:38 | waren zes en dertig duizend, en hun schatting voor den HEERE 7715 Num 31:38 | schatting voor den HEERE twee en zeventig. ~ 7716 Num 31:39 | 39 En de ezelen waren dertig duizend 7717 Num 31:39 | ezelen waren dertig duizend en vijfhonderd, en hun schatting 7718 Num 31:39 | duizend en vijfhonderd, en hun schatting voor den HEERE 7719 Num 31:39 | schatting voor den HEERE was een en zestig. ~ 7720 Num 31:40 | 40 En der mensen zielen waren 7721 Num 31:40 | zielen waren zestien duizend, en hun schatting voor den HEERE 7722 Num 31:40 | schatting voor den HEERE twee en dertig zielen. ~ 7723 Num 31:41 | 41 En Mozes gaf Eleazar, den priester, 7724 Num 31:42 | 42 En van de helft der kinderen 7725 Num 31:43 | schapen, driehonderd zeven en dertig duizend en vijfhonderd; ~ 7726 Num 31:43 | zeven en dertig duizend en vijfhonderd; ~ 7727 Num 31:44 | 44 En de runderen waren zes en 7728 Num 31:44 | En de runderen waren zes en dertig duizend; ~ 7729 Num 31:45 | 45 En de ezelen dertig duizend 7730 Num 31:45 | de ezelen dertig duizend en vijfhonderd; ~ 7731 Num 31:46 | 46 En der mensen zielen zestien 7732 Num 31:47 | uit vijftig, van mensen en van beesten; en hij gaf 7733 Num 31:47 | van mensen en van beesten; en hij gaf ze aan de Levieten, 7734 Num 31:48 | hoofdlieden der duizenden, en de hoofdlieden der honderden; ~ 7735 Num 31:49 | 49 En zij zeiden tot Mozes: Uw 7736 Num 31:49 | onze hand geweest zijn; en uit ons ontbreekt niet een 7737 Num 31:51 | 51 Zo nam Mozes en Eleazar, de priester, van 7738 Num 31:52 | 52 En al het goud der heffing, 7739 Num 31:52 | zestien duizend zevenhonderd en vijftig sikkelen, van de 7740 Num 31:52 | hoofdlieden der duizenden, en van de hoofdlieden der honderden. ~ 7741 Num 31:54 | 54 Zo nam Mozes en Eleazar, de priester, dat 7742 Num 31:54 | hoofdlieden der duizenden en der honderden, en zij brachten 7743 Num 31:54 | duizenden en der honderden, en zij brachten het in de tent 7744 Num 31:54 | dden machtig veel; en zij bezagen het land Jaezer, 7745 Num 31:54 | bezagen het land Jaezer, en het land van Gilead, en 7746 Num 31:54 | en het land van Gilead, en ziet, deze plaats was een 7747 Num 31:55 | kwamen de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben, en 7748 Num 31:55 | en de kinderen van Ruben, en spraken tot Mozes, en tot 7749 Num 31:55 | Ruben, en spraken tot Mozes, en tot Eleazar, den priester, 7750 Num 31:55 | tot Eleazar, den priester, en tot de oversten der vergadering, 7751 Num 31:56 | 3 Ataroth, en Dibon, en Jaezer, en Nimra, 7752 Num 31:56 | 3 Ataroth, en Dibon, en Jaezer, en Nimra, en Hesbon, 7753 Num 31:56 | Ataroth, en Dibon, en Jaezer, en Nimra, en Hesbon, en Eleale, 7754 Num 31:56 | Dibon, en Jaezer, en Nimra, en Hesbon, en Eleale, en Schebam, 7755 Num 31:56 | Jaezer, en Nimra, en Hesbon, en Eleale, en Schebam, en Nebo, 7756 Num 31:56 | Nimra, en Hesbon, en Eleale, en Schebam, en Nebo, en Behon; ~ 7757 Num 31:56 | en Eleale, en Schebam, en Nebo, en Behon; ~ 7758 Num 31:56 | Eleale, en Schebam, en Nebo, en Behon; ~ 7759 Num 31:57 | heeft, is een land voor vee; en uw knechten hebben vee. ~ 7760 Num 31:58 | worde tot een bezitting; en doe ons niet trekken over 7761 Num 31:59 | tot de kinderen van Gad en tot de kinderen van Ruben: 7762 Num 31:59 | broeders ten strijde gaan, en zult gijlieden hier blijven? 7763 Num 31:62 | waren tot aan het dal Eskol, en dit land bezagen, zo braken 7764 Num 31:63 | des HEEREN te dien dage, en Hij zwoer, zeggende: ~ 7765 Num 31:64 | zijn, van twintig jaren oud en daarboven, het land zullen 7766 Num 31:64 | zien, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb! Want 7767 Num 31:65 | van Jefunne, den Keniziet, en Jozua, de zoon van Nun; 7768 Num 31:66 | HEEREN toorn tegen Israel, en Hij deed hen omzwerven in 7769 Num 31:67 | 14 En ziet, gijlieden zijt opgestaan 7770 Num 31:68 | te laten in de woestijn; en gij zult al dit volk verderven. ~ 7771 Num 31:69 | traden zij toe tot hem, en zeiden: Wij zullen hier 7772 Num 31:69 | schaapskooien bouwen voor ons vee, en steden voor onze kinderen. ~ 7773 Num 31:70 | zullen gebracht hebben; en onze kinderen zullen blijven 7774 Num 31:72 | gene zijde van de Jordaan, en verder heen, als onze erfenis 7775 Num 31:74 | 21 En een ieder van u, die toegerust 7776 Num 31:75 | 22 En het land voor het aangezicht 7777 Num 31:75 | zult gij daarna wederkeren, en onschuldig zijn voor den 7778 Num 31:75 | onschuldig zijn voor den HEERE en voor Israel, en dit land 7779 Num 31:75 | den HEERE en voor Israel, en dit land zal u ter bezitting 7780 Num 31:77 | steden voor uw kinderen, en kooien voor uw schapen; 7781 Num 31:77 | kooien voor uw schapen; en doet, wat uit uw mond uitgegaan 7782 Num 31:78 | spraken de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben tot 7783 Num 31:79 | onze vrouwen, onze have en al onze beesten zullen aldaar 7784 Num 31:81 | hunnenthalve, den priester Eleazar, en Jozua, den zoon van Nun, 7785 Num 31:81 | Jozua, den zoon van Nun, en den hoofden der vaderen 7786 Num 31:82 | 29 En Mozes zeide tot hen: Indien 7787 Num 31:82 | Indien de kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, met 7788 Num 31:84 | 31 En de kinderen van Gad en de 7789 Num 31:84 | 31 En de kinderen van Gad en de kinderen van Ruben antwoordden, 7790 Num 31:85 | HEEREN naar het land Kanaan; en de bezitting onzer erfenis 7791 Num 31:86 | hunlieden, den kinderen van Gad, en de kinderen van Ruben, en 7792 Num 31:86 | en de kinderen van Ruben, en den halven stam van Manasse, 7793 Num 31:86 | Sihon, koning der Amorieten, en het koninkrijk van Og, koning 7794 Num 31:87 | 34 En de kinderen van Gad bouwden 7795 Num 31:87 | kinderen van Gad bouwden Dibon, en Ataroth, en Aroer, 7796 Num 31:87 | bouwden Dibon, en Ataroth, en Aroer, 7797 Num 31:88 | 35 En Atroth-Sofan, en Jaezer, 7798 Num 31:88 | 35 En Atroth-Sofan, en Jaezer, en Jogbeha, ~ 7799 Num 31:88 | Atroth-Sofan, en Jaezer, en Jogbeha, ~ 7800 Num 31:89 | 36 En Beth-Nimra, en Beth-Haran, 7801 Num 31:89 | 36 En Beth-Nimra, en Beth-Haran, vaste steden 7802 Num 31:89 | Beth-Haran, vaste steden en schaapskooien. ~ 7803 Num 31:90 | 37 En de kinderen van Ruben bouwden 7804 Num 31:90 | van Ruben bouwden Hezbon, en Eleale, en Kirjathaim, ~ 7805 Num 31:90 | bouwden Hezbon, en Eleale, en Kirjathaim, ~ 7806 Num 31:91 | 38 En Nebo, en Baal-Meon, veranderd 7807 Num 31:91 | 38 En Nebo, en Baal-Meon, veranderd zijnde 7808 Num 31:91 | veranderd zijnde van naam, en Sibma; en zij noemden de 7809 Num 31:91 | zijnde van naam, en Sibma; en zij noemden de namen der 7810 Num 31:92 | 39 En de kinderen van Machir, 7811 Num 31:92 | Manasse, gingen naar Gilead, en namen dat in, en zij verdreven 7812 Num 31:92 | Gilead, en namen dat in, en zij verdreven de Amorieten, 7813 Num 31:93 | Machir, den zoon van Manasse; en hij woonde daarin. ~ 7814 Num 31:94 | zoon van Manasse, ging heen en nam hunlieder dorpen in, 7815 Num 31:94 | nam hunlieder dorpen in, en hij noemde die Havvoth-Jair. ~ 7816 Num 31:95 | 42 En Nobah ging heen, en nam 7817 Num 31:95 | 42 En Nobah ging heen, en nam Kenath in, met haar 7818 Num 31:95 | haar onderhorige plaatsen, en noemde ze Nobah naar zijn 7819 Num 32:1 | door de hand van Mozes en Aaron. ~ 7820 Num 32:2 | 2 En Mozes schreef hun uittochten, 7821 Num 32:2 | naar den mond des HEEREN; en dit zijn hun reizen, naar 7822 Num 32:6 | 6 En zij verreisden van Sukkoth, 7823 Num 32:6 | verreisden van Sukkoth, en legerden zich in Etham, 7824 Num 32:7 | 7 En zij verreisden van Etham, 7825 Num 32:7 | zij verreisden van Etham, en keerden weder naar Pi-hachiroth, 7826 Num 32:7 | tegenover Baal-Sefon is, en zij legerden zich voor Migdol. ~ 7827 Num 32:8 | 8 En zij verreisden van Hachiroth, 7828 Num 32:8 | verreisden van Hachiroth, en gingen over, door het midden 7829 Num 32:8 | de zee, naar de woestijn, en zij gingen drie dagreizen 7830 Num 32:8 | dagreizen in de woestijn Etham, en legerden zich in Mara. ~ 7831 Num 32:9 | 9 En zij verreisden van Mara, 7832 Num 32:9 | zij verreisden van Mara, en kwamen te Elim; in Elim 7833 Num 32:9 | waren twaalf waterfonteinen en zeventig palmbomen, en zij 7834 Num 32:9 | waterfonteinen en zeventig palmbomen, en zij legerden zich aldaar. 7835 Num 32:10 | 10 En zij verreisden van Elim, 7836 Num 32:10 | zij verreisden van Elim, en legerden zich aan de Schelfzee. ~ 7837 Num 32:11 | 11 En zij verreisden van de Schelfzee, 7838 Num 32:11 | verreisden van de Schelfzee, en legerden zich in de woestijn 7839 Num 32:12 | 12 En zij verreisden uit de woestijn 7840 Num 32:12 | verreisden uit de woestijn Sin, en zij legerden zich in Dofka. ~ 7841 Num 32:13 | 13 En zij verreisden van Dofka, 7842 Num 32:13 | zij verreisden van Dofka, en legerden zich in Aluz. ~ 7843 Num 32:14 | 14 En zij verreisden van Aluz, 7844 Num 32:14 | zij verreisden van Aluz, en legerden zich in Rafidim; 7845 Num 32:15 | 15 En zij verreisden van Rafidim, 7846 Num 32:15 | verreisden van Rafidim, en legerden zich in de woestijn 7847 Num 32:16 | 16 En zij verreisden uit de woestijn 7848 Num 32:16 | uit de woestijn van Sinai, en legerden zich in Kibroth-Thaava. ~ 7849 Num 32:17 | 17 En zij verreisden van Kibroth-Thaava, 7850 Num 32:17 | verreisden van Kibroth-Thaava, en legerden zich in Hazeroth. ~ 7851 Num 32:18 | 18 En zij verreisden van Hazeroth, 7852 Num 32:18 | verreisden van Hazeroth, en legerden zich in Rithma. 7853 Num 32:19 | 19 En zij verreisden van Rithma, 7854 Num 32:19 | zij verreisden van Rithma, en legerden zich in Rimmon-Perez. ~ 7855 Num 32:20 | 20 En zij verreisden van Rimmon-Perez, 7856 Num 32:20 | verreisden van Rimmon-Perez, en legerden zich in Libna. ~ 7857 Num 32:21 | 21 En zij verreisden van Libna, 7858 Num 32:21 | zij verreisden van Libna, en legerden zich in Rissa. ~ 7859 Num 32:22 | 22 En zij verreisden van Rissa, 7860 Num 32:22 | zij verreisden van Rissa, en legerden zich in Kehelatha. 7861 Num 32:23 | 23 En zij verreisden van Kehelatha, 7862 Num 32:23 | verreisden van Kehelatha, en legerden zich in het gebergte 7863 Num 32:24 | 24 En zij verreisden van het gebergte 7864 Num 32:24 | van het gebergte Safer, en legerden zich in Harada. ~ 7865 Num 32:25 | 25 En zij verreisden van Harada, 7866 Num 32:25 | zij verreisden van Harada, en legerden zich in Makheloth. ~ 7867 Num 32:26 | 26 En zij verreisden van Makheloth, 7868 Num 32:26 | verreisden van Makheloth, en legerden zich in Tachath. ~ 7869 Num 32:27 | 27 En zij verreisden van Tachath, 7870 Num 32:27 | verreisden van Tachath, en legerden zich in Tharah. ~ 7871 Num 32:28 | 28 En zij verreisden van Tharah, 7872 Num 32:28 | zij verreisden van Tharah, en legerden zich in Mithka. ~ 7873 Num 32:29 | 29 En zij verreisden van Mithka, 7874 Num 32:29 | zij verreisden van Mithka, en legerden zich in Hasmona. ~ 7875 Num 32:30 | 30 En zij verreisden van Hasmona, 7876 Num 32:30 | verreisden van Hasmona, en legerden zich in Moseroth. ~ 7877 Num 32:31 | 31 En zij verreisden van Moseroth, 7878 Num 32:31 | verreisden van Moseroth, en legerden zich in Bene-Jaakan. ~ 7879 Num 32:32 | 32 En zij verreisden van Bene-Jaakan, 7880 Num 32:32 | verreisden van Bene-Jaakan, en legerden zich in Hor-Gidgad. ~ 7881 Num 32:33 | 33 En zij verreisden van Hor-gidgad, 7882 Num 32:33 | verreisden van Hor-gidgad, en legerden zich in Jotbatha. ~ 7883 Num 32:34 | 34 En zij verreisden van Jotbatha, 7884 Num 32:34 | verreisden van Jotbatha, en legerden zich in Abrona. 7885 Num 32:35 | 35 En zij verreisden van Abrona, 7886 Num 32:35 | zij verreisden van Abrona, en legerden zich in Ezeon-Geber. ~ 7887 Num 32:36 | 36 En zij verreisden van Ezeon-Geber, 7888 Num 32:36 | verreisden van Ezeon-Geber, en legerden zich in de woestijn 7889 Num 32:37 | 37 En zij verreisden van Kades, 7890 Num 32:37 | zij verreisden van Kades, en legerden zich aan den berg 7891 Num 32:38 | naar den mond des HEEREN, en stierf aldaar, in het veertigste 7892 Num 32:39 | Aaron nu was honderd drie en twintig jaren oud, als hij 7893 Num 32:40 | 40 En de Kanaaniet, de koning 7894 Num 32:41 | 41 En zij verreisden van den berg 7895 Num 32:41 | verreisden van den berg Hor, en legerden zich in Zalmona. ~ 7896 Num 32:42 | 42 En zij verreisden van Zalmona, 7897 Num 32:42 | verreisden van Zalmona, en legerden zich in Funon. ~ 7898 Num 32:43 | 43 En zij verreisden van Funon, 7899 Num 32:43 | zij verreisden van Funon, en legerden zich in Oboth. ~ 7900 Num 32:44 | 44 En zij verreisden van Oboth, 7901 Num 32:44 | zij verreisden van Oboth, en legerden zich aan de heuvelen 7902 Num 32:45 | 45 En zij verreisden van de heuvelen 7903 Num 32:45 | de heuvelen van Abarim, en legerden zich in Dibon-Gad. ~ 7904 Num 32:46 | 46 En zij verreisden van Dibon-Gad, 7905 Num 32:46 | verreisden van Dibon-Gad, en legerden zich in Almon-Diblathaim. ~ 7906 Num 32:47 | 47 En zij verreisden van Almon-Diblathaim, 7907 Num 32:47 | verreisden van Almon-Diblathaim, en legerden zich in de bergen 7908 Num 32:48 | 48 En zij verreisden van de bergen 7909 Num 32:48 | verreisden van de bergen Abarim, en legerden zich in de vlakke 7910 Num 32:49 | 49 En zij legerden zich aan de 7911 Num 32:50 | 50 En de HEERE sprak tot Mozes, 7912 Num 32:51 | tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gijlieden 7913 Num 32:52 | de bezitting verdrijven, en al hun beeltenissen verderven; 7914 Num 32:52 | gegotene beelden verderven, en al hun hoogten verdelgen. ~ 7915 Num 32:53 | 53 En gij zult het land in erfelijke 7916 Num 32:53 | erfelijke bezitting nemen, en daarin wonen; want Ik heb 7917 Num 32:54 | 54 En gij zult het land in erfelijke 7918 Num 32:54 | hun erfenis meerder maken, en dien, die weinig zijn, zult 7919 Num 32:55 | zullen zijn in uw ogen, en tot prikkelen in uw zijden, 7920 Num 32:55 | prikkelen in uw zijden, en u zullen benauwen op het 7921 Num 32:56 | 56 En het zal geschieden, dat 7922 Num 33:2 | Gebied den kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij 7923 Num 33:3 | aan de zijden van Edom; en de zuider landpale zal u 7924 Num 33:4 | 4 En deze landpale zal u omgaan 7925 Num 33:4 | den opgang van Akrabbim, en doorgaan naar Zin; en haar 7926 Num 33:4 | Akrabbim, en doorgaan naar Zin; en haar uitgangen zullen zijn, 7927 Num 33:4 | zuiden naar Kades-Barnea; en zij zal uitgaan naar Hazar-Addar, 7928 Num 33:4 | uitgaan naar Hazar-Addar, en doorgaan naar Azmon. ~ 7929 Num 33:5 | naar de rivier van Egypte, en haar uitgangen zullen zijn 7930 Num 33:8 | daar men komt te Hamath; en de uitgangen dezer landpale 7931 Num 33:9 | 9 En deze landpale zal uitgaan 7932 Num 33:9 | zal uitgaan naar Zifron, en haar uitgangen zullen zijn 7933 Num 33:11 | 11 En deze landpale zal afgaan 7934 Num 33:11 | zal deze landpale afgaan en strekken langs den oever 7935 Num 33:12 | afgaan langs de Jordaan, en haar uitgangen zullen zijn 7936 Num 33:13 | 13 En Mozes gebood den kinderen 7937 Num 33:13 | HEERE aan de negen stammen en den halven stam van Manasse 7938 Num 33:14 | het huis hunner vaderen, en de stam van de kinderen 7939 Num 33:15 | 15 Twee stammen en een halve stam hebben hun 7940 Num 33:17 | uitdelen: Eleazar, de priester, en Jozua, de zoon van Nun. ~ 7941 Num 33:19 | 19 En dit zijn de namen dezer 7942 Num 33:20 | 20 En van den stam der kinderen 7943 Num 33:22 | 22 En van den stam der kinderen 7944 Num 33:24 | 24 En van den stam der kinderen 7945 Num 33:25 | 25 En van den stam der kinderen 7946 Num 33:26 | 26 En van den stam der kinderen 7947 Num 33:27 | 27 En van den stam der kinderen 7948 Num 33:28 | 28 En van den stam der kinderen 7949 Num 34:1 | 1 En de HEERE sprak tot Mozes, 7950 Num 34:3 | 3 En die steden zullen zij hebben 7951 Num 34:3 | zullen zijn voor hun beesten, en voor hun have, en voor al 7952 Num 34:3 | beesten, en voor hun have, en voor al hun gedierte, ~ 7953 Num 34:4 | 4 En de voorsteden der steden, 7954 Num 34:4 | zullen van den stadsmuur af, en naar buiten, van duizend 7955 Num 34:5 | 5 En gij zult meten van buiten 7956 Num 34:5 | oosten, twee duizend ellen, en aan den hoek van het zuiden, 7957 Num 34:5 | zuiden, twee duizend ellen, en aan den hoek van het westen, 7958 Num 34:5 | westen, twee duizend ellen, en aan den hoek van het noorden, 7959 Num 34:6 | doodslager daarheen vliede; en boven dezelve zult gij hun 7960 Num 34:6 | dezelve zult gij hun twee en veertig steden geven. ~ 7961 Num 34:7 | geven zult, zullen zijn acht en veertig steden, deze met 7962 Num 34:8 | vele heeft, vele nemen, en van dien, die weinig heeft, 7963 Num 34:10 | tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij 7964 Num 34:12 | 12 En deze steden zullen u tot 7965 Num 34:13 | 13 En deze steden, die gij geven 7966 Num 34:14 | deze zijde van de Jordaan, en drie dezer steden zult gij 7967 Num 34:15 | voor de kinderen Israels, en voor den vreemdeling, en 7968 Num 34:15 | en voor den vreemdeling, en den bijwoner in het midden 7969 Num 34:23 | men zoude kunnen sterven, en hij dien op hem heeft doen 7970 Num 34:24 | richten tussen den slager, en tussen den bloedwreker, 7971 Num 34:25 | 25 En de vergadering zal den doodslager 7972 Num 34:25 | den hand des bloedwrekers, en de vergadering zal hem doen 7973 Num 34:25 | waarheen hij gevloden was; en hij zal daarin blijven tot 7974 Num 34:27 | 27 En de bloedwreker hem zal vinden 7975 Num 34:29 | 29 En deze dingen zullen ulieden 7976 Num 34:31 | 31 En gij zult geen verzoening 7977 Num 34:33 | bloed ontheiligt het land; en voor het land zal geen verzoening 7978 Num 35:1 | 1 En de hoofden der vaderen van 7979 Num 35:1 | kinderen van Jozef, traden toe, en spraken voor het aangezicht 7980 Num 35:1 | het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht der 7981 Num 35:2 | 2 En zeiden: De HEERE heeft mijn 7982 Num 35:2 | Israels in erfenis te geven; en mijn heer is door den HEERE 7983 Num 35:3 | vaderen afgetrokken worden, en toegedaan zijn tot de erfenis 7984 Num 35:11 | 11 Want Machla, Thirza, en Hogla, en Milka, en Noa, 7985 Num 35:11 | Machla, Thirza, en Hogla, en Milka, en Noa, dochteren 7986 Num 35:11 | Thirza, en Hogla, en Milka, en Noa, dochteren van Zelafead, 7987 Num 35:13 | 13 Dat zijn de geboden en de rechten, die de HEERE 7988 Deu 1:1 | tegenover Suf, tussen Paran en tussen Tofel, en Laban, 7989 Deu 1:1 | tussen Paran en tussen Tofel, en Laban, en Hazeroth, en Dizahab. 7990 Deu 1:1 | tussen Tofel, en Laban, en Hazeroth, en Dizahab. 7991 Deu 1:1 | en Laban, en Hazeroth, en Dizahab. 7992 Deu 1:3 | 3 En het is geschied in het veertigste 7993 Deu 1:4 | Amorieten, die te Hesbon woonde, en Og, den koning van Bazan, 7994 Deu 1:7 | 7 Keert u, en vertrekt, en gaat in het 7995 Deu 1:7 | 7 Keert u, en vertrekt, en gaat in het gebergte der 7996 Deu 1:7 | gebergte der Amorieten, en tot al hun geburen, in het 7997 Deu 1:7 | vlakke veld, op het gebergte, en in de laagte, en in het 7998 Deu 1:7 | gebergte, en in de laagte, en in het zuiden, en aan de 7999 Deu 1:7 | laagte, en in het zuiden, en aan de havens der zee; het 8000 Deu 1:7 | het land der Kanaanieten, en den Libanon, tot aan die


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19500 | 19501-20000 | 20001-20500 | 20501-21000 | 21001-21500 | 21501-22000 | 22001-22500 | 22501-23000 | 23001-23500 | 23501-24000 | 24001-24500 | 24501-25000 | 25001-25500 | 25501-26000 | 26001-26500 | 26501-27000 | 27001-27500 | 27501-28000 | 28001-28500 | 28501-29000 | 29001-29500 | 29501-30000 | 30001-30500 | 30501-31000 | 31001-31500 | 31501-32000 | 32001-32500 | 32501-33000 | 33001-33500 | 33501-34000 | 34001-34500 | 34501-35000 | 35001-35500 | 35501-36000 | 36001-36500 | 36501-37000 | 37001-37500 | 37501-38000 | 38001-38500 | 38501-39000 | 39001-39500 | 39501-40000 | 40001-40500 | 40501-41000 | 41001-41500 | 41501-42000 | 42001-42500 | 42501-43000 | 43001-43500 | 43501-44000 | 44001-44500 | 44501-45000 | 45001-45500 | 45501-46000 | 46001-46500 | 46501-46573

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License